Tijdschrift voor Remedial Teaching, 2000, (2), 22-29. Stemmingsstoornissen bij kinderen en jongeren krijgen nog niet de aandacht die ze ver-dienen. Dat hangt misschien samen met het gegeven dat het herkennen van depressivi-teit bij kinderen en jongeren vaak moeilijk is. De groep kinderen met leerproblemen heeft een verhoogd risico op stemmingsstoornissen. Bij kinderen en jongeren met
... [Show full abstract] leer-problemen, die het slecht doen op school en ook buiten de school slecht functioneren, kun je maar beter uitgaan van een stemmingsstoornis, tot het tegendeel is bewezen. Inleiding Aan stemmingsstoornissen ligt vaak een bio-logische gevoeligheid ten grondslag: in de familie van een depressief kind komt vaak meer depressiviteit voor. Een groot gedeelte van de kinderen met stemmingsstoornissen heeft een ouder die op hetzelfde moment ook depressief is. Die 'aanleg' voor depressiviteit kan sluimerend aanwezig zijn, tot er zich om-standigheden voordoen die langdurige stress veroorzaken. Bij een grote biologische gevoe-ligheid is er soms maar weinig nodig om de-pressief te worden, bij een lichte gevoeligheid spelen psychosociale en omgevingsfactoren vaak een grotere rol. Langdurige stress kan leiden tot een stemmingsstoornis. Of een kind werkelijk de-pressief wordt, hangt af van allerlei factoren. Een daarvan is in hoeverre een kind sociale steun krijgt van ouders en andere belangrijke volwassenen, zoals leerkrachten. Een andere bepalende factor is hoe goed een kind ge-leerd heeft om met spanningveroorzakende situaties om te gaan. De omgeving kan veel bijdragen aan de verbetering van de stem-ming van het kind en aan zijn vaardigheden in het omgaan met problemen, maar ook de oorzaak zijn van een toename van stem-mingsproblemen. De bronnen van stress kunnen ui-teraard zeer verschillend zijn: omstandighe-den en gebeurtenissen binnen het gezin, in-grijpende gebeurtenissen zoals een verhui-zing en een verandering van school, het overlijden van een geliefd persoon, traumati-sche gebeurtenissen (oorlogssituaties, kin-dermishandeling of seksueel misbruik, lang-durig pesten), handicaps, het ontdekken van de eigen homoseksuele geaardheid. Zie voor risicofactoren en beschermende factoren Sambeek & Senders (1998). Een stemmingsstoornis leidt vaak tot leerpro-blemen. Typische kenmerken die men op school kan waarnemen zijn dagdromen, een slechte concentratie op het werk, moeite met leren, aandachtsproblemen, geen zin en puf hebben om zich in te spannen en storend ge-drag in de klas. Kinderen kunnen hun zin in het naar school gaan verliezen of veel spijbe-len. In extreme gevallen kunnen ze zelfs een schoolfobie ontwikkelen. Andersom kunnen leerproblemen en leerstoornissen ook de oorzaak zijn van een stemmingsstoornis. Voor kinderen met leer-problemen kan de school een zeer onplezieri-ge en frustrerende omgeving zijn. Ook in de gunstige situatie waarin de leerproblemen worden herkend en erkend, er didactisch adequate hulp wordt geboden en de leer-kracht in de klas rekening houdt met het leerprobleem, wordt er vaak te weinig reke-ning gehouden met de sociaal-emotionele kanten die de leerproblemen vergezellen.