Content uploaded by Pieter Vanormelingen
Author content
All content in this area was uploaded by Pieter Vanormelingen on Jun 23, 2023
Content may be subject to copyright.
135135
Natuurfocus
nietsdoen, maaien en begrazen blijkt zijn vruchten af te werpen.
Een eenzijdige keuze voor één beheersvorm zou wellicht minder
biodiversiteit hebben opgeleverd. Ontgronden als maatregel
voor verschraling heeft in de groeve een resultaat dat in de rest
van het Bos t’Ename niet werd verkregen op in oorsprong vrij
intensief bemest boerengrasland na 35 jaar maaien en afvoeren
of 20 jaar begrazen. De graslandkwaliteit is verkregen na tijd
te geven aan de natuurlijke successie en zonder het inbrengen
van maaisel. De vraag stelt zich of het op termijn wenselijk is om
successiestadia die normaliter verdwijnen, zoals naakte grond
en jong bos, blijvend kansen te bieden door de successie op
beperkte schaal periodiek terug te zetten.
Guido Tack (guido.tack1@telenet.be)
Pieter Blondé (pieterblonde@hotmail.com)
REFERENTIES
Tack G., Blondé P., Van den Bremt P. & Hermy M. 2021a. Een biodiversiteitsaudit
voor het Bos t’Ename na een Alle Taxa Biodiversiteit Inventarisatie en 30 jaar
natuurbeheer. Rapport Natuurpunt Studie, Mechelen.
Tack G., Blondé P., Van den Bremt P., Hermy M. & Vanmaele N. 2021b. 12.000
jaar Bos t’Ename. Een hoopvol perspectief voor bos in de Lage Landen. Sterck
& De Vreese, Gorredijk.
Desender K., Dekoninck W. & Maes D. 2008, Een nieuwe verspreidingsatlas van
de loopkevers en zandloopkevers in België. INBO.R.2008.13
Peeters et al. 2004. De wespen en mieren van Nederland. KNNV Uitgeverij – EIS.
Reemer M. 2018. Basisrapport voor de Rode Lijst Bijen. EIS.
Zomeroverstromingen en natuurwaarden
in de Demervallei: een heikel thema
Overstromingen in de zomer hebben een grotere directe
impact op vegetaties en ongewervelden dan ‘s winters onder-
lopen, wanneer organismen in fysiologische rust verkeren. In
juli 2021 was er na hevige regen een zomeroverstroming in de
Demervallei in Vlaams-Brabant. Gedurende niet minder dan
tien dagen stond er een recordpeil in de Demer. De komgronden
overstroomden en ook anders niet regelmatig overstroomde
delen hogerop tegen de valleiflanken, de donken en de laagveen-
gebieden. Door de lange duur stierven over grote oppervlaktes
vegetaties bovengronds af. Afbraak hiervan creëerde vijf dagen
lang zuurstofloos water in de Demer, met massaal afsterven van
vissen tot gevolg. Ondertussen hebben we een beeld gekregen
van de directe gevolgen van de overstroming voor zeldzame
vegetatietypes en soorten in de Demervallei.
Veel typische, vaak bedreigde plantensoorten van de resterende
vegetaties van de rivierdonken, blauwgraslanden en laagve-
nen blijken zware klappen te hebben gekregen. Wat Harlekijn
Anacamptis morio betreft was er op de laatste groeiplaats van
de Demervallei in een blauwgrasland een terugval van 122
naar 18 bloeiende exemplaren. Van Bevertjes Briza media, die
er talrijk aanwezig was op zo’n 10 are, resteerde geen enkel
bloeiaartje. Ook de andere erg kleine relictpopulaties Bevertjes
in de Demervallei lijken verdwenen. Hopelijk is er nog vegeta-
tieve aanwezigheid of kiemt er nog zaad. Andere soorten die
massaal afstierven zijn onder andere Tandjesgras Danthonia
decumbens, Blauwe knoop Succisa pratensis, Schermhavikskruid
Hieracium umbellatum en Tormentil Potentilla erecta. De extra
kwetsbaarheid van kleine populaties wordt geïllustreerd door het
zo goed als volledig verdwijnen van de enkele tientallen exem-
plaren tellende populatie Blauwe knoop in de Leunen (Zelem),
terwijl er wel overlevende exemplaren en ook massale kieming
was in een blauwgrasland waar het met vele duizenden exem-
plaren een van de dominante soorten was. Wat rivierdonken
betreft, was er onder andere het verdwijnen van een groeiplaats
Hondsviooltje Viola canina en Steenanjer Dianthus deltoides. In
het laagveen was er bv. een enorme afname van Moerasviooltje
Viola palustris in Vorsdonkbos, Melkeppe Peucedanum palustre in
de Leunen (Zelem) en bleken zelfs fonteinkruiden zoals het Rossig
fonteinkruid Potamogeton alpinus niet tegen de overstroming
bestand. Over het algemeen bleken vooral kruiden en grassen erg
gevoelig, terwijl er een opvallende toename was van zegges (bv.
Blauwe zegge Carex panicea) en russen (bv. Veldrus Juncus acuti-
oris). Wat insecten betreft tonen tellingen van Zompsprinkhaan
Pseudochorthippus montanus in sprinkhanenplots in De Zegge
dat de soort enkel verdween uit de diepst overstroomde zone.
Op de ondiep overstroomde locaties heeft de soort het allicht
overleefd dankzij boven de waterlijn uitstekende vegetatie en
eventueel ook via reeds afgezette eitjes. Ook de relictpopulatie
Zompsprinkhaan in de Leunen blijkt de overstroming te hebben
overleefd. Hetzelfde geldt voor de Moerasparelmoervlinder
Euphydryas aurinia (in rupsenfase) in de Demervallei.
In de vorig jaar overstroomde glanshaverhooilanden bleek er
een zeer opvallende algemene achteruitgang te zijn van de bloe-
menrijkdom, met soorten als Veldlathyrus Lathyrus pratensis,
Groot streepzaad Crepis biennis, Knoopkruid Centaurea jacaea,
Grote bevernel Pimpinella major, Glad walstro Galium mollugo,
Knolsteenbreek Saxifraga granulata. Effecten op ongewervelden
zijn minder duidelijk, maar uit eenmalig gelopen telroutes van de
valleiflank tot in de komgrond bleek er, in tegenstelling tot langs
de valleirand, zo goed als geen Bruin zandoogje Maniola jurtina
aanwezig te zijn in het midden van de komgronden ter hoogte
van Langdorp. Een eerste analyse van de gegevens uit waar-
nemingen.be toont ook een opvallende achteruitgang van het
aantal waarnemingen en de verspreiding van Weidebeekjuffer
Calopteryx splendens langs de Demer.
Op 17 juni 2022 werd naar aanleiding van de voorbije overstro-
ming en het op stapel staande Sigmaplan voor de Demervallei
door Natuurpunt een Demersymposium georganiseerd, met
Op deze foto staat het Harlekijnperceel twee dagen onder water.
(© Pieter Vanormelingen)
136136
Nieuws & Trends
spreekbeurten die ingingen op de verschillende aspecten ervan.
Dr. Tobias Ceulemans (KU Leuven) belichtte de ook internatio-
naal belangrijke natuurwaarden in de Demervallei, waaronder
plantensoorten die overal in Europa erg zeldzaam zijn of de
kern van hun verspreidingsgebied in onze streken hebben, zoals
Drijvende waterweegbree Luronium natans of Rossig fontein-
kruid. Knelpunten zijn het veelal voorkomen van deze soorten in
kleine, kwetsbare populaties, waterkwaliteit, verdroging en het
ontbreken van een natuurlijke valleistructuur. Prof. Dr. Patrick
Willems (KU Leuven) gaf een uiteenzetting over de gevolgen van
de klimaatopwarming richting meer weersextremen, zowel wat
betreft droogte als overstromingen, en de noodzaak aan klimaat-
adaptatie. We moeten gaan van ‘water afvoeren wanneer het
kan’ naar ‘water vasthouden wanneer het kan’. Tekenend voor
de Demervallei is de overstromingskaart van het Demerbekken.
Door de snelle en diepe afvoer van regenwater zijn veel over-
stromingsgebieden in de bovenlopen enkel potentieel en wordt
het water zeer snel massaal richting de Demervallei gestuurd
met daar extreme piekdebieten tot gevolg. Prof. Dr. Ruurd Van
Diggelen (UAntwerpen) toonde de structuur van een natuur-
lijk valleisysteem zoals we die nog kennen in Noordoost-Polen
en Wit-Rusland, en zoals blijkt uit boorkernen vroeger ook bij
ons. Door de ingrijpende landschapsveranderingen die we hier
gekend hebben, waaronder ontbossingen in de rivierbekkens en
ingrijpende drainage in de valleien, en daardoor ook het aantas-
ten van de veenlagen, staat bij ons het zogenaamde mesotroof
laagveen met al haar zeldzame soorten sterk onder druk langs
twee kanten. Vanuit de rivier gaat het om overstromingen (sedi-
mentafzettingen, aanrijking, veenafbraak) en vanaf de vallei-
flank om verdroging. Milieujurist Dries Verhaeghe (Dryade vzw)
schetste de juridische toolbox (Habitatrichtlijn, Vogelrichtlijn,
Natuurdecreet) die ter beschikking staat om (Europees belang-
rijke) natuurwaarden te beschermen.
Het is dus overduidelijk dat de extreme zomeroverstroming
2021 veel van de meest bedreigde soorten en vegetaties in de
Demervallei, waar door gericht natuurherstel vaak al decen-
nia aan wordt gewerkt om deze er geleidelijk terug bovenop te
helpen, grote schade heeft toegebracht. Herstel van een natuur-
lijker valleisysteem, inclusief de bovenlopen en met voldoende
sponswerking en ruimtelijke spreiding van overstromingen, zal
nodig zijn om te voorkomen dat dergelijke diepe en langdurige
zomeroverstromingen zich te vaak zullen voordoen.
Pieter Vanormelingen (pieter.vanormelingen@natuurpunt.be)
Natuurpunt Studie mens en natuur
Ook bij diverse ongewervelden wordt na de overstroming een afname vastgesteld. (© Luc Vervoort)
Door de lange duur stierven over grote oppervlaktes vegetaties bovengronds af.
(© Luc Vervoort)