May 2012
·
35 Reads
1. a) Een jarenlange verwaarlozing en een gebrek aan onderhoud van een gebouw, zijn een fout in de zin van art. 1382-1383 BW. b) Vanaf de definitieve veroordeling tot verbeurdverklaring van een goed dat heeft gediend om een misdrijf te plegen, in de zin van art. 42, 1°, Sw., gaat het eigendomsrecht op dat goed over op de Belgische Staat. Vanaf dat ogenblik is de Belgische Staat bewaarder van die zaak in de zin van art. 1384, eerste lid, BW en is hij aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door een gebrek in deze zaak dat zich na deze eigendomsoverdracht heeft voorgedaan. 2. Luidens art. 705, eerste en tweede lid, Ger.W. wordt de Staat gedagvaard aan het kabinet van de minister tot wiens bevoegdheid het onderwerp van het geschil behoort en mag de minister die in de zaak betrokken is niet betwisten dat het voorwerp van het geschil tot de bevoegdheid van zijn departement behoort, tenzij hij tevens de betrokken minister in zijn plaats stelt, wat bij eenvoudige conclusie gebeurt. Deze bepalingen verlenen aan de rechter niet het recht om zelf de bevoegde minister aan te wijzen wanneer deze indeplaatsstelling niet in der minne geschiedt en de betrokken ministers onderling blijven betwisten dat het voorwerp van het geschil tot hun bevoegdheid behoort. De rechter kan dan alleen maar beslissen dat de Belgische Staat wordt vertegenwoordigd door de minister die door de dagvaarding in de zaak is betrokken, m.a.w. die door de eiser is aangewezen.