ArticlePDF Available

Ponsaers, P. (2009). “De politie in 2025, een somber vooruitzicht?”, Politiejournaal, n°6, 1.; Ponsaers, P. (2009). “La police en 2025, de sombres perspectives?”, Le journal de la Police, n°6, 1.

Authors:

Abstract

Poltie in 2025, een somber vooruitzicht? Hoe zal de politie in 2025 eruit zien? Om een dergelijke toekomstverkenning te kunnen maken zijn drie voorafgaande korte commentaren noodzakelijk. Op de eerste plaats moet aangestipt worden dat het er niet om gaat een beeld te schetsen van een 'wenselijke' politie. Hetgeen we willen staat hier niet voorop. Op de tweede plaats dient benadrukt dat het toekomstbeeld dat we schetsen in grote mate bestaat uit het verder doortrekken van de bestaande tendenzen. Op de derde plaats wordt de oefening geïnspireerd door hetgeen zich de omliggende landen afspeelt. Om met het laatste te beginnen stellen we vast dat in verschillen landen de politie op een grotere schaal is georganiseerd dan bij ons. In Nederland treffen we een regiopolitie aan. De 25 regio's zijn uitgetekend op een schaal die overeenkomt met onze gerechtelijke arrondissementen. In Nederland wordt deze schaal in vraag gesteld en wenst men naar nog grotere territoria te gaan. In het VK spreken we van een 'county-police', met een schaal die fors de Nederlandse regio's overtreft. Ook daar wordt in het rapport 'Closing the Gap' sterk aangedrongen op het vergroten van kleinere korpsen. In vergelijking met de Nederlandse en Britse situatie zijn de meeste politiezones in ons land klein, erg klein. Daarenboven valt het op dat noch in Nederland, noch in het VK een sterke, nationale landelijke politie is uitgebouwd. Op nationaal vlak treffen we daar in essentie vooral steundiensten aan. Daarenboven moeten we vaststellen dat ons land bestuurlijk erg gecompliceerd is geworden. Verschillende materies (bvb. milieustrafwetgeving, bijzondere jeugdzorg) waarmee de politie te maken krijgt behoren inmiddels tot de bevoegdheid van het gewestelijk niveau. Ook kunnen we moeilijk anders dan vaststellen dat de evolutie van de lokale politie manifest anders verloopt in het noorden en het zuiden van het land. Gegeven deze evoluties lijkt het niet onmogelijk dat de lokale politie op termijn zal evolueren naar een politie op het niveau van de gerechtelijke arrondissementen, terwijl de huidige federale politie zal tenderen naar een gewestelijke politie. Het is niet uit te sluiten, gegeven hetgeen zich in het buitenland voordoet, dat beide niveau's uiteindelijk zullen versmelten op het niveau van de provincie. Dat brengt met zich mee dat meteen het Brusselse probleem een oplossing zou kunnen krijgen en in plaats van zes grote politiezones één groot hoofdstedelijk gewestelijk korps, een soort Brussels Metropolitan Police, tot stand zal komen. Terzelfdertijd lijkt het erop dat zich een andere evolutie zal doorzetten. Meer en meer zien we vandaag diverse veiligheidsfuncties ontstaan op het niveau van de gemeenten (city-coaches, gemeenschapswachten, gemachtigde toezichthouders, GAS-vastellende ambtenaren, ...). Gegeven het feit dat bovengeschetste schaalvergroting met zich meebrengt dat de burgemeesters minder en minder vat zullen hebben op het grootschalige niveau, is het niet uit te sluiten dat deze veelheid aan gemeentelijke veiligheidsfuncties stilaan zal vergroeien tot een nieuw soort van gemeentelijke politie. Hierbij mag niet uit het oog verloren worden dat zich een gelijkaardig verschijnsel voordeed in Frankrijk na de nationalisering van de Police Nationale (voorheen gefinancierd door de gemeenten). Vandaag zien we in Frankrijk intussen een nieuwsoortige Police Municipale. Deze herschikking van het politielandschap, die wellicht niet zal gepaard gaan met een ingrijpende hervorming, maar veeleer het gevolg zal zijn van een evolutie, zal hand in hand gaan met een aantal tendenzen die we vandaag alsmaar sterker onderkennen. Ik noem er een aantal.
Poltie in 2025, een somber vooruitzicht?
Hoe zal de politie in 2025 eruit zien? Om een dergelijke toekomstverkenning te kunnen maken zijn
drie voorafgaande korte commentaren noodzakelijk. Op de eerste plaats moet aangestipt worden
dat het er niet om gaat een beeld te schetsen van een ‘wenselijke’ politie. Hetgeen we willen staat
hier niet voorop. Op de tweede plaats dient benadrukt dat het toekomstbeeld dat we schetsen in
grote mate bestaat uit het verder doortrekken van de bestaande tendenzen. Op de derde plaats
wordt de oefening geïnspireerd door hetgeen zich de omliggende landen afspeelt.
Om met het laatste te beginnen stellen we vast dat in verschillen landen de politie op een grotere
schaal is georganiseerd dan bij ons. In Nederland treffen we een regiopolitie aan. De 25 regio’s zijn
uitgetekend op een schaal die overeenkomt met onze gerechtelijke arrondissementen. In Nederland
wordt deze schaal in vraag gesteld en wenst men naar nog grotere territoria te gaan. In het VK
spreken we van een county-police’, met een schaal die fors de Nederlandse regio’s overtreft. Ook
daar wordt in het rapport ‘Closing the Gap’ sterk aangedrongen op het vergroten van kleinere
korpsen. In vergelijking met de Nederlandse en Britse situatie zijn de meeste politiezones in ons land
klein, erg klein. Daarenboven valt het op dat noch in Nederland, noch in het VK een sterke, nationale
landelijke politie is uitgebouwd. Op nationaal vlak treffen we daar in essentie vooral steundiensten
aan.
Daarenboven moeten we vaststellen dat ons land bestuurlijk erg gecompliceerd is geworden.
Verschillende materies (bvb. milieustrafwetgeving, bijzondere jeugdzorg) waarmee de politie te
maken krijgt behoren inmiddels tot de bevoegdheid van het gewestelijk niveau. Ook kunnen we
moeilijk anders dan vaststellen dat de evolutie van de lokale politie manifest anders verloopt in het
noorden en het zuiden van het land.
Gegeven deze evoluties lijkt het niet onmogelijk dat de lokale politie op termijn zal evolueren naar
een politie op het niveau van de gerechtelijke arrondissementen, terwijl de huidige federale politie
zal tenderen naar een gewestelijke politie. Het is niet uit te sluiten, gegeven hetgeen zich in het
buitenland voordoet, dat beide niveau’s uiteindelijk zullen versmelten op het niveau van de
provincie. Dat brengt met zich mee dat meteen het Brusselse probleem een oplossing zou kunnen
krijgen en in plaats van zes grote politiezones één groot hoofdstedelijk gewestelijk korps, een soort
Brussels Metropolitan Police, tot stand zal komen.
Terzelfdertijd lijkt het erop dat zich een andere evolutie zal doorzetten. Meer en meer zien we
vandaag diverse veiligheidsfuncties ontstaan op het niveau van de gemeenten (city-coaches,
gemeenschapswachten, gemachtigde toezichthouders, GAS-vastellende ambtenaren, ...). Gegeven
het feit dat bovengeschetste schaalvergroting met zich meebrengt dat de burgemeesters minder en
minder vat zullen hebben op het grootschalige niveau, is het niet uit te sluiten dat deze veelheid aan
gemeentelijke veiligheidsfuncties stilaan zal vergroeien tot een nieuw soort van gemeentelijke
politie. Hierbij mag niet uit het oog verloren worden dat zich een gelijkaardig verschijnsel voordeed
in Frankrijk na de nationalisering van de Police Nationale (voorheen gefinancierd door de
gemeenten). Vandaag zien we in Frankrijk intussen een nieuwsoortige Police Municipale.
Deze herschikking van het politielandschap, die wellicht niet zal gepaard gaan met een ingrijpende
hervorming, maar veeleer het gevolg zal zijn van een evolutie, zal hand in hand gaan met een aantal
tendenzen die we vandaag alsmaar sterker onderkennen. Ik noem er een aantal.
Gegeven het feit dat het territorium van de publieke politie in de flank ingrijpend wordt beknot door
een groeiende private veiligheidssector, de publieke politie er niet in slaagt de dienstverlening die de
bevolking alsmaar nadrukkelijker vraagt in te lossen (en overlaat aan andere dienstverlenende
instanties), zgn. ‘oneigelijke’ politietaken afgestoten worden, trekt de publieke politie zich meer en
meer terug op haar kern, met name het gebruik van legale dwangmiddelen en geweld. Dit zal
ongetwijfeld een verharding van de politiefunctie met zich meebrengen. In lijn daarmee, en onder
druk van het internationaal terrorisme dat men niet onder controle krijgt, ontstaat een tendens tot
remilitarisering van de politie. Militaire middelen worden ingezet om de binnenlandse veiligheid te
garanderen, politiële middelen worden aangewend om de buitenlandse veiligheid te verzekeren. In
het verlengde met voorgaande zal de politie zich nadrukkelijker concentreren op de bestrijding van
de criminaliteit, en zal ‘crime fighting’ opnieuw hoog op de agenda komen. Het hoeft geen betoog
dat hiermee de gemeenschapsgerichtheid van de politie (COP) onder druk zal komen te staan.
Beschreven evoluties drijven de publieke politie voor bepaalde taken meer en meer naar
vermarkting. De publieke politie zal sneller geneigd zijn die zaken die zij niet rekent tot haar kerntaak
te factureren aan de opdrachtgever. Kortom : ‘betaalpolitie’ wordt veralgemeend, waardoor de
minimale gelijkwaardige politiezorg onder druk komt te staan. Deze, en andere evoluties, maken dat
de grenzen alsmaar verder vervagen tussen allerhande veiligheidsdiensten, zoals bijzondere
inspectiediensten, het leger, inlichtingendiensten en de private veiligheidssector, ondanks het feit
dat elk van deze instanties over eigen, specifieke bevoegdheden en werkingsmodaliteiten beschikt
die duidelijk afgelijnd zijn. De intrusie in de private levenssfeer vergroot hierdoor en het afleggen van
rekenschap (accountability) verschrompelt.
Het weze benadrukt: dat is niet het soort van politie die velen onder ons wensen. Het is wel de
politie die tot stand zal komen indien de politieke klasse niet een visie ontwikkelt over de politie anno
2025, ingezette trends een bijstuurt en expliciet stelt welke politie zij wenst ... Vandaag is het tijd om
de hervorming die 10 jaar geleden werd ingezet te evalueren. Hopelijk wordt daarbij het ontwikkelen
van een dergelijke broodnodige toekomstvisie niet vergeten.
Prof. dr. Paul Ponsaers
Universiteit Gent, Faculteit Rechtsgeleerdheid, Vakgroep Strafrecht & Criminologie, Onderzoeksgroep Sociale Veiligheidsanalyse
ResearchGate has not been able to resolve any citations for this publication.
ResearchGate has not been able to resolve any references for this publication.