Onderstaande bijdrage is de neerslag van een literatuurstudie die werd verricht bij aanvang van het wetenschappelijke onderzoek over het profiel van de korpschef, leider van een Belgisch lokaal politiekorp (zie verder in deze bijdrage). Het eerst deel omvat een overzicht van (eerder theoretische) literatuur over leiderschap. Daarbij gaan we na welke verschillende visies en invalshoeken er in de
... [Show full abstract] literatuur over leidinggevend gedrag te vinden zijn. We merken op dat dit geen exhaustief overzicht is. We wensen enkel een beeld te schetsen van de wijze waarop er doorheen de leiderschapsliteratuur naar leidinggevend gedrag vandaag en in het verleden wordt gekeken. We doen hetzelfde voor de literatuur over politieleiderschap. In politieonderzoek wordt vaak een andere disciplinaire bril opgezet om politieleiderschap te bestuderen. De eerder sociologische en criminologische studies over politieleiderschap besteden meer aandacht aan de sociologische kenmerken van de politieleiders (i.p.v. psychologische), alsook aan de politiek-bureaucratische machtsverhoudingen tussen de politieleiders en de overheden, met andere woorden aan de stuurbaarheid van de organisatie en de rol van de leiders daarin. We hopen dat deze literatuurstudie kan helpen bij het kaderen van de bevindingen van ons onderzoek, dat u in een volgende bijdrage terugvindt. 1. Wat is leiderschap? Er bestaan waarschijnlijk evenveel verschillende definities van leiderschap als er auteurs zijn die het hebben bestudeerd (Bass, 1990, 11). Niettegenstaande deze veelheid aan definities, kunnen we een gemeenschappelijke deler onderscheiden: leiderschap verwijst naar het proces om anderen te beïnvloeden tot samenwerking om doelstellingen te verwezenlijken (Robbins, 2003, 314) en naar het potentieel, de capaciteit om anderen te beïnvloeden (Vroom & Jago, 2007). Verschillende aspecten zijn van invloed op dit proces: kenmerken van de leider, kenmerken van de ondergeschikten, cognitieve processen, situationele en contextkenmerken en de soort interactie. Afhankelijk van de leiderschapstheorie wordt het succes van deze beïnvloeding aan een ander element toegewezen en krijgt de theorie een andere klemtoon (Vroom & Jago, 2007). Sinds de jaren tachtig wordt in literatuur vaak benadrukt dat leiderschap aan een gemeenschappelijke visie gerelateerd is, waarmee men ook het onderscheid tussen management en leiderschap wil duidelijk maken. Leiderschap kunnen we dan definiëren als het ontwikkelen van een visie en het communiceren ervan naar de organisatie en de buitenwereld. Het staat ook voor het bedenken van veranderingsstrategieën en het sturen en beïnvloeden van activiteiten van een individu of een groep mensen om een bepaald doel of meerdere doelstellingen te bereiken. Management staat dan weer eerder voor het implementeren van een visie en strategie voor de organisatie die door leiders werd bepaald. Managers staan in voor het coördineren van een organisatie en het omgaan met dagelijkse problemen. Kort door de bocht gesteld, moet een manager omkunnen met