ArticlePDF Available

Abstract

Bij het bepalen van een aanpak voor burgerschapsonderwijs kunnen scholen en lerarenopleidingen verschillende keuzes maken op basis van hun visie. In dit artikel beschouwen we twee aanpakken voor het vergroten van maatschappelijke betrokkenheid—een belangrijk maar nog steeds onderbelicht leerdoel binnen burgerschapsonderwijs: Bèta Burgerschap (Saxion) en Onderwijs in Sociaal Ondernemerschap (Marnix Academie). We beschrijven voor beide aanpakken de rationale, de didactiek, praktische voorbeelden en de positionering van de aanpak in de lerarenopleiding. Vervolgens gaan we de dialoog aan over overeenkomsten en verschillen. Het gaat dan bijvoorbeeld om de pedagogische visie, het wel of niet inleiden in bepaalde waarden, de focus op cognitieve of handelingsgerichte betrokkenheid en de keuzes die worden gemaakt in de lerarenopleidingen. Het opzoeken van de dialoog over de twee aanpakken was voor ons als onderzoekers en lerarenopleiders een waardevolle exercitie. We besluiten het artikel dan ook met de aanbeveling om in de eigen context de dialoog aan te gaan over de vormgeving van onderwijs gericht op het vergroten van maatschappelijke betrokkenheid en de consequenties voor de lerarenopleiding.
Tijdschrift voor Lerarenopleiders 46 (1) 2025
57
Beschouwing
Burgerschapsonderwijs: Beschouwing van twee
aanpakken voor het vergroten van
maatschappelijke betrokkenheid
Lida Klaver (Saxion), Stella van der Wal-Maris (Marnix Academie), Symen van der Zee (Saxion), Marijke
van Voorthuijsen (Marnix Academie).
Samenvatting
Bij het bepalen van een aanpak voor burgerschapsonderwijs kunnen scholen en
lerarenopleidingen verschillende keuzes maken op basis van hun visie. In dit artikel
beschouwen we twee aanpakken voor het vergroten van maatschappelijke
betrokkenheideen belangrijk maar nog steeds onderbelicht leerdoel binnen
burgerschapsonderwijs: Bèta Burgerschap (Saxion) en Onderwijs in Sociaal
Ondernemerschap (Marnix Academie). We beschrijven voor beide aanpakken de
rationale, de didactiek, praktische voorbeelden en de positionering van de aanpak in
de lerarenopleiding. Vervolgens gaan we de dialoog aan over overeenkomsten en
verschillen. Het gaat dan bijvoorbeeld om de pedagogische visie, het wel of niet
inleiden in bepaalde waarden, de focus op cognitieve of handelingsgerichte
betrokkenheid en de keuzes die worden gemaakt in de lerarenopleidingen. Het
opzoeken van de dialoog over de twee aanpakken was voor ons als onderzoekers en
lerarenopleiders een waardevolle exercitie. We besluiten het artikel dan ook met de
aanbeveling om in de eigen context de dialoog aan te gaan over de vormgeving van
onderwijs gericht op het vergroten van maatschappelijke betrokkenheid en de
consequenties voor de lerarenopleiding.
Inleiding
Burgerschapsonderwijs
Burgerschapsonderwijs,zoals beschreven in de Nederlandse wetgeving,is gericht
op het bevorderen van kennis over de basiswaarden van de democratische
rechtsstaat en het ontwikkelen van sociale en maatschappelijke competenties.
Het belang van burgerschapsonderwijs wordt breed onderschreven door
leerkrachten, onderzoekers en beleidsmakers en burgerschapsonderwijs krijgt
steeds meer aandacht. In Nederland zien we dit aan de positionering van
burgerschap als basisvaardigheid, de verduidelijking van de wet over
burgerschapsonderwijs, het vernieuwde inspectietoezicht, en de ontwikkeling
van kerndoelen voor burgerschapsonderwijs. In Vlaanderen gaat het beleid nog
Tijdschrift voor Lerarenopleiders 46 (1) 2025
58
een stap verder, met minimumdoelen voor burgerschap en een
resultaatsverbintenis (Claes, 2023). In Nederland ligt de dagelijkse focus in het
burgerschapsonderwijs op persoonsvorming en sociale omgang (Inspectie van
het Onderwijs, 2022). Het ontwikkelen van maatschappelijke betrokkenheid en
kritisch leren nadenken over de samenleving krijgen veel minder aandacht.
Opvattingen over burgerschapsonderwijs
Vanuit de overheid wordt via wetgeving, inspectietoezicht en het formuleren van
kerndoelen (Nederland) en eindtermen/minimumdoelen (Vlaanderen) richting
gegeven aan het burgerschapsonderwijs. Wat burgerschap en
burgerschapsonderwijs is en zou moeten zijn, zijn complexe vragen waar geen
eenduidig antwoord op is (Sant, 2019). Het antwoord op deze vragen hangt af
van je mens- en maatschappijvisie. Binnen de wettelijke kaders blijft er vrijheid
voor scholen (en lerarenopleidingen) om eigen accenten te leggen en keuzes te
maken. Er is een heel scala aan dimensies waarop opvattingen over
burgerschapsonderwijs kunnen variëren (e.g., De Brouwer et al., 2022). De
Brouwer et al. (2022; 2023) zetten verschillende opvattingen over
burgerschapsonderwijs tegenover elkaar. Zo kan de nadruk liggen op de
maatschappelijke of meer op persoonsvormende en sociaal-emotionele
aspecten van burgerschapsonderwijs. Andere voorbeelden zijn enerzijds het
leren voegen in de samenleving en anderzijds het leren vormen van de
samenleving, aangepast en kritisch burgerschap, één visie op goed burgerschap
aanbieden of meerdere visies, een accent op waarden en attituden of op kennis,
op leren actie ondernemen of leren nadenken en beslissen, en op de eigen
wereld en handelingsmogelijkheden of op de wijde wereld en complexiteit.
Twee aanpakken gericht op maatschappelijke betrokkenheid
In dit artikel zetten we twee aanpakken naast elkaar waarin maatschappelijke
betrokkenheid en maatschappelijke vraagstukkentwee van de Nederlandse
conceptkerndoelen
1
die nog onderbelicht zijn in het onderwijseen belangrijke
rol spelen: Bèta Burgerschap en Onderwijs in Sociaal Ondernemerschap (OiSO).
Gezien de aandacht voor maatschappelijke betrokkenheid en maatschappelijke
vraagstukken lijken de aanpakken sterk op elkaar. Echter, de onderliggende
1
In Nederland zijn conceptkerndoelen geformuleerd die gaan over schoolcultuur, diversiteit,
democratische waarden, maatschappelijke betrokkenheid, democratische betrokkenheid en
maatschappelijke vraagstukken (SLO, 2024).
Tijdschrift voor Lerarenopleiders 46 (1) 2025
59
rationale, de didactiek en praktische uitwerking verschillen. In dit artikel
beschouwen we de overeenkomsten en verschillen tussen Bèta Burgerschap en
OiSO. We nodigen de lezer uit om, bij het lezen van de beschrijving van de
aanpakken, met collega’s de aanpakken te vergelijken en te beschouwen in het
licht van eigen opvattingen over burgerschapsonderwijs. We sluiten af met een
dialoog waarin we de verschillen en overeenkomsten tussen de aanpakken
toelichten. Met deze beschouwing tonen we aan dat het belangrijk is om
doordacht en onderbouwd keuzes te maken, zodat de aanpak die een team
kiest past bij de visie op burgerschap en burgerschapsonderwijs.
In dit artikel hebben we ook expliciet aandacht voor hoe deze aanpakken
gepositioneerd zijn binnen de curricula van lerarenopleidingen basisonderwijs.
Bèta Burgerschap krijgt aandacht bij de lerarenopleiding basisonderwijs van
Saxion en OiSO bij de Marnix Academie. Niet alleen scholen moeten keuzes
maken over hun burgerschapsonderwijs op basis van populatie en visie, ook
voor lerarenopleidingen is het de vraag hoe burgerschapsonderwijs
vormgegeven wordt. Hierbij is die vraag voor de lerarenopleidingen tweeledig:
het gaat om de ontwikkeling van burgerschapscompetenties van de student zelf
en om het toerusten voor het denken over en verzorgen van
burgerschapsonderwijs aan hun leerlingen.
Bèta Burgerschap
Rationale
Bij Bèta Burgerschap leren kinderen gezamenlijk beslissingen nemen over
maatschappelijk-technologische vraagstukken zoals de plastic soep,
textielindustrie of internet der dingen. De rationale voor deze aanpak is
uitgewerkt door Laurence Guérin (2018) en concreet gemaakt in het praktijkboek
Bèta en technologie in burgerschapsonderwijs (Tolkamp et al., 2019). Guérin (2018)
beargumenteerde dat het belangrijk is burgerschapsonderwijs te
‘rechtvaardigen’ vanuit een visie op de maatschappij en burgerschap. Als
uitgangspunt voor de bèta burgerschapaanpak nam zij het idee van
deliberatieve democratie: burgers informeren zichzelf en elkaar en discussiëren
met elkaar om tot overeenstemming te komen. Meer specifiek werd de
epistemische deliberatieve democratie als uitgangspunt genomen. Hierbij gaat
het erom dat de oplossing zo goed mogelijk is, dus realistisch en rechtvaardig,
rekening houdend met verschillende belanghebbenden en gebaseerd op een
afweging van argumenten en op gedegen kennis. Groepsgewijs probleem
oplossen is hiermee de competentie die centraal staat in Bèta Burgerschap.
Tijdschrift voor Lerarenopleiders 46 (1) 2025
60
Een ander belangrijk uitgangspunt van de bèta burgerschapaanpak is
autonomie (Guérin, 2018). Om recht te doen aan de autonomie van leerlingen is
het belangrijk dat zij hun eigen mening leren vormen en hun leven leren
inrichten op grond van hun eigen waarden. Met dit als uitgangspunt verschilt het
leren groepsgewijs probleem oplossen van sommige andere aanpakken voor
burgerschapsonderwijs over duurzaamheidsvraagstukken. Zo blijkt uit een
analyse van aanpakken voor leren voor duurzame ontwikkeling dat deze vaak
bedoeld zijn om leerlingen te sturen richting een bepaald oordeel of
handelingsrichting (Ideland & Malmberg, 2015). Dit doet geen recht aan de
autonomie van leerlingen. Bèta Burgerschap is daarentegen gericht op het
stimuleren van kennisverwerving, oordeelsvorming, argumenteren, perspectief
nemen en kritisch denken, wat de autonomie van leerlingen bevordert.
Bèta Burgerschap in het basisonderwijs
Om leerlingen te leren groepsgewijs problemen op te lossen is niet ieder type
onderwijs geschikt. Guérin (2018) stelde vier principes op die leidend zijn bij de
voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het onderwijsaanbod, zie Figuur 1.
Didactische principes
Samen denken betekent dat kinderen tijdens dit type onderwijs regelmatig
werken in kleine groepen. Zij wisselen hun kennis uit, waardoor hun individuele
en gemeenschappelijke kennis wordt vergroot en verbeterd. Dit leidt tot betere
oplossingen. Argumenteren betekent dat leerlingen hun standpunten,
oplossingen en beslissingen leren onderbouwen met argumenten met ‘bewijs’.
Daarnaast leren zij tijdens een discussie de ander te stimuleren tot
argumenteren, in te gaan op de argumenten van de ander of deze te
weerleggen. Netwerk denken gaat over het nemen van het perspectief van
verschillende actoren (belanghebbenden), maar ook over het nemen van een
kort- en lange termijnperspectief, en het kijken vanuit een meer lokaal en meer
globaal perspectief. Uiteindelijk gaat het groepsgewijs probleem oplossen om
het nemen van een zo optimaal mogelijke beslissing. Bij het nemen van
beslissingen moeten de argumenten afgewogen worden. Met deze vier
didactische principes, samen denken, argumenteren, netwerk denken en
beslissingen nemen, kan gewerkt worden aan groepsgewijs probleem oplossen
als kerncompetentie van burgerschapsonderwijs waarbij maatschappelijke
vraagstukken centraal staan. Groepsgewijs probleem oplossen is niet beperkt
Tijdschrift voor Lerarenopleiders 46 (1) 2025
61
tot maatschappelijk-technologische vraagstukken, hoewel hier in de bèta
burgerschapaanpak wel voor gekozen is (Guérin, 2020; Tolkamp et al., 2019).
Figuur 1. Groepsgewijs probleem oplossen in de bèta burgerschapaanpak. Bron: Met toestemming aangepast
overgenomen uit Bèta en Technologie in burgerschapsonderwijs (Tolkamp et al., 2019, pp. 24-25). Copyright
TechYourFuture.
Leeractiviteiten
De leeractiviteiten tijdens lessen volgens de bèta burgerschapaanpak kunnen
zeer divers zijn. Bèta Burgerschap kan vorm krijgen als project in de school of
klas, maar ook binnen één les of enkele lessen. Leerlingen kunnen op
verschillende manieren kennis opdoen over het vraagstuk en ondersteund
worden bij het samen denken, argumenteren, netwerk denken en beslissingen
nemen (Tolkamp et al., 2019). Leeractiviteiten kunnen op school plaatsvinden,
maar kunnen ook buiten de school in samenwerking met een bedrijf of
maatschappelijke organisatie vormgegeven worden. Belangrijk is dat vanuit de
Bèta Burgerschap visie gewerkt wordt aan groepsgewijs probleem oplossen
Tijdschrift voor Lerarenopleiders 46 (1) 2025
62
volgens de didactische principes en er een maatschappelijk-technologisch
vraagstuk centraal staat.
De leeractiviteiten worden (globaal) als volgt geordend (Tolkamp et al., 2019).
Leerlingen beginnen met het verkennen van het vraagstuk in hun eigen
leefwereld, zij analyseren het vraagstuk en doen meer kennis op over het
vraagstuk. Leerlingen discussiëren vervolgens over verschillende oplossingen en
beslissen over de optimale oplossing. Ten slotte is er een nabespreking waarin ze
hun oplossing presenteren aan medeleerlingen of bijvoorbeeld aan ouders of
belanghebbenden. Ze reflecteren daarbij ook op het proces en hun eigen kennis,
vaardigheden en houdingen. Zie kader 1 voor een voorbeeld van een project in
de bovenbouw van het basisonderwijs.
De bovenbouw van een basisschool heeft een project dat gaat over stikstof.
Twee vraagstukken staan centraal tijdens het project: Wat kan de school doen
om bij te dragen aan het oplossen van het stikstofprobleem? Wil de klas dat de
school ook een vlag ondersteboven ophangt? De groep vormt met wat sturing
door de leerkracht tijdens de twee eerste lessen de volgende
onderzoeksvragen:
(1) Hoe is het stikstofprobleem ontstaan?
(2) Wat vinden natuurorganisaties dat er moet gebeuren?
(3) Wat vinden de boeren dat er moet gebeuren?
(4) Wat is de European Green Deal en wat wil Europa?
(5) Wat kunnen burgers doen?
(6) Wat zijn redenen voor- en tegen het ondersteboven hangen van de vlag?
De leerkracht heeft de volgende leeractiviteiten bedacht:
Les
Stap
Leeractiviteiten
1
Verkennen
Een boer komt vertellen over het stikstofprobleem.
Klassikaal onderzoeksvragen opstellen.
2
Verkennen
Nieuwsbericht lezen over de vlaggen die op de kop
opgehangen worden.
Klassikaal onderzoeksvragen opstellen.
Tijdschrift voor Lerarenopleiders 46 (1) 2025
63
3
Analyseren
Expertgroepen maken die zich in een van de
onderzoeksvragen gaan verdiepen.
Expertgroepen bestuderen door de leerkracht
geselecteerde bronnen.
Samenvatten op de kennismuur en aanscherpen
netwerkkaart.
4
Analyseren
Expertgroepen zoeken in duo’s nog een goede bron en
bestuderen deze.
Samenvatten op de kennismuur en aanscherpen
netwerkkaart.
5
Analyseren
Expertgroepen interviewen een belanghebbende
(eventueel videobellend).
Samenvatten op de kennismuur en aanscherpen
netwerkkaart.
6
Analyseren
Expertgroepen bedenken een oplossing voor de twee
vraagstukken.
Uitleg argument door leerkracht.
Expertgroepen stellen argumenten op met hulp van een
werkblad.
7
Beslissen
Beslisgroepen maken (uit iedere expertgroep iemand).
Discussiëren: Iedere beslisgroep komt tot een optimale
oplossing voor de vraagstukken.
8
Nabespreken
Beslisgroepen presenteren kort hun oplossingen met
argumentatie hiervoor.
Kringgesprek: Wil de groep hier nog iets mee doen?
Reflectie op de discussie, kennis en houdingen met de
kennismuur en netwerkkaart.
Kader 1. Bèta Burgerschap: Project over stikstof
Bèta Burgerschap in de lerarenopleiding
In de lerarenopleiding van Saxion is Bèta Burgerschap één van de aanpakken
voor burgerschapsonderwijs waarmee de student in aanraking komt. Dit is in lijn
met het beroepsbeeld van de opleiding. Hierin wordt het leraarschap
beschreven als enerzijds een persoonlijke aangevoelde drijfveer en anderzijds
als het dienen van een groter belang, de vorming van de nieuwe generatie (Van
der Zee, z.j.). De school wordt beschreven als “een plek die tot doel heeft
oriëntaties en bestemmingen mogelijk te maken door kinderen in te leiden in de
Tijdschrift voor Lerarenopleiders 46 (1) 2025
64
worthwhile things’ van onze opgebouwde cultuur en zo bij te dragen aan het op
volwassen wijze in de wereld te kunnen zijn” (p. 10). In het beroepsbeeld wordt
benadrukt dat het inleiden gebeurt op open wijze, “omwille van het
voortbestaan en de vernieuwing van de democratie” (p. 10). Het groepsgewijs
probleem oplossen sluit aan op het op ‘open wijze’ inleiden in de wereld; de
didactiek stimuleert het zelf denken en open mindedness terwijl het bijvoorbeeld
kritiek niet verbiedt. Naast Bèta Burgerschap worden ook andere aanpakken
voor burgerschapsonderwijs aangeboden, waaronder aanpakken met
betrekking tot maatschappelijke betrokkenheid. Enerzijds omdat het handelen
van de leraar altijd betwist en bevraagd kan worden; er is nooit één goede
manier van doen. Anderzijds omdat deze lerarenopleiding ook op dit niveau
autonomie wil stimuleren. De lerarenopleiding van Saxion wil dat toekomstige
leraren zelf moeten kunnen denken en besluiten welke aanpak bij hun school,
hun persoonlijke visie en hun populatie past op dat moment.
De cursus waarin Bèta Burgerschap wordt aangeboden aan leraren in opleiding
is ontwikkeld in het onderzoeksproject European Assembly for a Sustainable
Europe (EASE), waarin Saxion samenwerkt met de Hogeschool Rotterdam.
Tijdens de lessen worden de didactische principes van Bèta Burgerschap
behandeld en gaat het over vraagstukken uit de European Green Deal. Studenten
(her)ontwerpen lessen en proberen deze uit in hun stageschool. De cursus is
nog gaande en zal nog worden geëvalueerd. Dit project is een vervolg op het
project “Samen werken aan Bèta Burgerschap” (2015-2019), waarin onder
andere een professionaliseringstraject werd ontwikkeld. Een krachtig onderdeel
van dit professionaliseringstraject was de video-coaching gericht op het stellen
van vragen aan leerlingen (Guérin et al., 2021). Voor veel van de deelnemende
leraren bleef het zelf ontwerpen van lessen volgens de bèta burgerschapaanpak
een uitdaging.
Onderwijs in Sociaal Ondernemerschap
Rationale
Leerlingen toerusten voor het deel uitmaken van en bij kunnen dragen aan de
pluriforme, democratische Nederlandse samenleving is een van de
doelstellingen van burgerschapsonderwijs (Inspectie van het Onderwijs, 2022).
Een manier om dergelijk onderwijs vanuit een hoopgevend perspectief vorm te
geven is Onderwijs in Sociaal Ondernemerschap. Onderwijs in Sociaal
Ondernemerschap is gericht op het ontwikkelen van competenties die je in staat
stellen een positieve impact te realiseren ten aanzien van maatschappelijke
Tijdschrift voor Lerarenopleiders 46 (1) 2025
65
vraagstukken. OiSO is gepositioneerd op het snijvlak van Leren voor Duurzame
Ontwikkeling en ondernemerschapsonderwijs (Lindner, 2018). Deze
positionering is gevisualiseerd in Figuur 2.
Figuur 2. Positionering van Onderwijs in Sociaal Ondernemerschap
OiSO kent een pedagogische, maatschappelijke en handelingsgerichte dimensie.
Het draait om het ontwikkelen van een gevoeligheid voor de behoeften van
jezelf, de ander en de wereld en het ontwikkelen van compassie, empathie en
zorgzaamheid, om je vervolgens te verbinden aan een maatschappelijke
uitdaging met de bedoeling bij te dragen aan een verandering ten goede. Samen
met anderen onderzoek je de uitdaging, de verandering die je graag zou zien en
de kansen die je hebt om bij te dragen aan die verandering, genereer je ideeën
en ontplooi je initiatieven waarmee je toegevoegde waarde creëert. Tijdens het
hele proces wordt vooruit- en teruggeblikt (Van der Wal-Maris, 2019). De
verschillende componenten van het leren sociaal te ondernemen worden
gevisualiseerd in Figuur 3.
Figuur 3. Componenten van Onderwijs in Sociaal Ondernemerschap (Van der Wal-Maris, 2019)
Binnen OiSO richt de pedagogische dimensie zich op het subject zijn. Leerlingen
ontdekken hun eigen drijfveren en passies en ontwikkelen hun eigen waarden.
Tijdschrift voor Lerarenopleiders 46 (1) 2025
66
Ze worden uitgedaagd na te denken over wat ze zien als een goede balans
tussen wat wenselijk is voor zichzelf, de ander en de wereld (Biesta, 2018). Er is
veel aandacht voor het samen perspectief ontdekken en het ontwikkelen van
shared agency (De Winter, 2024).
Binnen de maatschappelijke dimensie ligt het accent op het omzetten van
maatschappelijke betrokkenheid in maatschappelijk handelen door je sociaal
ondernemend op te stellen. Het is direct verbonden met de echte wereld en met
uitdagingen op het gebied van duurzame ontwikkeling. De uitdagingen kunnen
groot en klein zijn, dichtbij en ver weg. Denk bijvoorbeeld aan plastic soep,
klimaatverandering, de leefbaarheid in de eigen wijk en vooroordelen. Al deze
aspecten komen terug in de door de Verenigde Naties geformuleerde duurzame
ontwikkelingsdoelen (zie Figuur 4).
Figuur 4. Duurzame ontwikkelingsdoelstellingen. Bron: SDG Nederland
Bij het leren sociaal te ondernemen is het belangrijk kennis te verwerven van de
complexe uitdagingen waar we in onze samenleving voor staan, na te denken
over verantwoordelijkheden en over wat beter kan, en te leren zelf bij te dragen
aan veranderingen ten goede. Ideeën en initiatieven vanuit de leerlingen zelf zijn
hierbij leidend. Een voorbeeld is het initiatief van groep 7 leerlingen om de
leefbaarheid in de eigen wijk te vergroten door het organiseren van een
buurtfeest. Uitdagingen waar leerlingen mee aan de slag gaan zijn onder meer
afhankelijk van de leeftijd, de eigen interesses en context.
Tijdschrift voor Lerarenopleiders 46 (1) 2025
67
OiSO in het basisonderwijs
Door al op jonge leeftijd leerlingen te laten ervaren dat ze in staat zijn een
bijdrage te leveren aan een maatschappelijke verandering ten goede, zijn ze
later in hun leven eerder geneigd om in termen van mogelijkheden te denken
(vgl. Van de Wetering et al., 2022). Een krachtige leeromgeving voor het leren
sociaal te ondernemen in het basisonderwijs toont de volgende kenmerken. Er
heerst schoolbreed een cultuur van compassie, empathie, zorgzaamheid en
ondernemerschap. Er wordt vakoverstijgend onderwijs aangeboden,
bijvoorbeeld in de vorm van projectonderwijs. Onderwijsinhouden uit oriëntatie
op jezelf en de wereld, maar ook uit rekenen en wiskunde, Nederlands en
kunstzinnige oriëntatie kunnen betekenisvol in OiSO ingebed worden. Willen we
dat leerlingen ondernemend worden, dan moeten ze de kans krijgen zich
ondernemend op te stellen. De leraar neemt met name een faciliterende en
begeleidende rol op zich en organiseert tijdens het leerproces feedback. In OiSO
zijn het ontmoeten van anderenbinnen en buiten de school, dialoog en
aandacht voor tegenstrijdige behoeften en opvattingen belangrijk. Leerlingen
worden uitgedaagd tot perspectiefwisseling. Het ontwikkelen van sociaal
ondernemerschapscompetenties is gebaat bij een leren-door-doen aanpak.
Korte cycli van actie-feedback-reflectie ondersteunen het leerproces (Van der
Wal-Maris et al., 2021).
Bij het leren sociaal te ondernemen ontwikkelen leerlingen tal van competenties
die passend zijn bij burgerschapsonderwijs: compassie, empathie en
zorgzaamheid, duurzaam denken, samenwerken en communiceren, leiderschap,
ondernemen, kritisch en systemisch denken en waarderen, creativiteit, en leren
en reflecteren (Van der Wal-Maris et al., 2021; Van Voorthuijsen et al., in
voorbereiding). In Kader 2 is een beschrijving van een voorbeeld van OiSO
opgenomen; een project dat Nynke Vervoorn in haar derde opleidingsjaar aan
de Marnix Academie heeft uitgevoerd met haar stageklas.
Verschillende bewoners van Vleuten ontvingen een zakje met zaadjes in de
brievenbus met daarbij een dringende boodschap van groep 6 van de
Torenpleinschool: “Plant meer groen, help de aarde”. Dit is één van de acties
die de leerlingen hebben bedacht tijdens een project gericht op sociaal
ondernemen. Ze zijn hiertoe aangezet door ‘AfValerie en KliMathilde in het
wild’ die middels een educatieve vlog, opgenomen in de directe omgeving van
de school, de kinderen van groep 3 en 6 om hulp vroegen. Groep 6 beet zich
helemaal vast in het thema klimaatverandering.
Tijdschrift voor Lerarenopleiders 46 (1) 2025
68
Nynke heeft met haar project bewust ingezet op het stimuleren van ‘place
attachment’, verbondenheid met een plek, in de hoop dat de leerlingen vanuit
eigen waarden en gevoel actie willen ondernemen om zorg te dragen voor
hun eigen omgeving. En dat heeft gewerkt. De leerlingen weten van geen
ophouden. Naast de zakjes met zaadjes, die leerlingen vanaf nu minimaal
twee keer per jaar willen rondbrengen, zetten de leerlingen ook in op een
groen schooldak. Een delegatie uit de klas ging hiervoor in gesprek met de
directrice. Toen dat niet mogelijk bleek, hebben ze hun zinnen gezet op
schoolmoestuintjes. Er wordt een verzoek ingediend bij de gemeente en er is
een handtekeningenactie op touw gezet om dit verzoek kracht bij te zetten.
Intussen kan iedereen alvast potentiële locaties voor de moestuintjes
deponeren in een ideeënbox.
Kader 2. Onderwijs in Sociaal Ondernemerschap: Plant meer groen, help de aarde
OiSO in de lerarenopleiding
Om OiSO in het basisonderwijs te realiseren moeten leraren-in-opleiding een
kritisch inzicht ontwikkelen in zowel de kenmerken van sociaal
ondernemerschap als in de pedagogische-didactische benadering binnen OiSO
(vgl. Vare et al., 2019) en de benodigde competenties ontwikkelen. Een
kwalitatief onderzoek onder derdejaarsstudenten die projecten gericht op
sociaal ondernemerschap hadden uitgevoerd, resulteerde in een onderscheid in
benodigde competenties: generieke lerarencompetenties, eigen sociaal
ondernemerschapscompetenties en competenties om OiSO te verzorgen (Van
der Wal-Maris et al., geaccepteerd). Het ontwikkelen van de benodigde
leraarcompetenties wordt ondersteund door een combinatie van een actieve,
collaboratieve, probleemgebaseerde en ervaringsgerichte didactiek (Mindt &
Rieckmann, 2017). Daarnaast geven studenten in onderzoek van Van der Wal-
Maris en collega’s (geaccepteerd) aan dat het belangrijk is herhaaldelijk te
modelleren en een student-/leerlinggestuurde benadering expliciet te maken.
Opdrachten gericht op het ontwerpen en uitvoeren van OiSO en hierop
reflecteren worden ook als zeer waardevol gezien.
In een doorgaande leerlijn worden studenten begeleid in hun ontwikkeling tot
sociale en zelfbewuste wereldburgers die hun maatschappelijke
verantwoordelijkheid voelen en nemen. Deze leerlijn sluit aan bij de
burgerschapscompetenties gericht op het actief kunnen deelnemen aan de
samenleving én bij de door de Marnix Academie geformuleerde
bekwaamheidseisen gericht op het expliciteren van persoonlijke waarden en
Tijdschrift voor Lerarenopleiders 46 (1) 2025
69
overtuigingen die de professionele identiteit kleuren. Leidend principe in deze
leerlijn is het concept ‘sociaal ondernemerschap’. De student ontwikkelt zijn
authentieke professionele identiteit van ‘het zelf ervaren’, via ‘het zelf sociaal
ondernemen’, naar het ‘met kinderen sociaal ondernemen’. In twee
projectweken per studiejaar, in reguliere programma’s en in OiSO
leerarrangementen worden de duurzame ontwikkelingsdoelen en het sociaal
ondernemen centraal gesteld. Studenten doen zelf ervaringen op, onder andere
middels vrijwilligerswerk in de stad en de inzet van creativiteit en technologie
voor het bijdragen aan het verkleinen van complexe duurzaamheidsuitdagingen.
In het derde opleidingsjaar gaan studenten OiSO ontwerpen en uitvoeren in hun
stagescholen. Aan het einde van de opleiding hebben studenten zich
georiënteerd op hun betrokkenheid bij de samenleving, geëxperimenteerd met
innoverende technieken om veranderingen te bewerkstelligen in de wereld om
hen heen, ervaring opgedaan in het samen met kinderen sociaal ondernemen
en een eigen visie ontwikkeld op het geven van burgerschapsonderwijs.
Beschouwing
Uit de bovenstaande beschrijvingen valt op te maken dat er behoorlijk wat
overeenkomsten zijn tussen Onderwijs in Sociaal Ondernemerschap en Bèta
Burgerschap. De grootste overeenkomst is dat beide zich richten op
maatschappelijke betrokkenheid en maatschappelijke vraagstukken. Omdat juist
de verschillen tussen de twee aanpakken inzicht bieden in de keuzes die je als
school of lerarenopleiding zou kunnen maken, gaan we in deze beschouwing op
zoek naar die verschillen, zonder daarbij de nuance uit het oog te verliezen. Zie
Tabel 1 voor een overzicht van de verschillende accenten die de twee aanpakken
voor burgerschapsonderwijs leggen. Het zicht op deze verschillen is het resultaat
van de dialoog die de auteurs van dit artikel met elkaar zijn aangegaan over de
keuzes onderliggend aan deze aanpakken en de keuzes die de lerarenopleiding
basisonderwijs van Saxion en de Marnix Academie maken. In wat volgt geven we
een inkijkje in deze dialoog.
Accent op/in
Bèta Burgerschap
Tijdschrift voor Lerarenopleiders 46 (1) 2025
70
aangepast burgerschap of
kritisch burgerschap
kritisch burgerschap
waarden- en attitude
ontwikkeling of
kennisontwikkeling
kennis
pedagogisch fundament
autonomie
leren actie ondernemen
(handelingsgerichte
betrokkenheid) of leren
nadenken en beslissen
(cognitieve betrokkenheid)
cognitieve
betrokkenheid
eigen wereld en
handelingsmogelijkheden of
wijde wereld en complexiteit
wijde wereld en
complexiteit
positionering binnen de
opleiding
als één van de
aanpakken
Tabel 1. Schematische vergelijking van accentverschillen tussen Bèta Burgerschap en Onderwijs in Sociaal
Ondernemerschap
Dialoog
Symen van der Zee en Lida Klaver (Saxion, Bèta Burgerschap, BB) in gesprek met
Stella van der Wal-Maris en Marijke Voorthuijsen (Marnix Academie, Onderwijs in
Sociaal Ondernemerschap, OiSO)
BB: In Bèta Burgerschap is het zelf leren denken en het recht op een open
toekomst belangrijk. Attitudevorming, zoals we traditioneel zien bij leren
voor duurzame ontwikkeling, is een hellend vlak. Leerlingen moeten
daarbij bijvoorbeeld positief staan tegenover recycling. Maar we moeten
de maatschappij niet al invullen voor de toekomstige generatie. Bij Bèta
Burgerschap leren leerlingen nadenken over hun verantwoordelijkheden
en samen beslissen wat de meest optimale oplossing is voor een
vraagstuk. Dit doen we vanwege het belang van autonomie en
autonomiebevordering. Hoe zit dat bij Onderwijs in Sociaal
Ondernemerschap?
OiSO: OiSO richt zich ook op het zelf leren denken. Binnen OiSO is
autonomie en het zelf leren nadenken gericht op het ontdekken wie je
bent, wie je wilt zijn en hoe je je verhoudt en wil verhouden tot de ander
en de wereld, subjectwording. In het verlengde hiervan richt OiSO zich in
tegenstelling tot Bèta Burgerschap ook op het ontwikkelen van
compassie, empathie en zorgzaamheid en op het nadenken over hoe je
Tijdschrift voor Lerarenopleiders 46 (1) 2025
71
zelf bij kunt en wilt dragen aan veranderingen ten goede. Wij vinden het
belangrijk om leerlingen een hoopgevend en handelingsgericht
perspectief te bieden; zij kunnen actief ondernemend mee vormgeven
aan een wereld zoals zij die graag zien. Initiatieven hiertoe komen altijd
vanuit de kinderen en zij bepalen zelf hoe ze willen handelen. Wat is de
rol van actie bij Bèta Burgerschap?
BB: Bij Bèta Burgerschap is actie geen onderdeel van het onderwijsproces,
behalve als het vanuit de leerlingen geïnitieerd wordt. Bèta Burgerschap
is een meer cognitieve benadering waarbij kinderen leren kritisch denken
over een maatschappelijk-technologisch vraagstuk. Dit resulteerde
inderdaad soms in een gevoel van machteloosheid bij leerlingen (zie
Guérin et al., 2021). Deze bevindingen doen ons wel nadenken over de
beperkte rol van actie in Bèta Burgerschap. Er zou meer aandacht kunnen
zijn voor het leren over, door en van actie (zie ook de discussie van de
effectstudie, Klaver et al., 2024). Bij zo'n actiegerichte benadering is het
belangrijk de complexiteit van de vraagstukken niet uit het oog te
verliezen. Daarbij moeten kinderen niet het gevoel krijgen dat zij
persoonlijk verantwoordelijk zijn voor het oplossen van deze
vraagstukken.
OiSO: Wij vinden zeker ook niet dat kinderen verantwoordelijk zijn voor
het oplossen van de uitdagingen waar we voor staan, maar focussen wel
op welke verantwoordelijkheid de kinderen zelf kunnen pakken.
Misschien kunnen we het verschil tussen beide aanpakken vangen door
te spreken over een focus op cognitieve betrokkenheid binnen Bèta
Burgerschap en een handelingsgerichte betrokkenheid binnen OiSO. In
Bèta Burgerschap gaat het om een zo optimaal mogelijke oplossing voor
het vraagstuk, terwijl we bij OiSO kijken naar wat kinderen zelf kunnen en
willen bijdragen aan het realiseren van een meer rechtvaardige,
vreedzame en duurzame wereld. Ook in de lerarenopleiding zien wij een
verschil tussen de aanpak van Saxion en de Marnix Academie. Aspecten
van burgerschap komen op verschillende manieren en in verschillende
programma’s aan bod op onze (Unesco) hogeschool, maar sociaal
ondernemerschap is in de hele opleiding verweven. Deze keuze sluit aan
bij de missie van de hogeschool: “We zijn als hogeschool een open
leergemeenschap voor en door bekwame, betrokken en bevlogen
onderwijsprofessionals met moed. Zo bouwen we samen aan een
Tijdschrift voor Lerarenopleiders 46 (1) 2025
72
rechtvaardige en duurzame samenleving”. Bij het samen bouwen neemt
de academie de Global Goals als uitgangspunt en de missie vertaalt zich
ook in thema’s als inclusie, kinderrechteneducatie en kritisch
burgerschap. Bij Saxion maken jullie op basis van jullie beroepsbeeld een
andere keus.
BB: Het klopt inderdaad dat de lerarenopleiding van Saxion ervoor kiest
om niet één aanpak te integreren in de hele lerarenopleiding, maar focust
op het leren nadenken over en oefenen met verschillende aanpakken.
Het gaat dus vooral om het kritisch leren nadenken over de eigen
opvattingen over burgerschapsonderwijs. Bèta Burgerschap komt in één
module aan bod. In andere modules komen studenten weer met andere
aanpakken en visies in aanraking. Daarbij is de rode draad dat studenten
zelf gefundeerde keuzes leren maken.
Conclusie
Scholen en lerarenopleidingen kunnen (binnen de kaders van de wet) richting
geven aan burgerschapsonderwijs. Dit betekent dat er keuzes gemaakt moeten
worden. Burgerschapsonderwijs kan namelijk op allerlei manieren vorm krijgen,
gerelateerd aan een onderliggende pedagogische visie en visie op de
maatschappij. In dit artikel hebben we de aanpakken Bèta Burgerschap en OiSO
beschreven. Deze beschrijvingen laten zien dat deze aanpakken op bepaalde
punten overeenkomen. Bij beide draait het om maatschappelijke vraagstukken
en maatschappelijke betrokkenheid. Beide zijn leerlinggerichte aanpakken die
van de leraar vragen om te gaan met openheid in het leerproces. Tegelijkertijd
laten de beschrijvingen en de dialoog zien dat de aanpakken ook op enkele
fundamentele kenmerken verschillen van elkaar. Het gaat dan bijvoorbeeld om
de pedagogische visie, het wel of niet inleiden in bepaalde waarden en de focus
op cognitieve of handelingsgerichte betrokkenheid. Ook in de
lerarenopleidingen zien we dat verschillende keuzes worden gemaakt op basis
van het beroepsbeeld.
Het opzoeken van de dialoog en het verkennen van overeenkomsten en
verschillen tussen de twee aanpakken was voor ons als onderzoekers en
lerarenopleiders een waardevolle exercitie. We willen het artikel dan ook
besluiten met de aanbeveling zelf de dialoog op te zoeken. Wij zijn de dialoog
aangegaan over twee aanpakken voor het vergroten van maatschappelijke
betrokkenheid. De dialoog aangaan is natuurlijk ook waardevol over aanpakken
Tijdschrift voor Lerarenopleiders 46 (1) 2025
73
gericht op andere aspecten van burgerschapsonderwijs. Door de dialoog word je
je meer bewust van de rationale en onderliggende keuzes. Bij aanpakken die
vergelijkbare doelen lijken te hebben, zorgt de dialoog voor het expliciteren van
nuanceverschillen. Dit helpt bij het kiezen van een aanpak voor
burgerschapsonderwijs die past bij je eigen (school)visie op
burgerschapsonderwijs.
Auteurs
Dr. Lida Klaver is onderzoeker bij het Lectoraat Vernieuwend Onderwijs van
Saxion, waar zij onder andere onderzoek doet naar de aanpak Bèta Burgerschap
en opvattingen over burgerschapsonderwijs. Haar promotieonderzoek ging over
de betrokkenheid van leerlingen bij maatschappelijk-technologische
vraagstukken.
l.t.klaver@saxion.nl
Dr. Stella van der Wal-Maris is lector Onderwijs & Sociaal Ondernemerschap
van de Marnix Academie. Zij onderzoekt in nationaal en internationaal verband
met haar lectoraat hoe vanuit een hoopgevend en handelingsgericht perspectief
maatschappelijke betrokkenheid van leerlingen gestimuleerd kan worden.
s.vdwal@hsmarnix.nl
Dr. Symen van der Zee is lector Vernieuwend Onderwijs aan Saxion University
of Applied Sciences. Momenteel verricht hij samen met zijn buitengewoon
talentvolle kenniskring onderzoek naar de vernieuwingsscholen en
vernieuwende onderwijsthema’s, zoals teamgericht onderwijs,
burgerschapsvorming, student voice en onderwijstechnologie.
s.vanderzee@saxion.nl
Drs. Marijke van Voorthuijsen is opleidingsdocent en docentonderzoeker
verbonden aan het lectoraat Onderwijs & Sociaal Ondernemerschap van de
Marnix Academie. Zij heeft affiniteit met praktijkonderzoek en als pedagoog wil
zij leerlingen een hoopgevend perspectief bieden.
m.vanvoorthuijsen@hsmarnix.nl
Referenties
Tijdschrift voor Lerarenopleiders 46 (1) 2025
74
Biesta, G. (2018). Tijd voor pedagogiek: Over de pedagogische paragraaf in
onderwijs, opleiding en vorming. Inaugurale rede. Universiteit voor Humanistiek
Utrecht.
Claes, E. (2023). Het burgerschapscurriculum in Vlaanderen. Dimensies, 7, 1632.
https://dimensies.nu/het-burgerschapscurriculum-in-vlaanderen-nr-7-nov-2023/
De Brouwer, J., Klaver, L., & Van der Zee, S. (2022). Montessori en
burgerschapsonderwijs: Balanceren tussen toerusten en ruimte geven. Saxion.
https://montessori.nl/professionals/wp-content/uploads/sites/2/2024/07/C15-
Montessori-en-burgerschapsonderwijs-2022.pdf
De Brouwer, J., Klaver, L., & Van der Zee, S. (2023). Montessori’s perspective on
citizenship education: A view from the Netherlands. Journal of Montessori
Research, 9(2), Artikel 2. https://doi.org/10.17161/jomr.v9i2.19418
De Winter, M. (2024). Medemenselijk opvoeden. Samenlevingspedagogiek voor een
hoopvolle en daadkrachtige generatie. Uitgeverij SWP.
Guérin, L. J. F. (2018). Group problem solving as citizenship education: Mainstream
idea of participation revisited. Saxion Progressive Education University Press.
https://research.rug.nl/en/publications/group-problem-solving-as-citizenship-
education-mainstream-idea-of
Guérin, L. J. F. (2020). Position paper Bèta Burgerschap. Handelingsperspectieven
voor de toekomst. TechYourFuture. https://www.techyourfuture.nl/wp-
content/uploads/2023/06/TechYourFuture_Position_paper_Beta_Burgerschap_jul
i2020.pdf
Guérin, L. J. F., Klaver, L., Walma van der Molen, J., & Sins, P. (2021).
Onderzoeksrapport Samen werken aan Bèta Burgerschap. TechYourFuture.
https://www.techyourfuture.nl/wp-
content/uploads/2023/04/Onderzoeksrapport-Samen-werken-aan-Beta-
Burgerschap.pdf
Ideland, M., & Malmberg, C. (2015). Governing ‘eco-certified children’ through
pastoral power: Critical perspectives on education for sustainable development.
Environmental Education Research, 21(2), 173182.
https://doi.org/10.1080/13504622.2013.879696
Inspectie van het Onderwijs. (2022). Peil.Burgerschap einde basisonderwijs 2019-
2020.
Tijdschrift voor Lerarenopleiders 46 (1) 2025
75
https://www.onderwijsinspectie.nl/documenten/themarapporten/2022/03/09/pe
il.burgerschap-einde-basisonderwijs-2019-2020
Klaver, L. T., Guérin, L. J. F., Sins, P. H. M., & Walma van der Molen, J. H. (2024).
Effects of socioscientific issues-based teaching on attitudes: Students’ resources
as moderator. The Journal of Educational Research, 117(4), 169-184.
https://doi.org/10.1080/00220671.2024.2362159
Lindner, J. (2018). Entrepreneurship education for a sustainable future. Discourse
and Communication for Sustainable Education, 9(1), 115-127.
https://doi.org/10.2478/dcse-2018-0009
Mindt, L. & Rieckmann, M. (2017). Developing competencies for sustainability-
driven entrepreneurship in higher education: A literature review of teaching and
learning methods. Teoría de la Educación: Revista Interuniversitaria, 29, 129159.
https://doi.org/10.14201/teri.16702
Sant, E. (2019). Democratic education: A theoretical review (20062017). Review
of Educational Research, 89(5), 655696.
https://doi.org/10.3102/0034654319862493
SLO. (2024). Conceptkerndoelen leergebied burgerschap + toelichtingsdocument.
https://www.slo.nl/publicaties/@23473/conceptkerndoelen-leergebied-
burgerschap/
Tolkamp, J., Guérin, L., & Klaver, L. (2019). Bèta en technologie in
burgerschapsonderwijs. TechYourFuture. https://www.techyourfuture.nl/wp-
content/uploads/2023/04/Praktijkboek-Beta-Burgerschap.pdf
Van der Wal-Maris, S. J. (2019). In verbinding: Onderwijs met het oog op de
toekomst. (Lectorale rede). Marnix Academie.
Van der Wal-Maris, S. J., Koene, J., & Mout, F. (geaccepteerd). Education for
Sustainable Development shaped as Social Entrepreneurship Education An
exploratory case study of teacher competences and learning environment
characteristics in primary teacher education. Discourse and Communication for
Sustainable Education.
Van der Wal-Maris, S. J., Van Voorthuijsen, M., Rigg, E., & Van Oortmerssen, M.
(2021). Leren sociaal te ondernemen in het basisonderwijs - theoretische verkenning.
Interne publicatie, Marnix Academie.
Van der Zee, S. (z.j.). De kern van het leraarschap. Interne publicatie, Academie
Pedagogiek en Onderwijs Saxion.
Tijdschrift voor Lerarenopleiders 46 (1) 2025
76
Van de Wetering, J., Leijten, P., Spitzer, J., & Thomaes, S. (2022). Does
environmental education benefit environmental outcomes in children. Journal of
Environmental Psychology, 81, 101782,
https://doi.org/10.1016/j.jenvp.2022.101782.
Van Voorthuijsen, M., Kuijpers, E., & Van der Wal-Maris, S. J. (in voorbereiding).
Leren sociaal te ondernemen op De Buitenburcht een onderzoeksverslag. Marnix
Innovatie Centrum.
Vare, P., Arro, G., De Hamer, A., Del Gobbo, G., De Vries, G., Farioli, F., Kadji-
Beltran, C., Kangur, M., Mayer, M., Milliocan, R., Nijdam, C., Réti, M., & Zachariou,
A. (2019). Devising a competence-based training program for educators of
sustainable development: Lessons learned. Sustainability, 11(7),
1890, https://doi.org/10.3390/su11071890
ResearchGate has not been able to resolve any citations for this publication.
Article
Full-text available
The purpose of this study is to synthesize Montessori’s writings on citizenship education to support the implementation of a Montessorian view. This synthesis demonstrates that Montessori was of the explicit conviction that a better world can be achieved through citizenship education, as it strives for a peaceful and harmonious society. We approach this topic through the Dutch context. Although schools in the Netherlands are required by law to promote active citizenship and social cohesion, this law does not stipulate which of the many different views on citizenship education schools must adhere to. Schools have the liberty to devise their own citizenship curricula if they can substantiate their views and choices. For Montessori schools, this requires insight into Montessori’s view on citizenship education. Although Montessori’s views are still largely appropriate in our time, an ongoing dialogue about citizenship education is required, as Montessori lived and worked in a specific geopolitical context. Based on our analysis, we have identified seven themes that characterize Montessori’s view on citizenship education: one common citizenship goal; preparation for independent thinking and action; image of the future citizen; adapted and critical citizens; humanity for harmony; knowledge as prerequisite, personality development as goal; and an ever-expanding worldview. The results of this study provide valuable insights for designing and teaching citizenship education through a Montessorian lens.
Book
Full-text available
In de publicatie “Montessori en burgerschapsonderwijs: balanceren tussen toerusten en ruimte geven” worden verschillende opvattingen over hedendaags burgerschapsonderwijs en de opvattingen van Maria Montessori besproken. Daarnaast worden Montessori’s inzichten verbonden met hedendaagse opvattingen. Uiteindelijk mondt het stuk uit in concrete ontwerpprincipes om als school zelf vorm te geven aan montessoriaans burgerschapsonderwijs.
Article
Full-text available
Young people can be agents of sustainable change. To this end, environmental education programs aim to promote their environmental knowledge, attitudes, intentions, and behaviors. We synthesized five decades of research into the effectiveness of environmental education for children and adolescents. We searched PsycINFO, ERIC, and Scopus and identified 169 studies (512 effect sizes; 176,007 participants) conducted in 43 countries, across 6 continents. Environmental education significantly improved environmental knowledge (g = 0.953), attitudes (g = 0.384), intentions (g = 0.256), and—mostly self-reported—behavior (g = 0.410). Heterogeneity in effect sizes was substantial; none of the tested moderators (including participant age, educational approach, and study design) accounted for this variance. Our findings demonstrate the potential for environmental education to improve students’ environmental knowledge, attitudes, intentions, and behavior. They also reveal methodological challenges for the field. Future research priorities include identifying effective environmental education components and approaches.
Article
Full-text available
This theoretical review examines how democratic education is conceptualized within educational scholarship. Three hundred and seventy-seven articles published in English language peer-reviewed journals between 2006 and 2017 are discursively analyzed. Democratic education functions as a privileged nodal point of different political discourses. Two discourses against (elitist and neoliberal) and six discourses pro democratic education (liberal, deliberative, multiculturalist, participatory, critical, and agonistic) construct its meaning. It is argued that the different versions of democratic education respond to various (a) ontological and epistemological assumptions, (b) normative approaches to democracy, and (c) conceptions of the relationship between education and politics. For educational policy, the review provides a critique of elitist and neoliberal policies and support for participatory decision making across discourses. Recommendations for educational practice are made by identifying pedagogies across democratic education scholarship as well as specific pedagogies for each discourse.
Article
Full-text available
Over recent decades, education policy has been preoccupied with economic growth while paying insufficient heed to global sustainability challenges. International initiatives to promote education for sustainable development (ESD) have been hampered by a lack of clarity on how to implement this form of education. To address this concern, a Rounder Sense of Purpose (RSP) began as a three-year EU-funded project that set out to develop a practical accreditation model for educators working on ESD. Expert and user opinion was sought through several rounds of structured consultation with over 500 people, chiefly using a Delphi approach, to develop and validate the model. The resulting framework comprises 12 competences, each with three learning outcomes and several underpinning components. This is supported by a range of activities largely reflecting a constructivist pedagogy. A range of assessment techniques have also been piloted within the project although this remains an area for further enquiry. Ultimately, it was decided not to design a single qualification template because defining the award to such a level of detail would make it more difficult to apply across multiple jurisdictions. Partners also felt that such an approach would atomize learning in a way that runs counter to the holistic principles of sustainability. RSP provided a rich learning experience for those involved and has already demonstrated its potential to extend its impact well beyond the original participants.
Article
Full-text available
Entrepreneurs keep our economy and society vibrant by implementing new ideas, which is why our society needs people with entrepreneurship competences. The development of our entrepreneurship competences does not begin with the start of our professional lives, but is initiated in earlier phases of our socialisation. Entrepreneurship education can trigger and support this process. A common goal of entrepreneurship education is to strengthen entrepreneurs with value orientation for a sustainable society. All entrepreneurs of the future are in school today, the nature of their value-oriented education and their willingness to participate is shaped by today’s learning. This article provides information about entrepreneurship education, with a focus on Entrepreneurial Challenge-Based Learning for a sustainable future. Entrepreneurial Challenge-Based Learning touches on the basic personal and social issues of responsibility and autonomy and is intended to foster a culture of solidarity in our society.
Article
Full-text available
This article analyses how ‘eco-certified children’ are constructed as desirable subjects in teaching materials addressing education for sustainable development. We are interested in how discourses structure this cherished practice and how this practice has become ‘natural’ and obvious for us. A discourse analysis is carried out by looking at the material through the lens of Foucault’s notion of pastoral power. The analysis departs from teaching material addressing issues on sustainable development: (1) textbooks for primary and secondary school; (2) games targeted at preschool and school children; and (3) children’s books about sustainable development. The results show that the discourse of education for sustainable development is characterized by scientific and mathematical objectivity and faith in technological development. It emphasizes the right of the individual and the obligation to make free, however ‘correct’, choices. In the teaching materials, the eco-certified child therefore emerges as knowing, conscious, rational, sacrificing and active. This child is constructed through knitting together personal guilt with global threats, detailed individual activities with rescuing the flock and the planet. In a concluding discussion, we discuss how ESD is framed in a neoliberal ideology. With the help of ESD, an economic discourse becomes dressed in an almost poetic language.
Article
The transformation of current economic systems towards sustainable development requires innovative sustainability-driven enterprises with competent owners, managers and staff members. These people should see sustainable development as of primary value and as an opportunity for strategic renewal of their enterprise as well as being important to society in general. Higher education for sustainability-driven entrepreneurship aims at developing the individual competencies which are required in this context. For creating learning settings in which these competencies can be developed, particular teaching-learning approaches and methods are needed. To date, there is no comprehensive literature review dealing with teaching-learning approaches and methods of higher education for sustainability-driven entrepreneurship. Against this backdrop, a systematic literature review has been carried out to examine the state of the art concerning teaching-learning approaches and methods for sustainability-driven entrepreneurship in higher education. The results form a basis for further structuring the debate on approaches and methods of teaching and learning related to higher education for sustainability-driven entrepreneurship and for identifying future research needs in this area.
Tijd voor pedagogiek: Over de pedagogische paragraaf in onderwijs, opleiding en vorming. Inaugurale rede
  • G Biesta
Biesta, G. (2018). Tijd voor pedagogiek: Over de pedagogische paragraaf in onderwijs, opleiding en vorming. Inaugurale rede. Universiteit voor Humanistiek Utrecht.
Medemenselijk opvoeden. Samenlevingspedagogiek voor een hoopvolle en daadkrachtige generatie
  • De Winter
De Winter, M. (2024). Medemenselijk opvoeden. Samenlevingspedagogiek voor een hoopvolle en daadkrachtige generatie. Uitgeverij SWP.