Henk Meert’s research while affiliated with KU Leuven and other places

The rise of poverty in Western societies can be explained by three socio-economic processes: the dualisation and polarisation of the labour market, the dismantling of the welfare state, and the increase of new types of households like single parents and singles. These processes are interrelated and they lead towards different mechanisms of social exclusion. This article stresses that not everyone excluded from the labour market, welfare provisions, or social networks has to be regarded as excluded from society. By developing survival strategies in different economic systems (market, reciprocity, associative redistribution) poor households try to escape from social marginalisation. The whole of their survival strategies is analysed in five different settings in and around Brussels. It is argued that these areas offer very different opportunities for social integration and community development, essentially related to the heterogeneity of the environment and the social cohesion of the population concerned.

Stuyck K., Luyten S., Kesteloot C., Meert H. and Peleman K. A geography of gender relations: role patterns in the context of different regional industrial development, Regional Studies. Feminist geographers state that gender relations produce spatial structures and that, in turn, these structures help to maintain these relations. In order to explore this idea, the paper considers the household role pattern of women in two different economic regions in Belgium with different histories of industrial activity: the textile region in Ghent and the coal basin in Limburg. The paper emphasizes the influence of these regional economic developments on the time budget of women and on the effect of their activities on their use and experience of space. It pays particular attention to the crucial role played by the social infrastructure available at different spatial levels. A comparison of both regions discloses a remarkable and lingering difference in women's role pattern and, by extension, the male role pattern. Stuyck K., Luyten S., Kesteloot C., Meert H. et Peleman K. Une géographie des rapports entre les sexes – la répartition des rôles dans le contexte du développement industrialo-régional variable, Regional Studies. Des géographes féministes affirment que les rapports entre les sexes créent des structures géographiques et, à leur tour, ces structures renforcent ces rapports-là. Pour expliquer cette idée, cet article cherche à considérer la répartition des rôles des femmes au ménage dans deux régions économiques distinctes dont les histoires industrielles sont différentes; à savoir, la région du textile de Gand et le bassin minier de Limbourg, en Belgique. Cet article met l'accent sur l'influence de ces développements économiques régionaux sur les occupations journalières des femmes et sur l'impact de leurs activités sur leur emploi et leur expérience de l'espace. On prête une attention particulière au rôle primordial que joue la disponibilité de l'équipement social à divers niveaux géographiques. Une comparaison des deux régions laisse voir un écart à la fois remarquable et persistant de la répartition des rôles des femmes et, par la suite, de la répartition des rôles des hommes. Géographie régionale Répartition des pouvoirs Sentiers temporels géographiques Géographie féministe Gand Limbourg Stuyck K., Luyten S., Kesteloot C., Meert H. und Peleman K. Eine Geografie der Beziehungen zwischen den Geschlechtern. Rollenmuster im Kontext unterschiedlicher regionaler Industrieentwicklung, Regional Studies. Feministischen Geografinnen und Geografen zufolge produzieren die Beziehungen zwischen den Geschlechtern räumliche Strukturen, welche ihrerseits zum Erhalt dieser Beziehungen beitragen. Um diese Idee weiterzuverfolgen, untersuchen wir in diesem Beitrag die Muster der Haushaltsrollen von Frauen in zwei verschiedenen Wirtschaftsregionen mit einer unterschiedlichen Geschichte industrieller Aktivität: der Textilregion von Gent und des Kohlebeckens von Limburg (beide in Belgien). In unserem Beitrag betonen wir den Einfluss dieser regionalen Wirtschaftsentwicklungen auf den Zeitetat der Frauen und auf die Auswirkung ihrer Aktivitäten hinsichtlich ihrer Nutzung und Erfahrung von Raum. Besondere Beachtung findet die wesentliche Rolle der gesellschaftlichen Infrastruktur, die auf verschiedenen räumlichen Ebenen zur Verfügung steht. Bei einem Vergleich der beiden Regionen zeigt sich ein bemerkenswerter, noch andauernder Unterschied hinsichtlich des Rollenmusters der Frauen und – durch Erweiterung – der Männer. Regionalgeografie Machtbeziehungen Zeit-Raum-Pfade Feministische Geografie Gent Limburg Stuyck K., Luyten S., Kesteloot C., Meert H. y Peleman K. Una geografía de relaciones entre sexos. Los modelos de roles en el contexto de diferentes desarrollos industriales regionales, Regional Studies. Los geógrafos feministas defienden que las relaciones entre sexos producen estructuras espaciales y que estas estructuras ayudan a su vez a mantener estas relaciones. A fin de explorar esta idea, en este ensayo analizamos el modelo del rol familiar de las mujeres en dos regiones económicamente diferentes con historias distintas de actividad industrial: la región textil de Gante y la cuenca hullera de Limburgo, en Bélgica. En este artículo recalcamos cómo influyen estos desarrollos económicos regionales en el presupuesto de tiempo de las mujeres y en el efecto que sus actividades tienen en su uso y experiencia del espacio. Prestamos especial atención al rol decisivo desempeñado por la infraestructura social disponible en diferentes niveles espaciales. Comparando ambas regiones descubrimos una diferencia notable y persistente en el modelo de rol femenino, y por extensión el modelo del rol masculino. Geografía regional Relaciones de poder Rutas de tiempo-espacio Geografía feminista Gante Limburgo

Deze bijdrage vertrekt van de stelling dat het overlastdiscours een mythe is, een wijze van betekenen (Barthes, 2002). Bepaalde maatschappelijke praktijken worden vandaag met het begrip overlast geduid, maar die benoeming is vanzelfsprekend noch neutraal. Ze vertegenwoordigt daarentegen een bepaalde kijk op maatschappelijke praktijken en problemen en geeft voorrang aan specifieke oplossingen. Zo leert analyse van belangrijke beleidsteksten dat overlastproblemen maatschappelijke problemen zijn die gereduceerd worden tot de individuele verantwoordelijkheid van mensen en die worden voorgesteld als een veiligheidsprobleem. Met een overlastbenoeming richten beleidsmakers zich dan ook op specifieke vormen van preventie, schadebeperking en risico –management, en wordt de voorkeur gegeven aan situationele controle en een klassieke rationele keuzebenadering van crimineel gedrag. Opmerkelijk genoeg bemoeilijkt dit discours een integrale benadering van maatschappelijke problemen, ook al wordt zo een aanpak formeel aangemoedigd. We illustreren dit aan de hand van een analyse van overlastfenomenen die gesitueerd worden in de context van dak – en thuisloosheid en asiel/migratie en die een duidelijke samenhang suggereren tussen deze thema's. We tonen hoe nieuwe migranten in een bijzonder precaire positie terechtkomen op de huisvestingsmarkt. Wanneer hun pogingen om toegang te verkrijgen tot die markt vruchteloos blijven kan dit aanleiding geven tot een resem overlastproblemen die vervolgens als autonome veiligheidsproblemen worden afgehandeld. In het licht van deze analyse vragen we meer aandacht voor de diagnose van overlastfenomenen, voor de organisatie van beleidsvoering, voor de effecten van sociaal beleid en pleiten we voor een grote bescheidenheid bij de inzet van handhavingsinstrumenten. Kortom, met deze bijdrage vragen we andere prioriteiten en accenten in de huidige benadering van overlast en stellen we vragen bij de vanzelfsprekendheid waarmee dit begrip ingang heeft gevonden in het beleidsdiscours.

The influence of local and regional policies on the uptake of multifunctional farming systems is analysed. The conceptual framework of how regional and local policies can influence farmers’ behaviour is empirically verified by analysing data on uptake of diversification and environmental management by farmers located in the Brussels’ peri-urban area. In a two-stage model, farmers’ participation and behaviour to influence local policy-makers is also examined. It has been found among other things that, in a municipality that attaches greater importance to environmental issues, the uptake of agri-environmental measures is higher and that promotion of local agriculture will encourage farmers to start processing or selling products on their farms.