Content uploaded by Lex Van Teeffelen
Author content
All content in this area was uploaded by Lex Van Teeffelen on Jun 25, 2024
Content may be subject to copyright.
Titel
Inleiding
Tekst
200 40 60 80 100
MKB
Fysio
36
42
Kleinbedrijf Index
Fysiotherapie Q4 2023
3e editie, juni 2024
initiatief van Qredits
Fysio
2
Definition: ...
Samenvatting
Verder stijgende nettomarges: in praktijken
zonder medewerkers en dorpen hoogste
nettomarges
Deze derde Kleinbedrijf Index Fysiotherapie (kwartaal 4 2023)
beschrijft verschillen en overeenkomsten tussen praktijk-
eigenaren fysiotherapie en het overige midden- en kleinbedrijf
(mkb). Inzichten verkregen in kwartaal 4 2023 kunnen nu worden
vergeleken met die van kwartaal 2 2023 en kwartaal 4 2022.
De fysiotherapie zit volgens praktijkeigenaren in een stijgende
lijn. Dit blijkt uit de omzet van fysiotherapiepraktijken die licht
hoger is dan een jaar geleden. Hierbij valt op dat de omzet
door inkomsten uit zorgverzekeraarscontracten is gedaald
van 87% naar 82%. De nettomarge van praktijken is vergeleken
met een jaar geleden hoger. De nettomarge voor praktijken
die werken met de hoogste zorgcontracteisen is nagenoeg
hetzelfde als voor praktijken met lagere contracteisen.
De nettomarge van praktijken in woongebieden met een laag
aantal inwoners zoals een dorp met < 25.000 inwoners is hoger
dan van praktijken in grotere woongebieden (bijvoorbeeld:
stad > 100.000 inwoners). Ook is de nettomarge van praktijken
zonder personeel hoger dan praktijken met medewerkers.
In vergelijking met vorig jaar is er een toename te zien van 9%
in het aantal fysiotherapie ondernemers dat aangeeft voldoende
middelen te hebben om het bedrijf voort te zetten (continuïteits-
index van 74% naar 83%). Van de praktijken betaalt 82% de
rekeningen binnen 30 dagen. De verwachting dat men in de
nabije toekomst op tijd kan blijven betalen neemt licht toe.
Het percentage praktijken dat denkt te moeten stoppen is
met 3% laag.
3
Praktijkeigenaren zijn zeer positief over de door hen geleverde kwaliteit. De ervaren competitie
tussen praktijken en andere zorgaanbieders als gevolg van gereguleerde marktwerking wordt als
laag ervaren. Slechts 10% van de fysiotherapie organisaties ervaart een hoge competitie. De ervaren
competitie is netto gemiddeld wel met 13 punten toegenomen in kwartaal 4 2023.
Er zijn ook punten van zorg. Er zijn signalen dat de aandacht voor de bedrijfsvoering bij een groot
deel van de praktijken achter loopt. Zo kent 47% hun solvabiliteit niet. Het ondernemersvertrouwen
in de fysiotherapie blijft licht negatief. Daarbij komt dat nu drie opeenvolgende Kleinbedrijf
Indexen Fysiotherapie weergeven dat de innovatieverwachting en de bereidheid van praktijken
om te investeren erg laag is. Praktijken met personeel zijn iets positiever in hun innovatieverwachting
dan praktijken zonder personeel. Van de praktijkeigenaren geeft 50% aan last te hebben van hoge
energieprijzen (mkb 25%), 45% personeelstekorten (mkb 13%) en 23% ziekteverzuim (mkb 7%).
Ook dit kwartaal ervaren praktijkeigenaren bovengemiddeld stress. Overduidelijk is dat praktijk-
eigenaren met personeel meer stress ervaren en gemiddeld veel meer uren per week werken
dan eigenaren zonder personeel.
Van de fysiotherapie ondernemers is 34% negatief, en 28% positief gestemd over de haalbaarheid
van passende zorg (Integraal Zorg Akkoord). Het valt op dat 56% vindt dat het huidige dominante
model ‘betalen per verrichting’ het aanbieden van passende zorg mogelijk maakt. Van een alternatief
‘populatiebekostiging’ vindt momenteel 22% van de praktijken dat dit passende zorg mogelijk
maakt. Ten opzichte van beide bekostigingsmodellen neemt 38% van de praktijken een neutraal
standpunt in. De deelnemers benadrukken het belang van afgestemde omgangregels voor
eerstelijnszorg ondernemers en zorgfinanciers (59%) en financiële indicatoren om samen van
te leren (50%).
Titel
Inleiding
Tekst
200 40 60 80 100
MKB
Fysio
4
Definition: ...
5
Aanbevelingen
Voor het mogelijk maken van passende zorg lijkt populatiebekostiging vooralsnog geen alternatief
voor betalen per verrichting. Er is meer duidelijkheid nodig over de governance (omgangregels,
verantwoordelijkheid en zeggenschap) en de financiële implicaties van deze bekostigingsvorm.
De omzet buiten een zorgverzekeraarscontract om neemt significant toe. Dat biedt kansen
voor meer ondernemende initiatieven voor praktijkhouders. Wakker de ondernemersgeest
in de sector aan door het versterken van nieuwe kansrijke benaderingen van praktijkvoering.
Onderzoek waarom praktijkhouders zonder personeel, de grootste groep binnen de sector,
op een aantal punten binnen de index beter of gelijk presteren in vergelijking met praktijken
met personeel. Ditzelfde geldt voor praktijken in woongebieden met een laag aantal inwoners.
Mogelijk spelen invloeden als zorgcontracteisen, kwaliteitslabels, huisvestingskosten, het aantal
medewerkers en andere factoren hierin een rol. Deze materie is potentieel zeer interessant en
waardevol voor de positionering fysiotherapiepraktijken.
6
200 40 60 80 100
Definitie: De omzetindex meet
het percentage ondernemers
met een omzet boven 5000
euro p.m.
89
Omzet index
De omzetindex van kwartaal 4 2023 is
vergelijkbaar vorige gemeten kwartalen.
De omzet boven de 5000 euro per maand is in de fysiotherapie-
sector (90%) significant hoger dan in de andere sectoren (68%).
Er zijn daarmee significant grote verschillen tussen de fysio-
therapie sector en andere sectoren.
Van de praktijken heeft 34% in kwartaal 4 2023 een hoogste
contract bij een zorgverzekeraar. De omzet van fysiotherapeuten
komt in kwartaal 4 2023 hoofdzakelijk voort uit contracten met
zorgverzekeraars (82%). Dit is lager dan in kwartaal 2 2023
(84%) en kwartaal 4 2022 (87%).
Praktijken met personeel hebben een significant hogere omzet.
87
65
61
MKB Fysio
Q4 ‘22
Q4 ‘22
Q2 ‘23
Q2 ‘23
90
68
Q4 ‘23
Q4 ‘23
7
Definitie: Bij het ondernemers-
vertrouwen wordt gemeten of
men meer of minder omzet
verwacht in het volgende kwartaal.
Ondernemers-
vertrouwen
In vergelijking met vorige metingen
blijft in de fysiotherapie-sector het
ondernemersvertrouwen licht negatief.
Het ondernemersvertrouwen is voor praktijken
met en zonder personeel nagenoeg gelijk.
Deze score blijft significant lager dan de andere mkb-
sectoren waar overigens wel een daling zichtbaar is
van 10 naar 4.
8
10
2
1
MKB Fysio
Q4 ‘22
Q4 ‘22
Q2 ‘23
Q2 ‘23
-20-40 0 20 40
1
4
Q4 ‘23
Q4 ‘23
8
200 40 60
MKB Fysio
10080
Definitie: Hierbij wordt
gekeken naar hoeveel
procent van de ondernemers
tijdig hun rekeningen voldoen
(30 dagen).
Betalingsindex
Vergeleken met kwartaal 2 2023 blijft
de betalingsindex nagenoeg gelijk in
het vierde kwartaal 2023.
Ook dit kwartaal kunnen significant meer fysiotherapeuten
(82%) kunnen hun rekening op tijd betalen in vergelijking
met de andere mkb-sectoren (60%).
83
79
60
64
Q4 ‘22
Q4 ‘22
Q2 ‘23
Q2 ‘23
82
60
Q4 ‘23
Q4 ‘23
9
200 40 60 80 100
Definitie: De verwachte netto
toename van tijdige betalingen
in het volgende kwartaal.
Betalingsverwachting
De gemiddelde betalingsverwachting
onder praktijkeigenaren is iets toegenomen
van 0 naar 2.
De meeste fysiotherapie ondernemers waren ook dit kwartaal
in staat hun rekeningen te betalen (zie betalingsindex).
Voor het komende kwartaal verwachten de meeste
fysiotherapiepraktijken eenzelfde beeld (86%).
Ondernemers uit andere mkb-sectoren (15) zijn positiever
in hun verwachting in het volgende kwartaal in vergelijking
tot de fysiotherapie-sector (2).
0
8
14
12
15
2
MKB Fysio
Q4 ‘22
Q4 ‘22
Q2 ‘23
Q4 ‘23
Q2 ‘23
Q4 ‘23
10
Definitie: Is er sprake van
een stijging of een daling
van de werkgelegenheid.
Werkgelegenheids-
toename
Na een duidelijke toename in kwartaal
2 2023, geven praktijkeigenaren in
kwartaal 4 2023 aan dat er verdere
lichte stijging is in medewerkers die
in dienst zijn gekomen.
Er zijn hierin geen verschillen tussen praktijken met of zonder
personeel of tussen praktijken in bijvoorbeeld een dorp of
grote stad.
Er zijn geen significante verschillen meer tussen de
fysiotherapie-sector en andere mkb-sectoren wat betreft
de werkgelegenheid.
4
6
1
2
1
-20-40 020 40
MKB Fysio
Q4 ‘22
Q4 ‘22
Q2 ‘23
Q4 ‘23
Q2 ‘23
Q4 ‘23
7
11
Definitie: Hierbij wordt
gekeken naar hoeveel
procent van de ondernemers
meer dan 10% van de omzet
investeert.
Innovatiequote
De innovatiequote is voor de fysiotherapie-
sector nagenoeg constant gebleven.
Er is nauwelijks verschil in de innovatiequote tussen de
fysio-sector (van 28% naar 25%) en de andere mkb-
sectoren (van 26% naar 28%).
Dit betekent dat 75% van de fysiotherapie-sector minder
dan 10% in innovatie en verbeteringen investeert.
200 40 60
MKB Fysio
10080
28
25
26
35
26
28
Q4 ‘22
Q4 ‘22
Q2 ‘23
Q4 ‘23
Q2 ‘23
Q4 ‘23
12
Definitie: Hierbij wordt
gekeken naar hoeveel
procent van de ondernemers
meer dan 25% van de omzet
investeert.
Top innovatie quote
De top innovatie quote is gelijk gebleven.
5% van de fysiotherapie ondernemers (dit was ook 5%)
geeft aan meer dan 25% van de omzet te investeren.
In vergelijking met de andere mkb ondernemers (17%,
dit was 13%) is dat wel een significant groot verschil.
200 40 60
MKB Fysio
10080
5
5
3
13
13
17
Q4 ‘22
Q4 ‘22
Q2 ‘23
Q4 ‘23
Q2 ‘23
Q4 ‘23
13
Definitie: Gaat men meer
of minder investeren in het
volgende kwartaal.
Innovatieverwachting
De innovatieverwachting is negatief,
maar wel verbeterd ten opzichte van
kwartaal 2 2023.
De index is -13 binnen de fysiotherapie (was -19) tegen
-19 bij overige sectoren (was -15).
28% van de fysiotherapiepraktijken geeft aan minder
te gaan investeren in het volgende kwartaal.
Praktijken met personeel zijn iets positiever gestemd over
hun innovatieverwachting dan praktijken zonder personeel.
19
13
-20-40 020 40
MKB Fysio
Q4 ‘22
Q4 ‘22
Q2 ‘23
Q4 ‘23
Q2 ‘23
Q4 ‘23
11
2
15
19
14
Definitie: Hierbij wordt
gekeken naar hoeveel procent
van de ondernemers meer dan
het minimumloon verdient.
Ondernemersloon
Binnen de fysiotherapie verdient 80%
(was 82%) van de praktijkeigenaren meer
dan het minimumloon.
Van de fysiotherapie ondernemers keert 52% (was 53%)
zichzelf boven modaal uit.
Eigenaren met personeel betalen zichzelf significant hoger uit
(gemiddeld tussen 3340 - 5000 Euro) dan eigenaren zonder
personeel (gemiddeld tussen 2170 - 3340 Euro). In combinatie
met partnerinkomen komt 58% (was 54%) van de praktijkeigenaren
ruimschoots uit. 2% geeft aan in combinatie met partnerinkomen
tekort te komen.
Gemiddeld werkt 56% van de fysiotherapie ondernemers meer dan
40 uur per week. Van de eigenaren met personeel werkt 63% meer
dan 40 uur per week. Voor eigenaren zonder personeel is dit 37%.
200 40 60
MKB Fysio
10080
82
80
87
54
42
46
Q4 ‘22
Q4 ‘22
Q2 ‘23
Q4 ‘23
Q2 ‘23
Q4 ‘23
15
Definitie: Hierbij wordt
gekeken naar hoeveel
procent van de ondernemers
onder bijstandsniveau verdient.
Armoede index
Gemiddeld verdient 7% (was 6%) van
de praktijkeigenaren in de fysiotherapie
onder bijstandsniveau. Voor de andere
sectoren is dat 27% (was 30%).
Van de praktijkeigenaren zonder personeel keert 18%
zichzelf onder bijstandsniveau uit. Voor praktijken met
personeel is dit gemiddeld 4%.
200 40 60
MKB Fysio
10080
6
7
1
21
30
27
Q4 ‘22
Q4 ‘22
Q2 ‘23
Q4 ‘23
Q2 ‘23
Q4 ‘23
16
Definitie: In welke mate voelen
ondernemers zicht gestrest
op een schaal van 1 - 100.
Stressniveau
Fysiotherapie ondernemers ervaren
ook dit kwartaal significant meer stress
(54, was 55) dan andere ondernemers
(46, was 46).
Hoge stressniveaus voor langere tijd verlagen de kwa-
liteit van (financiële) beslissingen en verhogen risico op
burn-out verschijnselen. Stressscores tussen de 76 en 100
(hoog) zijn een goede voorspeller voor burn-out. Deze
hoog score komt in de fysiotherapie in 29% (was 31%) van
de gevallen voor. Binnen de andere mkb-sectoren
is dit 16% (was 16%). Praktijkeigenaren met personeel (55)
en zonder personeel (50) ervaren nagenoeg hetzelfde
stressniveau. Stresslevel ondernemers: (1 -25 laag, 26 -50
gemiddeld, 51 -75 bovengemiddeld, 76 – 100 hoog)
200 40 60
MKB Fysio
10080
55
54
65
51
46
46
Q4 ‘22
Q4 ‘22
Q2 ‘23
Q4 ‘23
Q2 ‘23
Q4 ‘23
17
Definitie: Met nettomarges wordt
de omzet min alle kosten voor onder-
nemersloon gemeten. De index geeft
weer welk percentage ondernemers
een nettomarge boven de 20% heeft.
Nettomarge
De nettomarge in de fysiotherapie-
praktijken is verder gestegen naar 26.
Een marge boven de 20% komt in de fysiotherapie (26%)
minder vaak voor dan in andere mkb-sectoren (35%). Een
nettomarge lager of gelijk aan 10% is voor de fysiotherapie
49% en voor het overige mkb 44%.
De nettomarge voor praktijken die werken met de hoogste
zorgcontracteisen is nagenoeg hetzelfde als voor praktijken
met lagere contracteisen. Praktijken in woongebieden met
< 25.000 inwoners hebben een licht betere netto marge
dan die in woongebieden met > 25.000 inwoners. Praktijken
met personeel hebben ook dit kwartaal een significant
kleinere nettomarge dan praktijken zonder personeel.
200 40 60
MKB Fysio
10080
23
26
18
28
34
35
Q4 ‘22
Q4 ‘22
Q2 ‘23
Q4 ‘23
Q2 ‘23
Q4 ‘23
18
Definitie: De weerstandsindex
meet de solvabiliteit (eigen
vermogen/totaal vermogen)
als die hoger is dan 20%.
Weerstandsindex
De weerstandsindex blijft bij fysiotherapie-
praktijken 43 en verschilt significant met
die van het mkb (26, dit was 30).
Dat betekent dat fysiotherapiepraktijken aangeven
gemiddeld over een hogere solvabiliteit te beschikken
in vergelijking met het overig mkb.
Er zijn geen significante verschillen tussen praktijken
met en zonder personeel.
47% (overig mkb 25%) van de praktijkeigenaren gaf
aan hun solvabiliteit niet te kennen.
200 40 60
MKB Fysio
10080
43
43
42
33
30
26
Q4 ‘22
Q4 ‘22
Q2 ‘23
Q4 ‘23
Q2 ‘23
Q4 ‘23
19
Definitie: Percentage
ondernemers wat denkt
binnen half jaar zijn of haar
zaak te moeten sluiten.
Stakingsindex
Voor fysiotherapie ondernemers geldt
dat slechts 3% denkt binnen een half
jaar te moeten sluiten (dit was ook 3%).
Voor het mkb is dit 4%.
200 40 60 80 100
3
3
5
5
5
4
MKB Fysio
Q4 ‘22
Q4 ‘22
Q2 ‘23
Q4 ‘23
Q2 ‘23
Q4 ‘23
20
Definitie: Percentage
ondernemers dat voldoende
middelen heeft om het bedrijf
voort te zetten.
Continuïteitsindex
Van de fysiotherapiepraktijken geeft 83%
aan het komende half jaar voldoende
middelen te hebben om het bedrijf
voort te zetten.
Dit is significant hoger dan het overige mkb (75%).
Vijftig procent van de praktijkeigenaren (was 56%) geeft
aan last te hebben van hoge energieprijzen (mkb 25%).
Andere factoren die de continuïteit mogelijk beïnvloeden
zijn: personeelstekorten (fysiotherapie 45%, mkb 13%),
ziekteverzuim (fysiotherapie 23%, mkb 7%). In vergelijking
met het overige mkb heeft fysiotherapie nauwelijks last
van verstoorde aanvoer- en distributielijnen (fysiotherapie
5%, mkb 13%). Een aanzienlijk deel van de fysiotherapie-
praktijken (19%) heeft behoefte aan extra kapitaal. In het
mkb is dit percentage aanzienlijk hoger (28%).
200 40 60
MKB Fysio
10080
81
83
74
61
71
75
Q4 ‘22
Q4 ‘22
Q2 ‘23
Q4 ‘23
Q2 ‘23
Q4 ‘23
21
Kwaliteit
42% van de praktijken geef aan dat de
geleverde kwaliteit boven verwachting
is. Deze score is positiever dan die van
kwartaal 4 2023 (38%).
Meer dan de helft van de praktijken (55%) geeft aan in
kwartaal 4 2023 naar verwachting te hebben gepresteerd.
Er zijn geen significante verschillen tussen praktijken met
en zonder personeel.
Definitie: Het percentage praktijken dat naar
eigen verwachting en boven verwachting resultaten
behaalt wat betreft kwaliteit van behandelaanbod,
verscheidenheid van behandelaanbod en patiënt-
tevredenheid.
200 40 60 10080
38
42
55
55
45
58
Q4 ‘22
Q4 ‘23
Q4 ‘22
Q2 ‘23
Q4 ‘23
Q2 ‘23
Kwaliteit naar verwachting
Kwaliteit boven verwachting
22
Populatiebekostiging
van passende zorg
Mede door het Integraal Zorg Akkoord
ontwikkelt de gezondheidszorg zich
richting passende zorg.
De meest voorkomende bekostiging van zorg is ‘betalen
per verrichting’. Een veelbelovend alternatief is ‘populatie-
bekostiging’. Hier ontvangen eerstelijnszorg ondernemers
samen één som geld waarmee zij naar eigen inzicht
interprofessionele zorg en -preventie organiseren
binnen hun specifieke regio en wijk.
Bij de vraag of passende zorg haalbaar is in de eigen
regio of wijk is 34% van de fysiotherapie ondernemers
negatief gestemd en 28% positief.
Het valt op dat 56% vindt dat betalen per verrichting
het aanbieden van passende zorg mogelijk maakt. Met
populatiebekostiging vindt 22% van de praktijken dat dit
passende zorg mogelijk maakt. Bij beide bekostigings-
modellen heeft 38% van de praktijken een neutraal standpunt.
Bij populatiebekostiging ten bate van passende zorg in
de eigen regio en wijk benadrukken praktijkhouders voor-
waarden voor succes. Relatief veel waarde wordt gehecht
aan het benutten van vakinhoudelijke (43%) en financiële
(50%) indicatoren. Ook benadrukken de deelnemers aan
deze index het belang van governance, met elkaar
afgestemde omgangregels voor eerstelijnszorg ondernemers
en zorgfinanciers (59%). Ook formele afstemming met de
burger/patiënt (39%) wordt gezien als een voorwaarde
voor het succes van populatiebekostiging ten bate van
passende zorg.
Voorwaarden populatiebekostiging
Voorwaarden populatiebekostiging ten bate van passende zorg: Nee Neutraal Ja
Vakinhoudelijke indicatoren, waar eerstelijnszorg 22% 35% 43%
ondernemers en zorgfinanciers samen van leren
Financiële indicatoren, waar eerstelijnszorg ondernemers 17% 33% 50%
en zorgfinanciers samen van leren
Met elkaar afgestemde omgangsregels voor 12% 29% 59%
eerstelijnszorg ondernemers en zorgfinanciers
Formele afstemming met de burger/patiënt 19% 42% 39%
23
24
Definitie: Verschil tussen
hoge en lage ervaren competitie
in de gezondheidszorgmarkt
(- is lagere en + is hogere
ervaren competitie).
-20-40 0 20 40
Q2 ‘23
Q4 ‘23
30
17
Competitie in
gezondheidszorg
markt
In vergelijking met de vorige meting (-30)
is er een significante sterke toename in
ervaren competitie (-17).
Ondanks dit verschil geven praktijkeigenaren fysiothera-
pie ook dit kwartaal aan weinig competitie te ervaren van
andere zorgaanbieders in de markt.
Toelichting: Vanaf 2006 stimuleert de overheid eciëntie
en kwaliteit van gezondheidszorg door middel van
gereguleerde marktwerking. Hiermee zijn voor fysiotherapie-
praktijken bedrijfsmatige principes geïntroduceerd en
heeft de markt een competitief karakter. Fysiotherapie was
in 2005 de eerste sector waarbinnen gereguleerde markt-
werking werd getest, waarna gereguleerde marktwerking
definitief werd ingevoerd.
25
initiatief van Qredits
Achtergrond KBIF
Dit is de derde publicatie van de
Kleinbedrijf Index Fysiotherapie.
Er is te weinig discussie over het belang het microbedrijf
voor de Nederland economie.
Zij vertegenwoordigen 95,5% van alle ondernemers in
Nederland. Samen zorgen zij bijna voor een kwart van alle
bedrijfswinsten en een derde van de werkgelegenheid in
het bedrijfsleven.
Toch wordt er onvoldoende onderzoek gedaan het
microbedrijf. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
neemt in de conjunctuurmonitor alleen bedrijven mee
met 5 medewerkers of meer.
Bedrijfsgrootte doet er toe. Maatregelen voor bedrijven
met 10 – 250 medewerkers zijn niet automatisch eectief
of zelfs contraproductief. Hoe kleiner bedrijven, hoe
kwetsbaarder enerzijds, door beperkte middelen en
mensen. Anderzijds zijn zij vaak het meest wendbaar,
flexibel en productiever.
Kleinbedrijf Index Fysiotherapie - is een gezamenlijk
initiatief van Stichting Keurmerk Fysiotherapie en het
Kenniscentrum Digital Business & Media van de Hogeschool
Utrecht (Lectoraat Financieel-Economische Innovatie,
onderzoekslijn meervoudige waardecreatie in eerste-
lijnszorg en sociaal domein). Supportende partijen zijn
Koninklijk Nederlands Genootschap Fysiotherapie,
Werkgeversvereniging Fysiotherapie en Innovatie
Platform Fysiotherapie.
26
Samenstelling
van het panel
Het panel van de fysiotherapie bestaat
uit 10.000 praktijken. 761 fysiotherapie-
praktijken hebben gereageerd, maar
er waren 462 compleet ingevulde
vragenlijsten.
Er is besloten alle praktijken en ondernemers uit te sluiten
die niet voldoen aan het urencriterium van de belasting-
dienst (1225 uur). Daardoor bleven 447 praktijken over.
Van de 447 praktijken zijn er 339 waar meerdere fysio-
therapeuten werkzaam zijn. Daarnaast zijn er 108 praktijken
zonder personeel. In kwartaal 4 2022 zijn alleen ondernemers
met personeel met elkaar vergeleken. Vanaf kwartaal 2
2023 worden zowel ondernemers zonder als met personeel
bekeken en zijn de cijfers van KBI Fysiotherapie en KBI-
mkb identiek.
De vragenlijst is tussen 6 maart en 21 april 2024 ingevuld
door praktijkeigenaren. Er zijn voor de analyses 447
fysiotherapiepraktijken gebruikt, waarbij één van de
praktijkeigenaren de vragenlijst heeft ingevuld. Wij konden
geen betrouwbare en consistente gegevens vinden over
de populatie van praktijkeigenaren in de fysiotherapie
omdat het CBS onvoldoende recente gedetailleerde
gegevens publiceert, zoals populatiekenmerken, omzet-
gegevens en ondernemersloon per praktijk. Daarmee
kunnen wij geen uitspraak doen over de representativiteit
van de onderzochte fysiotherapiepraktijken. Onze conclusies
zijn indicatief.
27
De kenmerken van de deelnemers zijn:
38% van de fysiotherapie ondernemers is vrouw, 33% in mkb.
6% van de praktijkhouders heeft een migranten achtergrond (mkb 21%)
16% van de praktijkhouders is starter (max 5 jaar actief), bij het mkb is dit 34%.
Daarentegen is 42% langer dan 20 jaar actief. Voor het mkb is dit 18%.
Minder dan 10 personeelsleden geldt voor fysiotherapie (76%) en andere mkb-sectoren (96%).
Zelfstandigen Zonder Personeel betreft 24% voor fysiotherapie en in het mkb 64%.
De rechtsvorm in de fysiotherapie is 40% eenmanszaak (mkb 68%), maatschap 42% (mkb 15%)
en BV 18% (mkb 16%). 87% van de praktijken is gericht op particulieren (mkb 39%) en 13% (mbk
30%) op een combinatie van particulieren en bedrijven. Slecht 1 bedrijf is uitsluitend gericht
dienstverlening aan bedrijven (mkb 39%).
In de fysiotherapie is men hoger opgeleid dan in het mkb. Bij fysiotherapie heeft 56%
een bachelor en 43% master. 3% heeft een opleiding lager dan bachelor/master.
In het mkb betreft de combinatie bachelor/master (37%).
De leeftijd van de meeste praktijkhouders is 25 tot 70 jaar. Hiervan is het grootste deel tussen de 41
en de 55 jaar (fysiotherapie 41%, mkb 43%) en tussen de 56 en 70 jaar (fysiotherapie 39%, mkb 32%).
Alle deelnemers zijn actief in zowel dorpen als kleine en grote steden. Regionaal zijn de praktijken
het sterkst vertegenwoordigd in Noord-Brabant (18%), Zuid-Holland (17%) en Noord-Holland (16%).
Verder is Gelderland vertegenwoordigd met 12%, Utrecht 9% en Limburg 7%. Dit komt redelijk
goed overeen met de regionale spreiding van het mkb panel in Nederland.
7% van de fysiotherapie en 13% van de andere mkb bedrijven staat te boek als een familiebedrijf.
100% van alle ondernemers voldoet aan het uren criterium van de Belastingdienst.
Het fysiotherapiepanel en het mkb panel zijn goed vergelijkbaar qua leeftijd, man/vrouw
verhouding, BV structuur, vestigingsplaats en regionale spreiding. Er is niet gewogen voor
overige populatieverschillen tussen fysiotherapiepraktijken en andere mkb-sectoren.
Er wordt bij het bespreken van de uitkomsten steeds getoetst op significante verschillen tussen
de praktijken met en zonder personeel en de fysiotherapie-sector en andere mkb-sectoren.
Definition: ...
Voor meer informatie over
dit rapport kun je terecht bij:
Rutger IJntema
E: rutger.ijntema@hu.nl
T: 06 44 50 57 38
Verveelvoudiging voor eigen gebruik is alleen toegestaan met bronvermelding:
IJntema, R.F., Van Teeelen, L. (2024). Verder stijgende nettomarges: in praktijken zonder
medewerkers en dorpen hoogste nettomarges. Kleinbedrijf Index Fysiotherapie Kwartaal 4 2023.
3de editie juni 2024. SKF/HU i.s.m. KNGF/WVF/IPF.
Kleinbedrijf Index is een initiatief van Qredits, ONL voor ondernemers en de Hogeschool Utrecht.