Content uploaded by Thijs van Overveld
Author content
All content in this area was uploaded by Thijs van Overveld on Apr 19, 2022
Content may be subject to copyright.
1
De groenstrook Saffierstraat: een uniek stuk stadsnatuur
Mathijs van Overveld, bioloog-gedragsecoloog
De groenstrook Saffierstraat (Berchem), grenzend aan Spoorlijn 15 (Antwerpen-Hasselt) is
ongeveer 1.5 km lang en heeft een oppervlakte van circa 2,7 ha. Deze groenstrook dreigt te
verdwijnen vanwege de aanleg van een fietsostrade (F11) op een verhoogd talud.
Sinds de bouw van Tuinwijk Groenenhoek I (1920-1921) en Tuinwijk Groenhoek II (1922-
1924), en uitbreiding van de laatste (1927-1930), vormden de bijhorende volkstuintjes,
verspreid op verschillende percelen doorheen en langs de tuinwijken, een belangrijk sociaal
gegeven (De Caigny 2010). Van die percelen is enkel de groenstrook langs Spoorweg 15
Antwerpen-Hasselt tot op heden bewaard gebleven voor recreatief tuingebruik. De meeste
tuinpercelen in deze groenstrook Saffierstraat zijn momenteel in sterke mate verruigd.
Deze groenstrook is gekwantificeerd als een ‘complex van biologisch minder waardevolle en
waardevolle elementen (code mw) op huidige Biologische Waarderingskaarten (BWK’s).
Deze kwalificatie is gebaseerd op een terreinbezoek die al 20 jaar geleden plaatsvond in
september 2001. Het label ‘waardevol’ heeft voornamelijk betrekking op de aanwezigheid
van 78 monumentale Paardenkastanjes. Het label ‘minder waardevol’ is vermoedelijk
grotendeels gebaseerd op het oorspronkelijke recreatieve tuingebruik van deze groenstrook.
Dit ondanks grote wijzingen in gebruik de afgelopen decennia, en daarmee samengaande
verandering in vegetatiestructuur.
Door middel van een gedetailleerde inventarisatie, waarvan deze nota een samenvatting
vormt, werd de huidige stand van de flora en fauna in de groenstrook Saffierstraat in kaart
gebracht.
Speciale aandacht ging uit naar de aanwezigheid van insecten. De laatste decennia is er
sprake van een wereldwijde, zeer drastische afname in zowel het aantal insecten als hun
diversiteit. Dit betreft niet alleen zeldzame soorten en populaties, maar ook algemene soorten
vertonen tegenwoordig sterke afnames (Hallman et al. 2017, 2021). Insecten leven al
miljoenen jaren op aarde. Deze recente ‘insect meltdown’ is zeer zorgelijk (Goulson 2021).
Insecten spelen een cruciale rol bij de instandhouding van ecosystemen. Ze zorgen voor de
bestuiving, en dus voortplanting van zaadplanten, en zijn van groot economisch belang in de
land- en tuinbouw. Insecten spelen een onmisbare rol in de regulatie van plantengroei en bij
het voorkomen van plagen. Een juiste balans binnen insectengemeenschappen is daarom van
groot belang. Daarnaast dienen insecten als voedselbron voor veel andere dierensoorten.
Informatie over de soortensamenstelling van insecten en interacties van soorten
onderling én met hun omgeving (planten), geven inzicht in het ecologische functioneren en
de kwaliteit van stadsnatuur. De inventarisatie heeft zich voornamelijk gericht op aantal
specifieke soortgroepen: dagvlinders, wilde bijen (hommels en solitaire bijen), wespen,
vliegen, libellen, sprinkhanen, kevers, wantsen en cicaden. De aanwezigheid van sommige
soorten zijn indicatief voor bepaalde vegetatietypes en/of planten (gastheer, waard- of
drachtplanten). De aanwezigheid van begeleidende soorten, zoals parasieten en rovers, geven
op hun beurt inzicht in de ontwikkelingsstadium en complexiteit van de
insectengemeenschap.
2
Stedelijke groengebieden kunnen soms verrassend rijk zijn aan insecten, zoals wilde bijen en
zweefvliegen (Baldock et al. 2015, Hall et al. 2017, Verveecken et al. 2021, Wenzel et al.
2020), al geldt dit niet per se voor alle soortgroepen (Theodorou et al. 2020). Inzicht in de
factoren die de aanwezigheid van insecten verklaren, en dus ook soorten op hogere trofische
niveaus (vogels en zoogdieren), is van groot belang voor de verdere ontwikkeling/behoud van
kwaliteitsvol stadsgroen. In dit rapport is specifiek aandacht besteed aan volgende
kwaliteitsindicatoren:
Soortensamenstelling. Informatie over welke insecten aanwezig zijn, en hun onderlinge
samenhang, geeft inzicht in het ontwikkelingsstadium en het ecologische functioneren van
stedelijke groengebieden.
Leefgebied. Informatie over de aanwezigheid van voedselbronnen, nestgelegenheid,
schuil- en/of overwinterplaatsen geeft inzicht in de mate waarin stedelijk groen een rol
speelt bij de voortplanting en overleving, en dus, bijdraagt aan de instandhouding van
soorten of biodiversiteit in het algemeen. Lokale groenzones kunnen daarnaast een
belangrijke functie vervullen als ‘bronpopulatie’ van waaruit insecten zich over naburige
wijken/tuinen en bloemperken verspreiden en zodoende een positieve impuls geven aan de
lokale biodiversiteit.
Corridorfunctie. Lokale insecten populaties zijn vaak klein, versnipperd en geïsoleerd, en
zeer gevoelig aan genetische erosie. Een goede connectiviteit tussen populaties is
belangrijk om de genetische diversiteit van populaties te behouden en zodoende dus ook
de weerbaarheid naar de toekomst toe. Insecten hebben een zeer fluïde populatie-
dynamiek, en corridors zijn dus ook van zeer groot belang voor de (her)kolonisatie van
groengebieden.
3
Figuur 1. De groenstrook Saffierstraat is gekwalificeerd als minder waardevol op Biologische
waarderingskaarten. Een gedetailleerde inventarisatie van de aanwezige flora en fauna is daarom
uitgevoerd om de werkelijke biodiversiteitswaarde te bepalen. De specifieke ligging/vorm van de
Saffierstraat (rode streep) suggereert daarnaast een belangrijke ecologische functie als
verbindingsroute voor dieren tussen verschillende natuurreservaten en parken.
In de onderstaande paragrafen wordt een beknopt overzicht gegeven van de
belangrijkste bevindingen. Het volledige inventarisatierapport is als bijlage bij deze
nota te bekijken.
Vegetatietypes en flora
Met uitzondering van een tiental percelen, is de oorspronkelijke functie, namelijk een
volledige inname van de percelen voor recreatief tuingebruik of inrichting als moestuin, niet
langer aanwezig. Daardoor heeft er de afgelopen decennia een zeer sterke verruiging
plaatsgevonden. Door spontane ontwikkeling van kruid-, struweel- en bosbegroeiingen is er
doorheen de groenstrook Saffierstraat sprake van een zeer diverse en gelaagde
vegetatiestructuur.
De groenstrook kan momenteel ruwweg opgedeeld worden in 3 vegetatietypes: bos (60%)
grasland (10%,) en verwilderde tuin (40%). Grote gedeeltes van het spoortalud zijn begroeid
met dichte boomopslag van Hazelaar en Kersenboom. Overige stukken zijn bedekt met
Gewone braam, Dijkviltbraam, Klimop, Brandnetel, of bestaat uit grasberm met diverse
ruigtekruiden. De straatkant wordt afgesloten door een haag (totale lengte 1100 m),
grotendeels bestaande uit Japanse haagliguster. Deze haag is ca. 70 jaar oud. De helft van
deze haag is sterk uitgegroeid en bloeit zeer rijkelijk (juni/ juli).
In totaal werden 12 inheemse boomsoorten aangetroffen, waaronder een aantal oude (ca. 30-
40 jaar), zeer waardevolle exemplaren van de Zomereik (3), Boswilg (4), Schietwilg (1),
Beuk (1), Haagbeuk (1), Wilde lijsterbes (1), Zomerlinde (1) en Kersenboom (5). De meest
voorkomende inheemse boomsoorten zijn Gewone Esdoorn, Es en Hazelaar. Er staan
daarnaast ook veel semi-inheemse Paardenkastanje en Okkernoot. De exacte herkomst van
Kersenbomen is niet bekend. Al deze inheemse en semi-inheemse boomsoorten zaaien zich
4
sterk uit. Zaailingen/jonge bomen van andere inheemse soorten zoals Zomereik, Beuk, Es,
Boswilg, Schietwilg, Wilde Lijsterbes en Zomerlinde zijn ook aangetroffen. De bomen op het
spoorwegtalud zijn vrijwel allen meerstammig door eerdere snoeiwerkzaamheden. Er werden
42 meerstammige Hazelaars aangetroffen waaronder 29 vermoedelijk zeer oude exemplaren
(> 30-40 jaar, basis veel ouder). Op verschillende locaties is er sprake van dichte opslag van
Kersenboom.
De leeftijdsverdeling van het bomenbestand in de groenstrook Saffierstraat is zeer divers.
Daarnaast zijn veel individuele bomen meerstammig. Bepaling van het totaal aantal
aanwezige bomen is daarom vrijwel onmogelijk. Desalniettemin wordt het totaal aantal
individuele inheemse/ingeburgerde bomen met hoogte 3-15 meter, omtrek > 20 cm, dus
exclusief zaailingen, geschat op minimaal 200. Dit dus naast de aanwezigheid van 78
monumentale Paardenkastanjes. Daarnaast werden in totaal 15 soorten uitheemse
bomen/cultivars vastgesteld. De meest voorkomende sierbomen zijn Krulwilg (6), Conifeer
(12) en Taxus (6). Er staan ook een groot aantal oude fruitbomen (appel, peer, kerspruim,
vijg). Het totaal aantal uitheemse bomen/cultivars van 3-15 meter, diameter > 20 cm, wordt
geschat op 50 stuks.
Doorheen de groenstrook Saffierstraat staan veel inheemse struiken. Met name Vlierbes is
zeer talrijk aanwezig. Her en der verspreid staan ook Gelderse roos, Veldesdoorn, Rode
kornoelje, Gele kornoelje, uitgegroeide aanplant van Beuk, en Meidoorn, waaronder een zeer
oude boomvorm (> 70 jaar).
Ook een relatief groot aantal houtachtige cultivars als restanten van de oorspronkelijke
tuinbeplanting wordt teruggevonden in de groenstrook. Naast de Japanse haagliguster, is de
gewone Sering de meest voorkomende sierheester. Een aantal van deze struiken zijn
vermoedelijk zeer oud (ca. 70 jaar). Op sommige percelen staan, vaak sterk uitgegroeide,
struiken van Sneeuwbes, Laurierkers (6), Vlinderstruik (8) en Hulst (cultivar). Op twee
locaties is het spoorwegtalud begroeid met Bamboe over een lengte van een vijfentwintig
meter. Her en der verspreid staan oude struiken van (zeer nectarrijke) sierheesters waaronder
Japanse kardinaalsmuts, Boerenjasmijn, Mexicaanse oranjebloesem, Mahonia (M.
Aquifolium), Mahania x media, Tartaarse kamperfoelie, Weigelia en Bruidsbloem. Twee veel
voorkomende uitheemse soorten zijn Dijkviltbraam en Bonte gele dovenetel.
De inheemse kruidachtige vegetatie bestaat voornamelijk uit een aantal algemene, nitrofiele1
ruigtekruiden zoals Zevenblad, Stinkende gouwe, Look-zonder-Look, Witte dovenetel,
Kruipende boterbloem en Jacobskruiskruid. Grote brandnetel is ook dominant aanwezig
doorheen de groenstrook. Op een aantal locaties werden lokaal belangrijke doelsoorten
aangetroffen waaronder Daslook, Boszegge en Rapunzelklokje. Daarnaast werd nog een
veertigtal (bloemrijke) kruidachtige planten geïdentificeerd. Op bosachtige plekken staat
lokaal Vingerhoedskruid en Mannetjesvaren.
De groenstrook Saffierstraat wordt dus gekenmerkt door een zeer gevarieerde mix van
inheemse en uitheemse bomen en planten. De aanwezige sierheesters als restanten van de
oorspronkelijke tuinbeplanting zijn daarbij volledige geassimileerd met de aanwezige
inheemse planten. De vroegere aanwezige kruidachtige tuinbeplanting is grotendeels
vervangen door inheemse nitrofiele ruigtekruiden. Door verruigingsprocessen is er een zeer
diverse en gelaagde vegetatiestructuur ontstaan, met een grote variatie aan
1Stikstofminnnende
5
abiotische/omgevings-gradiënten (warmte, vochtigheid, licht, wind). Daarnaast is er een
onbeperkt aanbod aan micro-habitatten (bv. dood/rottend hout, composthopen, holle
takken, dikke strooisellaag etc.).
Voorbeelden van verschillende vegetatietypes in de groenstrook Saffierstraat: a) bosachtig biotoop,
b) grasland en c) verwilderde tuin. De straatkant wordt afgesloten door een zeer oude haag (> 70
oud) grotendeels bestaande uit Japanse haagliguster. Deze haag is van grote invloed op de ecologie
van de groenstrook Saffierstraat. Ze zorgt voor zowel een schaduwrijk/vochtig als zeer warm
microklimaat in sommige percelen, alsook voor rust voor de aanwezige fauna. De haag bloeit zeer
rijkelijk van in juni/ juli en wordt bezocht door duizenden honingbijen, maar ook door tal van
hommels, zweefvliegen, kevers en vlinders.
Insecten
In totaal werden 44 inventarisatierondes gelopen (duur 1-4 uur, totaal ca. 130 uur, tussen 2
april en 29 juli 2021) met het doel insecten te determineren. De strook werd ook
verschillende malen bezocht eind augustus/september (13 rondes, ca. 20 uur). Initieel werd
slechts een 4/5-tal percelen onderzocht, later werd het zoekgebied uitgebreid door een betere
kennis van de groenstrook. Het spoorwegtalud werd niet intensief onderzocht wegens
ondoordringbaar en/of gevaarlijk. Er werd voor deze inventarisatie geen gebruik gemaakt van
speciale vangstmethodes. De inventarisatie was vooral gericht op de aanwezigheid van
relatief grote insecten die bloemen gebruiken als voedselbron.
In totaal werden ca. 320 verschillende soorten insecten aangetroffen uit de acht onderzochte
soortgroepen (exclusief nachtvlinders, mieren, en spinnen). Gezien het beperkt aantal
inventarisatie-uren, de korte periode (4-5 maanden) en de kleine oppervlakte dat werd
6
onderzocht, is dit slechts een fractie wat er daadwerkelijk aan insecten aanwezig is. Alle
waarnemingen zijn ingevoerd op waarnemingen.be.2
De insectensoorten waargenomen in de groenstrook Saffierstraat kunnen ruwweg
onderverdeeld worden in vier verschillende functionele groepen:
95 bestuivers: ca. 55 soorten wilde bijen en ca. 40 soorten zweefvliegen.
85 rovers en parasieten: ca. 22 soorten sluipwespen, ca. 26 soorten wespen, ca. 26
soorten vliegen, 6 soorten libellen, 5 soorten lieveheersbeestje.
77 planteneters: 11 soorten vlinders, 15 soorten bladwespen, 7 soorten boorvliegen, 37
soorten wantsen en cicaden, 7 soorten sprinkhanen.
66 insecten die leven van micro-organismen in organisch materiaal en/of rottend hout:
ca. 35 soorten kevers en ca. 31 soorten vliegen.
De ecologische functie van deze soorten varieert per levensstadia. De classificatie geeft aan
dat er een complexe en goed ontwikkelde insectengemeenschap aanwezig is in de
groenstrook Saffierstraat.
Specifieke bevindingen
1. Er werden in totaal 11 soorten dagvlinders aangetroffen. Het betreft voornamelijk soorten
die algemeen voorkomen in Vlaanderen. Het aantal waarnemingen van dagvlinders in de
groenstrook Saffierstraat lag tijdens de inventarisatieperiode (van 2 april tot en met 29 juli
2021) opmerkelijk hoger in vergelijking met nabijgelegen natuurreservaten Klein-
Zwitserland en Wolvenberg, en omliggende parken (Te boelarpark en Boekenbergpark)
Opvallend is de zeer hoge dichtheid aan Bont Zandoogje. Ook het Boomblauwtje komt zeer
algemeen voor in de groenstrook Saffierstraat. Er werden ook voor de stad schaarse soorten
gezien zoals Groot dikkopje en Oranjetipje. Deze laatste soort is een belangrijke doelsoort
van het Groenplan stad Antwerpen. Waarnemingen van Koninginnepage (2018) en het
zeldzame Scheefbloemwitje (2021) in een tuin grenzend aan de groenstrook Saffierstraat
tonen aan dat er meer vlinders passeren in de groenstrook Saffierstraat.
Deze nieuwe gegevens, samen met waarnemingen van vlinders uit omliggende gebieden
(bron: Waarnemingen.be) leveren belangrijke inzichten in de lokale dynamiek van insecten
populaties.
● Verspreidingskaarten van soorten gebonden aan bos- en parkachtige biotopen, zoals
Boomblauwtje en Bont zandoogje, laten zien dat de groenstrook Saffierstraat onderdeel
vormt van een meta-populatie bestaande uit afzonderlijke populaties in het
Boekenbergpark (Deurne), Fort 3 (Borsbeek), Klein-Zwitserland (Mortsel) en Wolvenberg
(Berchem). Deze populaties lijken in verbinding te staan (d.w.z. er vindt uitwisseling
plaats) zowel via stedelijk omgeving als via groenstroken langs Spoorlijn 15.
● Een ander patroon is te zien voor soorten van open biotopen en ruigtes, zoals Oranjetipje
en Groot Dikkopje. Groenstroken langs spoorlijn 15, waaronder de groenstrook
Saffierstraat, fungeren als een cruciale verbinding tussen afzonderlijke
2 Waarnemingen.be, de website voor natuurinformatie van Stichting Observation International,
Natuurbank Nederland (NBNL) en Natuurpunt (https://waarnemingen.be)
7
(kern)populaties van deze soorten (Fort 3/Klein-Zwitserland en Wolvenberg/Ringpark
Groene Vesten). In het geval van Groot Dikkopje zijn er lokaal langs het spoor, zoals in de
groenstrook Saffierstraat, kleine populaties en/of territoria aanwezig. Voor soorten
gebonden aan hooilanden/bosranden, zoals het Oranjetipje, lijkt de groenstrook
Saffierstraat eerder primair een functie te hebben als verbindingsroute (corridor). Er
werden twee mannetjes waargenomen in april die zich richting Ringpark Groen Vesten
bewogen. Deze patronen zijn hoogstwaarschijnlijk illustratief voor andere minder
makkelijk waarneembare insectensoorten.
Verspreidingspatronen
van vier soorten dagvlinders tussen april 2016 en juli 2021 in stad
Antwerpen/district Berchem: a) Boomblauwtje, b) Bont zandoogje, c) Oranjetipje en d) Groot
dikkopje. Merk op dat de aanwezigheid van deze vlinders in de groenstrook Saffierstraat voornamelijk
is gebaseerd op waarnemingen uit het afgelopen jaar (april-juli 2021).
8
2. De Groenstrook Saffierstraat De herbergt een zeer unieke hommelgemeenschap bestaande
uit minimaal negen soorten, waarvan drie soorten gecatalogeerd zijn als ‘Bijna Bedreigd’
op de recente Rode lijst van België (Grote Koekoekshommel, Tuinhommel en
Veldhommel) (Drossart et al. 2019). Er werden ook verschillende individuen waargenomen
van de Vierkleurige koekoekshommel, welke schaarse soort in een recente analyse is
gecatalogeerd als ´Kwetsbaar´ (Rollin et al. 2020). Verspreidingskaarten, gebaseerd op
gegevens ingevoerd in waarnemingen.be, laten zien dat stad Antwerpen een belangrijk
bolwerk vormt voor de Grote koekoekshommel binnen Vlaanderen/België. In de groenstrook
Saffierstraat, samen met Bospolder (Ekeren), en in mindere mate de Bremweide (Deurne),
bevonden zich de grootste concentraties/aantallen van deze soort binnen stad Antwerpen in
2021. Ook de aantallen van andere schaarse hommels in groenstrook Saffierstraat behoren tot
de hoogste van stad Antwerpen. De meeste hommels werden aangetroffen op allerhande
inheemse als uitheemse flora,
Waarnemingen van schaarse hommelsoorten in april-augustus 20201 in stad Antwerpen: a) Grote
Koekoekshommel, b) Vierkleurige koekoekshommel, c) Tuinhommel, d) Veldhommel
9
3. Naast 9 soorten hommels, werden in totaal nog 46 soorten wilde bijen vastgesteld. Ook
binnen deze groep werden twee soorten aangetroffen die gecatalogeerd zijn als ‘Bijna
Bedreigd’ op de recente Rode lijst van België (Bruine rouwbij en Kruiskruidzandbij)
(Drossart et al. 2019). Ook werden verschillende exemplaren waargenomen van de
Zesvlekkige groefbij, die gecatalogeerd is als ‘Bijna Bedreigd’ op Europees niveau (Nieto
et al., 2014). Voor al deze drie soorten fungeert de groenstrook Saffierstraat als
voortplantingsgebied.
De bijengemeenschap wordt gekenmerkt door een grote verscheidenheid aan levenswijzen en
morfologie. Circa 64% van de vastgestelde wilde bijen heeft een solitaire levensstijl, 16%
een semi-sociale levenswijze, en 20% zijn broedparasieten. De gastheer werd (met
uitzondering van één soort) ook steeds aangetroffen. Van de 36 non-parasitaire bijen nestelt
ongeveer 60% ondergronds en 40% bovengronds. Het merendeel van de waargenomen
soorten (80%) zijn generalisten wat betreft hun voorkeur voor bloemen. Er werden echter ook
acht soorten (20%) aangetroffen met een gespecialiseerde bloemvoorkeur. De meeste soorten
werden aangetroffen op inheemse bloemen, maar ook een aantal cultivars werden veelvuldig
bezocht.
Waarnemingen van de Gewone Slobkousbij suggereren een functie van de groenstrook
Saffierstraat als corridor aangezien deze soort voor de reproductie afhankelijk is van pollen
van de Grote wederik. Deze plant komt niet voor deze groenstrook, maar wel in Klein-
Zwitserland en de Wolvenberg. Waarnemingen van zeer kleine bijensoorten (o.a.,
dwergbloedbij (soort onbekend)), dwergzandbij (soort onbekend), Gewone kleine wespbij,
en Kleine klokjesbij), en hoge dichtheden aan groefbijen, laat zien dat de groenstrook
Saffierstraat en belangrijke onderdeel vormt van het verspreidingsgebied en/of de
verspreiding bevordert van minder mobiele bijensoorten.
De groenstrook Saffierstraat herbergt een grote diversiteit aan wilde bijen: a) Breedbandgroefbij,
b) Roodgatje, c) Smalbandwesbij, d) Wimperflandkzandbij e) Glimmende smaragdgroefbij , f)
Vosje, g) Zesvlekkige groefbij, h) Tweekleurige zandbij
4. Gedurende twee periodes, tijdens de bloei van Paardenkastanje (mei) en Japanse
haagliguster (eind juni/begin juli) gonst het in de groenstrook Saffierstraat van de insecten.
Het betreft vooral hommels en honingbijen, naar schatting enkele duizenden individuen. De
Japanse haagliguster wordt ook veelvuldig bezocht door zweefvliegen, kevers en vlinders.
5. Zweefvliegen zijn belangrijke bloembestuivers. Ze vertonen een zeer grote
verscheidenheid aan voorplantingswijzen. De grote diversiteit aan zweefvliegen (ca. 38
10
soorten) is een goede indicatie voor de aanwezigheid van een grote variatie aan micro-
habitats (organisch afval, water, dood hout), alsook bladluizen, die voor veel soorten dienen
als voedsel voor larven. Er werden verschillende schaarse tot zeldzame soorten aangetroffen.
Een aantal algemenere soorten komen in zeer hoge dichtheden voor in de groenstrook
Saffierstraat.
Een bijzonder waarneming is die van de zeldzame ‘Normale Fopblaaskop’. Deze soort
werd dit jaar ook aangetroffen in de Wolvenberg en is eerder vastgesteld in Klein-
Zwitserland (2018). Dit duidt op belang van deze drie gebieden voor de bescherming van
deze unieke zweefvliegensoort.
De groenstrook Saffierstraat herbergt veruit de hoogste dichtheden aan Hommelreus,
Stadsreus en Witte Reus in stad Antwerpen. Deze soorten behoren tot de grootste
zweefvliegen van Europa en staan bekend om hun unieke levenswijze en biologie.
- Hommelreuzen lijken op hommels qua beharing en kleurvormen, en behoren tot de
bekendste vormen van mimicry. De larven leven in hommelnesten. De grote aantallen van
deze soort onderstrepen daarom de aanwezigheid van een zeer goed ontwikkelde (en
stabiele) hommelgemeenschap in de groenstrook Saffierstraat.
- Stadsreuzen komen zeer talrijk voor in deze groenstrook. Het zijn notoire zwervers en
mogelijk worden Stadsreuzen uit de wijde omgeving aangetrokken door de aanwezigheid
van nectarrijke cultivars. Dit geldt wellicht ook voor veel andere zweefvliegsoorten. Er
zijn ook aanwijzingen dat de groenstrook Saffierstraat fungeert als nestel- en
overwinteringsgebied voor Hoornaars, hun belangrijkste gastheer.
De dichtheden van a) Stadsreus (en b) Hommelreus in de groenstrook Saffierstraat zijn het hoogste
van de hele zone stad Antwerpen (gegevens uit 2021). Het is de enige locatie in Antwerpen waar
Hommelreuzen op regelmatige basis werden waargenomen.
11
6. Er werden 6 soorten libellen waargenomen waaronder de zeldzame Zwervende
pantserjuffer, welke een belangrijke doelsoort is van het Groenplan Antwerpen. Deze
waarnemingen bevestigen de belangrijke functie van deze groenstrook als (veilige) corridor.
7. Opmerkelijk zijn de waarnemingen van 6 soorten blaaskopvliegen (parasitaire vliegen met
wespen, bijen, en hommels als gastheer). Er werden 4 schaarse tot zeer zeldzame soorten
waargenomen op Wollige munt in één enkel perceel (Gewoon knuppeltje, Zilveren blaaskop,
Slanke blaaskop en Stekeldrager). De vaststelling van deze soorten op dezelfde plant is
hoogst uitzonderlijk. Er werden ook 3 schaarse tot zeldzame parasitaire hongerwespen
waargenomen (Gasteruption jaculator, Gasteruption erythrostomum, Gasteruption
assectator). De aanwezigheid van deze unieke insectensoorten is zonder meer indicatief voor
de hoge biodiversiteitswaarde van de groenstrook Saffierstraat.
8. Ook binnen andere soortgroepen werden tal van zeldzame soorten waargenomen (o.a.,
Kamperfoeliebladwesp, Ovale dennenspringer (springspin), Mexicaanse zwartsteel
(langsteelgraafwesp), Borstelbekboorvlieg (maart 2022), soorten niet eerder waargenomen in
stad Antwerpen (Blinkende prachtkever, Nowickia ferox (sluipvlieg), Zandschildwants),
en/of schaarse stadssoorten (o.a., Oranje stekelwapenvlieg, Groene glimwapenvlieg, Grote
rupsendoder, Groene kruidenboktor, Bosgeelvlekbladjager, Sprinkhaanvlieg). Zie uitgebreide
inventarisatierapport voor meer details).
Waarnemingen van schaarse tot zeer zeldzame blaaskopvliegen in de groenstrook Saffierstraat: a)
Gewoon knuppeltje, b) Zilveren blaaskop, c) Slanke blaaskop, en d) Stekeldrager. Al deze soorten
werden waargenomen in hetzelfde perceel op Wollige munt.
12
Vergelijking soortensamenstelling met nabijgelegen natuurreservaten
De diversiteit aan insecten (d.w.z., uit specifiek onderzochte soortgroepen) vastgesteld in de
groenstrook Saffierstraat komt in grote lijnen overeen met de diversiteit aan insecten
vastgesteld de afgelopen vijf jaar in nabijgelegen natuurreservaten Klein-Zwitserland en de
Wolvenberg (bron: waarnemingen.be, voor details zie uitgebreide inventarisatierapport). Dit
is opmerkelijk gezien de korte inventarisatie periode, uitgevoerd door slechts één persoon, en
de beperkte oppervlakte van deze strook (2,7 ha) in vergelijking met de totale oppervlakte
van beide andere natuurreservaten (Klein-Zwitserland (6,4 ha), Wolvenberg (12 ha)). De
bevindingen zijn ook interessant omdat, in tegenstelling tot Klein-Zwitserland en
Wolvenberg, de groenstrook Saffierstraat zich heeft ontwikkeld onder een ander type beheer.
Daarnaast lijken er grote verschillen te bestaan in soortensamenstelling en/of abundantie van
bepaalde insectensoorten. Voor een aantal soorten vlinders, wilde bijen (en hommels in
het bijzonder), en unieke zweefvliegsoorten vormt de groenstrook Saffierstraat een
cruciaal leefgebied met zeer hoge dichtheden. Dit toont het belang van het behoud van
verschillende groengebieden met specifiek eigen kenmerken voor het waarborgen van
de totale insectendiversiteit in stedelijk gebied.
Vogels
Er heeft slechts een beperkte inventarisatie plaatsgevonden van aanwezige broedvogels. De
aantallen broedvogels (territoria) zullen de komende jaren in detail worden onderzocht.
1) In totaal werden een 12-tal broedvogels vastgesteld. Dit betreft voornamelijk algemene
soorten die men in een stedelijke omgeving verwacht zoals Heggemus, Roodborst,
Winterkoning, Kool- en Pimpelmees, Merel, Houtduif en Turkse tortel. Doorheen de
groenstrook Saffierstraat werden veel zingende Zwartkoppen en Tjiftjaf opgemerkt. Met
name Zwartkop komt zeer talrijk voor. Deze soort wordt in Europa gezien als de beste
indicator van hoogkwalitatief stadsgroen (Morelli et al. 2021).
- Er werden twee territoria van de Huismus vastgesteld. Op één van deze locaties werd een
vrouwtje met twee jongen waargenomen in Bamboe. De Huismus is de afgelopen 20 jaar
sterk in aantal afgenomen en gecatalogeerd als Kwetsbaar op de recente Rode lijst van
België (Devos et al. 2016).
- Ook werden vijf zangposten van Zanglijster vastgesteld (april-juli 2021). De groenstrook
Saffierstraat is een aantrekkelijk broedgebied voor deze soort omwille van het dichte
struikgewas en de aanwezigheid van insecten, pissebedden en slakken. Recente analyses
uitgevoerd door het INBO tonen een sterke afname in aantallen Zanglijsters in de
afgelopen 10 jaar in Vlaanderen (Onkelinx, Vermeersch en Devos. 2020).
- Opvallend is het groot aantal zangposten van de Heggenmus. Deze soort is grotendeels
afwezig in omliggende parkgebieden (Steeman et al. 2018, zie ook figuur onder). Ook de
Heggenmus komt tegenwoordig een stuk minder talrijk voor in vergelijking met 10 jaar
geleden (Onkelinx, Vermeersch en Devos. 2020).
Het belang van stadsgroen als broedgebied voor deze algemene soorten mag dus niet worden
onderschat. Zowel in het (schaarse) openbaar groen als in de particuliere stadstuinen is het
voedselaanbod vaak zeer beperkt. Daarnaast hebben ze er te maken met een zeer hoge
predatiedruk met name door katten.
13
Twee algemene broedvogels in de groenstrook Saffierstraat: a) Roodborst en b) Heggenmus. Ondanks
sterke overlap in dieet tussen beide soorten (insecten en kleine zaadjes) is de Heggenmus, in
tegenstelling tot de Roodborst, grotendeels afwezig in nabijgelegen parkgebieden (Brilschans-, Te
Boelaer-, en Boekenbergpark). In de groenstrook Saffierstraat komt de Heggemus zeer talrijk voor.
Dit toont de voorkeur van deze soort voor verruigd groen (kreupelhout, dichte vegetatie,
braamstruweel of brandnetelruigte) welk type habitat afwezig is in intensief beheerde parkachtige
biotopen. Verspreidingskaarten gebaseerd op waarnemingen in 2021 (bron: Waarnemingen.be)
2) Niet-broedvogels: Een Kleine karekiet en een Bosrietzanger werden respectievelijk begin
mei en half juli 2021 kort zingend aangetroffen in de dichte begroeiing van de
spoorwegtalud. Het betreft hier waarschijnlijk een mannetjes op doortrek en een zwervend
mannetje op zoek naar een territorium. Een Groene specht werd op verschillende locaties
gehoord van begin tot half juli. Vanaf september werden Grote bonte spechten en Gaaien
waargenomen op verschillende locaties. Het betreft in al deze gevallen waarschijnlijk
rondzwervende exemplaren. In de winter werden ook regelmatig vinken waargenomen. Het
valt te verwachten dat de groenstrook Saffierstraat in de nabije toekomst meer geschikt wordt
als broedgebied voor deze vogelsoorten van bosachtige biotopen. Meer algemeen bevestigen
deze waarnemingen het belang van de groenstrook Saffierstraat als corridor en tijdelijk
foerageergebied3. Er passeren zonder twijfel veel meer trek- en rondzwervende vogelsoorten.
Begin juli 2021 werd een opvallend grote groep van minimaal 25 jonge Pimpelmezen, en
enkele Koolmezen, waargenomen. Eind augustus/begin september werden veel, vooral jonge
Pimpelmezen aangetroffen, alsook groepjes met rondtrekkende Staartmezen. Ook deze laatste
3 Wanneer dieren regelmatig een bepaald gebied gebruiken om er zich te voeden spreekt men van een
foerageergebied
14
soort is gecatalogeerd als Kwetsbaar op de Rode lijst van België (Devos et al. 2016). De
aanwezigheid van grote aantallen mezen is opmerkelijk. Vanwege het koude voorjaar was het
broedsucces van mezen dit jaar wellicht laag. Daarnaast is het bekend dat mezen in de stad
een lager broedsucces hebben in vergelijking met niet-verstedelijkte omgeving. Mogelijks
verzamelen jongen mezen uit de ruime omgeving zich in de groenstrook Saffierstraat. In
ieder geval duidt de aanwezigheid van veel mezen op een goede voedselsituatie in deze
strook. Er werden ook regelmatig jagende Sperwers waargenomen.
Een ruiveer van een sperwer (3de kalenderjaar man) werd gevonden op 20 juli niet ver van
een geplukte zanglijster
Zoogdieren
Tijdens deze inventarisatie is niet specifiek naar zoogdieren gezocht. Desalniettemin werden
een aantal interessante soorten aangetroffen.
1) De aanwezigheid van een Steenmarter werd voor het eerst vastgesteld met behulp van een
wildcamera op 8 november (zie foto onder). De soort werd daarna gedurende de winter en het
voorjaar (maart 2022) zeer regelmatig op foto vastegelegd. Dit toont dat de groenstrook
Saffierstraat een zeer belangrijk onderdeel is van het leefgebied van deze soort. Het
vermoeden bestaat dat er al geruime tijd steenmarters aanwezig zijn in de groenstrook
Saffierstraat. Het is overigens zeer aannemelijk dat er af en toe ook vossen passeren. De
aanwezigheid van steenmarters in de groenstrook Saffierstraat bevestigen algemene trends
dat de soort zich steeds beter lijkt aan te passen aan stedelijke omgeving. Het zijn zeer
nuttige dieren die leven van ratten en muizen en dus een belangrijke bijdrage leveren
aan de natuurlijke bestrijding van plaagdieren. Ook insecten, fruit en bessen (bramen)
vormen een belangrijk onderdeel van hun dieet. Hun aanwezigheid is zonder meer illustratief
voor de hoge biodiversiteitswaarde van de groenstrook Saffierstraat.
2) Vrijwel alle bewoners van de Saffierstraat melden de regelmatige aanwezigheid van egels
doorheen de groenstrook en in omliggende tuinen. In september/oktober 2021 werden egels
waargenomen op 3 verschillende locaties. Op 11 november werd een egel vastgelegd met
behulp van een wildcamera. Ook in maart 2022 werden egels waargenomen op drie
verschillende locaties. De afgelopen jaren is de populatie egels in Vlaanderen drastisch
afgenomen (Van der Veken et al. 2019). De groenstrook Saffierstraat vormt een uitermate
geschikt leefgebied voor egels vanwege de gevarieerde vegetatiestructuur met veel dekking,
15
en een hoog voedselaanbod (regenwormen, slakken, spinnen en allerhande insecten). De
dichtheid aan egels ligt vermoedelijk zeer hoog.
Steenmarter Egel
3) In het voorjaar (maart/april 2022), tijdens de zomermaanden en in het najaar (september)
werden regelmatig jagende vleermuizen waargenomen. Het is echter onbekend om welke
soorten het gaat. Voor de determinatie van vleermuizen is specialistische apparatuur nodig
(o.a., bat-detectors), welke niet voor handen was tijdens deze eerste inventarisatie.
De aanwezigheid van vleermuizen in de groenstrook Saffierstraat verdient extra aandacht.
Een groot aantal soorten is tegenwoordig aangeduid als regionaal of provinciaal prioritair
(Maes et al. 2021). Verschillende nabijgelegen groengebieden dienen als belangrijk
foerageer-, broed- en/of overwinteringsgebied voor vleermuizen (o.a. Boekenbergpark
(Steeman et al. 2016), Brilschanspark (Steeman et al. 2018) en Habitatrichtlijn gebied
Fortengordel/Fort 3 (Borsbeek)(van Ballaer & Boers 2014), en in minder mate ook
Wolvenberberg (Tamsyn et al. 2020). Naast een functie als foerageergebied, bevordert de
groenstrook Saffierstraat wellicht verplaatsingen tussen de verschillende jacht- en/of
/broedgebieden binnen en buiten de stad. Er is sprake van weinig tot geen lichtvervuiling in
de groenstrook Saffierstraat. Dit komt enerzijds door de afwezigheid van verlichting aan de
kant van de spoorwegberm, en anderzijds door het dempende effect van het dichte bladerdek
(o.a., van Paardenkastanje) op de straatverlichting aanwezig in de Saffierstraat (zie bv ook
Straka et al. 2019).
4) Rode eekhoorn werden op vier verschillende locaties aangetroffen in de groenstrook
Saffierstraat in augustus 2020, januari 2022 en maart 2022. Waarnemingen van eekhoorns
onderstrepen het belang van de groenstrook Saffierstraat als veilige corridor voor
rondzwervende zoogdieren. Meer algemeen, de aanwezigheid van eekhoorns, steenmarters en
egels, illustreert, naast de hoge biodiversiteitswaarde van deze groenzone, ook het belang van
de groenstrook Saffierstraat als veilig leefgebied en/of verbindingsroute tussen populaties en
binnen territoria. Allen staan ze in de top 5 van meest gemelde verkeersslachtoffers in de
provincie Antwerpen tussen 2017 en 2020 (Jacobs et al. 2021).
Algemene Conclusies
Biodiversiteit in de groene corridor
De groenstrook Saffierstraat is één van de meest verwilderde groenzones in de stad
Antwerpen. De vegetatie bestaat uit een unieke combinatie van inheemse en uitheemse
plantensoorten die volledig zijn geassimileerd. Deze groenstrook herbergt zonder meer een
16
unieke insectengemeenschap. Daarnaast fungeert de groenstrook als belangrijk leef- en
foerageergebied voor verschillende vogel- en zoogdiersoorten, inclusief urbane
toppredatoren zoals Sperwer en Steenmarter. Deze eerste inventarisatie toont aan dat
groenstrook Saffierstraat een veel hogere biodiversiteitswaarde heeft dan aangegeven op de
Biologische Waarderingskaarten.
In de groenstrook Saffierstraat heeft zich in de loop van verschillende decennia een zeer
structuurrijke vegetatie kunnen ontwikkelen met een grote diversiteit aan micro-habitats. De
groenstrook Saffierstraat bevestigt de hoge biodiversiteitswaarde van oude natuur en
het belang van verruigde/onbeheerde groenzones binnen urbane ecosystemen.
De grote diversiteit aan insecten en de complexe samenhang (o.a. door de aanwezigheid
van parasieten en rovers) suggereert een langdurige ontwikkeling van deze
insectengemeenschap. De grote diversiteit aan (broed)parasieten (o.a., koekoekshommels en -
bijen, blaaskopvliegen, hongerwespen, zweefvliegen, sluipvliegen en –wespen) is opvallend
en duidt op de aanwezigheid van stabiele gastheerpopulaties.
De groenstrook Saffierstraat vormt het leefgebied van 5-tal soorten wilde bijen die als Bijna
bedreigd/Kwetsbaar zijn gecatalogeerd op de recente rode lijst van België (Drossart et al.
2019). Ter vergelijking, in het nabijgelegen natuurreservaat Wolvenberg zijn er ook 5 soorten
vastgesteld met deze status (Tamsyn et al. 2020). In de binnenstad van Antwerpen zijn in zes
parken 16 Bedreigde/Bijna bedreigde soorten vastgesteld (Visser 2020). Echter, in de
groenstrook Saffierstraat komen meer verschillende soorten hommels voor dan in de
hele binnenstad van Antwerpen (Visser 2020). De aantallen hommels met status Bijna
bedreigd, maar ook algemenere soorten, zijn het hoogste van de zone stad Antwerpen, en,
bijvoorbeeld, veel hoger in vergelijking met het nabijgelegen Wolvenberg (Tamsyn et al.
2020). Daarnaast werden tal van andere schaarse tot zeldzame insecten aangetroffen uit
verschillende functionele groepen. Het behoud en de bescherming van deze groenstrook
Saffierstraat is daarom van belang voor het behoud van insectensoorten die het moeilijk
hebben op regionaal/landelijk niveau.
De groenstrook Saffierstraat vervult daarnaast een aantal zeer belangrijke ecologische
functies:
Er zijn tal van soorten vastgesteld waarvoor de groenstrook Saffierstraat niet per se
geschikt is als leef- en/of voortplantingsgebied (o.a., Oranjetipje, Zwervende pantserjuffer,
Gewone slobkousbij, Grote rupsendoder, Kleine karekiet, Bosrietzanger, Groene Specht,
Rode eekhoorn). Hun aanwezigheid bevestigt het belang van deze groenstrook als
corridor. Veel van deze soorten blijven tijdelijk hangen waarbij ze gebruik maken van het
groot aantal voedselbronnen (insecten/bloemen) en schuilplaatsen. Voor veel diersoorten
is de groenstrook Saffierstraat de enige (veilige) verbindingsroute tussen het
buitengebied (Fort 3 (Borsbeek), Klein-Zwitserland (Mortsel)) en
Wolvenberg/Brilschanspark/Ringpark Groene Vesten.
Er zijn duidelijke aanwijzingen dat de groenstrook Saffierstraat een belangrijke bijdrage
levert aan de biodiversiteit in de omliggende wijken. Dit wordt met name bevestigd door
waarnemingen van insecten in nabijgelegen tuinen en op gemeentelijke bloemperken,
zoals in de Diksmuidelaan (o.a. hoge aantallen Boomblauwtje, hommels (o.a. werkster van
Aard-, Akker-, Boom-, en Weidehommel), wespen (o.a. Grote snuittordoder,
17
Groefbijendoder, Bijenwolf, en verschillende boktorren, sprinkhanen etc.). Voor al deze
soorten fungeert de groenstrook Saffierstraat als broedgebied/bronpopulatie. Omgekeerd
fungeert deze groenstrook wellicht ook als belangrijk foerageergebied van zangvogels die
in omliggende tuinen broeden (o.a. mezen). De groenstrook speelt naar alle
waarschijnlijkheid een belangrijke rol wat betreft de overlevingskansen van jonge mezen
in hun eerste zomer/winter.
Vanwege het verruigde karakter van deze strook fungeert de groenstrook Saffierstraat als
een cruciaal overwinteringsgebied voor insecten (o.a. Hoornaars, Zweefvliegen,
Citroenvlinder/Dagpauwoog, hommelkoningen, Groefbijen, Bruine winterjuffer).
Meer algemeen kan geconcludeerd worden dat de groenstrook Saffierstraat, in de huidige
vorm, een belangrijke rol speelt in een groot aantal populatie-dynamische processen
(reproductie, overleving, dispersie) en een grote invloed heeft op de biodiversiteit op stads-,
wijk- en districtsniveau.
Voorbeelden van insectensoorten die het belang van de groenstrook Saffierstraat als corridor
illustreren: a) Gewone slobkousbij leeft in vochtige biotopen en is gespecialiseerd op pollen van de
Grote wederik als voedsel voor hun larven. b) Grote rupsendoder graaft broedholen bij voorkeur in
zandgronden/recent opgespoten terrein. c) De Zwevende pantserjuffer is een zeer mobiele soort die
voor de voortplanting gebonden is aan ondiepe en tijdelijke plassen. Voor geen van deze soorten is
hun voortplantingshabitat aanwezig in de (ruime) omgeving van de groenstrook Saffierstraat.
Verspreidingskaartjes zijn gebaseerd op waarnemingen in 2021.
18
Stadsgroen vanuit breder perspectief
Stedelijke groengebieden worden vaak nog beschouwd als kleine stukjes buitengebied in de
stad. Dit ondanks de sterk afwijkende milieucondities en atypische plantenvegetaties
kenmerkend voor urbane ecosystemen (zie van Dyck 2018 voor een uitgebreid overzicht).
Een belangrijke vraag die zich daarom stelt is hoe stadsgroen exact te definiëren, of in
andere woorden, welke factoren bepalen de kwaliteitswaarde van stadsgroen? De
groenstrook Saffierstraat laat zien dat groenzones die als ´rommelnatuur´ of verruigd worden
gezien, of als minderwaardig worden beschouwd, bijvoorbeeld, door de aanwezigheid van
uitheemse soorten/cultivars, wel degelijk zeer interessante diergemeenschappen kunnen
herbergen. De eerste bevindingen van deze inventarisatie bevestigen daarmee het belang
van zogenaamde ‘informele’ (onbeheerde) groenzones als biodiversiteit hotspots in
stedelijke omgeving (zie o.a., Rupprecht et al. 2015 en Verveecken et al. 2021 voor een
voorbeeld uit Brussel). Deze inventarisatie benadrukt daarnaast ook de noodzaak van
veldwerk om de werkelijke biodiversiteitswaarde van groenzones te verifiëren, en dus, het
belang van up-to-date bijstellingen van Biologische waarderingskaarten.
De vastgestelde insectenrijkdom kan in belangrijke mate verklaard worden door de zeer
diverse vegetatiestructuur en –textuur. Mede door de aanwezigheid van cultivars is er een
continue beschikbaarheid aan nectar en pollen vanaf het vroege voorjaar tot in de late
nazomer. Het wordt tegenwoordig breed erkend dat veel insecten gebruik maken van zowel
inheemse als uitheemse bloemen, inclusief cultivars (zie o.a., Matteson & Langellotto 2011,
Baldock et al. 2019, Potter et al. 2019, Turo et al. 2021). De aanwezigheid van uitheemse
plantensoorten/cultivars kan de beschikbaarheid van nectar/pollen verlengen en/of dienen als
specifieke voedselbron voor bepaalde bijen en hommels (Salisbury et al. 2015, zie ook
Harmon-Threatt, A. N., and C. Kremen, 2015). In de groenstrook Saffierstraat werden 122
verschillende insectensoorten aangetroffen op de bloemen van cultivars/uitheemse
sierheester en sierplanten (van Overveld in prep.) Vegetaties bestaande uit uitheemse
planten herbergen vaak specifieke insectengemeenschappen, met zeldzame soorten (Padovani
et al. 2019). De combinatie van inheemse en uitheemse vegetatie-zones kan zorgen voor een
grotere diversiteit aan insecten, ondanks het feit dat het aantal verschillende insectensoorten
aangetroffen op uitheemse planten vaak lager ligt (Padovani et al. 2019).
Hoewel de aanwezigheid van uitheemse plantensoorten/cultivars in de groenstrook
Saffierstraat een factor van belang is die de insectendiversiteit (en hoge dichtheden van
bepaalde soorten) gedeeltelijk verklaart, maken de meeste insecten ook veelvuldig gebruik
van inheemse bloemen als voedselbron. Het belang van inheemse planten/bloemen voor het
De hoge dichtheid aan Bladjagers is een goede
indicatie voor de aanwezigheid van veel kleine
insecten. Dit individu met een sluipwespje als
prooi laat mooi de verschillende niveaus van
populatie-regulatie zien in de groenstrook
Saffierstraat. Deze bladjager zit op het blad van
de Mexicaanse oranjebloesem. Op deze exoot
werden 67 verschillende insecten aangetroffen,
waaronder 21 soorten wilde bijen. Dit toont hoe
gecultiveerde flora een geïntegreerd onderdeel
vormt van het ecosysteem in de groenstrook
Saffierstraat.
19
behoud van insecten, en specifiek herbivore soorten, wordt breed erkend (Samways et al.
2020).In de groenstrook zijn veel bloemen beschikbaar voor insecten en is er een grote
diversiteit in bloemmorfologie. Algemene, en talrijk voorkomende ‘gewone’ kruidachtige
dienen daarbij als belangrijke voedselbron voor tal van insecten, zoals Zevenblad (54
soorten), Jakobskruiskruid (47 soorten) Gewone braam/Dijkviltbraam (32 soorten) en
Kruipende boterbloem (20 soorten).
Zevenblad wordt van vaak beschouwd als een van de meest vervelende en hardnekkigste onkruiden in
de tuin. Het is echter een zeer belangrijke voedselbron voor veel insecten. Tijdens een kort bezoek aan
de spoorwegtalud op 17-6-2021 werden verschillende interessante insecten soorten aangetroffen op
zevenblad op slechts een halve vierkante meter, waaronder: a) Penseelkever, b) Resedamaskerbij
(man), c) Grote narcisvlieg, en d) Kleine wespenboktor.Ook werd een Zijdebij (Colletes spec.) en
Gewone maskerbij waargenomen.
Het is bekend dat, naast de aanwezigheid van voedselbronnen, habitatdiversiteit en
heterogeniteit in micro-habitat (d.w.z. heterogeniteit wat betreft plaatsen om voort te
planten) sleutel factoren zijn die een hoge diversiteit aan insecten bevorderen (o.a., Samways
et al. 2020). Recent onderzoek uitgevoerd in het Verenigd Koninkrijk toont aan dat
bijvoorbeeld volkstuintjes echte insectenhotspots kunnen zijn (Baldock et al. 2019).
Zie bijvoorbeeld ook het volgende citaat in ‘Stille aarde” van Professor Goulsen (2021, p.
317) over het belang van rommelnatuur: ‘Volkstuincomplexen krioelen van leven,
waarschijnlijk juist doordat ze zo rommelig zijn, met hun grote diversiteit aan gewassen en
bloemen, braakliggende of door onkruid overwoekerde delen, inzakkende schuurtjes,
fruitbomen en bessenstruiken, composthopen, een vijvertje hier en daar enzovoort’.
Een uitgebreide studie aan wilde bijen in de binnenstad van Antwerpen laat ook zien dat
extensief (in plaats van intensief) beheer van groen een belangrijke factor is om de
bijendiversiteit te verhogen (Visser 2020, zie ook Verveecken et al. 2021). Dus, kleinschalige
variatie in vegetatiestructuur, en nestel- en foerageerplekken zijn van cruciaal belang voor de
instandhouding van diverse insectengemeenschappen. De functie die deze groenstrook reeds
20
decennia heeft als pachttuinen, en het daaraan gekoppelde extensieve, kleinschalige
onderhoud/gebruik van deze groene ruimte, o.a. als moestuin, heeft wellicht in belangrijke
mate bijgedragen aan de ontwikkeling van de gevarieerde, structuurrijke vegetatie en grote
habitatdiversiteit.
Voorbeelden van boktorren in de groenstrook Saffierstraat: a) Gewone distelboktor, b)
Kleine wespenboktor, c) Zwarttip-smalboktor, en d) Groene kruidenboktor. De larven van de
meeste boktorren leven in dood en rottend hout. Een klein aantal leeft ook in de stengels van
meerjarige kruiden, vaak distels. Ze vormen een belangrijke voedselbron voor tal van andere
insecten en vogels. Door de aanwezigheid van grote hoeveelheden dood hout (houtstapels,
afgebroken takken) zijn de dichtheden aan boktorren, maar ook andere dood-hout-
afhankelijke kevers (o.a., schijnboktorren, prachtkevers en penseelkevers) in de groenstrook
Saffierstraat opvallend hoog.
21
Micro-habitats in de groenstrook Saffierstraat: a) plantenbak met stilstaand water overgroeit met
ruigtekruiden en b) verwaarloosde houtstapel. Deze voorbeelden laten zien dat kleinschalige
menselijke activiteiten een positieve invloed kunnen hebben op lokale insectengemeenschappen.
Een belangrijke bijkomende factor die het groot aantal insecten in de groenstrook
Saffierstraat kan verklaren, is het warme micro-klimaat in sommige percelen, veroorzaakt
door de aanwezige haag in combinatie met het spoorwegtalud (die fungeren als windscherm)
en de zuidwestelijke oriëntatie van de groenstrook (en dus namiddagzon). De vele
waarnemingen van insecten die van oorsprong uit warmere, zuidelijk gebieden komen
bevestigen deze specifieke klimaat condities. Insectensoorten uit Zuid-Europa/Noord-Afrika
en Noord-Amerika (Mexicaanse zwartsteel) werden aangetroffen op bloemen van allerhande
cultivars/exoten, bramen uit de Kaukasus, en, daarnaast, op tal van inheemse planten. De
groenstrook Saffierstraat is een uitermate interessant gebied om deze
diversiteitsontwikkelingen en -patronen verder te observeren en in kaart te brengen.
Een goede verbinding tussen groengebieden is van cruciaal belang voor het behoud van
genetische diversiteit van afzonderlijke dierpopulaties en ter bevordering van
(her)kolonisatieprocessen. Het belang van een goed functionerende corridor binnen urbane
ecosystemen wordt breed erkend (Lepczyk et al. 2017). Dispersie (of zwerfgedrag) is een
uitermate complex fenomeen en de manier waarop verschillende diersoorten zich verplaatsen
is daarnaast zeer divers. Dit kan zowel passief (d.w.z., via wind of luchtstromen, soms met
hulpmiddelen) of actief (d.w.z., vliegend of lopend/kruipend over de grond). Sommige
insectensoorten bijvoorbeeld zullen per toeval ´aanwaaien´, andere maken gebruik van
specifieke vegetatiestructuren of volgen bepaalde landschapslijnen (bv. spoorwegen/bermen,
zie Verveecken et al. 2021). Sommige soorten maken eenmalig gebruik van groenstroken,
anderen verpozen er langer en maken (tijdelijk) gebruik van aanwezige voedselbronnen en/of
schuilplaatsen. Daarnaast kunnen groenstroken ook enkel dienen als overwinteringsplaats of
uitvalsbasis.
Deze eerste inventarisatie toont aan dat de groenstrook Saffierstraat, in zijn huidige
vorm, d.w.z. met zijn gevarieerde, structuurrijke vegetatie, vele abiotische gradiënten,
schuilplaatsen, micro-habitats en grote diversiteit aan voedselbronnen, een belangrijke rol
vervult als corridor tussen groengebieden voor een groot aantal diersoorten. Tal van
insecten (vlinders, libellen, bijen, wespen), vogels (spechten, zangvogels) en zoogdieren
(vleermuizen, Steenmarter, Rode eekhoorn) maken, al dan niet tijdelijk, gebruik van deze
strook. Vanwege de specifieke langgerekte vorm, en ligging tussen twee natuurreservaten, is
de groenstrook Saffierstrook uitermate geschikt om meer inzicht te verkrijgen in het gebruik
van corridors door verschillende diersoorten in stedelijke omgeving.
22
Ecologische impact van een Talud/F11 fietsostrade
De optie verhoogde talud/F11 fietsostrade grenzend aan Spoorlijn 15 zal zorgen voor een
complete vernieling van de actuele groenstrook Saffierstraat. Dit heeft onherstelbare schade
tot gevolg aan de aanwezige fauna. Dit uniek stadsbiotoop verdwijnt simpelweg volledig.
Meer specifiek: de groenstrook Saffierstraat is ca. 1300 meter lang en heeft een gemiddelde
breedte van 20 meter (variërend tussen de 17-25 meter). Het huidige spoorwegtalud heeft een
helling van 34 graden en is voor > 65 % begroeid met houtachtige struiken, boomopslag,
solitaire bomen, bramen, etc. Deze talud vormt een cruciaal verruigings-element in deze
groenzone. De groenstrook Saffierstraat wordt daarnaast al decennialang afgesloten door een
haag van ca. 1100 meter lang. Deze haag is van grote invloed op de ecologie van de
groenstrook Saffierstraat. Ze creëert zowel een schaduwrijk/vochtig als zeer warm
microklimaat in sommige percelen, en zorgt voor rust voor de aanwezige fauna.
De aanleg van de fietsostrade-talud is gepland op de ruimte die medebepalend is voor de
hoge biodiversiteitswaarde van deze strook. De geplande fietsostrade op talud heeft een
geschatte breedte van ongeveer 12 meter (6.5 meter breed aan de bovenzijde, inclusief een
fietspad van 4.5 meter, en een zeer steile talud (45 graden) van ca. 5.5 meter breed). Deze
constructie wordt gebouwd tegen/op de huidige spoorweg talud, ca. 2 meter van de bestaande
bovenzijde spoor. De totale breedte is dus ongeveer 14 meter.
Impact op huidige groenstrook Saffierstraat:
Om deze constructie te bouwen zal er een volledige kaalkap plaatsvinden van 2.6 ha
groen. Dit betreft > 200 bomen, vaak meerstammig, waarvan 75%
inheems/ingeburgerd. Daarnaast verdwijnt een groot aantal, vaak zeer oude (50-70
jaar) inheemse en uitheemse houtachtige struiken.
Na aanleg van fietsostrade op talud zal van de oorspronkelijke groenstrook
Saffierstraat een uiterst beperkte groenstrip overblijven. Voor de aanleg talud
wordt de groene ruimte die bepalend is voor de hoge biodiversiteitswaarde van deze
strook verhard, gedeeltelijk verhard of omgevormd. Een groot gedeelte van de
resterende oppervlakte wordt ingevuld als wandelpad en/of ontmoetingsruimte. Dit
oppervlakte bestaat uit intensief gemaaid gras of wordt verhard met porfier en heeft
dus geen, of een zeer beperkte ecologische waarde.
De kruintakken van de Kastanjebomen gericht op het zuidwesten hebben een lengte
van minimaal 5-7 meter. Het gevolg is dus dat een groot deel van het nieuwe talud,
inclusief fietssostrade, en het resterende horizontale groen, grotendeels in de schaduw
van deze bomen valt. De aanleg van een nieuw talud, met een zeer steile helling van
45 graden, en zeer kortere afstand t.o.v. de Kastanjebomen (enkele meters), zal onder
andere zorgen voor een sterk verminderde lichtinval en neerslag, en dus, een volledige
verandering van de huidige abiotiek.
In werkelijkheid is er dus sprake van een zeer grote afname van de oppervlakte én de
kwaliteit van bestaand stadsgroen. De uitkomst van eventuele toekomstige ecologische
herstel-ingrepen is uiterst onzeker en zonder enige twijfel minimaal in vergelijking tot wat
hier onherroepelijk verloren gaat: een zeer oude, extensief beheerde en ononderbroken
23
groenstrook, waar spontane verruigingsprocessen en habitatontwikkeling decennialang
ongestoord konden plaatsvinden.
Een verminderde variatie in stadsbiotopen leidt onherroepelijk tot een verlies aan
biodiversiteit. De biodiversiteitswaarde van parkachtige biotopen met een sterk
recreatieve functie is daarnaast veel lager in vergelijking met meer natuurlijke,
verruigde groenzones. De huidige groenstrook Saffierstraat is kwalitatief vergelijkbaar met
nabijgelegen natuurreservaten Klein-Zwitserland en Wolvenberg. Voor een aantal
soorten/soortgroepen fungeert de huidige groenstrook zelfs als een beter leefgebied
(zoogdieren zoals egels, eekhoorn, steenmarter, hommels, vlinders en bepaalde
vogelsoorten). De leefgemeenschappen zijn daarnaast meer divers in vergelijking met de
nabijgelegen openbare stadsparken zoals het Te Boelaerpark en Boekenbergpark. Ter
vergelijking: het aantal soorten wilde bijen en wespen waargenomen in 2021 in de
groenstrook Saffierstraat ligt maar liefst 6 keer (!) hoger dan het aantal soorten vastgesteld in
beide stadsparken samen in de afgelopen 10 jaar (ca. 117 vs. ca. 20 soorten, Bron:
Waarnemingen.be). Ook het aantal waargenomen vlinders en andere insectensoorten in de
groenstrook Saffierstraat ligt vele male hoger. Het aantal soorten wilde bijen is vergelijkbaar
met het aantal vastgesteld in Park Spoor Noord, en is bijvoorbeeld hoger dan tot dusver
vastgesteld in het Rivierenhof in Deurne (ca. 45 soorten, bron: Waarnemingen.be). Deze
verschillen in insectendiversiteit zijn opmerkelijk gegeven de grote verschillen in
oppervlakte tussen de groenstrook Saffierstraat (2,6 ha.) en het Boekenbergpark (12
ha.), Te Boelaerpark (18 ha.), Park Spoor Noord (18 ha.) en Rivierenhof (141 ha).
Op geen enkele manier is het win-back principe van toepassing waarbij de schade aan de
natuur groenstrook Saffierstraat terug kan worden gewonnen:
1. Het talud/F11 fietsostrade zal ervoor zorgen dat de meest cruciale factoren van belang
voor een de hoge biodiversiteit, specifiek: i) kleinschalige structuurvariatie (o.a.,
variatie in open en gesloten vegetatiestructuren, gelaagdheid, braamstruweel), ii)
heterogeniteit in micro-habitat (o.a., houtstapels, composthopen, wortelkluiten, dikke
strooisellaag, takkenhopen, holle takken), ii) verschillende abiotische gradiënten
(warmte, licht, vochtigheid, wind), iv) de unieke combinatie van inheemse
ruigtekruiden/bomen en nectarrijke sierheester, planten en bomen, voorgoed
veranderen en verdwijnen. Deze unieke eigenschappen hebben zich over tientallen
jaren kunnen opbouwen.
2. Het talud/F11 fietsostrade zal zorgen voor een zeer sterke verstoring van aanwezige
fauna, veroorzaakt door: i) fietsverkeer op verhoogd fietspad, ii) de kortere afstand
tussen straat en de artificiële groenzones (op en naast helling talud), iii) wandelpaden
doorheen de groenstrook en, iv) bijkomende lichtvervuiling door de fietsostrade. Het
is algemeen bekend dat artificiële nachtverlichting een sterk negatieve impact
heeft op de populatiedynamiek (voortplanting, verplaatsingen, overleving) van
insecten (Owens et al. 2020) en vleermuizen (Voigt et al. 2021), en ook op het
slaapgedrag van lokale zangvogels (Raap, 2018).
3. Deze eerste inventarisatiegegevens van groenstrook Saffierstraat duiden op een
belangrijke corridor functie voor een groot aantal diersoorten, variërend van
insecten, vogels tot zoogdieren. Door zijn gevarieerde, structuurrijke vegetatie, vele
24
abiotische gradiënten, schuilplaatsen, micro-habitats en grote diversiteit aan
voedselbronnen kunnen diersoorten zich tijdelijk verschuilen en overwinteren.
Daarnaast wordt de groenstrook als uitvalsbasis gebruikt door allerlei diersoorten om
de omgeving te exploreren en als voorplantingsgebied. Een verminderde
geschiktheid als voortplantingsgebied, foerageergebied, overwinteringsplaats en
uitvalsbasis zal de algemene ruimtelijke meta-populatie dynamiek (uitwisseling,
vestiging, overleving) van veel diersoorten op (minstens) lokaal niveau zeer sterk
en permanent verstoren.
Het sterk verruigde karakter maakt deze strook uitermate geschikt als veilig
broedgebied en (tijdelijk) foerageergebied voor vogels. De optie Talud/F11
fietsostrade zal, zonder enige twijfel, een sterk negatieve impact hebben op
broedgelegenheid en voedselbeschikbaarheid voor vrijwel alle vogelsoorten
momenteel aanwezig, waaronder Provinciaal Prioritaire Soorten zoals Huismus en
Staartmees (Maes et al; 2021), en soorten die recent sterke afnames laten zien, zoals
Heggenmus en Zanglijster (Onkelinx et al. 2020). Het gevolg van de kaalkap en
herinrichting als parkgebied zal een zeer drastische, en wellicht, een totale
afname zijn in het aantal broedvogels op korte en lange termijn. Extra verstoring
door menselijke activiteit zorgt voor een verlaagd broedsucces o.a. door verhoogde
predatiedruk.
Het sterk verruigde karakter maakt deze strook uitermate geschikt als leefgebied voor
zoogdieren zoals egels en steenmarter. Het resterende groen na heraanleg,
ingericht als recreatieve parkstrook naast een steile grasberm, voldoet niet aan
de habitateisen van deze zoogdiersoorten. De aanleg van de fietsostrade zal zonder
twijfel verder bijdragen aan de sterke achteruitgang van egels in Vlaanderen. Los van
de sterk verminderde oppervlakte en kwaliteit als leefgebied na heraanleg, zal de
huidige populatie volledig worden weggevaagd tijdens de werkzaamheden. De
corridor functie voor eekhoorns zoals momenteel het geval verdwijnt volledig en
zorgt voor een verminderde connectiviteit tussen afzonderlijke populaties.
Er is momenteel geen informatie beschikbaar over welke vleermuissoorten, en op
welke manier deze soorten, gebruik maken van de groenstrook (d.w.z. als
foerageergebied, dispersie- en/of migratie route). Dit ondanks de aanwezigheid van
veel vleermuispopulaties in naburige parken/natuurreservaten en bedreigde status van
veel vleermuizen. De impact van nieuwe licht barrières en verminderde aanwezigheid
van voedsel (insecten) op lokale vleermuispopulaties is dus volledig onbekend.
Het sterk verruigde karakter van deze strook, in combinatie met de aanwezigheid van
zowel inheemse planten en nectarrijke sierplanten, maakt van deze strook een unieke
insectenhotspot in Antwerpen. Deze verdwijnt. Dit betreft niet enkel de 55 soorten
wilde bijen, een conservatieve schatting, maar tal van andere insecten variërend van
vlinders, sluipwespen tot boktorren. Na aanleg zal de groenzone grotendeels
worden overschaduwd door aanwezige kastanjebomen waardoor het zeer
gunstige warme microklimaat voor insecten volledig verdwijnt. Schaduw en
25
verminderde neerslag door overdekkend bladerdak zal zorgen voor een beperkte
plantengroei en dus bloemaanbod.
De ecologische interactie tussen groenstrook Saffiestraat en openbaar en particulier
groen in omliggende wijken, district en stadsomgeving, zal drastisch en onomkeerbaar
verminderen.
Alternatief
De schade die veroorzaakt zou worden door de optie talud/F11 is niet compenseerbaar en
enkel te vermijden door alternatieve opties naar voren te schuiven die de huidige groenstrook
Saffierstraat, sparen van enige vorm van verharding en/of drastische heraanleg. Er ligt hier
een uitgelezen kans om deze uiterst waardevolle corridor te bestendigen en vergroten en
zo een aangesloten groenzone van meer dan 3 ha te creëren in stedelijke omgeving. Het
Brilschanspark, en zeker de Wolvenberg hebben een zeer geïsoleerde ligging. Voor deze
gebieden is het behoud en/of uitbreiding van deze groenstrook van groot belang.
Suggesties voor beheer:
Geen
De Saffierstraat bestaat al 100 jaar en heeft zich door de combinatie van natuurlijke
verruigingsprocessen en kleinschalig menselijke activiteiten kunnen ontwikkelen tot een
uniek stadsbiotoop en biodiversiteitshotspot. Alle diersoorten kenmerkend voor
hoogkwalitatieve stadsnatuur zijn aanwezig:
- Zeldzaamheden: Bruine rouwbij, Kruiskruidzandbij (3 locaties) ,
Kamperfoeliebladwesp, Mexicaanse zwartsteel, Gasteruption erythrostomum,
Normale fopblaaskop, Tuingitje, Moesdistelgitje (?), Stekeldrager,
Borstelbekboorvlieg (2 locaties), Zwervende pantserjuffer, Ovale dennenspringer,
Knopige ooievaarsbek
- Belgische rode lijst status “Bijna bedreigd”: Grote koekoekshommel,
Tuinhommel, Veldhommel, Bruine rouwbij, Kruiskruidzandbij
- Europese rode lijst status “Bijna bedreigd”: Zesvlekkige groefbij
- Bijzonderheden: o.a. Slanke blaaskop, Zilveren blaaskop, Bollenzweefvlieg spec.,
Kleine elfenbankjesbreedvoet, Hommelreus, Grote rupsendoder, Oranje
stekelwapenvlieg, Groene glimwapenvlieg, Bosgeelvlekbladjager, Sprinkhaanvlieg
- Nieuwe soorten Antwerpen stad: Blinkende prachtkever, Zandschildwants,
Nowickia ferox
- Lokale doelsoorten: Zwervende pantserjuffer, Oranjetipje, Daslook, Rapunzelklokje,
Boszegge
- Vogels: Staartmees, Huismus (Kwetsbaar/Provinciaal prioritair), Zanglijster,
Heggenmus (sterk afgenomen), Zwartkop (indicator kwalitatief stadsgroen).
- Zoogdieren: Steenmarter, Rode eekhoorn, Egel, vleermuizen (soorten onbekend)
De groenstrook saffierstraat herbergt naar alle waarschijnlijkheid één van de beste
broedgebieden voor hommels in de wijde omgeving. Daarnaast werden nog ca 90
26
verschillende soorten bestuivers vastgetseld, waaronder zeer hoge dichtheden aan
Stadsreus en Hommelreus. Deze goed ontwikkelde populatie aan bestuivers, een
functioneel zeer belangrijke groep die sterk onder druk staat (Goulson 2021) verdient
ten alle tijden een volledige bescherming.
De Saffierstraat bestaat al 100 jaar en heeft zich door de combinatie van natuurlijke
verruigingsprocessen en kleinschalig menselijke activiteiten kunnen ontwikkelen tot een
uniek stadsbiotoop en biodiversiteitshotspot. Alle diersoorten kenmerkend voor
hoogkwalitatieve stadsnatuur zijn aanwezig.
Onderzoek over hoe optimaal behoud van de habitat-heterogeniteit en de micro-habitats in
Groenstrook Saffierstraat gecombineerd kan worden met geleidelijke optimalisatie van
enkele percelen, zou een unieke casus bieden om de complexe processen, werkzaam binnen
concept ´stadsnatuur´, grondig te belichten. Omwille van de historiciteit en verbondenheid
met de omliggende Tuinwijken enerzijds én de biodiversiteit, vastgesteld in groenstrook
Saffierstraat anderzijds, biedt groenstrook Saffierstraat een uitgelezen kans om
natuurparticipatie en -educatie, recreatief tuingebruik, en moestuingebruik verder te
onderzoeken én te integreren in de bredere stedelijke context. Een volledige omvorming
van de groenstrook Saffierstraat is absoluut niet nodig of gewenst. Bijvoorbeeld, enkele
nisvormige openingen met rustruimtes kunnen deze strook verder openbaar maken, en
daarnaast een blijvende bescherming van de reeds aanwezige biodiversiteit vrijwaren. Er
dient niet gestreefd worden naar een volledige ´doorwaadbaarheid´ van de groenstrook
Saffierstraat, noch naar een volledige ´opening´ van de groenstrook Saffierstraat naar de
straat toe (door bijvoorbeeld verwijderen van Japanse Liguster, en andere haagsoorten).
Een groot gedeelte van deze groenstrook Saffierstraat, zou, dankzij de reeds aanwezige
unieke wisselwerking tussen (i) zeer gedifferentieerde micro-habitats, (ii) aanwezigheid van
aanpalende natuurgebieden, (iii) lokaal ´beheer´ door buurtbewoners, -factoren die allemaal
leiden tot de bijzonder biodiversiteit van groenstrook Saffierstraat-, een volledige
bescherming als natuurgebied moeten kunnen genieten. Het participatieve beheer en
gebruik door de buurtbewoners toont reeds 100 jaar aan hoe groot de nood is voor een groen
project, midden in stedelijk gebied, dat ecologie en socialiteit aan elkaar koppelt. Een
project, dat op datum van schrijven, 2021, niet minder acuut, dringend en noodzakelijk is dan
100 jaar geleden, integendeel. De keuze voor optie talud/F11 zou deze uitzonderlijke
opportuniteit voorgoed teniet doen.
Samenvattend kunnen we stellen dat de groenstrook Saffierstraat haar ecologische waarde in
grote mate schuilt in de talrijke micro-habitats en de grote diversiteit aan microklimaten. Een
groengebied van 2,7 ha, midden in stedelijk gebied, waarin deze gelaagde structuren reeds
gedurende tientallen jaren zijn ontstaan en ontwikkeld, en waardoor deze groenstrook haar
belangrijke corridorfunctie tussen omliggende groengebieden en natuurreservaten vervult,
zijn uniek en verdienen onze uiterste zorg en bescherming.
Referenties
Baldock, K. C. R., M. A. Goddard, D. M. Hicks, W. E. Kunin, N. Mitschunas, L. M. Osgathorpe,
S. G. Potts, K. M. Robertson, A. V. Scott, G. N. Stone, I. P. Vaughan, and J. Memmott
(2015). Where is the UK’s Pollinator Biodiversity? The Importance of Urban Areas for
27
Flower-Visiting Insects. Proceedings of the Royal Society B: biological sciences
282:2014284.
Baldock, K. C. R., M. A. Goddard, D. M. Hicks, W. E. Kunin, N. Mitschunas, H. Morse, L. M.
Osgathorpe, S. G. Potts, K. M. Robertson, A. V. Scott, P. P. A. Staniczenko, et al.
(2019). A systems approach reveals urban pollinator hotspots and conservation
opportunities. Nature Ecology & Evolution 3:363–373.
De Caigny, S. (2010). De tuin als kamer van het huis. De betekenis van de (volks)tuin voor het
wonen in Vlaanderen in het interbellum in: Volkstuinen. Een geschiedenis (red. Segers Y.,
Van Molle, L.) Leuven:Davidsfonds, KADOC-KULeuven, 306 p.
Devos, K., Anselin, A., Driessens, G., Herremans, M., Onkelinx, T., Spanoghe, G., ... Maes, D.
(2016). De IUCN Rode Lijst van de broedvogels in Vlaanderen (2016). (Rapporten van het
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek; Nr. INBO.R.2016.11485739). Instituut voor Natuur-
en Bosonderzoek. https://doi.org/10.21436/inbor.11485739
Drossart M., Rasmont P., Vanormelingen P., Dufrêne M., Folschweiller M., Pauly A., Vereecken
N.J., Vray S., Zambra E., D'Haeseleer J. & Michez D. 2019. Belgian Red List of bees.
Belgian Science Policy 2018 (BRAIN-be - (Belgian Research Action through
Interdisciplinary Networks). Mons: Presse universitaire de l’Université de Mons. 140 p.
Goulson, D. (2021). Silent Earth: Averting the Insect Apocalypse. Vintage Publishing, London,
United Kingdom.
Hall, D. M., G. R. Camilo, R. K. Tonietto, J. Ollerton, K. Ahrné, M. Arduser, J. S. Ascher, K.
C.R. Baldock, R. Fowler, G. Frankie, D. Goulson, et al. (2017). The city as a refuge for insect
pollinators. Conservation biology 31:24-29.
Hallmann, C. A., M. Sorg, E. Jongejans, H. Siepel, N. Hofland, H. Schwan, W. Stenmans, A.
Müller, H. Sumser, T. Hörren, D. Goulson, and H. de Kroon (2017). More than 75
percent decline over 27 years in total flying insect biomass in protected areas. PLoS One 12:
e0185809
Hallmann, C. A., A. Ssymank, M. Sorg, H. de Kroon, and E. Jongejans (2021). Insect biomass
decline scaled to species diversity: General patterns derived from a hoverfly community.
PNAS 118 e2002554117.
Harmon-Threatt, A. N., and C. Kremen (2015). Bumble bees selectively use native and exotic
species to maintain nutritional intake across highly variable and invaded local floral
resource pools. Ecological Entomology 40: 471–478
Jacobs A., Swinnen K. & Vercayie D. (2021). Registratie van faunaslachtoffers in het
verkeer:“Dieren onder de wielen 3.0”. Natuurpunt Studie i.o.v. Vlaamse Overheid,
Departement Omgeving. Rapport Natuurpunt Studie 2021/1, Mechelen.
Lepczyk, C. A., M. F. J. Aronson, K. L. Evans, M. A. Goddard, S. B. Lerman, and J. S. Macivor
(2017). Biodiversity in the City: Fundamental Questions for Understanding the Ecology of
Urban Green Spaces for Biodiversity Conservation. Bioscience 67:799–807.
Matteson, K. C., and G. A. Langellotto (2011). Small scale additions of native plants fail to increase
beneficial insect richness in urban gardens. Insect Conservation and Diversity 4:89-98.
Maes D, De Knijf G, Devos K, Gouwy J, Gyselings R, Packet J, Speybroeck J, Swinnen
KRR, Thomaes A, Van Den Berge K, Van Landuyt W, Van Thuyne G & Vermeersch
G (2021). Provinciaal Prioritaire Soorten in de provincie Antwerpen. Versie 2021.
Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bos-onderzoek 2021 (51). Instituut voor
Natuur- en Bosonderzoek, Brussel.
Morelli et al. (2021). Top ten birds indicators of high environmental quality in European
cities. Ecological Indicators 133:108397.
Nieto, A., Roberts, S.P.M., Kemp, J., Rasmont, P., Kuhlmann, M., García Criado, M., Biesmeijer,
J.C., Bogusch, P., Dathe, H.H., De la Rúa, P., De Meulemeester, T., Dehon, M., Dewulf, A.,
Ortiz-Sánchez, F.J., Lhomme, P., Pauly, A., Potts, S.G., Praz, C., Quaranta, M., Radchenko,
V.G., Scheuchl, E., Smit, J., Straka, J., Terzo, M., Tomozii, B., Window, J. and Michez,
D. (2014).European Red List of bees. Luxembourg: Publication Office of the European
Union
28
Onkelinx, T., Vermeersch, G., & Devos, K. (2020). Trends op basis van de Algemene
Broedvogelmonitoring Vlaanderen (ABV): Technisch achtergrondrapport. (Rapporten van
het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek; Nr. 10). Instituut voor Natuur- en
Bosonderzoek. https://doi.org/10.21436/inbor.17888433
Owens, A. C. S., P. Cochard, J. Durrant, B. Farnworth, E. K. Elizabeth K. Perkin, and B. Brett
Seymoure (2020). Light pollution is a driver of insect declines. Biological
Conservation 241:108259.
Padovani, R. J., A. Salisbury, H. Bostock, D. B. Roy, and C. D. Thomas (2019). Introduced plants
as novel Anthropocene habitats for insects. Global Change Biology 26:971-988.
Potts S. G., Biesmeijer K., Bommarco R., Breeze T., Carvalheiro L. et al. 2015. Status and
trends of European pollinators. Key findings of the STEP project, Pensoft Publishers,
Sofia, 72 pp..
Potter, C., N. de Vere, L. E. Jones, F. C.R., M. J. Hegarty, H. K.H., A. Diaz, and F. E.L (2019).
Pollen metabarcoding reveals broad and species-specific resource use by urban bees. PeerJ
7:e5999.
Rupprecht, C. D. D., and J. A. Byrne (2015). Informal urban green space: A trilingual
systematic review of its role for biodiversity and trends in the literature. Urban Forestry &
Urban Greening 14:883–908.
Raap, T. 2018. Effects of artificial light at night on the behaviour and physiology of free- living
songbirds, Phd-thesis, University of Antwerp.
Rollin, O., S. Vray, N. Dendoncker, D. Michez, M. Dufrêne, and P. Pierre Rasmont (2020).
Drastic shifts in the Belgian bumblebee community over the last century. Biodiversity and
Conservation 29:2553–2573.
Salisbury, A., J. Armitage, H. Bostock, J. Perry, M. Tatchell, and K. Thompson (2015). Enhancing
gardens as habitats for flower-visiting aerial insects (pollinators): should we plant native or
exotic species? Journal of Applied Ecology 52:1156-1164.
Samways, M. J., P. S. Barton, K. Birkhofer, F. Chichorro, C. Deacon, T. Fartmann, C.
S. Fukushima, R. Gaigher, J. C. Habel, C. A. Hallmann, M. J. Hill, et al. (2020). Solutions
for humanity on how to conserve insects. Biological Conservation 242:108427.
Steeman, R., Boers K., Van Steen G., Willems W. & Lambrechts J. 2018. Raamovereenkomst voor
ecologische monitoring. Kerngebieden Groenplan Stad Antwerpen. Deelopdracht
Brilschans te Berchem Rapport Natuurpunt Studie 2018/13, Mechelen.
Steeman, R., Willems W., Driessens G. & De Ridder J. 2016. Raamovereenkomst voor
ecologische monitoring. Kerngebieden Groenplan Stad Antwerpen. Deelopdracht
Boekenberg te Deurne. Rapport Natuurpunt Studie 2016/22, Mechelen
Straka, T. M., M. Wolf, P. Gras, S. Buchholz, and C. C. Voigt (2019). Tree Cover Mediates the
Effect of Artificial Light on Urban Bats. Frontiers in Ecology and
Evolution:.2019.00091
Tamsyn W., Boers K., De Ridder J., De Wint F., Steeman R., Van Keer K., Veraghtert W.,
Vertommen W., Willems W. & Lambrechts J. 2020. Inventarisatie fauna, flora & fungi
Wolvenberg en Brilschans (Ringpark Groene Vesten). Rapport Natuurpunt Studie 2020/32,
Mechelen.
Theodorou, P., R. Radzevičiūtė, G. Lentendu, B. Kahnt, M. Husemann, C. Bleidorn, J. Settele, O.
Schweiger, I. Grosse, T. Wubet, T. E. Murray, and R. J. Paxton (2020). et al (2020) Urban
areas as hotspots for bees and pollination but not a panacea for all insects. Nature c
ommunication 11:576.
Turo, K. J., M. R. Spring, F. S. Sivakoff, Y. A. Delgado de la flor, and M. M. Gardiner (2021).
Conservation in post‐industrial cities: How does vacant land management and landscape
configuration influence urban bees? Journal of Applied Ecology 58:58– 69.
Van Ballaer, B. & K. Boers, 2014. Monitoring vleermuizenbestand op domein Fort 3 te Borsbeek.
Rapport Natuurpunt Studie 2014/10, Mechelen
Van Dyck, H., T. Merckx, L. Lens, D. Bonte, E. Decaestecker, F. Hendrickx, E. Matthysen, R. Stoks,
F. Volckaert, C. Souffreau, and D. M. L. (2018). Verstedelijking en biodiversiteit door een
ecologische en evolutionaire bril. Natuur.focus 2.
29
Van der Veken, T., D. Vercayie, K. Swinnen, and K. Van Den Berge (2019). Losse
waarnemingen als monitoring? Zoogdier 30:15-17.
Vereecken, N. J., T. Weekers, L. Marshall, J. D'Haeseleer, M. Cuypers, A. Pauly, B. Pasau, N.
Leclercq, A. Tshibungu, J.-M. Molenberg, and S. De Greef (2021). Five years of citizen
science and standardized field surveys in an informal urban green space reveal a threatened
Eden for wild bees in Brussels, Belgium. Insect Conservation and Diversity
https://doi.org/10.1111/icad.12514.
Visser, J. T. C. 2020. Diversity of bees (Hymenoptera: Apoidea) in the city centre of Antwerp,
Belgium. Master thesis, University of Antwerp.
Wenzel, A., I. Grass, V. V. Belavadi, and T. Tscharntke (2020). How urbanization is driving
pollinator diversity and pollination—a systematic review. Biological Conservation
241:108321.
Voigt, C. C., J. Dekker, M. Fritze, S. Gazaryan, F. Hölker, G. Jones, D. Lewanzik, H. J. G. A.
Limpens, F. Mathews, J. Rydell, K. Spoelstra, and M. Zagmajster (2021). The Impact Of
Light Pollution On Bats Varies According To Foraging Guild And Habitat Context.
Bioscience 71:1103–1109.