Johan Goethals’s research while affiliated with KU Leuven and other places

What is this page?


This page lists works of an author who doesn't have a ResearchGate profile or hasn't added the works to their profile yet. It is automatically generated from public (personal) data to further our legitimate goal of comprehensive and accurate scientific recordkeeping. If you are this author and want this page removed, please let us know.

Publications (22)


Goethals, J., Ponsaers, P. (2014), “Is er wat mis met de mand (van de ‘rotte appels’)?”, in Goethals, J., Ponsaers, P. (eds.), Themanummer Wetenschapsfraude en Ethische Kwesties binnen het Criminologisch Onderzoek, Panopticon, Jg. 35, nr.4, Antwerpen, 257-266.
  • Article
  • Full-text available

January 2014

·

368 Reads

·

1 Citation

Johan Goethals

·

Sinds enige tijd staat de problematiek van wetenschapsfraude hoog op de agenda, zo ook in de criminologie. In dit editoriaal willen we deze discussie kaderen. Het ligt niet in onze bedoeling om aan koppensnellen te doen. We zullen dan ook zorgvuldig vermijden om in dit editoriaal namen van in opspraak gekomen personen of instellingen te noemen. We vragen ons immers af of het gaat om enkele 'rotte appels’ in de mand, of dat er meer aan de hand is, met andere woorden: is er wat gaande met de mand zelf? Bij een dergelijke onderneming meteen met de vinger wijzen in de richting van individuen of instellingen loopt immers vooruit op het beantwoorden van de vraag die we ons stellen.

Download

Criminografische Ontwikkelingen: van (victim)-survey tot penitentiaire statistiek

October 2010

·

446 Reads

·

4 Citations

Lieven J.R. Pauwels

·

De Keulenaer S

·

Deschamps L

·

[...]

·

Van Dael E

Dit eerste criminografische verzamelwerk in de reeks Panoptiocn Libri, is er op gericht de interesse voor criminografie en methodologie onder criminologen te vergroten. Het rapporteert over criminografische en methodologische onderwerpen die zich afspelen op diverse echelons van de strafrechtsbedeling. De volgorde van de bijdragen is ook op die manier geschikt: statistische informatie kan gerangschikt worden volgens het niveau van de strafrechtsbedeling waarop de informatie slaat. Surveys vangen hiaten uit officiële registraties op en komen dus helemaal onderaan de ladder te staan, terwijl statistische penitentiaire info de top van de strafrechtsketen voorstelt en dus bovenaan de ladder komt te staan. In deze uitgave wordt criminografisch materiaal gedegen voorgesteld, met een afweging van de sterke en zwakke kanten, zijn mogelijkheden en beperkingen. Bovendien biedt dit verzamelwerk een structurele vindplaats voor het “onvindbare” criminografische materiaal.


Pauwels, L., De Keulenaer, S., Deltenre, S., Deschamps, L., Elffers, H., Forceville, J., Goethals, J., Kerbab, R., Maes, E., Pleysier, S., Ponsaers, P. , Van Daele, E. (eds.) (2010). Criminografische Ontwikkelingen: van (victim)-survey tot penitentiaire statistiek, Panopticion Libri n°3, Antwerpen-Apeldoorn: Maklu, pp. 160.

January 2010

·

6 Reads

Essential criminographical information on statistical material concerning crime in Belgium







Ponsaers, P. , Enhus, E., Goethals, J., (2009), “Bestaat het beroep criminoloog anno 2009 in Vlaanderen?”, Panopticon, Vol. 30, n°3, 28-44.

January 2009

·

14 Reads

Samenvatting Volgens van Swaaningen en Van De Bunt wordt de Vlaamse arbeidsmarkt voor criminologen gekenmerkt door een aantal beroepsgroepen die specifiek zijn voor afgestudeerde criminologen, terwijl in Nederland deze criminologische beroepen nog dienen te worden gecreëerd. In deze bijdrage vragen Ponsaers, Enhus en Goethals zich af of er in Vlaanderen echt wel sprake is van zo'n "criminologische beroepen" anno 2009. De auteurs baseren zich op de alumni-enquêtes die de criminologische opleidingen werden georganiseerd aan UGent, VUB en K.U.Leuven ter gelegenheid van de zelfstudierapporten opgesteld ter voorbereiding van de visitatiecommissie van de nederlandstalige criminologische opleidingen in ons land. De auteurs stellen vast dat er geen sprake is van structurele werkloosheid, doch dat de diversiteit aan in-en uitstroom meebrengt dat het profiel van de criminoloog op de arbeidsmarkt even gediversifieerd is. Er is gedurende de eerste twee jaren na afstuderen sprake van vrij veel onvrijwillige werkloosheid, doch die lost zich op doorheen de tijd. Na verloop van tijd zijn zeven op tien criminologen tewerkgesteld binnen het criminologisch domein en drie op tien erbuiten. Relatief veel afgestudeerden komen echter terecht in onderbetaalde jobs. De opleiding wordt als algemeen vormend gepercipieerd vanuit de arbeidsmarkt. Het belang van hulpverlening, administratief-uitvoerende taken en vorming/onderwijs als beroepstaak neemt af. Opvallend is dat de grootste werkgever van afgestudeerde criminologen openbare diensten en politiediensten zijn. Dit aandeel neemt toe. Afgestudeerde criminologen komen meer en meer terecht in beleidsondersteunende en beleidsvoorbereidende functies. De auteurs besluiten dan ook dat de tewerkstelling vrij gunstig evolueert, doch niet rooskleurig is, terwijl de arbeidstevredenheid relatief groot blijkt. De auteurs concluderen dat het beroep van criminoloog anno 2009 in Vlaanderen niet bestaat, maar dat er wel heel wat jobs binnen en buiten het criminologisch domein bestaan, waar criminologen met relatief (toenemend) succes hun arbeidsplaats bevechten. Abstract According to van Swaaningen and Van De Bunt, the Flemish labour market for criminologists has become characterised by a number of professional groups which are specific to graduate criminologistst whereas in the Netherlands these criminological professions have yet to be created. In this contribution Ponsaers, Enhus and Goethals consider whether it is realistic to speak of such criminological professions in Flanders anno 2009. They base their arguement on returns from the student questionnaires which were organised by UGent, VUB and K.U.Leuven as part of the self-study reports compiled in preparation for the external assessment commission for Dutch language criminology courses in Belgium. The authors note that there is no talk of structural unemployment but that the diversity and profile of the criminologist on the labour market is as diverse as the labour market itself. There is talk, however, during the first two years after graduation of considerable involuntary unemployment although this problem seems eventually to solve itself. After some time, seven out of ten criminologists find employment within 1 Hoogleraar, Vakgroep Strafrecht en Criminologie van de Universiteit Gent. 2 Docent (Vakgroepvoorzitter), Vakgroep Criminologie van de Vrije Universiteit Brussel. 3 Gewoon Hoogleraar, Leuvens Instituut voor Criminologie van de Katholieke Universiteit Leuven.


Figuur 1: Ouderlijke sensitiviteit, interpersoonlijke factoren en persoonlijkheidsstoornissen in de ve  
Figuur 2: Ouderlijke sensitiviteit, interpersoonlijke factoren en persoonlijkheidsstoornissen in de ve
INTERPERSOONLIJKE FACTOREN BIJ DE VERKLARING VAN PEDOSEKSUEEL GEDRAG OP GROND VAN STRUCTURELE EQUATIE MODELLEN1

June 2007

·

803 Reads

·

3 Citations

In deze bijdrage werd de invloed van interpersoonlijke factoren op pedoseksualiteit onderzocht. De variabe- len ouderlijke sensitiviteit, veilige romantische volwassen hechting, vertrouwen en persoonlijkheids- stoornissen, werden in een hypothetisch model ingebracht en getoetst bij een groep pedoseksuelen. Op grond van fitindices vonden we dat het hypothetisch padanalytisch model overeenstemde met de geobser- veerde waarden. De variabelen ouderlijke sensitiviteit, interpersoonlijke factoren en persoonlijkheids- stoornissen verklaarden ongeveer 20% van de variantie in de afhankelijke variabele pedoseksualiteit. Deze bevindingen nodigen uit het onderzoek verder te zetten naar de invloed van interpersoonlijke factoren op intra- en extrafamiliaal pedoseksueel gedrag en preferentieel en situationeel pedoseksueel gedrag.


Citations (10)


... Centraal staat de idee dat relatieve verschillen in zelfgerapporteerde delinquentie kunnen worden verklaard vanuit verschillen in theoretisch relevante achtergrondkenmerken en attitudes. Hoewel aanvankelijk door velen omarmd als zinvol alternatief voor statistieken van geregistreerde criminaliteit, heeft het optimisme tegenover deze methode, dat kenmerkend was voor de eerste helft van de jaren tachtig van vorige eeuw (hirschi et al., 1981), reeds lang plaatsgemaakt voor een meer kritische blik (Van KercKVoorDe, 1995;GoethaLs et al., 2002;Ponsaers & PauWeLs, 2003). Heel vaak viel daarbij de vraag naar de betrouwbaarheid (bruinsma, 1991gepareerd door Van Der heiJDen et al., 1995) en de geldigheid van de methode (hes-sinG & eLffers, 1995;farrinGton et al., 1996). ...

Reference:

De Dark Triad ontleed. Een meetmodel voor machiavellisme, psychopathie en narcisme
Criminografisch onderzoek in België
  • Citing Chapter
  • January 2002

... 6 alsook in het Nationaal Veiligheidsplan 2008-2011(Federale Politie, 2008. Hoewel in België in deze tijdspanne een aantal stappen werden gezet inzake bestuurlijke handhaving (met name de ontwikkeling van de gemeentelijke administratieve sancties), bleef een volwaardige bestuurlijke handhaving zoals die in Nederland werd ontwikkeld uit (Bruggeman, 2009). Net daar is een breuklijn terug te vinden tussen Nederland en België. ...

Van pionier naar onmisbaar: over 30 jaar Panopticon
  • Citing Book
  • January 2009

... These items were answered with a five-point scale ('completely agree, agree, neither agree nor disagree, disagree, completely disagree'). Unfortunately, these items were all worded in the same direction, excluding the potential to control for and model some style factors present in answering behaviour, such as acquiescence (Pleysier et al., 2003). ...

Acquiescence: het meten en modelleren van volgzaamheid in twee gebalanceerde angst voor criminaliteit-schalen
  • Citing Article
  • January 2003

... Het zal er naar ons gevoelen in grote mate op neerkomen dat vernieuwend handelen zich zal ontwikkelen in een 'triple helix'-structuur (Fuller, 2000), waarbinnen zowel de overheid, het ondernemingsleven als het wetenschappelijk onderzoek hun plaats kunnen krijgen, met respect voor elkaars eigenheden. Een dergelijk project vergt evenwichtskunst, ook wat betreft de toegang voor onderzoekers van noodzakelijke (interne) bronnen en het openbaar maken van onderzoeksresultaten. Het behoort tot het wezen van wetenschap dat zij in een dergelijk project een kritische functie opneemt (Goethals & Ponsaers, 2014b). ...

Goethals, J., Ponsaers, P. (2014), “Is er wat mis met de mand (van de ‘rotte appels’)?”, in Goethals, J., Ponsaers, P. (eds.), Themanummer Wetenschapsfraude en Ethische Kwesties binnen het Criminologisch Onderzoek, Panopticon, Jg. 35, nr.4, Antwerpen, 257-266.

... Het is dan dat de eerste Nederlandse criminologische instituten zijn ontstaan (Van Swaaningen, 2000). Deze instituten werden echter nooit Peters, 1980;Peters & Van Kerckvoorde, 1984;Van Kerckvoorde & Puttaert, 1988;Puttaert & Van Kerckvoorde, 1992;Goethals, Goris & Maes, 1997;Goethals & Pleysier, 2000. Zie tevens: Decorte, 2000Eliaerts, 2000. ...

De intrede in de arbeidsmarkt van criminologen afgestudeerd aan de K.U.Leuven in de jaren 1990 tot 1993

... The chivalry theory, on the other hand, has received more support. The chivalry theory, in its purest sense, suggests that women who engage in crimes are treated in a more 'chivalrous' way in court, resulting in more lenient outcomes, because their motives are traditionally viewed as more communal and caring and not regarded as criminal (Allen, 1987;Deering & Mellor, 2009;Goethals et al., 1997;Griffin & Wooldredge, 2006;Nagel & Hagan, 1983). For example, Allen (1987) noted that throughout court trial processes, female offenders who committed serious violent crimes were frequently described with respect to their mental health and internal experiences, leading to doubts about their criminal intentions as well as mitigating moral responsibility. ...

Sex/gender-based decision-making in the criminal justice system as a possible (additional) explanation for the underrepresentation of women in official criminal statistics - A review of international literature
  • Citing Article
  • September 1997

International Journal of Comparative and Applied Criminal Justice

... Researchers have analyzed trends in international mathematics achievement based on overall performance of students using both the TIMSS and the PISA (Baucal et al., 2006;Black and Wiliam, 2007;Takayama, 2007). Although there are several empirical studies on IPD in the educational and psychological measurement literature (e.g., Skykes and Ito, 1993;Juve, 2004;Pleysier et al., 2005), there are only a few that have specifically examined IPD in international assessments. For example, Wu et al. (2006) conducted a comparison study between the U.S. and Singapore to detect IPD. ...

Temporal Invariance in Repeated Cross-Sectional ‘Fear of Crime’ Research
  • Citing Article
  • September 2005

International Review of Victimology

... De rechterhersenhelft staat in voor de mogelijkheid tot reflectie én het onderscheid tussen zichzelf en de ander (Nicolaï, 2003). Deze bespiegelingen zijn belangrijk voor onze doelgroep, omdat uit onderzoek blijkt dat daders van seksueel geweld significant minder veilig gehecht zijn dan andere daders en dan de 'gewone' populatie (Bogaerts, Goethals & Vervaeke, 2002; Fonagy, 1999; Jamieson & Marschall, 2000; Lynn & Burton, 2005; Marshall, Serran & Cortoni, 2000). Binnen deze context is het dan ook niet verwonderlijk dat ze problemen ervaren op de volgende drie gebieden: het kunnen reflecteren over bepaalde ervaringen, het zich kunnen inleven in anderen binnen dezelfde ervaringen, problemen met relatievorming en/of autonomie . ...

INTERPERSOONLIJKE FACTOREN BIJ DE VERKLARING VAN PEDOSEKSUEEL GEDRAG OP GROND VAN STRUCTURELE EQUATIE MODELLEN1

... Untersuchungen zeigen, dass Vertrauen in Beziehungen ein wichtiger Faktor interpersonales und soziales Funktionsniveau ist (Bogaerts, Vervaeke & Goethals, 2000). Laut Horowitz und ...

Research on Parental Sensitivity, Trust, Intimacy and Adult Romantic Attachment as Predictors for Sexual Delinquency
  • Citing Article
  • December 2000

European Journal on Criminal Policy and Research

... Furthermore, integrated identity plays an important role in interpersonal relationships; it is one of the precursors of authentic intimacy with another person. Only individuals with a firm and coherent sense of identity can participate in close, warm, communicative, and committed interactions (Beyers & Seiffge-Krenke, 2010;Bogaerts et al., 2004;Keybollahi et al., 2012;Ragelienė, 2016). Someone with high self-differentiation is better able to form and maintain interpersonal relationships (Rassart et al., 2012) and is less controlling (Adams et al., 1984). ...

A Comparison of Relational Attitude and Personality Disorders in the Explanation of Child Molestation
  • Citing Article
  • February 2004

Sexual Abuse A Journal of Research and Treatment