BookPDF Available

Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij

Authors:

Abstract

Bij burgerschapsonderwijs is discussiëren niet alleen een belangrijke vaardigheid, maar ook een ingang om maatschappelijke vraagstukken te verkennen en te oefenen met het concreet maken van abstracte begrippen. Met behulp van het burgerschapsspel Terra Nova Minimaatschappij (Terra Nova) onderzochten leerlingen met elkaar op welke manieren je kan samenleven en docenten onderzochten op welke manieren ze leerlingen daarbij zo goed mogelijk konden begeleiden. Aan de hand van leerlingvragenlijsten, docentvragenlijsten, en lesobservaties op drie middelbare scholen brachten wij deze zoektocht in kaart en formuleerden we vijf belangrijke inzichten over mogelijke onderwijsaanpakken voor discussiëren in het kader van burgerschap.
Burgerschap in het voortgezet onderwijs:
In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij
Manja Coopmans, Anke Munniksma, Willemijn Rinnooy Kan
Titel Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij
Auteurs Manja Coopmans, Anke Munniksma, Willemijn Rinnooy Kan
Publicatiedatum Juni 2021
Vormgeving Anne Zeegers (www.plaatpraters.nl) & Marjolijn van Haarlem (www.marjolijnvanhaarlem.nl)
Citeren als: Coopmans, M., Munniksma, A., & Rinnooy Kan, W.F. (2021). Burgerschap in het voortgezet onderwijs:
In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij. Universiteit van Amsterdam & Universiteit Utrecht.
Dit rapport maakt deel uit van het onderzoeksprogramma ‘Burgerschapsonderwijs
in het voortgezet onderwijs: wat werkt voor wie en waarom?’ met projectnummer
40.5.18500.030 dat (mede)gefinancierd is door het Nationaal Regieorgaan
Onderwijsonderzoek.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd,
opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in
enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
de uitgever.
INHOUDSOPGAVE
Samenvatting
Inleiding
De lessen met Terra Nova Minimaatschappij
Methode
De dataverzameling
De steekproef
Schoolportretten
Schoolportret 1
Schoolportret 2
Schoolportret 3
Conclusie
Overzicht van bronnen
Bijlagen
P. 4
P. 6
P. 9
P. 12
P. 12
P. 13
P. 14
P. 16
P. 24
P. 32
P. 41
P. 46
P. 48
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 3
Bij burgerschapsonderwijs is discussiëren niet alleen een belangrijke vaardigheid, maar ook een ingang om maatschappelijke
vraagstukken te verkennen en te oefenen met het concreet maken van abstracte begrippen. Met behulp van het burgerschapsspel
Terra Nova Minimaatschappij (Terra Nova) onderzochten leerlingen met elkaar op welke manieren je kan samenleven en
docenten onderzochten op welke manieren ze leerlingen daarbij zo goed mogelijk konden begeleiden. Aan de hand van
leerlingvragenlijsten, docentvragenlijsten, en lesobservaties op drie middelbare scholen brachten wij deze zoektocht in kaart.
We bekeken hoe het spel in de scholen werd geïmplementeerd en hoe het in verschillende klassen werd gespeeld. Ook
bekeken we hoe deelname aan de Terra Nova lessen samenhing met het ervaren klasklimaat, de ontwikkeling van verschillende
burgerschapshoudingen en -vaardigheden van leerlingen, en het bezig zijn met maatschappelijke vraagstukken buiten de klas.
Dit onderzoek vond plaats in het schooljaar 2018/2019, als onderdeel van het door NRO gesubsidieerde project
‘Burgerschapsonderwijs in het voortgezet onderwijs: wat werkt voor wie en waarom?’. Bijna 900 eerstejaars en tweedejaars
scholieren deden mee aan deze Terra Nova lessen, verdeeld over ongeveer 50 klassen. Tijdens de Terra Nova lessen gingen
leerlingen in gesprek met elkaar over hun ideale wereld, verschillende samenlevingsvormen, en morele dilemma’s rondom
centrale burgerschapsthema’s als leiderschap, ongelijkheid, solidariteit en macht. Scholen waren vrij om zelf de precieze
invulling en lesaanpak te bepalen. Elke school koos voor een eigen school-specifieke aanpak. Deze aanpakken worden
in dit rapport beschreven aan de hand van drie schoolportretten. Deze schoolportretten illustreren de verscheidenheid aan
manieren waarop een burgerschapsspel ingezet kan worden in de klas en de rol die de schoolcultuur daarbij speelt. Ook
zorgen de bevindingen in dit rapport voor inzichten die breder toepasbaar zijn in de context van burgerschapsonderwijs. De
vijf belangrijkste inzichten over mogelijke onderwijsaanpakken voor discussiëren in het kader van burgerschap op een rijtje:
Samen nadenken en discussiëren over maatschappelijke vraagstukken kan een ingang zijn om een
veiliger klasklimaat voor leerlingen te creëren: leerlingen ervaarden na afloop van de Terra Nova
lessen een groter gevoel van sociale veiligheid op school dan voorafgaand aan de lessen.
De ruimte die leerlingen tijdens de Terra Nova lessen krijgen om te oefenen met het nemen van
beslissingen in hun eigen minimaatschappij lijkt hun interesse in de echte samenleving te vergroten:
leerlingen gaven na afloop van de Terra Nova lessen aan ook buiten schooltijd vaker bezig te zijn
met wat er in Nederland en de rest van de wereld gebeurt.
Om middels de Terra Nova lessen te kunnen profiteren van discussiëren om complexe inhoud te
verkennen, is het nodig om niet alleen extra in te zetten op het ontwikkelen van discussievaardigheden
onder leerlingen, en daarbij te zorgen voor een aanpak op maat, maar ook docenten voldoende
professionaliseringsmogelijkheden te bieden om te oefenen met het begeleiden van dit proces.
SAMENVATTING
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 4
Er is meer nodig dan het benoemen dat er geen goede en foute antwoorden zijn wanneer er op
een veilige manier verschillende ideeën verkend worden. Discussiëren in het kader van burgerschap
verlangt expliciet van docenten dat zij samen met leerlingen oefenen in het grip krijgen op de
grenzen van een discussie, zowel qua vorm als qua inhoud.
De grootste ontwikkeling in burgerschapshoudingen en -vaardigheden van leerlingen werd
waargenomen op de school waar burgerschapsonderwijs een terugkerend onderdeel vormde van
de hele schoolcultuur. Het vijfde belangrijke inzicht uit dit rapport is dan ook het belang van structurele
integratie van discussies rondom burgerschap in de bredere schoolcultuur en het curriculum.
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 5
Alhoewel er een brede maatschappelijke consensus lijkt te bestaan over het belang van burgerschapsonderwijs, worstelen
zowel docenten als schoolleiders en beleidsmakers met hoe het best invulling te geven hieraan. Dat is terug te zien in de
uitkomsten van burgerschapsonderwijs onder leerlingen. Zo constateerde de Inspectie van het Onderwijs (2016; 2019; 2020)
verschillende keren dat er onvoldoende verbetering zichtbaar is in het burgerschapsonderwijs. Ook werd er naar aanleiding
van een grootschalig internationaal onderzoek (ICCS) geconcludeerd dat jongeren in Nederland onder andere minder
kennis hebben van de democratie, minder deelnemen aan democratische activiteiten, en een negatievere houding hebben
ten opzichte van andere etnische groepen dan jongeren in vergelijkbare landen zoals Denemarken of Zweden (Munniksma
et al., 2017; Schulz et al., 2018). Daarnaast gaven docenten aan zich minder in staat te voelen om te onderwijzen over
burgerschapsthema’s dan docenten in vergelijkbare landen. In een recent uitgebracht rapport van het Adolescentenpanel
Democratische Kernwaarden en Schoolloopbanen (Van der Meer et al., 2021) geeft bijna de helft van de middelbare
scholieren aan weinig belang te hechten aan het leven in een democratie of er geen mening over te hebben. Meer inzicht in
hoe burgerschapsonderwijs in de Nederlandse context beter vormgegeven kan worden, is dus noodzakelijk.
Docenten geven aan dat met name het faciliteren van discussies over maatschappelijke onderwerpen een uitdaging is, zeker
wanneer het gaat om gevoelige onderwerpen (Parker & Hess, 2001; Radstake & Leeman, 2010). Het algemene beeld is dan
ook dat discussiëren in de klas relatief weinig gebeurt (Nystrand et al., 2003; Oulton et al., 2004; Schuitema et al., 2017). Ook
in de bevindingen van het eerder aangehaalde ICCS onderzoek wordt genoemd dat jongeren in Nederland in vergelijking
met andere landen een minder open klasklimaat voor discussie rapporteren (Munniksma et al., 2017). Dit is zorgelijk, des te
meer omdat discussiëren een belangrijk onderdeel van burgerschapsonderwijs is, als leerdoel én als een leermethode, om
gezamenlijk (controversiële) maatschappelijke vraagstukken en morele dilemma’s te verkennen (Campbell, 2019; Eidhof et al.,
2020; Isac et al., 2014; Martens & Gainous, 2012).
INLEIDING
Gelukkig is er steeds meer informatie voorhanden over manieren waarop docenten inhoudelijke discussies over (controversiële)
maatschappelijke onderwerpen in de klas kunnen begeleiden (zie bijvoorbeeld Nieuwelink, 2019a). Ook zijn er steeds meer
lesmethodes beschikbaar die gericht zijn op het stimuleren en faciliteren van dergelijke discussies in de klas. Een voorbeeld
daarvan is het burgerschapsspel Terra Nova Minimaatschappij (Terra Nova). Tijdens Terra Nova lessen spelen leerlingen
een spel waarin waarin ze een eigen mini samenleving creëren op een eiland en gestimuleerd worden om met elkaar te
discussiëren. Elke Terra Nova les richt zich op een specifiek thema, bijvoorbeeld wie er aan de macht zou moeten zijn en
waarom, of hoe de beschikbare bronnen verdeeld zouden moeten worden. De Terra Nova lessen hebben een duidelijke
opbouw per thema, waar docenten vervolgens zelf flexibel mee kunnen werken. Op deze manier kunnen docenten zelf hun
Terra Nova lessen vormgeven en tijdens het spel onderzoeken op welke manieren ze hierin hun leerlingen zo goed mogelijk
kunnen begeleiden.
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 6
Wat is er te vinden in dit rapport?
In dit rapport wordt aan de hand van drie schoolportretten de implementatie van het burgerschapsspel Terra Nova
Minimaatschappij uiteengezet. Dit rapport heeft twee doelen. Enerzijds maakt het rapport inzichtelijk hoe binnen verschillende
schoolcontexten eenzelfde lesmethode op een heel andere manier geïmplementeerd en ervaren wordt. Anderzijds is het doel
om meer algemene inzichten en suggesties te geven voor het vormgeven van en nadenken over discussiëren als onderdeel
van burgerschapsonderwijs.
Na een korte schets van het burgerschapsspel Terra Nova Minimaatschappij en wat achtergrondinformatie over het interventie-
onderzoek dat heeft plaatsgevonden, volgen de schoolportretten. Elk schoolportret illustreert een unieke, school-specifieke
aanpak. Naast de schoolcontext wordt in deze schoolportretten de voorbereiding, aanpak en het lesverloop kort geschetst.
Daarnaast worden er reflecties op en ervaringen met het spel gedeeld, van zowel docenten als leerlingen. Tot slot wordt
een beeld gegeven van hoe de Terra Nova lessen samenhangen met het ervaren klasklimaat onder leerlingen, verschillende
burgerschapshoudingen en -vaardigheden van leerlingen, en hun interesse in maatschappelijke onderwerpen buiten de klas.
De uitgewerkte voorbeelden in dit rapport illustreren een verscheidenheid aan manieren om een burgerschapsspel waarbij
discussie centraal staat te implementeren op school. Ook worden de worstelingen die hierbij komen kijken besproken. In de
conclusie gaan we in op vijf inzichten, en bijbehorende suggesties, die deze verschillende aanpakken opleverden. Deze
inzichten gelden niet alleen specifiek voor dit spel, maar (juist) ook voor burgerschapsonderwijs en discussiëren in meer
algemene zin. We hopen zo docenten, schoolleiders, en andere onderwijsprofessionals te inspireren met concrete handvatten
om verder na te denken over hun eigen burgerschapsonderwijs.
Onderzoek naar de implementatie van Terra Nova is dan ook een uitgelezen manier om meer
te weten te komen over de wijze waarop discussiëren in het kader van burgerschap vorm krijgt
in verschillende klassen onder begeleiding van verschillende docenten— zowel wat betreft vorm
als inhoud. Als onderdeel van het door NRO gesubsidieerde project ‘Burgerschapsonderwijs in
het voortgezet onderwijs: wat werkt voor wie en waarom?’ deden in het schooljaar 2018/2019
drie middelbare scholen mee aan het interventie-onderzoek ‘In dialoog met Terra Nova
Minimaatschappij’. Bijna 900 eerstejaars en tweedejaars scholieren deden mee aan deze Terra
Nova lessen, verdeeld over ongeveer 50 klassen. Aan de hand van leerlingvragenlijsten voor en
na de Terra Nova lessen, docentvragenlijsten, en lesobservaties werd de implementatie van het
burgerschapsspel op de drie scholen, als ook de uitkomsten daarvan, in kaart gebracht.
De analyse van zowel het proces als de uitkomsten van de Terra Nova lessen geeft zicht op
overeenkomsten en verschillen tussen de scholen, waarbij er specifieke aandacht is voor de
schoolcontext (o.a. schoolcultuur), de klascontext (o.a. onderwijstype), en de rol van de docent
(o.a. lesaanpak). Hiermee wordt antwoord gegeven op de vraag:
WELKE INZICHTEN GEVEN DE ERVARINGEN MET DE TERRA NOVA LESSEN ONS OVER MOGELIJKE
ONDERWIJSAANPAKKEN VOOR DISCUSSIEREN IN HET KADER VAN BURGERSCHAP?
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 7
Meer wetenschappelijke informatie over dit project?
Dit rapport is geschreven voor onderwijsprofessionals die interesse hebben in burgerschapsonderwijs.
Het is dan ook niet primair een wetenschappelijke publicatie. Mocht u interesse hebben in
wetenschappelijk achtergrondmateriaal en aanvullende bronnen over hoe scholen kunnen bijdragen
aan de burgerschapsuitkomsten van hun leerlingen, dan verwijzen we u graag door naar de andere
producten van het project ‘Burgerschapsonderwijs in het voortgezet onderwijs: wat werkt voor wie en
waarom?’, waaronder:
Het Engelstalige artikel ‘Towards a Comprehensive School Effectiveness Model of Citizenship
Education: An Empirical Analysis of Secondary Schools in The Netherlands’ (Coopmans
et al., 2020), waarin aan de hand van een grootschalige dataset een schooleffectiviteitsmodel
voor burgerschapsonderwijs wordt onderzocht. Specifiek wordt bekeken in hoeverre
burgerschapskennis, -vaardigheden en -houdingen van leerlingen samenhangen met schoolbeleid
rondom burgerschapsonderwijs, lespraktijken, de professionele leeromgeving en de pedagogische
leeromgeving (o.a. klasklimaat).
De Nederlandstalige publicatie ‘Burgerschap is teamwerk’ in vaktijdschrift Didactief, (Coopmans,
2020), waarin een drietal hoogtepunten uit onderzoek naar burgerschapsonderwijs wordt
besproken, bedoeld om onderwijsprofessionals op weg te helpen. Hierin wordt onder andere
het belang van een schoolbrede aanpak van burgerschapsonderwijs benadrukt, en van het
professionele leerklimaat.
Een overzicht van deze producten, als ook een samenvatting van de belangrijkste resultaten van het hele
project, zijn te vinden in de NRO-projectendatabase, onder projectnummer 40.5.18500.030.
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 8
Terra Nova Minimaatschappij (Terra Nova) is “een dialoogspel, een discussietool, een burgerschaps-
methode, een samenwerkingsexperiment” (Hu, 2017). Het doel van het spel is samen te verkennen hoe
je je verhoudt tot allerlei maatschappelijke vraagstukken en te leren om deze kwesties, jezelf en elkaar te
bevragen. Dat probeert het spel te doen door deze grote vraagstukken voor leerlingen klein en concreet
te maken en ze van verschillende kanten te belichten. In groepjes van (maximaal) vijf mogen leerlingen
zelf hun ideale samenleving vormgeven, met behulp van een spelbord in de vorm van een onbewoond
eiland, en een set Eilandvragen: prikkelende verhaallijnen met dilemma’s rondom samenleven, die
leerlingen moeten uitdagen om te discussiëren. 1
DE LESSEN MET TERRA NOVA MINIMAATSCHAPPIJ
1 Terra Nova Minimaatschappij is onafhankelijk en zonder winstoogmerk uitgegeven door Stichting Terra Nova - Democratisch Design. Voor meer
informatie: http://www.lisahu.nl/terra-nova
Het spel is flexibel voor specifieke invulling en doelen van de docent of school. Zo kan de docent vooraf de lesinhoud
selecteren en uitbreiden op het online platform ‘Terra Nova Online’. De les duurt 30-90 minuten, afhankelijk van hoeveel tijd
de docent heeft en neemt voor het bespreken van context en actualiteit tussendoor en reflectie na afloop. Voor scholen zijn er
sets van zes spellen beschikbaar, zodat er in een klas met 30 leerlingen met zes groepjes van vijf kan worden gewerkt.
Copyright afbeelding:j Stichting Terra Nova - Democratisch Design
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 9
In schooljaar 2018/2019 waren er zes themalessen beschikbaar,
die los dan wel samen, in willekeurige volgorde, aangeboden kunnen worden:
De opbouw van de themalessen is hetzelfde: elke les bevat Eilandvragen die klassikaal door de docent worden geïntroduceerd
via een digibord of scherm, om de leerlingen aan te zetten tot een dialoog. Na de introductie van een Eilandvraag gaan
leerlingen binnen hun eigen groepje het gesprek hierover aan. Wanneer de timer die bij de Eilandvraag zit afloopt, schakelt
de docent naar klassikale uitwisseling, van zowel de inhoud als het proces van de gesprekken. Het idee is dat de verschillende
groepjes elkaar bevragen en aanvullen tijdens dit klassikale moment. Hierna volgt de volgende Eilandvraag en herhaalt
het proces zich. Als afronding van een Terra Nova les kan er gekozen worden voor Eilandverkiezingen, waarbij leerlingen
stemmen op welk eiland zij het liefste zouden wonen.
AAN DE MACHT
Deze les behandelt vraagstukken over samenlevings-
en bestuursvormen. Daarbij komen thema’s als
democratie en jeugdparticipatie aan bod.
VERDIENEN EN VERDELEN
Deze les behandelt vraagstukken rond
sociaaleconomische ongelijkheid, kansengelijkheid
en belasting. Het draait hierin vooral om de vraag:
‘wat is eerlijk?’.
ALLEN VOOR EEN
Deze les behandelt vraagstukken over solidariteit,
sociale zekerheid en ethiek.
NIEUWELINGEN
Deze les behandelt vraagstukken rond
immigratie, vluchtelingen, anders zijn,
(on)gelijke rechten en integratie.
VERKIEZEN EN VERANDEREN
Deze les behandelt vraagstukken over verkiezingen,
representatie, soevereiniteit, vooruitgang en
scheiding der machten.
TWEE VOOR DE PRIJS VAN EEN
Deze les behandelt vraagstukken over (on)eerlijke
handel, economie, voedsel en ontwikkelingshulp.
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 10
Er zijn verschillende spelelementen aanwezig die helpen bij het structureren en activeren van de discussie, en motiveren tot het
beargumenteren van keuzes en luisteren naar de mening van een ander:
In de Educatieve Handleiding van het spel worden niet alleen het spelmateriaal en
de themalessen uitgelegd, maar worden ook handvatten gegeven ter voorbereiding
op het begeleiden van Terra Nova lessen. Zo staat er onder andere over de rol van
de leraar: “In Terra Nova Minimaatschappij is de leraar de spelleider en degene die
context biedt (verhalen, gerelateerde lesstof, actualiteiten). (…) Probeer de leerlingen
zo min mogelijk te sturen naar ‘goede’ antwoorden: die zijn er niet.” (Hu, 2017, blz. 10).
Verder geeft de educatieve handleiding voorbeelden van vragen die de docent kan
stellen en worden handvatten gegeven voor het begeleiden van een klassengesprek,
het omgaan met uitdagende uitspraken van leerlingen, en het ‘uitzoomen’ naar
de echte wereld. Ook worden er opties geboden voor het versimpelen of juist het
uitdagender maken van de lesinhoud.
ROLLENKAARTEN
De Kaartenaanvoerder,
de Luisterbewaker,
de Materiaalmeester,
de Tijdbewaker,
en de Muntenmeester.
MENINGMUNTEN
Zijn deze op, dan moet de speler
wachten tot ook de munten van
teamgenoten op zijn.
DISCUSSIEKAARTEN
Tien vragen, waaronder ‘wat
voor opties zijn er nog meer?’,
‘voor wie is dat minder goed?’, en
‘heb je iets gezien of meegemaakt
waardoor je dat denkt?’.
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 11
De dataverzameling
In het schooljaar 2018/2019 hebben in 46 eerste- en tweedejaars klassen op drie middelbare scholen Terra Nova
Minimaatschappij (Terra Nova) lessen plaatsgevonden. Deze lessen werden gegeven door in totaal zeven docenten welke
vooraf deelnamen aan een workshop van Stichting Terra Nova. In de workshop kregen docenten informatie over het spel en
hun rol hierin, en oefenden ze met moeilijke situaties. Docenten gaven de lessen als onderdeel van lessen Maatschappij (1
docent vmbo-t), Economie (1 docent vmbo-t), Geluk (1 docent vmbo-b/k/t), en Godsdienst (4 docenten: vmbo-b/k/t, havo
en vwo), en verzorgden in totaal tussen de één en drie Terra Nova lessen. Meer informatie over de uitvoer van de lessen is te
vinden in de Schoolportretten.
Om inzicht te krijgen in de processen die plaatsvonden tijdens de lessen, en de uitkomsten hiervan te evalueren, zijn door de
onderzoekers verschillende meetinstrumenten ontwikkeld:
Een leerlingvragenlijst met vragen over: (i) het ervaren klasklimaat (ervaringen met
andere leerlingen, met de docent, en met de ruimte voor discussie); (ii) houdingen (‘hoe
goed passen deze uitspraken bij jou?’) en vaardigheden (‘hoe goed ben jij hier in?’)
met betrekking tot democratisch handelen, omgaan met verschillen en omgaan met
conflicten; (iii) bezig zijn met maatschappelijke onderwerpen buiten de klas;
Een docentvragenlijst met vragen over: (i) het (burgerschaps)onderwijs en
onderwijsdoelen; (ii) het bespreken van maatschappelijke onderwerpen in de klas;
(iii) de vaardigheden van hun leerlingen met betrekking tot democratisch handelen,
omgaan met verschillen en omgaan met conflicten (specifiek gericht op de leerlingen
die deelnamen aan de Terra Nova lessen);
Een lesobservatie-instrument om onder andere de rolverdelingen, gesprekken en
interacties tussen leerlingen, en de rol van de docent in kaart te brengen tijdens de Terra
Nova lessen (zowel tijdens de klassikale besprekingen als tijdens het spelen in kleinere
groepjes).
METHODE
LEERLING-
VRAGENLIJST
DOCENT-
VRAGENLIJST
LESOBSERVATIE-
INSTRUMENT
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 12
De leerlingvragenlijst werd tweemaal digitaal afgenomen. De eerste afname (Meting 1) vond plaats voorafgaand aan de
Terra Nova lessen; de tweede afname (Meting 2) vond plaats na afloop. Op deze manier kon bekeken worden of het
ervaren klasklimaat, de burgerschapshoudingen en vaardigheden van leerlingen, en de frequentie waarin gepraat werd
over maatschappelijke onderwerpen buiten de klas, veranderden na het volgen van de Terra Nova lessen. Ook bevatte
de vragenlijst van de tweede afname evaluatievragen over de Terra Nova lessen. Zie Tabel 2 in de Bijlagen voor een
compleet overzicht van de vragenlijst, met onder andere voorbeeldstellingen, antwoordcategorieën, en betrouwbaarheid van
de schalen.
De docentvragenlijst is eenmalig ingevuld door alle docenten, voorafgaand aan de Terra Nova lessen. Na afloop van de
lessen vond een evaluatiemoment plaats, door middel van een korte digitale vragenlijst (ingevuld door minimaal 1 docent per
school). Ook van deze vragenlijst is een overzicht te vinden in Tabel 2 in de Bijlagen.
Lesobservaties vonden plaats tijdens verschillende lessen. Hierbij werden per les één à twee groepjes leerlingen gedurende de
gehele les geobserveerd. Daarnaast werden de tussentijdse klassikale discussiemomenten geobserveerd, begeleid door de
docent. Bij de meeste lesobservaties waren twee observatoren aanwezig, bij een enkele lesobservatie was er één observator
aanwezig. In totaal vonden 36 lesobservaties plaats. In sommige klassen zijn meerdere Terra Nova lessen geobserveerd, in
andere klassen slechts één. Door het spelverloop te observeren konden niet alleen de dialogen en discussies (die in meer
of mindere mate ontstonden) in kaart worden gebracht, maar werd bijvoorbeeld ook bekeken in hoeverre spelelementen
bijdroegen aan de ervaringen van leerlingen en docenten.
De steekproef
2 Leerlingen die geen geldige inlogcodes verstrekten, alleen hun inlogcode in hadden gevuld, of waarvan de inlogcode meer dan 1 keer voor kwam in
de data, zijn niet meegenomen. In Tabel 1 in de Bijlagen is een overzicht te vinden van respons per school.
14% VMBO-B
24% VMBO-K
12% VMBO-GEMENGD
23% VMBO-T
16% HAVO
11% VWO
Meting 1:
Vragenlijst voorafgaand aan de Terra Nova lessen2
Meting 2:
Vragenlijst na de Terra Nova lessen
836 LEERLINGEN VULDEN DE VRAGENLIJST IN 597 LEERLINGEN VULDEN DE VRAGENLIJST IN
onderwijs-
type:
onderwijs-
type:
2
1
14% VMBO-B
28% VMBO-K
24% VMBO-GEMENGD
19% VMBO-T
16% HAVO
9% VWO
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 13
Om een goed beeld te geven van het burgerschapsspel Terra Nova Minimaatschappij
(Terra Nova) in de praktijk worden er in dit hoofdstuk drie schoolportretten geschetst. Deze
schoolportretten bevatten informatie over:
De school- en klascontext waarin de Terra Nova lessen plaatsvinden;
De voorbereiding en aanpak van de Terra Nova lessen, als ook aanpassingen die
docenten deden;
Het verloop van de Terra Nova lessen, gebaseerd op de lesobservaties;
De gesprekken die plaatsvonden tijdens de Terra Nova lessen, aan de hand van de
lesobservaties;
Een terugblik op de Terra Nova lessen door leerlingen en docenten, aan de hand van
leerling en docentevaluaties na afloop van de lessen;
Veranderingen in het klasklimaat, de burgerschapshoudingen en -vaardigheden
van leerlingen en het bezig zijn met maatschappelijke onderwerpen buiten de klas,
gebaseerd op de leerlingvragenlijsten voorafgaand en na afloop van de lessen.
We zoomen in op zeven docenten, afkomstig van drie scholen. Vier van deze docenten geven
les op een brede christelijke scholengemeenschap voor vmbo-b/k/t, havo en vwo. Alle vier
zijn zij onderdeel van het team Godsdienst. Twee docenten geven respectievelijk Maatschappij
en Economie op een kleinschalige school voor vmbo-t leerlingen. De zevende docent geeft
lessen in Geluk op een technische scholengemeenschap voor vmbo-b/k/t leerlingen. Voor de
schoolportretten is gebruik gemaakt van informatie uit de leerlingvragenlijsten (een overzicht
hiervan is terug te vinden in Tabellen 3, 4, 5a-5d in de Bijlagen), de docentvragenlijsten
(een overzicht hiervan is terug te vinden in Tabel 6 in de Bijlagen), de lesobservaties, en
evaluatiegesprekken met docenten.
SCHOOLPORTRETTEN
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 14
Een kleinschalige, technische vmbo-b/k/g/t school, waar één docent in opeenvolgende
weken twee tot drie bestaande Terra Nova lessen aanbiedt aan zijn eerstejaars en
tweedejaars leerlingen tijdens lessen in Geluk. De Terra Nova lessenreeks kan door
de relatief open invulling van de lessen Geluk laagdrempelig en als losstaand element
worden toegevoegd aan het curriculum.
Een kleinschalige school voor vmbo-t leerlingen met een humanistische grondslag, waar
democratisch burgerschapsonderwijs een belangrijk onderdeel vormt van de hele
schoolcultuur. Deze school biedt drie bestaande Terra Nova lessen verspreid over het
jaar aan, aan haar tweedejaars leerlingen. De Terra Nova lessen worden gegeven door
twee docenten, als onderdeel van de vakken Maatschappij en Economie, waarbij de
Terra Nova thema’s steeds gekoppeld worden aan de lesstof die behandeld wordt in
het reguliere curriculum.
Een christelijke scholengemeenschap voor vmbo-b/k/t, havo en vwo leerlingen,
waarbij het Godsdienst team de Terra Nova lessen integreert in hun schoolcultuur door
twee eigen zogenaamde paaslessen te ontwerpen, met thema’s die aansluiten bij de
levensbeschouwelijke waarden van de school. Het zelfgemaakte Terra Nova lespakket
wordt in opeenvolgende weken door alle Godsdienst docenten aangeboden aan hun
leerjaar 1 en leerjaar 2 leerlingen, voorafgaand aan de jaarlijkse paasviering.
SCHOOLPORTRET
1
SCHOOLPORTRET
2
SCHOOLPORTRET
3
De drie schoolportretten in het kort:
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 15
Type school
OPENBAAR, TECHNISCH
Type onderwijs
VMBO-B/K/G/T, FOCUS OP TECHNIEK
10 KLASSEN
Type omgeving
MATIG STEDELIJK
leerlingen
Aantal Terra Nova lessen De lessen vonden plaats tijdens
45 MIN.
OPEENVOLGENDE
WEKEN
docent
AAN DE MACHT
VERDIENEN EN VERDELEN
ALLEN VOOR EEN
2-3 LESSEN LESSEN IN GELUK
13%
87%
Kernwaarden uit schoolvisie: GEZONDE LEEFSTIJL, VERSTANDIGE KEUZES VOOR DE TOEKOMST, HANDIGHEID EN CREATIVITEIT, VEILIGE SFEER
Een korte schets van de school- en klascontext
Deze school is gevestigd in een landelijke omgeving, buiten de bebouwde kom. Zowel het schoolgebouw
als het schoolplein zijn ruim opgezet, waardoor het geheel rustig oogt, zelfs tijdens de pauzes. Het
betreft een kleinschalige school, met iets minder dan 500 leerlingen en relatief kleine klassen. De
school biedt technisch onderwijs aan op vier niveaus: vmbo-b, vmbo-k, vmbo-g en vmbo-t. Naast een
focus op techniek, verzorgt de school ook lessen in Geluk. Deze lessen worden vormgegeven door
één bevlogen docent, die ook onze contactpersoon is op deze school. Tijdens de lessen in Geluk ligt
de nadruk op de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen en de groepsdynamiek tussen leerlingen.
Ook komen hier maatschappelijke onderwerpen aan de orde, zoals politiek en democratie, culturele
verschillen, en een gezonde leefstijl. De lessen hebben een flexibele opzet, waarbij de docent een
breed scala aan lesmethodes, projecten en gastcolleges inzet. De lessen in Geluk worden gegeven
SCHOOLPORTRET 1:
EEN TECHNISCHE VMBO-SCHOOL MET LESSEN IN GELUK
3 Voor meer informatie over de stedelijkheid van een gebied, zie het CBS.
3
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 16
in alle leerjaren en vormen een belangrijk onderdeel van het burgerschapsonderwijs op deze school.
Wanneer we de docent vragen hoe het bespreken van en discussiëren over (actuele) maatschappelijke
vraagstukken verloopt in deze klassen, geeft de docent aan dat het bespreken hiervan relatief vaak
gebeurt en dat dit redelijk makkelijk gaat. Ook is de docent over het algemeen positief over de
discussievaardigheden van zijn leerlingen: leerlingen kunnen duidelijk maken wat ze vinden en iedereen
krijgt de kans om iets te zeggen. In het formuleren van argumenten om uit te leggen waarom ze iets
vinden, zijn leerlingen minder vaardig, aldus de docent. Ook benadrukt de docent dat leerlingen soms
wat in een meningsverschil kunnen blijven hangen en het lastig vinden om hun ongelijk toe te geven. 4
De voorbereiding en aanpak van de Terra Nova lessen
De docent kiest ervoor om de Terra Nova lessen in opeenvolgende weken uit te voeren onder al
zijn leerjaar 1 en leerjaar 2 leerlingen. Omdat de docent ervaart dat een lesuur van 45 minuten erg
kort is voor een complete Terra Nova les, is een Terra Nova thema-les bij veel klassen verdeeld over
twee lesuren. Leerlingen mogen zelf bepalen waar en in welk groepje ze willen zitten. Wanneer een
groepje te groot wordt (d.w.z. meer dan 5 leerlingen), dobbelen de betreffende leerlingen met een
dobbelsteen om te bepalen wie er naar een ander groepje gaat.
Op deze school is vooral de complexiteit van het spel een belangrijk thema. De docent zet daarom
vier verschillende strategieën in om tot een versimpelde en versnelde versie van de Terra Nova lessen
te komen, namelijk:
4 Een volledig overzicht van deze informatie, die voortkomt uit de vragenlijst die aan docenten is voorgelegd, is terug te vinden in de Bijlagen, Tabel 6.
1. De docent presenteert een duidelijk gestructureerd lesverloop op het bord. Dit betreft een lijst van taken en rollen
die verdeeld moeten worden.
2. De docent voegt de rol van ‘de Schrijver’ toe, waarmee hij één leerling verantwoordelijk maakt voor het bijhouden
van het logboek en het noteren van zaken zoals de Eilandwetten. Op deze manier is het volgens de docent
makkelijker om in een volgend lesuur het spel weer op te pakken.
4. De docent besluit na enkele lessen om de Discussiekaarten (één van de spelelementen die is bedoeld om
leerlingen te helpen met elkaar in gesprek te gaan) niet meer te gebruiken, omdat ze nauwelijks worden ingezet
door leerlingen en hen juist lijken te beperken in het voeren van een ‘natuurlijke’ discussie.
3. De docent gebruikt een grote digitale timer om aan te geven wanneer het tijd is om de gesprekken binnen de
groepjes af te ronden. De timer telt af met een duidelijke stem en met knipperende lichten. Op deze manier hoeft
de docent zijn stem minder in te zetten en wordt het sneller stil. Dat lijkt goed te werken, leerlingen tellen soms
zelfs mee en wijzen elkaar terecht wanneer er nog gepraat wordt.
Met deze vier strategieën samen probeert de docent de Terra Nova lessen beter te laten aansluiten op het vermogen en de
behoeften van zijn leerlingen.
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 17
Een schets van het verloop van de lessen
De Terra Nova lessen worden expliciet gekoppeld aan het thema ‘burgerschap’ door de docent. Dit doet de docent
onder andere aan de hand van eerder inhoudelijk besproken thema’s, waaronder (beslissen om te) stemmen en
donor worden. Ook noemt hij het belang dat de overheid hecht aan burgerschapsonderwijs: “de overheid vindt
het belangrijk dat je op school wordt voorbereid op hoe de maatschappij werkt en leert samenwerken”. Hij legt uit
dat dit ook op school belangrijk is: “in de kantine help je bijvoorbeeld ook, en werk je samen“. Vervolgens legt hij
uit dat Terra Nova ontwikkeld is om hiermee te oefenen.
Het spelen van Terra Nova wordt geïntroduceerd als het maken van een mini maatschappij, waarbij je ‘met elkaar’
een eiland en een ideale samenleving inricht. De docent presenteert daarna het gestructureerde lesverloop (met
taken en rollen) op het bord. Per onderdeel van het spel geeft de docent aan welke taak daarbij hoort, zoals het
maken van bepaalde beslissingen en het spelen van de eilandvragen. Vervolgens vraagt hij zijn leerlingen zelf de
verschillende rollen onderling te verdelen. Ook laat hij leerlingen zelf een naam voor hun eiland verzinnen. Met
behulp van de PowerPoint presentatie van Terra Nova licht de docent toe wat er verwacht wordt van leerlingen en
introduceert hij de eerste Eilandvraag. Hierna gaan leerlingen in groepjes aan de slag.
Een schets van de inhoud van de gesprekken
Leerlingen lijken het spel regelmatig weinig serieus te nemen. Tijdens het bespreken van een Eilandvraag hebben
leerlingen het vaak over andere onderwerpen of staren ze voor zich uit. Ook komt het voor dat, wanneer een
leerling de Eilandvraag wel wil bespreken, er door de anderen niet op ingegaan of zelfs lacherig op gereageerd
wordt. Het is in de klassen ook aantrekkelijk voor leerlingen om met wilde en grappige plannen te komen, een
McDonalds op het eiland, feestjes, en de afwezigheid van een school. Er vinden nauwelijks inhoudelijke discussies
plaats tijdens deze groepsgesprekken.
Wat verder opvalt is dat áls leerlingen een mening hebben, ze hier overtuigend voor opkomen en hier ook
argumenten voor gebruiken. Zo worden tijdens een discussie binnen een groepje over de vraag of kinderen een
stem mogen hebben op hun eiland argumenten aangevoerd als “alleen als ze goede ideeën hebben” of “alleen
als ze boven de achttien zijn”. De daaropvolgende discussie resulteert in een compromis tussen de leerlingen in het
groepje: “Ze mogen wel ideeën inbrengen, maar niet stemmen”. Ook komt het voor dat niet alle leerlingen binnen
een groepje het eens zijn met wat er op hun eiland besloten wordt. Dit komt vaak naar voren tijdens de klassikale
besprekingen.
Niet alle meningen zijn onschuldig, er worden ook extreme meningen geuit en discriminerende uitspraken gedaan.
Tijdens het indelen van het eiland wordt in een groepje gezegd: “dat zijn allochtonen, die sluiten we buiten”. Ook
tijdens de klassikale besprekingen komt dit voor, bijvoorbeeld: “In bepaalde situaties ga je dood. Bijvoorbeeld als
je homo bent of een bepaald computerspel speelt”. Ook worden er seksistische opmerkingen gemaakt:
Jongen 1: “Ze [de meisjes] mogen dus niks.
Meisje 1, lachend: “We mogen niet eens ademen
Jongen 1: “Ze moeten wel ademen, anders kunnen ze geen broodjes maken”.
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 18
De docent gaat over het algemeen weinig in op dergelijke extreme
of discriminerende uitspraken tijdens de klassikale besprekingen. Door
een grapje of luchtige (soms indirect kritische) opmerking te maken, lijkt
de docent wat lucht te willen brengen rondom extreme meningen met
opmerkingen als: “ (…) woonboten, minderheden uitmoorden, alles is
goed als jullie zeggen dit is het eiland zoals we het willen hebben – nu
hopen dat je niet bij een minderheid hoort…” of “Alleen eigen soort, hoor
ik [leerling] veel zeggen. Ik hoop dat je een keer een leuke Surinaamse
vriendin krijgt”. Soms reageren leerlingen ook op elkaar in dit soort
situaties, zoals wanneer een leerling zegt dat op hun eiland alleen
“blanken” welkom zijn, en een leerling uit een ander groepje antwoordt:
“Dan mag ik niet op jullie eiland wonen, want ik ben Marokkaans”.
Andere leerlingen geven in reactie daarop aan dat “iedereen welkom is
op hun eiland”, waarop de Marokkaanse leerling aangeeft dan graag
op hun eiland te komen wonen.
Terugblikken op de Terra Nova lessen
Wat de docent betreft zijn de lessen zeer geschikt voor burgerschapsonderwijs en een mooi middel om een moreel kompas te
verkennen, en te oefenen met communicatievaardigheden, kritisch denken, en het bespreken van controversiële onderwerpen.
Hij geeft aan het een leuke en leerzame lesmethode te vinden wat betreft vorm, inhoud, en dilemma’s en ‘gaat het zeker weer
inzetten’. Ook de thema’s die behandeld worden zijn volgens de docent zeer geschikt en het spel sluit volgens hem goed aan
op de belevingswereld van zijn leerlingen: “[het spel] lijkt abstract, maar op een gegeven moment snappen ze dat het wel
over principiële zaken gaat”.
Over het niveau van de lesmethode is de docent minder positief. De methode is volgens hem te complex voor zijn (vmbo-
b/k/t) leerlingen, door de vele keuzes en rollen. Hij zou graag een simpelere versie van het spel zien met minder ingewikkelde
sprongen en keuzes, en minder rollen en taken. Hier heeft hij tijdens zijn eigen Terra Nova lessen een eerste poging toe
gedaan, door vier strategieën toe te passen om het verloop minder complex te maken. Ondanks deze aanpassingen vraagt
het spel veel van de docent. Hij loopt rond, beantwoordt vragen, en houdt leerlingen bij de les, een uitdagende rol: “Ik was
gesloopt: rondrennen, uitleggen, presenteren, borden compleet houden, leerlingen corrigeren (…) organiseren, begeleiden,
voortgang bewaken”.
Op de vraag aan leerlingen hoe leuk de lessen waren en met welk cijfer ze het spel zouden beoordelen, antwoorden ze
gemiddeld dat ze een 6,5 geven voor hoe leuk ze het vinden, en een 5,5 voor hoe leerzaam. Ondanks de relatief lage
cijfers worden mooie voorbeelden gegeven door leerlingen bij de vraag naar wat zij leuk en leerzaam vonden aan de Terra
Nova lessen. Het leukst vonden veel leerlingen het materiaal zelf: het ontwerpen van het eiland, het bouwen van huizen, de
poppetjes, etc. Ook het maken van eigen beslissingen en het discussiëren werden meerdere keren genoemd. Enkele quotes:
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 19
“Dat we in een groepje een
heel eigen eiland mochten maken
en beslissingen maken.”
“Dat we zelf konden bepalen
hoe het land kon worden.”
“Dat we het samen met een
groepje mochten doen en samen
alles mochten beslissen.”
“Gewoon praten en met
de mannetjes spelen.”
“Om het in elkaar te
zetten met de huisjes en
poppetjes enzovoort.”
Wanneer gevraagd wordt wat leerlingen
geleerd hebben van de Terra Nova lessen
wordt relatief vaak het samenwerken
genoemd. Daarnaast noemen leerlingen
vaardigheden als naar elkaar luisteren,
omgaan met anderen, de samenleving en
het besturen van een eiland.
Veranderingen in het klasklimaat
Naast een evaluatie van de Terra Nova lessen zelf, hebben we leerlingen voor en na de Terra Nova
lessen ook gevraagd naar hun ervaringen met verschillende aspecten van het klasklimaat, waaronder
het discussieklimaat. Te denken valt aan het zelf voorstellen van onderwerpen, de ruimte om je eigen
mening te laten horen, het verhaal van verschillende kanten belichten, en het luisteren naar de mening
van anderen. Leerlingen gaven zowel voor als na de Terra Nova lessen aan dat er relatief vaak
ruimte is voor discussie tijdens het bespreken van onderwerpen uit de samenleving en politiek.
Ook vroegen we leerlingen naar hun relatie met de desbetreffende docent. Zo is gevraagd in hoeverre
de docent leerlingen op een eerlijke manier behandelt en in hoeverre de docent geïnteresseerd is in
het welzijn van leerlingen. Ook hierover waren leerlingen zowel voor als na de Terra Nova lessen
relatief positief.
Over het derde aspect van het klasklimaat, namelijk de relaties met andere leerlingen en het gevoel
van sociale veiligheid, waren de leerlingen voorafgaand aan de Terra Nova lessen redelijk negatief.
Ze waren het vaak oneens met stellingen als ‘de meeste docenten zouden ingrijpen als leerlingen
gepest worden’ en ‘de meeste leerlingen op mijn school behandelen elkaar met respect’ en ‘mijn
school is een plek waar leerlingen zich veilig voelen’. Toen we dezelfde stellingen aan leerlingen
voorlegden na afloop van de Terra Nova lessen waren leerlingen hier een stuk positiever over. We
zien dus een gunstige ontwikkeling met betrekking tot het gevoel van sociale veiligheid dat leerlingen
ervaren.
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 20
4,0
3,5
3,0
2,5
2,0
1,5
1,0
0,5
0
De ontwikkelingen in ervaren klasklimaat zijn zichtbaar in onderstaande grafieken (significante ontwikkelingen in blauw)5.
OPEN
DISCUSSIEKLIMAAT
LEERLING-DOCENT
RELATIE
GEVOEL VAN
SOCIALE VEILIGHEID
2.81 2.9
2.2
2.85 2.85 2.73
Veranderingen in de burgerschapshoudingen en -vaardigheden van leerlingen
In de vragenlijsten hebben we leerlingen ook vragen gesteld over hun houdingen wat betreft drie
elementen die vaak genoemd worden als onderdeel van ‘goed burgerschap’: ieders stem willen
horen, een kritische bijdrage willen leveren, en omgaan met meningsverschillen. Ook vroegen we
leerlingen beide keren hun vaardigheden in te schatten met betrekking tot deze drie onderwerpen.
Dit geeft zicht op het aanvangsniveau en de ontwikkeling van leerlingen.
In de grafieken hieronder is hiervan een overzicht te zien. Zoals hierboven te zien is in de grafieken,
waren leerlingen over het algemeen redelijk positief over zowel hun houdingen als vaardigheden.
Leerlingen waren het minst positief over hun houding ten opzichte van het willen leveren van een kritische
bijdrage. Ze waren het meest positief over hun vaardigheden met betrekking tot het opkomen voor de
eigen mening. Wanneer we de gemiddelde scores van de twee meetmomenten voor en na de Terra
Nova lessen vergelijken, zien we geen (significante5) veranderingen in de burgerschapshoudingen
en -vaardigheden van leerlingen.6
5 Een verschil is statistisch significant wanneer een verschil zo groot (en consistent) is dat het niet aan toeval kan worden toegeschreven. Er is dus echt
sprake van een verschil.
6 Een volledig overzicht van deze informatie, die voortkomt uit de vragenlijst die aan leerlingen is voorgelegd, is terug te vinden in de Bijlagen, Tabel 3.
Meting 1 Meting 2
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 21
4,0
3,5
3,0
2,5
2,0
1,5
1,0
0,5
0
4,0
3,5
3,0
2,5
2,0
1,5
1,0
0,5
0
Houdingen
Vaardigheden
IEDERS STEM
WILLEN HOREN
OPKOMEN VOOR
EIGEN MENING
KRITISCHE BIJDRAGE
WILLEN LEVEREN
LUISTEREN NAAR DE
MENING VAN ANDEREN
OMGAAN MET
MENINGSVERSCHILLEN
OMGAAN MET
MENINGSVERSCHILLEN
2.96
3.12
2.46
2.89
2.73
2.96
2.9
3.08
2.44
2.81
2.7
2.92
Meting 1 Meting 2
Meting 1 Meting 2
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 22
Bezig zijn met maatschappelijke onderwerpen buiten de klas
Tot slot vroegen we leerlingen voor en na de Terra Nova lessen hoe vaak ze bezig
zijn met maatschappelijke onderwerpen buiten de klas. We vroegen leerlingen
hoe vaak ze met hun ouders, vrienden, of via social media praten over wat er
in Nederland en de rest van de wereld gebeurt, of hier zelf actief dingen over
opzoeken. Leerlingen gaven aan dit niet heel vaak te doen, zoals te zien is in de
grafiek hieronder: minder dan één keer per week. Tijdens het tweede meetmoment,
na afloop van de Terra Nova lessen, was dit zelfs nog iets minder frequent.
4,0
3,5
3,0
2,5
2,0
1,5
1,0
0,5
0
BEZIG MET MAATSCHAPPELIJKE
ONDERWERPEN BUITEN DE KLAS
2.12 2.03
Meting 1 Meting 2
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 23
Type school
OPENBAAR, HUMANISTISCH
Type onderwijs
VMBO-T
Type omgeving
ZEER STERK STEDELIJK
Aantal Terra Nova lessen De lessen vonden plaats tijdens
90 MIN.
VERSPREID OVER
SCHOOLJAAR
docenten
AAN DE MACHT
NIEUWELINGEN
VERDIENEN EN VERDELEN
3 LESSEN MAATSCHAPPIJ & ECONOMIE
Kernwaarden uit schoolvisie: GELIJKWAARDIGHEID, ACTIEVE TOLERANTIE, VERANTWOORDELIJKHEID, ZELFONTPLOOIING
leerlingen
40%
60%
3 KLASSEN
Een korte schets van de school- en klascontext
Deze kleinschalige school is gevestigd in een karakteristiek 19e-eeuws gebouw, en gelegen in een relatief
rustig gedeelte van een grote stad. De school verzorgt humanistisch onderwijs voor vmbo-t leerlingen,
waarbij veel aandacht is voor burgerschapsonderwijs. Dit burgerschapsonderwijs wordt vakoverstijgend
vormgegeven vanuit drie doorlopende leerlijnen: mensenrechten, democratie en participatie. Dit gebeurt
onder andere aan de hand van zogenaamde participatieprojecten, waarbij leerlingen oefenen met
allerlei vormen van participatie, zowel binnen de school (bijvoorbeeld tijdens sportevenementen of in
de kantine) als buiten de school (bijvoorbeeld bij een taal café of ontmoetingsplek voor senioren). Ook
zijn er verschillende vakken waarin burgerschapsonderwijs expliciet aan bod komt, onder andere in de
onderbouw tijdens de lessen Maatschappij. De docent die deze lessen verzorgt is ook onze één van
onze contactpersonen op deze school. Onze tweede contactpersoon is de docent Economie.
SCHOOLPORTRET 2:
EEN HUMANISTISCHE SCHOOL VOOR VMBO-T LEERLINGEN
7 Voor meer informatie over de stedelijkheid van een gebied, zie het CBS.
7
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 24
5 Een volledig overzicht van deze informatie, die voortkomt uit de vragenlijst die aan docenten is voorgelegd, is terug te vinden in de Bijlagen, Tabel 6.
We zijn benieuwd hoe het bespreken van en discussiëren over (actuele) maatschappelijke vraagstukken
verloopt in de klassen op deze school. De docenten geven aan dat er vaak maatschappelijke vraagstukken
besproken worden en dat het bespreken hiervan zeer makkelijk gaat met deze leerlingen. Ook over de
discussievaardigheden van de leerlingen zijn de docenten erg positief. Ze geven aan dat leerlingen in
deze klassen gewend zijn om hun mening te geven en te onderbouwen. Daarnaast kunnen leerlingen
volgens de docenten goed omgaan met eventuele conflicten die ontstaan: leerlingen luisteren volgens
hen goed naar elkaar, houden rekening met de gevoelens van een ander, en worden niet snel echt boos
op elkaar.
De voorbereiding en aanpak van de Terra Nova lessen
Op deze school wordt er voor gekozen om de Terra Nova lessen te koppelen aan lesthema’s die aan
bod komen tijdens de lessen Maatschappij en Economie in het tweede leerjaar. De Terra Nova lessen
worden daardoor door twee verschillende docenten gegeven, verspreid over het schooljaar. De indeling
van de groepjes maken docenten vooraf, gezamenlijk, en houden ze gedurende alle lessen aan. Bij
de groepsindeling wordt rekening gehouden met het samenplaatsen van leerlingen met verschillende
meningen, de combinatie van leerlingen die veel durven en de stillere leerlingen, en hoe vaak leerlingen
al samenwerkten.
Veel van de lessen op deze school duren 90 minuten. Zo ook de lessen Maatschappij en Economie. Dit
geeft voldoende tijd voor één Terra Nova thema-les. Volgens de docenten is dit zelfs wat te veel tijd. Zij
raden dan ook aan om bij lessen van 90 minuten wat meer tijd te besteden aan een globale introductie
en een evaluatie achteraf, met vragen als: wat zou je anders doen op basis van wat je nu gezien hebt,
waar ben je trots op, en wat wil je zo houden? In klassen waar het rumoerig is, wordt soms besloten om
iets meer vragen achter elkaar te spelen, voordat een klassikaal uitwisselmoment wordt ingelast.
Voor het doorgeven van lessen aan de volgende docent gebruiken ze de Terra Nova logboeken die bij
het spel worden aangeleverd, maken ze aan het einde van de les foto’s van de Eilanden, en geven ze
elkaar opvallende situaties in de klas door.
Een schets van het verloop van de lessen
Aan het begin van de eerste Terra Nova les benoemen de docenten een aantal spelvoorwaarden. Zo
benadrukken ze dat:
er geen goede of foute antwoorden zijn
het belangrijk is om je mening uit te leggen
het goed is jezelf uit te dagen “om er echt goed over na te denken”
“grappig doen om het grappig doen” niet gewaardeerd wordt
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 25
Dit wordt bij de volgende Terra Nova lessen steeds kort herhaald. Wanneer leerlingen bijvoorbeeld
willen weten of hun oplossing goed is, geven de docenten aan dat het niet gaat om de mening van de
docent, maar om die van de leerlingen: “Dat is mijn mening hè, daar hoef je het totaal niet mee eens te
zijn.” Ook krijgen leerlingen bij de tweede en derde les de tijd om even stil te staan bij de besluiten die
ze de vorige keer hebben genomen.
Tijdens de klassikale besprekingen wordt uit elk groepje een leerling aangewezen om uit te leggen
wat ze hebben besloten. Soms maken de docenten een inventarisatie van groepjes die voor dezelfde
oplossing zijn gegaan, of juist voor verschillende oplossingen, en wijzen ze één groepje aan om kort
toelichting te geven. De docenten vatten de antwoorden van leerlingen samen en vragen waar nodig
om verduidelijking, bijvoorbeeld in hoeverre iets kan, hoe het zou werken in de praktijk of om de
voor- of nadelen van een bepaalde beslissing. De docenten noemen dit zelf “advocaat van de duivel”
spelen. Ook is er ruimte voor een dialoog tussen de leerlingen van verschillende groepjes. Dit gebeurt
regelmatig. Leerlingen geven bijvoorbeeld aan te willen reageren op een antwoord van een andere
leerling, hun zorgen te willen uiten of vragen te willen stellen.
Tijdens de klassikale besprekingen besteden de docenten ook aandacht aan de link met de echte
wereld. Zo brengt de docent Economie tijdens de les Verdienen en Verdelen enkele casussen in. Eén
voorbeeld hiervan is een casus over de aanleg van wegen. Hij legt uit dat dit enerzijds goed is voor
de economie, maar anderzijds slecht voor de natuur. Een ander voorbeeld is wanneer de docent
Maatschappij één van de Terra Nova vraagstukken koppelt aan de actualiteit: “Dat komt terug in het
spel, maar zie je ook in de samenleving. Hoe ga je om met vluchtelingen? Problemen waar je op EU of
hoger niveau over moet nadenken. Soms zijn landen het dus niet eens met elkaar, maar hoe ga je hier
dan mee om? Met verschillende meningen zijn argumenten dus heel belangrijk.” De docenten willen
de leerlingen hiermee laten ervaren dat het niet alleen om een spel gaat, maar ook om bestaande
maatschappelijke problemen.
Een schets van de inhoud van de gesprekken
Er worden serieuze gesprekken gevoerd over de te nemen beslissingen. Bij de komst van vluchtelingen op het eiland, tijdens
de Terra Nova les ‘Nieuwelingen’, lijken leerlingen echt bezig te zijn met de impact daarvan op het eiland: “Ze mogen blijven
want ze kunnen helpen met bouwen, en meebeslissen, en helpen met kinderen. We zien potentie in ze.” En: “Ze zijn verspreid
over het eiland, omdat we een gemixte samenleving willen. Maar als ze zich niet gedragen moeten ze weg.” Dat betekent niet
dat leerlingen dezelfde ideeën hebben. In bovenstaande situatie is er bijvoorbeeld een groepje dat aangeeft: “Bij ons moeten
ze zich volledig aanpassen, want wij hebben ze binnengelaten. Regels en gewoonten.” Terwijl een ander groepje aangeeft:
“Wij zijn een democratie, dus we moeten horen wat zij deden op hun eiland en zij wat wij deden, en dan overeenkomen. En
ze hoeven zich niet helemaal aan te passen.” Leerlingen lijken zich ook in te kunnen leven in de ervaring van de Nieuwelingen.
Zo reageert een leerling, nadat het groepje heeft besloten dat de Nieuwelingen zich moeten houden aan de regels van de
oorspronkelijk bewoners, met: “het zou fijn zijn van de blauwe [de Nieuwelingen] als ze hun traditie mogen hebben” en “ik
snap niet hoe je zo kan zijn, ook al is het een spel”.
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 26
De docenten geven aan het idee te hebben dat leerlingen er wel soms aan moeten
worden herinnerd dat het niet alleen om een spel gaat, door expliciet connecties te
maken tussen het spel en actuele onderwerpen uit de echte wereld. Bijvoorbeeld in
de les Nieuwelingen, waarbij een leerling voorstelt vluchtelingen te gebruiken als
slaven of ze te verdrinken. Wanneer de docent vraagt hoe ze dit zouden doen als
het niet om een spel gaat, geven de leerlingen al snel aan dat ze dit anders zouden
aanpakken. Ook geven andere leerlingen aan dat dit antwoord niet door de
beugel kan. Leerlingen lijken over het algemeen goed in staat elkaar te bevragen:
Leerling 1: “(…) maar als het goed gaat met ons eiland waarom zouden we dan
anderen helpen?
Leerling 2: “Ja, omdat zij dan ook iets voor ons doen later. Ik vind dat we dat juist
moeten doen om andere landen kansen te geven zodat ze ook een sterk land
kunnen opbouwen, voor de toekomst hebben wij daar dan ook wat aan.
Wanneer leerlingen tijdens de klassikale besprekingen niet naar elkaar luisteren, of elkaar uitlachen, wijzen de docenten op
de vooraf afgesproken regels, door bijvoorbeeld te herhalen: “we luisteren naar elkaar”. Ook komt een aantal keren naar
voren dat niet alle leerlingen het eens zijn met wat er op hun eiland besloten wordt. De docenten zorgen ervoor dat leerlingen
toe kunnen lichten waarom ze het wel of niet eens zijn met het besluit. Het niet met elkaar eens zijn lijkt niet als iets vervelends
te worden ervaren.
Terugblikken op de Terra Nova lessen
Volgens de docenten zijn de thema’s van de Terra Nova lessen interessant en sluiten ze goed aan bij de belevingswereld
van hun leerlingen. Ook de uitwisselingen tussen groepjes vinden de docenten erg waardevol: “Klassengesprekken met deze
leerlingen zijn vaak al interessant, eerlijk en kwetsbaar. Leerlingen durven zich te laten zien. Terra Nova Minimaatschappij
geeft tools om onderwerpen in een kleinere groep gestructureerd te bespreken, waarbij leerlingen mee moeten doen en naar
elkaar moeten luisteren”. Ook het niveau van de lessen is prima voor hun leerlingen, volgens de docenten. De docenten zijn
dan ook positief over de Terra Nova lessen als middel voor burgerschapsonderwijs.
Wel vinden de docenten het geven van de Terra Nova lessen erg intensief: “Zeker als je drie klassen achter elkaar doet, is het
lastig bij te houden wie wat doet met welk eiland [en moet je] goed opletten dat je geen vergelijking maakt met een eiland
uit een andere klas”.
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 27
Over de Terra Nova lessen als methode om leerlingen te leren omgaan met verschillende meningen zijn de docenten minder
positief. Volgens de docenten hebben hun leerlingen weinig uiteenlopende ideeën over de besproken onderwerpen. Dit is
overigens niet alleen zo tijdens de Terra Nova lessen: over het algemeen zitten de leerlingen veelal op één lijn als het gaat
om maatschappelijke en politieke onderwerpen, aldus de docenten. Docenten zouden het dan ook leuk vinden als er een
complexere versie van het spel zou worden gemaakt, met meer prikkelende vragen om andere reacties uit te kunnen lokken,
ook wanneer alle leerlingen eenzelfde mening lijken te hebben.
Verder wordt door de docenten opgemerkt dat hun leerlingen soms al veel kennis hadden over de onderwerpen die behandeld
werden in de Terra Nova lessen, waardoor het spel als te simpel werd ervaren. Dit had ook te maken met de planning van de
docenten. Zo kwam de les over Nieuwelingen volgens hen eigenlijk te laat: leerlingen hadden twee weken eerder al de VN
en het vluchtelingenverdrag besproken en daardoor al te veel kennis om de Terra Nova les nog als vernieuwend te ervaren. De
aansluiting op lesthema’s, en de timing hiervan binnen het verdere curriculum, is volgens de docenten dan ook erg belangrijk.
Op de vraag aan leerlingen hoe leuk de lessen waren en met welk cijfer ze het spel zouden beoordelen, antwoorden ze
gemiddeld dat ze een 5,6 geven voor hoe leuk ze het vinden, en een 5,7 voor hoe leerzaam. De docenten zijn niet verrast
over deze relatief lage cijfers. Volgens hen zijn de leerlingen op deze school erg kritisch en weten ze al enorm veel. Ook
worden er volgens hen dusdanig veel ‘out of the box’ activiteiten georganiseerd, en is het nadenken over een democratische
samenleving zo’n integraal onderdeel van alles wat er gedaan wordt op de school, dat de Terra Nova lessen in dat opzicht
niet direct vernieuwend zijn voor deze leerlingen.
Het leukst, en ook het meest leerzaam, vinden leerlingen het in gesprek gaan met elkaar en discussies voeren. Ook het maken
van eigen beslissingen, het geven van je mening, het denken in oplossingen, en het samenwerken worden meerdere malen
genoemd. Tot slot geven leerlingen aan het ook leuk te vinden dat het “iets anders dan anders” is. Dit suggereert dat de Terra
Nova aanpak toch zeker ook voor deze leerlingen waardevol is. Enkele quotes:
“Dat ik meer moet discussiëren en
dat ik het ook kan en dat het heel
leuk is om te doen.”
“Dat je ook
onderwerpen op een andere
manier kan bekijken.”
“Dat je zelf kon bepalen hoe
je je land regeert en dat er geen
goede of fouten antwoorden
zijn in ´t spel.”
“Het denken over je eigen
samenleving samen met
klasgenoten.”
“Het praten over
dingen waar je normaal
gezien niet over praat.”
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 28
Veranderingen in het klasklimaat
Naast een evaluatie van de Terra Nova lessen zelf, hebben we leerlingen ook gevraagd naar hun
ervaringen met verschillende aspecten van het klasklimaat. De antwoorden hierop zijn terug te vinden
in de grafieken hieronder (significante ontwikkelingen in blauw). Met betrekking tot het discussieklimaat
in de klas, vroegen we bijvoorbeeld naar de ruimte die leerlingen voelden om hun eigen mening te
laten horen en zelf onderwerpen voor te stellen, in hoeverre een verhaal van verschillende kanten werd
belicht tijdens de les, en in hoeverre er geluisterd werd naar de mening van anderen. Leerlingen gaven
zowel voor als na de Terra Nova lessen aan dat er vaak ruimte is voor discussie tijdens het bespreken
van onderwerpen uit de samenleving en politiek.
Ook over hun relaties met docenten (wat betreft interesse, hulp en respect van hun docent) zijn
leerlingen zowel voor als na de Terra Nova lessen relatief positief.
Over de relaties met andere leerlingen en het algemene gevoel van sociale veiligheid op school waren
leerlingen iets minder positief voorafgaand aan de Terra Nova lessen. Voor deelname aan de Terra
Nova lessen zit het gemiddelde antwoord op stellingen als ‘mijn school is een plek waar leerlingen zich
veilig voelen’ precies tussen ‘mee oneens’ en ‘mee eens’ in. Na de Terra Nova lessen zijn de leerlingen
hier (significant8) positiever over en gaat het gemiddelde antwoord op deze stellingen eerder richting
‘eens tot zeer eens’. We zien dus een gunstige ontwikkeling met betrekking tot het gevoel van sociale
veiligheid dat leerlingen ervaren.
4,0
3,5
3,0
2,5
2,0
1,5
1,0
0,5
0
OPEN
DISCUSSIEKLIMAAT
LEERLING-DOCENT
RELATIE
GEVOEL VAN
SOCIALE VEILIGHEID
3.27 3.19
2.57
3.27 3.17 3.39
8 Een verschil is statistisch significant wanneer een verschil zo groot (en consistent) is dat het niet aan toeval kan worden toegeschreven. Er is dus echt
sprake van een verschil.
Meting 1 Meting 2
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 29
Veranderingen in de burgerschapshoudingen en -vaardigheden van leerlingen 9
In de vragenlijsten hebben we leerlingen ook vragen gesteld over hun houdingen wat betreft drie
elementen die vaak genoemd worden als onderdeel van ‘goed burgerschap’: ieders stem willen horen,
een kritische bijdrage willen leveren, en omgaan met meningsverschillen. Deze vragen stelden we
zowel voor als na de Terra Nova lessen. Ook vroegen we leerlingen beide keren hun vaardigheden
in te schatten met betrekking tot deze drie onderwerpen. Dit geeft zicht op het aanvangsniveau en de
ontwikkeling van leerlingen.
In de grafieken hieronder zijn de aanvangsniveaus en ontwikkelingen in beeld gebracht. Leerlingen
op deze school waren over alle houdingen en vaardigheden over het algemeen redelijk positief.
Leerlingen waren het meest positief over hun vaardigheden met betrekking tot het opkomen voor de
eigen mening. Het minst positief waren ze over het willen leveren van een kritische bijdrage.
Een vergelijking van de burgerschapshoudingen en -vaardigheden voor en na de Terra Nova lessen
laat zien dat de leerlingen gemiddeld genomen positiever staan tegenover ieders stem willen horen en
een kritische bijdrage willen leveren. Ook zijn leerlingen (nog) positiever over hun vaardigheden met
betrekking tot het kunnen opkomen voor de eigen mening, en (in iets mindere mate) het kunnen omgaan
met meningsverschillen. 10
9 In tegenstelling tot de 2 andere schoolportretten, waar het eerste en tweede meetmoment enkele weken uit elkaar lagen, zit er tussen het eerste en
tweede meetmoment op deze school enkele maanden, omdat de Terra Nova lessen verspreid over het schooljaar werden gegeven. Door de spreiding
van de lessen is het onduidelijk of deze verandering (deels) toe te schrijven is aan de lessen, of (ook) aan andere onderwijs- of ontwikkelingsfactoren. Dit
is belangrijk om mee te nemen bij het interpreteren van de resultaten.
10 Een volledig overzicht van deze informatie, die voortkomt uit de vragenlijst die aan leerlingen is voorgelegd, is terug te vinden in de Bijlagen, Tabel 4.
4,0
3,5
3,0
2,5
2,0
1,5
1,0
0,5
0
Houdingen
IEDERS STEM
WILLEN HOREN
KRITISCHE BIJDRAGE
WILLEN LEVEREN
OMGAAN MET
MENINGSVERSCHILLEN
3.36
2.54
2.94
3.49
2.79 2.98
Meting 1 Meting 2
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 30
4,0
3,5
3,0
2,5
2,0
1,5
1,0
0,5
0
Vaardigheden
OPKOMEN VOOR
EIGEN MENING
LUISTEREN NAAR DE
MENING VAN ANDEREN
OMGAAN MET
MENINGSVERSCHILLEN
3.37
2.96 3.06
3.49
2.99 3.15
Bezig zijn met maatschappelijke onderwerpen buiten de klas
Tot slot vroegen we leerlingen hoe vaak ze bezig zijn met maatschappelijke onderwerpen buiten de klascontext. We vroegen
leerlingen hoe vaak ze met hun ouders, vrienden, of via social media praten over wat er in Nederland en de rest van de wereld
gebeurt, of hier zelf actief dingen over opzoeken. Ook hier zagen we een positieve ontwikkeling onder leerlingen. Tijdens het
eerste meetmoment, voorafgaand aan de Terra Nova lessen, gaven leerlingen aan dit niet heel vaak te doen: minder dan één
keer per maand. Tijdens het tweede meetmoment, na afloop van de Terra Nova lessen, was de frequentie iets hoger, namelijk
minimaal maandelijks. Deze positieve ontwikkeling is terug te zien in de grafiek hieronder.
4,0
3,5
3,0
2,5
2,0
1,5
1,0
0,5
0
BEZIG MET MAATSCHAPPELIJKE
ONDERWERPEN BUITEN DE KLAS
1.93 2.07
Meting 1 Meting 2
Meting 1 Meting 2
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 31
Type onderwijs
VMBO-B/K/T, HAVO, VWO
Type omgeving
STERK STEDELIJK
Aantal Terra Nova lessen De lessen vonden plaats tijdens
50 MIN.
OPEENVOLGENDE WEKEN
+ AFGESLOTEN MET
PAASVIERING
AAN DE MACHT
VERDIENEN EN VERDELEN
ZELF ONTWORPEN PAASLES 1
ZELF ONTWORPEN PAASLES 2
3-5 LESSEN GODSDIENST
Kernwaarden uit schoolvisie: VERDRAAGZAAMHEID, ZORG VOOR ELKAAR, ONTWIKKELING VAN TALENTEN, RENTMEESTERSCHAP
54%
46%
33 KLASSEN
ALLEN VOOR EEN
leerlingen
docenten
Type school
OPENBAAR, CHRISTELIJK
Een korte schets van de school- en klascontext
Deze brede christelijke scholengemeenschap met ruim 1750 leerlingen verzorgt onderwijs voor vmbo-
b/k/t, havo en vwo leerlingen. De school is gevestigd in een rustige woonwijk en bestaat uit drie
gebouwen: aan de ene kant van de straat bevinden zich de twee gebouwen voor vmbo-t, havo- en vwo
leerlingen, aan de andere kant van de straat bevindt zich het gebouw voor vmbo-b/k leerlingen. Het
levensbeschouwelijke (christelijke) aspect van deze school komt met name aan de orde tijdens de lessen
Godsdienst, tijdens de dagopeningen, en tijdens de jaarlijkse kerst- en paasvieringen. Ook de Terra Nova
lessen worden op deze school gegeven tijdens deze lessen Godsdienst.
De lessen Godsdienst worden gegeven door vier docenten (voor respectievelijk vmbo-b/k, vmbo-t,
havo en vwo). Wanneer we deze docenten vragen hoe het bespreken van en discussiëren over
SCHOOLPORTRET 3:
EEN CHRISTELIJKE SCHOLENGEMEENSCHAP VOOR VMBO, HAVO, VWO
11 Voor meer informatie over de stedelijkheid van een gebied, zie het CBS.
11
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 32
(actuele) maatschappelijke vraagstukken verloopt in de klassen, ontstaat een gedifferentieerd beeld. In
de havo- en vwo-klassen worden volgens de docenten vaak actuele maatschappelijke vraagstukken
besproken, de vmbo-t docent geeft aan dit soms te doen en de vmbo-b/k docent zelden. Het bespreken
van maatschappelijke onderwerpen gaat volgens alle vier de docenten redelijk makkelijk. Ook over
de discussievaardigheden van hun leerlingen en het kunnen omgaan met conflicten zijn alle docenten
over het algemeen redelijk positief. De vmbo-b/k docent is hierover iets minder positief dan de andere
docenten. 12
De voorbereiding en aanpak van de Terra Nova lessen
De docenten Godsdienst besluiten de Terra Nova lessen te geven aan alle leerjaar 1 en leerjaar 2
leerlingen. De lessen worden geïntegreerd in het bestaande curriculum van de school door naast de
bestaande lessen van Terra Nova twee eigen lessen, zogenaamde Paaslessen, te ontwerpen, met thema’s
die aansluiten op de Paasviering. Het gehele lespakket wordt voorafgaand aan de jaarlijkse Paasviering
uitgevoerd. Het aantal bestaande Terra Nova lessen dat aan de verschillende klassen gegeven wordt,
verschilt per docent en varieert van één les (havo en vwo) tot drie lessen (vmbo-b/k en vmbo-t). De lessen
Godsdienst zijn 50 minuten, waarin steeds één Terra Nova les wordt gegeven.
De Paaslessen spelen zich af in het jaar 8 voor Christus en draaien om het vinden van een nieuwe
samenlevingsvorm wanneer er een groep soldaten naar het (al bewoonde) eiland komt. De Paaslessen
volgen grotendeels dezelfde opzet als Terra Nova: er wordt gewerkt met dezelfde rollen, er zijn
Eilandvragen geformuleerd, en het eiland vormt het startpunt. Toch zijn er ook een aantal belangrijke
verschillen in aanpak:
Tijdens de Paaslessen lopen de docenten rond om hier en daar te participeren in het gesprek of om
leerlingen aan te sporen hun keuzes te beargumenteren. Eén van de docenten benadrukt bij leerlingen:
“Ik wil alleen maar weten: waarom, waarom, waarom?”.
Ook tijdens de reguliere Terra Nova lessen besluiten een aantal docenten om geen klassikale discussies
in te bouwen, leerlingen veel individueel op papier te laten werken, en leerlingen te beoordelen voor
hun antwoorden of inzet. De vmbo-t docent doet dit bijvoorbeeld “om er zeker van te zijn dat leerlingen
het serieus zouden nemen”. Het gebruik van spelelementen zoals de Meningmunten en Discussiekaarten
verschilt per docent. In sommige klassen zorgen de Meningmunten volgens docenten voor dusdanig veel
12 Een volledig overzicht van deze informatie, die voortkomt uit de vragenlijst die aan docenten is voorgelegd, is terug te vinden in de Bijlagen, Tabel 6.
De Eilandvragen worden tijdens de Paaslessen op papier aangeboden; leerlingen
werken de vragen op eigen tempo door
Leerlingen krijgen de opdracht om een keynote te schrijven en daarin de gemaakte
keuzes te verantwoorden; voor deze opdracht krijgen leerlingen vervolgens een cijfer
Er vinden geen klassikale discussies plaats
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 33
onrust, dat besloten wordt deze niet te meer in te zetten. Andere docenten besluiten de Meningmunten
en Discussiekaarten überhaupt niet in te zetten. De vmbo-b/k docent kiest voor een andere strategie en
zet de Discussiekaarten in tijdens de klassikale discussies, om leerlingen te helpen vragen te stellen aan
andere groepjes.
De docenten gebruiken tot slot verschillende methoden om de groepjes samen te stellen. Zo stelt de
vmbo-b/k docent vooraf zelf de groepjes samen (op basis van ‘werkbaarheid’ en een zo evenredig
mogelijke verdeling van jongens en meisjes), terwijl de vmbo-t docent leerlingen zelf groepjes laat maken.
De vmbo-t docent: “Ik kan wel een indeling maken, maar vaak ging discussiëren het beste als ze zelf hun
groepjes mochten samenstellen. Soms heb ik de leerlingen bij wie dat niet goed ging, langer of korter
zelfstandig laten werken”.
Een schets van het verloop van de lessen
Tijdens de introductie van het spel staat het discussiëren centraal. Zo introduceert een van de docenten Terra Nova als volgt:
“We gaan vandaag een spel met elkaar spelen. Stel, er is een onbewoond eiland en jullie gaan dat besturen, hoe gaat dat
er dan uitzien? Je moet met elkaar gaan discussiëren, dat vinden wij de beste manier om het land te besturen. Je kunt het met
elkaar eens of oneens zijn. Dat maakt niet uit. Maar je moet uitleggen waarom je het wel of niet eens bent. En eventueel wat
je een beter idee zou vinden.”
De docenten geven aan het lastig te vinden om de leerlingen gemotiveerd te krijgen voor het spel, omdat het soms toch nog
erg ver van hen af lijkt te staan. De vmbo-b/k docent lost dit op door zelf een brug te slaan tussen het spel en haar leefwereld
en die van haar leerlingen. Ze doet dit door:
vragen te stellen over een maatschappelijk onderwerp en dit vervolgens te koppelen aan de Eilandvragen
leerlingen zelf voorbeelden te laten bedenken bij nieuwe termen
te refereren aan een persoonlijke ervaring
Vooral deze laatste strategie lijkt goed aan te slaan bij leerlingen. Ook neemt de vmbo-b/k docent een actieve rol aan tijdens
de klassikale besprekingen, en stelt ze veel vragen aan leerlingen, bijvoorbeeld over wat goed of niet goed gaat. Tijdens het
bespreken van de samenlevingsvormen wordt telkens kort bij elk eiland gekeken, waarbij de docent alle leerlingen rondom
één eiland laat verzamelen, zodat leerlingen hun bedachte eilandoplossingen kunnen aanwijzen en toelichten. In de havo- en
vwo-klassen gebeurt dit minder. Tijdens het klassikale gedeelte zijn de havo en vwo docent voornamelijk zelf aan het woord,
om de situatie op het eiland toe te lichten en de bedoeling van de volgende opdracht uit te leggen. In vervolglessen besluiten
beide docenten zelfs het interactieve gedeelte te vervangen door individuele, schriftelijke opdrachten, omdat het volgens
hen niet goed mogelijk is om klassikale discussies te voeren. Dit wijten ze met name aan het constante switchen tussen de
groepsgesprekken en klassikale gesprekken.
Ook de andere docenten vonden dit switchen lastig. Zo noemt de vmbo-t docent: “De leerlingen hadden net de antwoorden
genoteerd, of waren klaar en kletsten wat over andere dingen, en dan was het tijd voor de volgende vraag. Dat gebeurde
wel minimaal 10 keer per les en dat was vermoeiend”. De vmbo-b/k docent geeft aan dat de leerlingen soms niet “lekker
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 34
in een vraag” lijken te komen omdat ze hier maar 3 minuten de tijd voor hebben. Meerdere docenten geven aan tijdens
de groepsgesprekken een actievere rol aan te moeten nemen dan ze willen, in een poging leerlingen meer te motiveren tot
gesprekken, of door ze aan te spreken op verstorend gedrag. De vmbo-b/k docent: “Ik deed telkens mee met een groepje.
Om het gesprek op gang te helpen. Zonder mijn hulp lukte het 80% van de groepen niet om zelfstandig het gesprek gaande
te houden”. Ook de havo docent geeft aan met name tijdens de groepsgesprekken “(…)advocaat van de duivel [te] spelen
en prikkelende vragen [te] stellen”.
Een schets van de inhoud van de gesprekken
Alhoewel de klassen verschillen in tot hoeverre gesprekken op gang komen, lijken leerlingen over het algemeen wat moeite
te hebben met het spelen van het spel, met name tijdens het beantwoorden van de Eilandvragen binnen hun eigen groepjes.
Wanneer er binnen een groepje één of meerdere leerlingen zijn die de Eilandvraag wel serieus willen bespreken, wordt daar
door de anderen vaak niet op ingegaan of wordt de leerling niet serieus genomen.
In vwo-klassen lijken er iets meer inhoudelijke groepsgesprekken plaats te vinden: leerlingen die een idee inbrengen en
anderen die daarop reageren. Leerlingen in de vwo-klassen lijken ook een bredere conceptuele beheersing te hebben dan in
de andere klassen. Een voorbeeld van een gesprek in een vwo klas:
Leerling 1: “Communistisch voedselsysteem en kapitalistisch watersysteem.”
Leerling 2 (legt een Meningmunt neer) en zegt: “Eens.”
Leerling 3: “Degenen die meer werken, krijgen ook meer.”
Leerling 1 (legt een Discussiekaart neer) en zegt: “Welke nadelen kan dat hebben? Hoe bepalen we dat dan of iemand veel werkt?
Leerling 3: “Nou kijk, de kokosnoten plukkers die bewegen heel veel dus die krijgen dan meer water.
Leerling 2: “Wanneer geldt de afspraak niet?
Leerling 3 (legt een Meningmunt neer) en zegt: “Als er geen watertekort is”.
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 35
De ruimte voor klassikale besprekingen varieert per docent. In de klassen waar wel klassikale discussies plaatsvinden, komen
soms mooie inhoudelijke discussies tot stand. Zo is er een leerling uit Syrië die in discussie gaat met twee leerlingen die één
leider willen. Met behulp van de docent legt ze uit dat zij heeft meegemaakt dat wanneer je slechts één leider hebt, deze
misbruik kan maken van de macht die hij/zij heeft.
Ook weten leerlingen tijdens de klassikale discussies over het algemeen goed voor hun mening op te komen: ze spreken het
uit wanneer ze het niet met elkaar eens zijn, of het niet eens zijn met de beslissing van hun groepje. In sommige gevallen gaat
het om een ‘serieuze’ meerderheid – leerlingen die een serieus antwoord hebben bedacht dat niet overeenkomt met wat
de andere leerling(en) in het groepje vond(en). In andere gevallen is het de ‘lollige’ meerderheid die een antwoord heeft
bedacht, terwijl de mening van de leerling(en) die serieus mee wilde(n) doen niet uit de verf komt.
Terugblikken op de Terra Nova lessen
De manier waarop deze school geprobeerd heeft om een lesmethode die gaat over meer algemene maatschappelijke
vraagstukken te integreren in het bestaande Godsdienst curriculum en de visie van de school is bewonderenswaardig. Toch
pakt de implementatie van de Terra Nova lessen in het kader van Godsdienst minder goed uit dan gehoopt volgens de
docenten, ondanks de zelfontworpen Paaslessen. Zo geeft de vmbo-b/k docent aan “dat burgerschap te weinig linkt met de
kerndoelen van het vak GD [Godsdienst]”. Dit komt ook terug in haar evaluatie van de Terra Nova lessen: ze is relatief negatief
over het spel als methode om te oefenen met verschillende burgerschapsvaardigheden. Ook zijn de Terra Nova lessen volgens
deze docent te moeilijk en te abstract voor haar leerlingen: “De leerlingen namen de vragen en situaties te letterlijk (…) Het lukte
hen niet om dit zelfstandig te vertalen naar de echte wereld”.
Ook de vmbo-t docent – die koos voor een aanpak waarbij leerlingen onderling discussieerden en vervolgens antwoorden
aanleverden op papier – geeft aan: “Eigenlijk is het spel vooral geschikt bij het vak Maatschappijleer. Er zitten wel onderdelen
bij die bij Economie of Godsdienst aan de orde komen”. Tegelijkertijd is deze docent erg positief over de oefenmogelijkheden
die het spel biedt, zoals het oefenen met communicatievaardigheden, argumenteren en leren omgaan met verschillende
meningen. Ook over de aansluiting van de thema’s en het niveau op zijn leerlingen was hij redelijk tevreden.
Ook de havo docent geeft aan dat de thema’s en het niveau prima waren voor haar leerlingen, al is zij over de opzet van
het spel minder te spreken. Volgens haar “zagen [leerlingen] het op een gegeven moment te veel als een spel. De link met
de echte wereld voelden ze minder en/of vonden ze minder belangrijk”. Tegelijkertijd zorgt juist dit “‘verpakken’ van actuele
vraagstukken in een andere vorm” volgens haar er ook wel weer voor dat het “persoonlijke, scherpe randje er soms zo een
beetje van af [gaat] en dat geeft leerlingen meer vrijheid om te zeggen wat ze denken en naar elkaar te luisteren”. 13
Op de vraag aan leerlingen hoe leuk en leerzaam de lessen waren en met welk cijfer ze het spel zouden beoordelen,
antwoorden ze gemiddeld dat ze het spel met een 5 beoordelen. De vwo leerlingen zijn wat positiever en geven de Terra
Nova lessen een 6,6. Tegelijkertijd geven veel leerlingen ook aan dat ze het spel maar één of twee keer hebben gespeeld, en
daardoor niet echt een mening hadden of het niet meer zo goed wisten. Ook komt meerdere malen naar voren dat het doel
van de lessen onduidelijk was voor leerlingen.
Het leukst – en ook het meest leerzaam – vonden leerlingen het samenwerken, met elkaar in gesprek gaan en discussies
voeren, en het horen van de meningen van andere leerlingen. Enkele quotes:
13 De vwo docent heeft niet deelgenomen aan de schriftelijke evaluatie van de Terra Nova lessen.
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 36
“Dat je samenwerkt met andere mensen en dat je ook hun
mening dan te weten komt over wat zij vinden over een bepaald
onderwerp. En je leert om goed te luisteren naar wat andere
zeggen en dat je gewoon je mening moet zeggen.”
“Dat je duidelijk kon maken wat je er van
vond maar dat het niet irritant was als
iemand zijn mening gaf. Oftewel iedereen
ging met respect met elkaar om.”
“Dat je wel echt eerst
goed gaat nadenken,
voordat je iets zegt.” Dat je in een discussie
iedereen de kans moet geven
om wat te zeggen, want misschien
hebben anderen wel een
betere oplossing.”
“Dat het belangrijk is om
naar andere meningen te
luisteren en goed om een mooi
eiland te maken met verschillende
culturen.”
Veranderingen in het klasklimaat
Naast een mondelinge evaluatie met de leerlingen en de docent, hebben leerlingen voor en na
de Terra Nova lessen een vragenlijst ingevuld. Hierin vroegen we leerlingen beide keren naar het
ervaren klasklimaat. De antwoorden hierop zijn terug te vinden in de grafieken hieronder (significante
ontwikkelingen in blauw)1. Met betrekking tot het discussieklimaat in de klas gaven leerlingen
zowel voor als na de Terra Nova lessen aan dat er relatief vaak ruimte is voor discussie tijdens het
bespreken van onderwerpen uit de samenleving en politiek. Te denken valt aan het zelf voorstellen
van onderwerpen, de ruimte om je eigen mening te laten horen, het verhaal van verschillende kanten
belichten, en het luisteren naar de mening van anderen. In de vmbo-b/k klassen waren leerlingen na
afloop van de Terra Nova lessen zelfs nog iets positiever hierover dan voorafgaand aan de lessen.
Daarnaast zijn leerlingen relatief positief over hun relaties met docenten (wat betreft interesse, hulp en
respect van hun docent). Ook hier zien we onder vmbo-b/k leerlingen een lichte stijging tijdens het
tweede meetmoment.
Over de relaties met andere leerlingen en het gevoel van sociale veiligheid zijn leerlingen negatiever.
Leerlingen zijn het vaak oneens met stellingen als ‘de meeste docenten zouden ingrijpen als leerlingen
gepest worden’; ‘de meeste leerlingen op mijn school behandelen elkaar met respect’, en ‘mijn school
is een plek waar leerlingen zich veilig voelen’. Tijdens het tweede meetmoment, na afloop van de Terra
Nova lessen, zijn leerlingen hier over het algemeen positiever over en ging het gemiddelde antwoord
vaker richting ‘mee eens’. Dit geldt voor alle onderwijstypes. Leerlingen ervaren dus positievere relaties
met andere leerlingen en meer veiligheid na deelname aan de Terra Nova lessen.
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 37
Veranderingen in de burgerschapshoudingen en -vaardigheden van leerlingen
In de vragenlijsten hebben we leerlingen ook vragen gesteld over hun houdingen wat betreft drie
elementen die vaak genoemd worden als onderdeel van ‘goed burgerschap’: ieders stem willen
horen, een kritische bijdrage willen leveren, en omgaan met meningsverschillen. Ook vroegen we
leerlingen beide keren hun vaardigheden in te schatten met betrekking tot deze drie onderwerpen.
Dit geeft zicht op het aanvangsniveau en de ontwikkeling van leerlingen. Over het algemeen
waren leerlingen redelijk positief over zowel hun houdingen als vaardigheden. Wanneer we de
verschillende onderwijstypes vergelijken, zien we dat burgerschapshoudingen over het algemeen het
positiefst zijn onder vwo leerlingen, en het minst positief onder vmbo-b/k en vmbo-t leerlingen. Ook
burgerschapsvaardigheden worden door vwo leerlingen wat positiever ingeschat. Verder zien we
dat vmbo-b/k en vmbo-t leerlingen het meest positief staan tegenover ieders stem willen horen, terwijl
havo en vwo leerlingen het meest positief zijn over hun vaardigheden met betrekking tot het op kunnen
komen voor hun eigen mening. Alle leerlingen, ongeacht onderwijstype, staan het meest negatief
tegenover het willen leveren van een kritische bijdrage.
Wanneer we de uitkomsten van de vragenlijsten voor en na deelname aan de Terra Nova lessen met
elkaar vergelijken, zien we dat zowel vmbo-t als havo leerlingen vinden dat ze beter zijn geworden in
het luisteren naar de mening van anderen. Ook hebben ze een iets positievere houding ten opzichte
van het omgaan met meningsverschillen. Onder vwo leerlingen zien we na afloop van de Terra
Nova lessen een positievere houding tegenover ieders stem willen horen en het willen leveren van
een kritische bijdrage. Onder vmbo-b/k leerlingen zien we geen (significante14) veranderingen in
burgerschapshoudingen of -vaardigheden. 15
4,0
3,5
3,0
2,5
2,0
1,5
1,0
0,5
0
OPEN
DISCUSSIEKLIMAAT
LEERLING-DOCENT
RELATIE
GEVOEL VAN
SOCIALE VEILIGHEID
2.82 2.77
2.87
2.72 2.84 2.85
3.01 3.03
2.8 2.9 2.77 2.84 2.82 2.86
3.01 3.04
2.11 2.23
2.09
2.78
2.13
2.94
2.2
3.05
Vmbo-b/k Vmbo-b/k Vmbo-b/kVmbo-t Vmbo-t Vmbo-tHavo Havo HavoVwo Vwo Vwo
14 Een verschil is statistisch significant wanneer een verschil zo groot (en consistent) is dat het niet aan toeval kan worden toegeschreven. Er is dus echt
sprake van een verschil.
15 Een volledig overzicht van deze informatie, die voortkomt uit de vragenlijst die aan leerlingen is voorgelegd, is terug te vinden in de Bijlagen, Tabellen 5a-5d.
Meting 1 Meting 2
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 38
4,0
3,5
3,0
2,5
2,0
1,5
1,0
0,5
0
4,0
3,5
3,0
2,5
2,0
1,5
1,0
0,5
0
IEDERS STEM
WILLEN HOREN
OPKOMEN VOOR
EIGEN MENING
KRITISCHE BIJDRAGE
WILLEN LEVEREN
LUISTEREN NAAR DE
MENING VAN ANDEREN
OMGAAN MET
MENINGSVERSCHILLEN
OMGAAN MET
MENINGSVERSCHILLEN
3.19
3.16
3.11
3.1
3.14
3.12
3.09
3.04
3.27
3.31
3.19
3.33
3.27
3.29
3.42
3.32
2.51
2.94
2.54
2.92
2.32
2.79
2.43
2.94
2.53
2.85
2.57
2.97
2.77
3.01
2.92
3.08
2.89
3.01
2.88
2.97
2.78
2.91
2.89
2.94
2.83
3.09
2.95
3.04
3.11
3.09
3.11
3.11
Vmbo-b/k
Vmbo-b/k
Vmbo-b/k
Vmbo-b/k
Vmbo-b/k
Vmbo-b/k
Vmbo-t
Vmbo-t
Vmbo-t
Vmbo-t
Vmbo-t
Vmbo-t
Havo
Havo
Havo
Havo
Havo
Havo
Vwo
Vwo
Vwo
Vwo
Vwo
Vwo
Houdingen
Vaardigheden
Meting 1 Meting 2
Meting 1 Meting 2
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 39
Bezig zijn met maatschappelijke onderwerpen buiten de klas
Tot slot hebben we leerlingen vragen gesteld over hun interesse in maatschappelijke onderwerpen.
We vroegen leerlingen hoe vaak ze met hun ouders, vrienden, of via social media praten over wat
er in Nederland en de rest van de wereld gebeurt, of hier zelf actief dingen over opzoeken. Zowel
vmbo-b/k, vmbo-t als havo leerlingen gaven aan dit niet heel vaak te doen: minder dan één keer per
maand. Vwo leerlingen deden dit wat vaker: tussen de één keer per maand en één keer per week. Na
afloop van de Terra Nova lessen is deze frequentie voor alle leerlingen toegenomen. We zien hier dus
een positieve ontwikkeling. Deze is terug te zien in de grafiek hieronder, voor het ene schooltype wat
duidelijker dan voor het andere.
4,0
3,5
3,0
2,5
2,0
1,5
1,0
0,5
0
1.87 1.97
1.73
21.91 1.99
2.37 2.51
BEZIG MET MAATSCHAPPELIJKE
ONDERWERPEN BUITEN DE KLAS
Vmbo-b/k Vmbo-t Havo Vwo
Meting 1 Meting 2
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 40
Discussie en eigenaar-
schap ervaren leidt tot
meer betrokkenheid bij
de samenleving
Discussiëren
(begeleiden)
moet je leren
Oefenen met de grenzen van
het debat: alles mag er zijn,
maar niet alles is goed
"DAT JE ZELF KON BEPALEN
HOE JE JE LAND REGEERT EN
DAT ER GEEN GOEDE OF FOUTEN
ANTWOORDEN ZIJN IN ´T SPEL."
Discussiëren voorleven:
het belang van inte-
gratie in de bredere
schoolcultuur
"LEERLINGEN STONDEN
O.A. POSITIEVER
TEGENOVER HET
LEVEREN VAN EEN
KRITISCHE BIJDRAGE."
2
"DAT JE IN EEN DISCUSSIE
IEDEREEN DE KANS MOET
GEVEN OM WAT TE
ZEGGEN, WANT MISSCHIEN
HEBBEN ANDEREN WEL
EEN BETERE OPLOSSING."
3
"ZE [MEISJES] MOGEN DUS
NIKS (…) ZE MOETEN WEL
ADEMEN, ANDERS KUNNEN ZE
GEEN BROODJES MAKEN."
4
5
INZICHTEN MET BETREKKING TOT DISCUSSIEREN
IN HET KADER VAN BURGERSCHAP
5
Met elkaar in gesprek
gaan kan bijdragen
aan gevoel van sociale
veiligheid op school
Conclusie
1
"IK VOND HET LEUK DAT WE
HET SAMEN MET EEN GROEPJE
MOCHTEN DOEN EN SAMEN ALLES
MOCHTEN BESLISSEN."
Met behulp van het burgerschapsspel Terra Nova Minimaatschappij (Terra Nova) onderzochten leerlingen met elkaar op
welke manieren je kan samenleven en docenten onderzochten op welke manieren ze leerlingen daarbij zo goed mogelijk
konden begeleiden. Aan de hand van leerlingvragenlijsten, docentvragenlijsten en lesobservaties op drie middelbare scholen
brachten wij deze zoektocht in kaart. We bekeken hoe het spel op de scholen werd geïmplementeerd en hoe het in verschillende
klassen werd gespeeld. Ook bekeken we hoe de Terra Nova lessen samenhingen met het ervaren klasklimaat, (verandering in)
verschillende burgerschapshoudingen en -vaardigheden van leerlingen, en met hun interesse in maatschappelijke onderwerpen.
Al deze informatie bij elkaar geeft ons inzichten die breder toepasbaar zijn in de context van burgerschapsonderwijs. De
vijf belangrijkste inzichten over mogelijke onderwijsaanpakken voor discussiëren in het kader van burgerschap hebben we
hieronder op een rijtje gezet.
Op alle scholen ervaarden leerlingen na afloop van de Terra Nova lessen gemiddeld
genomen een positiever gevoel van sociale veiligheid op school dan voorafgaand aan de
lessen. Leerlingen gaven bijvoorbeeld vaker aan het gevoel te hebben dat leerlingen elkaar met respect behandelden en dat
de school een plek was waar ze zich veilig voelden. In wetenschappelijk onderzoek wordt een open en veilig klasklimaat
vaak als voorwaarde voor het voeren van discussie gezien (Knowles et al., 2018). Dit open klasklimaat voor discussie wordt
vervolgens aan een breed scala voor burgerschap relevante uitkomsten gerelateerd, waaronder politieke betrokkenheid,
kritisch bewustzijn (Campbell, 2008; Godfrey & Grayman, 2014) en democratische kennis (Munniksma et al., 2017). De
bevindingen in dit rapport laten zien dat samen nadenken over maatschappelijke vraagstukken en morele dilemma’s en
hierover in discussie gaan met klasgenoten – in welke vorm dan ook – ook een ingang kan zijn om een veiliger klasklimaat
voor leerlingen te creëren.
Het meest genoemde antwoord dat leerlingen gaven wanneer ze gevraagd werden naar wat ze leuk vonden aan de Terra
Nova lessen, was het samenwerken en in gesprek gaan met andere leerlingen. Voorbeelden van antwoorden die leerlingen
gaven waren “dat we het samen met een groepje mochten doen en samen alles mochten beslissen”, “het denken over je eigen
samenleving samen met klasgenoten” en “dat je samenwerkt met andere mensen en dat je ook hun mening dan te weten komt
over wat zij vinden over een bepaald onderwerp”. Dit samenwerkingselement in groepsverband lijkt dus een effectieve en
leuke manier te zijn om actief te werken aan een veilig klasklimaat voor discussie.
CONCLUSIE: VIJF INZICHTEN MET BETREKKING
TOT DISCUSSIEREN IN HET KADER VAN BURGERSCHAP
MET ELKAAR IN GESPREK GAAN KAN BIJDRAGEN AAN
GEVOEL VAN SOCIALE VEILIGHEID OP SCHOOL
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 42
Een andere interessante bevinding is de positieve verandering die zichtbaar was in de mate
waarin leerlingen bezig waren met maatschappelijke onderwerpen buiten schooltijd. Op alle
scholen gaven leerlingen na afloop van de Terra Nova lessen gemiddeld genomen vaker aan met hun ouders, vrienden, of
via sociale media te praten over wat er in Nederland en de rest van de wereld gebeurt, of hier zelf actief dingen over op
te zoeken. Het in gesprek gaan over maatschappelijke vraagstukken in de klas lijkt dus door te werken in de gesprekken die
leerlingen hierover voeren buiten school. In meer algemene zin lijken de Terra Nova lessen een positieve bijdrage te leveren
aan de interesse van leerlingen in maatschappelijke kwesties.
Naast het samenwerken met andere leerlingen in groepsverband werd het maken van eigen beslissingen, en het zelf mogen
inrichten van je eigen samenleving, vaak genoemd wanneer we leerlingen vroegen wat ze leuk vonden aan de Terra Nova
lessen. Zo noemden leerlingen: “dat je zelf kon bepalen hoe je je land regeert en dat er geen goede of fouten antwoorden
zijn in ´t spel”, “dat we in een groepje een heel eigen eiland mochten maken en beslissingen maken” en “dat we zelf konden
bepalen hoe het land kon worden”. Dit gevoel van eigenaarschap wat leerlingen hier beschrijven wordt ook in andere
literatuur genoemd als bevorderlijk voor de ontwikkeling van verschillende burgerschapscompetenties (Bron, 2018; Coopmans
et al., 2020). Leerlingen de ruimte geven om te oefenen met het nemen van beslissingen in hun eigen minimaatschappij lijkt dus
een tweede mooie ingang om de interesse in, en betrokkenheid bij, de echte samenleving te vergroten.
Bovenstaande lessen onderstrepen het belang van samen in gesprek gaan als manier om
complexe maatschappelijke vraagstukken te verkennen. Ook laten ze zien dat de opzet van
Terra Nova een helder inhoudelijk startpunt biedt om aan de hand van ‘het eiland’ van leerlingen dit type vraagstukken te
verkennen. Een groot aantal leerlingen gaf aan het discussiëren over deze vraagstukken als leerzaam te hebben ervaren.
Leerlingen noemden bijvoorbeeld geleerd te hebben: “dat je in een discussie iedereen de kans moet geven om wat te zeggen,
want misschien hebben anderen wel een betere oplossing”, “dat ik meer moet discussiëren en dat ik het ook kan en dat het
heel leuk is om te doen”, en “dat je wel echt eerst goed gaat nadenken, voordat je iets zegt”.
Tegelijkertijd laten de schoolportretten zien hoe ingewikkeld het oefenen met discussiëren in de klas is. Tijdens de Terra
Nova lessen kwamen inhoudelijke discussies tussen leerlingen lastig op gang, zowel tijdens de groepsgesprekken tussen
leerlingen onderling als tijdens de klassikale besprekingen begeleid door de docent. Met name in de vmbo-b/k klassen
gaven docenten aan dat het niveau van het spel te complex was voor hun leerlingen. Zo gaf een docent aan: “Ik deed
telkens mee met een groepje, om het gesprek op gang te helpen. Zonder mijn hulp lukte het 80% van de groepen niet om
zelfstandig het gesprek gaande te houden”. De portretten illustreren dat, om te kunnen profiteren van discussiëren als middel
DISCUSSIE EN EIGENAARSCHAP ERVAREN LEIDT TOT
MEER BETROKKENHEID BIJ DE SAMENLEVING
DISCUSSIEREN (BEGELEIDEN) MOET JE LEREN
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 43
om complexe en controversiële inhoud te verkennen, het nodig is om extra in te zetten op een graduele opbouw in het oefenen
met discussievaardigheden, en daarbij te zorgen voor een aanpak op maat die aansluit op het niveau van de klas.
Eerder onderzoek liet al zien hoe belangrijk de docent is in het begeleiden van de discussies, zoals bij het stellen van de
juiste vragen (Nystrand et al., 2003) en de mate van sturing (Schuitema et al., 2017). Ook in de Terra Nova lessen werd
duidelijk dat het begeleiden van dit oefenproces vraagt om dusdanig sterke docentvaardigheden, dat het belangrijk is om ook
voldoende aandacht te besteden aan de professionaliseringsmogelijkheden die er voor docenten zijn om hierin te oefenen
en hen hierin voldoende te begeleiden. Dit kwam ook terug in de evaluaties met docenten: veel docenten gaven aan hun
rol tijdens de lessen erg intensief te hebben gevonden, met name omdat het begeleiden van de discussies zo moeilijk was.
Naast meer oefenruimte voor leerlingen lijkt er dus behoefte aan meer ruimte voor docenten om te kunnen oefenen met (het
begeleiden van) discussiëren in het kader van burgerschap.
Terra Nova zet specifiek in op het idee dat er geen goede en foute antwoorden zijn. Dat is
in vorm aantrekkelijk: het functioneert als een uitnodiging om alle mogelijke manieren van het
inrichten van een samenleving te verkennen. Een principe als ‘geen goede en foute antwoorden’ sluit aan bij het idee van een
open klasklimaat, waarin uiteenlopende perspectieven worden aangemoedigd en elke opvatting er vooral ook moet mogen
zijn. Dit kan echter ook spanning opleveren met betrekking tot een veilig klasklimaat, waarbij het vooral erg belangrijk is dat
alle leerlingen het gevoel hebben dat ze er mogen zijn (Nieuwelink, 2019b). Tijdens de Terra Nova lessen kwamen soms
voorbeelden voorbij van discriminerende en seksistische uitspraken, zoals toen een leerling in een klassikale bespreking aangaf
dat op hun eiland “alleen blanken welkom” waren, of toen een leerling besloot: “ze [meisjes] mogen dus niks (…) ze moeten
wel ademen, anders kunnen ze geen broodjes maken”. Ook zagen we verschillende keren dat leerlingen bleven zoeken naar
‘het juiste antwoord’, ook in klassen waar de docent zeer nadrukkelijk aangaf dat er geen goede of foute antwoorden waren.
Om op een veilige manier verschillende ideeën te kunnen verkennen, is er meer nodig dan benoemen dat er geen goede en
foute antwoorden zijn, zo maken bovenstaande voorbeelden duidelijk. Discussiëren in het kader van burgerschap vraagt van
docenten dat zij samen met leerlingen oefenen in het grip krijgen op de grenzen van de discussie, zowel qua vorm als qua
inhoud. Burgerschapsonderwijs is immers ook leren dat niet alle antwoorden veilig voelen noch wenselijk zijn in de context
van de democratische rechtstaat. Praktisch gezien is het daarom van belang om voldoende tijd in te ruimen om samen met
leerlingen spelregels op te stellen en afspraken te maken over het handhaven hiervan. Dit proces op zichzelf is in potentie
ook een belangrijke les; het kan leerlingen uitnodigen tot reflectie op gezamenlijke beslissingen en hen eigenaarschap en
verantwoordelijkheid geven.
OEFENEN MET DE GRENZEN VAN HET DEBAT:
ALLES MAG ER ZIJN, MAAR NIET ALLES IS GOED
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 44
Een laatste interessante bevinding is dat de meeste ontwikkeling in burgerschapshoudingen en
-vaardigheden van leerlingen werd waargenomen op de kleinschalige vmbo-t school, waar
discussiëren in het kader van burgerschap een structureel onderdeel vormt van de hele schoolcultuur. Zo stonden leerlingen
op deze school onder andere positiever tegenover het leveren van een kritische bijdrage. Ook stonden zij meer open voor
het omgaan met meningsverschillen. Deze groei kan niet worden toegeschreven aan de Terra Nova lessen – daarvoor lagen
de meetmomenten op deze school te ver uit elkaar – maar suggereert wel dat inzetten op discussievaardigheden het meest
effectief is wanneer discussiëren onderdeel is van de hele schoolcultuur.
Deze conclusie sluit aan op de resultaten van andere onderzoeken waarin het belang van een schoolbrede aanpak van
burgerschapsonderwijs wordt bepleit (Coopmans et al., 2020; Eidhof et al., 2020; Sampermans et al., 2018). Ook zijn de
schoolportretten illustratief voor de ontwikkelingsstadia die Kerr en collega’s (2004) onderscheiden, lopend van de ‘minimalist
school’, die nog in de kinderschoenen staat en waar nog weinig draagvlak te vinden is voor burgerschapsonderwijs, tot de
‘progressing school’, die een holistische aanpak hanteert en schoolbreed inzet op burgerschapsonderwijs (zie ook Eurydice,
2017). Een laatste belangrijke boodschap is dan ook: Neem de tijd om samen – schoolleiding, bovenschoolse staf, leraren
en leerlingen – na te denken over de betekenis van discussiëren in het kader van burgerschap als integraal onderdeel van de
bredere schoolcultuur en het curriculum.
DISCUSSIEREN VOORLEVEN: HET BELANG VAN INTEGRATIE IN
DE BREDERE SCHOOLCULTUUR
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 45
Bron, J. (2018). Student voice in curriculum development: Explorations of curriculum negotiation in secondary education
classrooms. Amsterdam: Universiteit voor Humanistiek.
Campbell, D. E. (2019). What social scientists have learned about civic education: A review of the literature. Peabody Journal
of Education, 94, 32-47.
Coopmans, M. (2020). Burgerschap is teamwerk. Didactief, januari 2020.
Coopmans, M., Ten Dam, G., Dijkstra, A. B., & Van der Veen, I. (2020). Towards a comprehensive school effectiveness model
of citizenship education: An empirical analysis of secondary schools in the Netherlands. Social Sciences, 9, 157.
Eidhof, B., Gelinck, C., & Nieuwelink, H. (2020). Handboek burgerschapsonderwijs voor het voortgezet onderwijs. Den
Haag: ProDemos.
European Commission/EACEA/Eurydice (2017). Citizenship Education at School in Europe. Eurydice Report. Luxembourg:
Publications Office of the European Union.
Hu, L. (2017). Educatieve Handleiding Terra Nova Minimaatschappij. Versie 1.0. Utrecht: Stichting Terra Nova – Democratisch
Design.
Isac, M. M., Maslowski, R., Creemers, B., & Van der Werf, G. (2014). The contribution of schooling to secondary-school
students’ citizenship outcomes across countries. School Effectiveness and School Improvement, 25, 29-63.
Inspectie van het Onderwijs (2020). Themaonderzoek burgerschapsonderwijs en het omgaan met verschil in morele
opvattingen. Utrecht: Inspectie van het Onderwijs.
Inspectie van het Onderwijs (2019). Rapport De Staat van het Onderwijs 2019. Onderwijsverslag over 2017/2018. Den
Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Inspectie van het Onderwijs (2016). Burgerschap op school. Een beschrijving van burgerschapsonderwijs en de maatschappelijke
stage. Utrecht: Inspectie van het Onderwijs.
Kerr, D., Ireland, E., Lopes, J., Craig, R. & Cleaver, E. (2004). Citizenship Education Longitudinal Study: Second Annual Report:
First Longitudinal Survey. Making citizenship education real. Nottingham: National Foundation for Educational Research.
Knowles, R. T., Torney-Purta, J., & Barber, C. (2018). Enhancing citizenship learning with international comparative research:
Analyses of IEA civic education datasets. Citizenship Teaching & Learning, 13, 7-30.
Martens, A. M. & Gainous, J. (2012). Civic education and democratic capacity: How do teachers teach and what works?
Social Science Quarterly, 94, 956-976.
Munniksma, A., Dijkstra, A. B., Van der Veen, I., Ledoux, G., Van de Werfhorst, H., & Ten Dam, G. (2017). Burgerschap in het
OVERZICHT VAN BRONNEN
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 46
voortgezet onderwijs: Nederland in vergelijkend perspectief. Amsterdam: Amsterdam University Press.
Nieuwelink, H. (2019a). Gesprekssjabloon Controversiële onderwerpen in de klas. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam,
Urban Education.
Nieuwelink, H. (2019b). Lesgeven over burgerschap en democratie. Rob van den Boorn (red.), Handboek vakdidactiek
maatschappijleer. Den Haag: ProDemos.
Nystrand, M., L. L. Wu, A. Gamoran, S. Zeiser, & D. A. Long (2003). Questions in time: Investigating the structure and dynamics
of unfolding classroom discourse. Discourse Processes, 35, 135–198.
Oulton, C., Day, V., Dillon, J., & Grace, M. (2004). Controversial issues‐teachers’ attitudes and practices in the context of
citizenship education. Oxford Review of Education, 30, 489-507.
Parker, W. & Hess, D. (2001). Teaching with and for discussion. Teaching and Teacher Education, 17, 273–289.
Radstake, H. & Leeman, Y. (2010). Guiding discussions in the class about ethnic diversity. Intercultural Education, 21, 429–442.
Sampermans, D., Isac, M. M., & Claes, E. (2018). Can schools engage students? Multiple perspectives, multidimensional
school climate research in England and Ireland. Journal of Social Science Education, 17, 13-28.
Schuitema, J., Radstake, H., Van de Pol, J., & Veugelers, W. (2017). Guiding classroom discussions for democratic citizenship
education. Educational Studies, 44, 377-407.
Schulz, W., Ainley, J., Fraillon, J., Losito, B., Agrusti, G., & Friedman, T. (2016). Becoming citizens in a changing world. IEA
International Civic and Citizenship Education Study 2016 International Report. Amsterdam: International Association for the
Evaluation of Educational Achievement (IEA).
Ten Dam, G., Geijsel, F., Reumerman, R., & Ledoux, G. (2011). Measuring young people’s citizenship competences. European
Journal of Education, 46, 354-372.
Ten Dam, G. T., Geijsel, F. P., Ledoux, E. G., & Meijer, E. J. (2013). Citizenship of students and social desirability: Living apart
together? International Journal of Educational Research, 62, 229-238.
Van der Meer, T., Wanders, F., Thijs, P., Mulder, L., Aizenberg, E., Ten Dam, G., & Van de Werfhorst H. (2021). Democratische
kernwaarden in het voortgezet onderwijs. Adolescentenpanel Democratische Kernwaarden en Schoolloopbanen. Amsterdam:
Universiteit van Amsterdam.
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 47
Tabel 1. Respons per school
School 1 School 2 School 3
Aantal leerlingen Aantal klassen Aantal leerlingen Aantal klassen Aantal leerlingen Aantal klassen
Leerlingvragenlijst Meting 1 182 10 65 3 620 33
Leerlingvragenlijst Meting 2 146 10 58 3 397 28
Lesobservaties 10 9 6 3 20 9
BIJLAGEN
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 48
Tabel 2. Extra informatie over de leerling- en docentvragenlijst
Antwoordcategorieen Aantal
items
Voorbeelditem Cronbach’s
alpha
Leerlingvragenlijst
Klasklimaat
Open discussieklimaat (1) nooit, (2) soms, (3) vaak, (4) altijd 6 Tijdens het bespreken van onderwerpen uit de samenleving of politiek
proberen docenten ervoor te zorgen dat leerlingen hun eigen mening laten
horen
0,75
Leerling-docent relatie (1) zeer mee oneens, (2) mee
oneens, (3) mee eens, (4) zeer mee
eens
5 De meeste docenten behandelen mij op een eerlijke manier 0,80
Gevoel van sociale veiligheid (zie hierboven) 4 Mijn school is een plek waar leerlingen zich veilig voelen 0,75
Burgerschapshoudingen ¹ (1) past helemaal niet goed bij mij;
(2) past niet erg bij mij; (3) past wel
wat bij mij; en (4) past helemaal bij
mij
Ieders stem willen horen (zie hierboven) 3 In een discussie moet iedereen de kans krijgen om iets te zeggen 0,68
Kritische bijdragen willen leveren (zie hierboven) 3 Ik wil graag met anderen praten over wat er in de wereld gebeurt 0,65
Omgaan met meningsverschillen (zie hierboven) 6 Als ik een meningsverschil heb, dan probeer ik de ander serieus te nemen 0,76
Burgerschapsvaardigheden ¹ (1) helemaal niet goed; (2) niet zo
goed; (3) best wel goed; en (4) heel
goed
Opkomen voor eigen mening (zie hierboven) 3 Duidelijk maken wat je vindt in een discussie 0,79
Luisteren naar de mening van
anderen
(zie hierboven) 3 Luisteren naar de redenen waarom anderen iets anders kiezen 0,70
Omgaan met meningsverschillen (zie hierboven) 5 Je voorstellen hoe een ander zich voelt als jij een mening over hem of haar
geeft
0,74
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 49
Bezig zijn met maatschappelijke
onderwerpen buiten de klas
(1) (bijna) nooit, (2) ten minste één
keer per maand, (3) ten minste één
keer per week, en (4) (bijna)
dagelijks
6 Hoe vaak praat je met je [ouders/vrienden/via sociale media] over wat er in
Nederland en de rest van de wereld gebeurt
0,78
D
D
o
o
c
c
e
e
n
n
t
t
v
v
r
r
a
a
g
g
e
e
n
n
l
l
i
i
j
j
s
s
t
t
Burgerschapsonderwijsdoelen (0) nee; (1) ja 9 (1) het aanleren van sociale vaardigheden; (2) kritisch nadenken; (3) een
eigen mening vormen; (4) de eigen mening verdedigen; (5) omgaan met
mensen met andere ideeën en opvattingen; (6) meningsverschillen op een
goede manier oplossen; (7) met anderen samenwerken; (8) zelfvertrouwen;
(9) leerlingen voorbereiden op deelname aan de democratische
samenleving.
-
Bespreken van maatschappelijke
onderwerpen
(0) nee; (1) ja 11 (1) vluchtelingen; (2) gelijke kansen voor mannen en vrouwen; (3) zwarte
pieten discussie; (4) #metoo; (5) vrijheid van meningsuiting; (6) terroristische
aanslagen; (7) homoseksualiteit; (8) gender identiteit; (9) antisemitisme; (10)
weerstand tegen de Islam; (11) discriminatie.
-
Bespreekbaarheid
maatschappelijke onderwerpen
(1) zeer moeilijk, (2) ietwat moeilijk,
(3) redelijk makkelijk, tot (4) zeer
makkelijk
11 (zie hierboven)
Discussievaardigheden van
leerlingen
(1) nooit; (2) zelden; (3) soms; (4)
vaak
6
Leerlingen gebruiken steekhoudende argumenten om hun mening te
onderbouwen
0,88
Omgaan met meningsverschillen
leerlingen
(1) nooit; (2) zelden; (3) soms; (4)
vaak
8 Leerlingen zijn bereid uit te zoeken waar ze het eens zijn en waar ze van
mening verschillen
0,86
Noot: ¹ De samenstelling van de schalen en inhoud van de stellingen voor de burgerschapshoudingen en -vaardigheden van leerlingen is gebaseerd op de Citizenship Competences Questionnaire (Ten Dam
et al. 2011; Ten Dam et al. 2013).
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 50
Tabel 3. Leerlingvragenlijst School 1 (N = 146)
Meti ng 1 Meting 2 Verschil
Hoofdthema
Subthema gem. s.d. gem. s.d.
p-waarde
Burgerschapshoudingen Ieders stem willen horen 2,96 0,59 2,90 0,69 0,18
Kritische bijdrage willen leveren 2,46 0,69 2,44 0,73 0,42
Omgaan met meningsverschillen 2,73 0,53 2,70 0,61 0,30
Burgerschapsvaardigheden Opkomen voor eigen mening 3,12 0,61 3,08 0,72 0,29
Luisteren naar de mening van anderen
2,89
0,55
2,81
0,68
0,10
Omgaan met meningsverschillen 2,96 0,50 2,92 0,59 0,82
Maatschappelijke interesse Bezig met maatschappelijke onderwerpen buiten de klas 2,12 0,75 2,03 0,81 0,06
Klasklimaat Open discussieklimaat 2,81 0,59 2,85 0,61 0,25
Leerling-docent relatie 2,90 0,55 2,85 0,57 0,86
Gevoel van sociale veiligheid
2
2
,
,
2
2
0
0
0
0
,
,
3
3
4
4
2
2
,
,
7
7
3
3
0
0
,
,
6
6
3
3
0
0
,
,
0
0
0
0
Terra Nova evaluatie Hoe leuk vond je de lessen 6,30 2,47
Hoe leerzaam vond je de lessen 5,56 2,55
De docent legde duidelijk uit wat de bedoeling was
3,04
0,79
De docent gaf enthousiast les 3,08 0,68
De docent luisterde naar wat ik te zeggen had 3,07 0,73
De docent nam mijn antwoorden serieus 3,03 0,76
De docent gaf geen waarde-oordeel over mijn antwoorden 2,97 0,82
De docent liet verschillende kanten zien van het onderwerp 2,96 0,79
Mijn groepsgenoten luisterden naar wat ik te zeggen had 2,90 0,78
Mijn groepsgenoten namen mijn antwoorden serieus 2,79 0,86
Noot: gem. = gemiddelde; s.d. = standaardafwijking. De p-waarde toont aan of er sprake is van een significant verschil tussen de gemiddelde score in meting 1 en meting 2 (een significant verschil is donkergroen
gearceerd: p-waarde < 5%). Een verschil is statistisch significant wanneer een verschil zo groot (en consistent) is dat het niet aan toeval kan worden toegeschreven. Er is dus echt sprake van een verschil.
Alle schalen lopen van 1 t/m 4, waarbij 1 staat voor een negatieve score, en 4 voor een zeer positieve score, m.u.v. hoe leuk/leerzaam Terra Nova lessen waren, deze schalen lopen van 1 t/m 10.
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 51
Tabel 4. Leerlingvragenlijst School 2 (N = 54)
Meting 1
Meting 2
Verschil
Hoofdthema
Subthema
gem.
s.d.
gem.
s.d.
p-waarde
Burgerschapshoudingen Ieders stem willen horen
3
3
,
,
3
3
6
6
0
0
,
,
5
5
8
8
3
3
,
,
4
4
9
9
0
0
,
,
5
5
5
5
0
0
,
,
0
0
3
3
Kritische bijdrage willen leveren
2
2
,
,
5
5
4
4
0
0
,
,
5
5
5
5
2
2
,
,
7
7
9
9
0
0
,
,
6
6
6
6
0
0
,
,
0
0
1
1
Omgaan met meningsverschillen 2,94 0,61 2,98 0,52 0,30
Burgerschapsvaardigheden Opkomen voor eigen mening
3
3
,
,
3
3
7
7
0
0
,
,
5
5
7
7
3
3
,
,
4
4
9
9
0
0
,
,
5
5
4
4
0
0
,
,
0
0
5
5
Luisteren naar de mening van anderen 2,96 0,61 2,99 0,58 0,37
Omgaan met meningsverschillen 3,06 0,55 3,15 0,42 0,09
Maatschappelijke interesse Bezig met maatschappelijke onderwerpen buiten de klas
1
1
,
,
9
9
3
3
0
0
,
,
4
4
9
9
2
2
,
,
0
0
7
7
0
0
,
,
6
6
9
9
0
0
,
,
0
0
4
4
Klasklimaat Open discussieklimaat 3,27 0,57 3,27 0,50 0,50
Leerling-docent relatie 3,19 0,70 3,17 0,58 0,56
Gevoel van sociale veiligheid
2
2
,
,
5
5
7
7
0
0
,
,
4
4
5
5
3
3
,
,
3
3
9
9
0
0
,
,
5
5
4
4
0
0
,
,
0
0
0
0
Terra Nova evaluatie Hoe leuk vond je de lessen 5,64 1,87
Hoe leerzaam vond je de lessen 5,67 1,73
De docent legde duidelijk uit wat de bedoeling was 3,33 0,63
De docent gaf enthousiast les 3,09 0,63
De docent luisterde naar wat ik te zeggen had 3,24 0,54
De docent nam mijn antwoorden serieus 3,33 0,63
De docent gaf geen waarde-oordeel over mijn antwoorden 2,83 0,90
De docent liet verschillende kanten zien van het onderwerp 3,19 0,63
Mijn groepsgenoten luisterden naar wat ik te zeggen had 3,05 0,74
Mijn groepsgenoten namen mijn antwoorden serieus 3,00 0,84
Noot: gem. = gemiddelde; s.d. = standaardafwijking. De p-waarde toont aan of er sprake is van een significant verschil tussen de gemiddelde score in meting 1 en meting 2 (een significant verschil is donkergroen
gearceerd: p-waarde < 5%). Een verschil is statistisch significant wanneer een verschil zo groot (en consistent) is dat het niet aan toeval kan worden toegeschreven. Er is dus echt sprake van een verschil.
Alle schalen lopen van 1 t/m 4, waarbij 1 staat voor een negatieve score, en 4 voor een zeer positieve score, m.u.v. hoe leuk/leerzaam Terra Nova lessen waren, deze schalen lopen van 1 t/m 10.
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 52
Tabel 5a. Leerlingvragenlijst School 3 - vmbo-b/k (N = 187)
Meting 1
Meting 2
Verschil
Hoofdthema Subthema gem. s.d. gem. s.d p-waarde
Burgerschapshoudingen Ieders stem willen horen 3,19 0,55 3,14 0,62 0,90
Kritische bijdrage willen leveren 2,51 0,63 2,54 0,72 0,39
Omgaan met meningsverschillen 2,89 0,52 2,88 0,55 0,64
Burgerschapsvaardigheden Opkomen voor eigen mening 3,16 0,66 3,12 0,69 0,84
Luisteren naar de mening van anderen 2,94 0,60 2,92 0,03 0,72
Omgaan met meningsverschillen 3,01 0,52 2,97 0,54 0,82
Maatschappelijke interesse Bezig met maatschappelijke onderwerpen buiten de klas
1
1
,
,
8
8
7
7
0
0
,
,
6
6
7
7
1
1
,
,
9
9
7
7
0
0
,
,
7
7
4
4
0
0
,
,
0
0
5
5
Klasklimaat Open discussieklimaat
2
2
,
,
8
8
2
2
0
0
,
,
5
5
7
7
2
2
,
,
8
8
7
7
0
0
,
,
5
5
8
8
0
0
,
,
0
0
5
5
Leerling-docent relatie 2,80 0,64 2,90 0,57 0,09
Gevoel van sociale veiligheid
2
2
,
,
1
1
1
1
0
0
,
,
3
3
8
8
2
2
,
,
2
2
3
3
0
0
,
,
6
6
3
3
0
0
,
,
0
0
1
1
Terra Nova evaluatie* Hoe leuk vond je de lessen 5,32 1,82
Hoe leerzaam vond je de lessen 5,96 1,77
De docent legde duidelijk uit wat de bedoeling was 2,92 0,70
De docent gaf enthousiast les 2,84 0,69
De docent luisterde naar wat ik te zeggen had 3,04 0,54
De docent nam mijn antwoorden serieus 3,00 0,58
De docent gaf geen waarde-oordeel over mijn antwoorden 2,88 0,53
De docent liet verschillende kanten zien van het onderwerp
2,96
0,54
Mijn groepsgenoten luisterden naar wat ik te zeggen had 2,88 0,78
Mijn groepsgenoten namen mijn antwoorden serieus 2,76 0,66
Noot: gem. = gemiddelde; s.d. = standaardafwijking. De p-waarde toont aan of er sprake is van een significant verschil tussen de gemiddelde score in meting 1 en meting 2 (een significant verschil is donkergroen
gearceerd: p-waarde < 5%). Een verschil is statistisch significant wanneer een verschil zo groot (en consistent) is dat het niet aan toeval kan worden toegeschreven. Er is dus echt sprake van een verschil.
Alle schalen lopen van 1 t/m 4, waarbij 1 staat voor een negatieve score, en 4 voor een zeer positieve score, m.u.v. hoe leuk/leerzaam Terra Nova lessen waren, deze schalen lopen van 1 t/m 10.
* Terra Nova evaluatie ingevuld door 25 vmbo b/k leerlingen.
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 53
Tabel 5b. Leerlingvragenlijst School 3 - vmbo-t (N = 57)
Meting 1
Meting 2
Verschil
Hoofdthema
Subthema gem. s.d. gem. s.d p-waarde
Burgerschapshoudingen Ieders stem willen horen 3,11 0,48 3,09 0,69 0,58
Kritische bijdrage willen leveren 2,32 0,69 2,43 0,76 0,25
Omgaan met meningsverschillen 2,78 0,55 2,89 0,52 0,08
Burgerschapsvaardigheden Opkomen voor eigen mening 3,10 0,62 3,04 0,73 0,76
Luisteren naar de mening van anderen
2
2
,
,
7
7
9
9
0
0
,
,
7
7
1
1
2
2
,
,
9
9
4
4
0
0
,
,
5
5
9
9
0
0
,
,
0
0
3
3
Omgaan met meningsverschillen 2,91 0,49 2,94 0,52 0,20
Maatschappelijke interesse Bezig met maatschappelijke onderwerpen buiten de klas
1
1
,
,
7
7
3
3
0
0
,
,
6
6
3
3
2
2
,
,
0
0
0
0
0
0
,
,
7
7
1
1
0
0
,
,
0
0
1
1
Klasklimaat Open discussieklimaat 2,77 0,46 2,72 0,49 0,50
Leerling-docent relatie 2,77 0,50 2,84 0,50 0,25
Gevoel van sociale veiligheid
2
2
,
,
0
0
9
9
0
0
,
,
2
2
7
7
2
2
,
,
7
7
8
8
0
0
,
,
4
4
5
5
0
0
,
,
0
0
1
1
Terra Nova evaluatie* Hoe leuk vond je de lessen 5,12 2,63
Hoe leerzaam vond je de lessen 5,38 2,38
De docent legde duidelijk uit wat de bedoeling was 2,83 0,67
De docent gaf enthousiast les 2,78 0,69
De docent luisterde naar wat ik te zeggen had 2,73 0,63
De docent nam mijn antwoorden serieus 2,73 0,71
De docent gaf geen waarde-oordeel over mijn antwoorden 2,88 0,71
De docent liet verschillende kanten zien van het onderwerp
2,88
0,71
Mijn groepsgenoten luisterden naar wat ik te zeggen had 2,76 0,77
Mijn groepsgenoten namen mijn antwoorden serieus 3,02 0,72
Noot: gem. = gemiddelde; s.d. = standaardafwijking. De p-waarde toont aan of er sprake is van een significant verschil tussen de gemiddelde score in meting 1 en meting 2 (een significant verschil is donkergroen
gearceerd: p-waarde < 5%). Een verschil is statistisch significant wanneer een verschil zo groot (en consistent) is dat het niet aan toeval kan worden toegeschreven. Er is dus echt sprake van een verschil.
Alle schalen lopen van 1 t/m 4, waarbij 1 staat voor een negatieve score, en 4 voor een zeer positieve score, m.u.v. hoe leuk/leerzaam Terra Nova lessen waren, deze schalen lopen van 1 t/m 10.
* Terra Nova evaluatie ingevuld door 42 vmbo-t leerlingen.
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 54
Tabel 5c. Leerlingvragenlijst School 3 - havo (N = 97)
Variabele
Meting 1
Meting 2
Verschil
Variabele gem. s.d. gem. s.d p-waarde
Burgerschapshoudingen Ieders stem willen horen 3,27 0,48 3,19 0,64 0,87
Kritische bijdrage willen leveren 2,53 0,64 2,57 0,73 0,28
Omgaan met meningsverschillen
2
2
,
,
8
8
3
3
0
0
,
,
4
4
7
7
2
2
,
,
9
9
5
5
0
0
,
,
5
5
2
2
0
0
,
,
0
0
1
1
Burgerschapsvaardigheden Opkomen voor eigen mening 3,31 0,64 3,33 0,67 0,35
Luisteren naar de mening van anderen
2
2
,
,
8
8
5
5
0
0
,
,
5
5
1
1
2
2
,
,
9
9
7
7
0
0
,
,
6
6
2
2
0
0
,
,
0
0
3
3
Omgaan met meningsverschillen 3,09 0,44 3,04 0,45 0,85
Maatschappelijke interesse Bezig met maatschappelijke onderwerpen buiten de klas
1
1
,
,
9
9
1
1
0
0
,
,
6
6
1
1
1
1
,
,
9
9
9
9
0
0
,
,
7
7
0
0
0
0
,
,
0
0
5
5
Klasklimaat Open discussieklimaat 2,84 0,53 2,85 0,62 0,41
Leerling-docent relatie 2,82 0,48 2,86 0,57 0,17
Gevoel van sociale veiligheid
2
2
,
,
1
1
3
3
0
0
,
,
3
3
0
0
2
2
,
,
9
9
4
4
0
0
,
,
5
5
7
7
0
0
,
,
0
0
1
1
Terra Nova evaluatie* Hoe leuk vond je de lessen 5,41 2,28
Hoe leerzaam vond je de lessen 4,71 2,33
De docent legde duidelijk uit wat de bedoeling was 3,11 0,77
De docent gaf enthousiast les 2,76 0,81
De docent luisterde naar wat ik te zeggen had 2,90 0,74
De docent nam mijn antwoorden serieus 3,05 0,79
De docent gaf geen waarde-oordeel over mijn antwoorden 2,84 0,80
De docent liet verschillende kanten zien van het onderwerp 2,73 0,84
Mijn groepsgenoten luisterden naar wat ik te zeggen had 2,80 0,85
Mijn groepsgenoten namen mijn antwoorden serieus 2,78 0,88
Noot: gem = gemiddelde; s.d. = standaardafwijking. De p-waarde toont aan of er sprake is van een significant verschil tussen de gemiddelde score in meting 1 en meting 2 (een significant verschil is donkergroen
gearceerd: p-waarde < 5%). Een verschil is statistisch significant wanneer een verschil zo groot (en consistent) is dat het niet aan toeval kan worden toegeschreven. Er is dus echt sprake van een verschil.
Alle schalen lopen van 1 t/m 4, waarbij 1 staat voor een negatieve score, en 4 voor een zeer positieve score, m.u.v. hoe leuk/leerzaam Terra Nova lessen waren, deze schalen lopen van 1 t/m 10.
* Terra Nova evaluatie ingevuld door 92 havo leerlingen.
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 55
Tabel 5d. Leerlingvragenlijst School 3 - vwo (N = 56)
Meting 1 Meting 2 Verschil
Hoofdthema Subthema gem. s.d. gem. s.d p-waarde
Burgerschapshoudingen Ieders stem willen horen
3
3
,
,
2
2
7
7
0
0
,
,
4
4
9
9
3
3
,
,
4
4
2
2
0
0
,
,
4
4
7
7
0
0
,
,
0
0
2
2
Kritische bijdrage willen leveren
2
2
,
,
7
7
7
7
0
0
,
,
6
6
3
3
2
2
,
,
9
9
2
2
0
0
,
,
6
6
6
6
0
0
,
,
0
0
3
3
Omgaan met meningsverschillen 3,11 0,47 3,11 0,50 0,48
Burgerschapsvaardigheden Opkomen voor eigen mening 3,29 0,55 3,32 0,57 0,30
Luisteren naar de mening van anderen 3,01 0,45 3,08 0,50 0,10
Omgaan met meningsverschillen 3,09 0,44 3,11 0,50 0,35
Maatschappelijke interesse
Bezig met maatschappelijke onderwerpen buiten de klas
22,,3377
00,,6622
22,,5511
00,,7711
00,,0044
Klasklimaat Open discussieklimaat 3,01 0,47 3,03 0,52 0,38
Leerling-docent relatie 3,01 0,47 3,04 0,50 0,31
Gevoel van sociale veiligheid
2
2
,
,
2
2
0
0
0
0
,
,
3
3
4
4
3
3
,
,
0
0
5
5
0
0
,
,
5
5
7
7
0
0
,
,
0
0
1
1
Terra Nova evaluatie* Hoe leuk vond je de lessen 6,60 2,00
Hoe leerzaam vond je de lessen 5,84 2,20
De docent legde duidelijk uit wat de bedoeling was 3,32 0,60
De docent gaf enthousiast les 3,25 0,65
De docent luisterde naar wat ik te zeggen had 3,32 0,64
De docent nam mijn antwoorden serieus 3,34 0,68
De docent gaf geen waarde-oordeel over mijn antwoorden 2,93 0,75
De docent liet verschillende kanten zien van het onderwerp 3,18 0,66
Mijn groepsgenoten luisterden naar wat ik te zeggen had 3,39 0,69
Mijn groepsgenoten namen mijn antwoorden serieus 3,25 0,69
Noot: gem. = gemiddelde; s.d. = standaardafwijking. De p-waarde toont aan of er sprake is van een significant verschil tussen de gemiddelde score in meting 1 en meting 2 (een significant verschil is donkergroen
gearceerd: p-waarde < 5%). Een verschil is statistisch significant wanneer een verschil zo groot (en consistent) is dat het niet aan toeval kan worden toegeschreven. Er is dus echt sprake van een verschil.
Alle schalen lopen van 1 t/m 4, waarbij 1 staat voor een negatieve score, en 4 voor een zeer positieve score, m.u.v. hoe leuk/leerzaam Terra Nova lessen waren, deze schalen lopen van 1 t/m 10.
* Terra Nova evaluatie ingevuld door 47 vwo leerlingen.
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 56
Tabel 6. Docentvragenlijsten (N = 6)
School 1
School 2 School 3
Variabele
Vmbo-b/k
Vmbo-t Vmbo-b/k
Vmbo-t
Havo Vwo
Top 3 doelen burgerschapsonderwijs
1.
bevorderen sociale vaardigheden (luisteren, uit laten spreken) 1 1 1
2.
kritisch nadenken 1 1 1
3.
eigen mening vormen 1 1 1
4.
eigen mening verdedigen
5.
omgaan met mensen met andere opvattingen 1 1 1 1 1
6. meningsverschillen op een goede manier oplossen
7.
voorbereiden op deelname aan democratische samenleving 1 1 1
8. met anderen samenwerken
1
9.
bevorderen zelfvertrouwen
Lespraktijken
1.
projecten buiten school info verzamelen 3 3 2,22 3 3 2,75
2.
analyseren informatie uit verschillende bronnen 3 4 2,90 2,33 3 4
3. gastlessen
4
3
2,00
3
1
2
4.
rollenspellen 2 3 3,00 2 1 1
5. bereiden onderwerpen voor en presenteren deze
3
3
2,44
2
3
3
6.
stellen zelf onderwerpen voor 3 2 2,00 1 3 3
7.
bespreken actuele kwesties 4 4 2,33 3 4 4
8.
doen groepswerk 4 4 3,56 3 4 3,5
Thema’s besproken 11 11 1,32 3,84 10 5,5
1.
vluchtelingen 1 1 0,11 0,67 1 1
2.
gelijke kansen mannen vrouwen 1 1 0,11 1 1 1
3.
zwarte pieten 1 1 0,00 0 1 0
4.
metoo 1 1 0,00 0 1 0
5.
vrijheid van meningsuiting 1 1 0,44 1 1 1
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 57
6.
terroristische aanslagen 1 1 0,00 0 1 0
7. homoseksualiteit 1 1 0,22 0,17 1 0
8.
gender identiteit 1 1 0,11 0 1 0
9.
antisemitisme 1 1 0,00 0,17 0 0,5
10.
weerstand tegen de islam 1 1 0,00 0 1 1
11.
discriminatie 1 1 0,33 0,83 1 1
Thema’s bespreekbaarheid
2,91
3,55
2,85
2,88
2,64
3,27
Discussievaardigheden leerlingen (algemeen) 3,00 3,50 2,72 3,47 3,33 3,29
1. duidelijk maken wat ze vinden 4 4 3,22 3,5 4 3,75
2.
vasthouden aan eigen mening 4 3 3,33 3 4 3,5
3.
steekhoudende argumenten 2 3 2,00 3 3 3
4.
uitspreken 4 4 3,22 4 3 3,25
5.
snappen hoe een andere leerling denkt 3 3 2,67 3 3 3
6.
luisteren naar elkaar 3 4 3,00 4 4 3,75
7.
kans om uit te leggen 4 4 3,00 3,83 4 3,75
8.
iedereen kan iets zeggen 4 4 3,44 3,83 4 3,75
9.
durven niet mee te doen aan gesprek 3 2 2,44 2,67 3 3
10.
durven van mening te veranderen 2 3 2,44 3 3 3
11.
maken mening anderen belachelijk 3 2 2,44 2,33 3 2,25
12.
ontstaat een conflict tussen leerlingen 2 2 2,44 2,17 3 1,25
Omgaan met meningsverschillen leerlingen (algemeen) 2,63 3,63 2,96 3,5 3,13 3,34
1.
rekening houden met andermans gevoelens 3 4 3,00 3,17 3 3,5
2.
toegeven wanneer ongelijk 1 3 2,44 3 3 2,5
3.
andere leerlingen serieus nemen 3 4 3,11 4 3 3,75
4.
boos op elkaar worden 3 1 2,33 2,17 3 1,25
5.
goed met elkaar om blijven gaan 4 4 3,33 4 4 3,75
6.
bereid oplossing te zoeken 2 3 3,11 3,5 3 3,5
7.
uitzoeken waar eens/oneens 3 3 2,55 3,17 3 2,75
8.
in staat af te koelen 4 4 2,88 3,67 2 4
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 58
9.
vreedzaam conflict oplossen 2 4 3,33 4 3 4
10.
bemiddelen bij andermans conflicten 3 4 2,77 3,17 3 3
11.
situatie loopt uit de hand 1 1 2,11 2 3 1
Discussievaardigheden leerlingen tijdens Terra Nova lessen
1.
duidelijk maken wat ze van het besproken onderwerp vonden 3 4 3 3 4
2.
steekhoudende argumenten om hun mening te onderbouwen 2 4 2 4 3
3.
lieten elkaar uitspreken 4 3 3 4 3
4.
hadden uiteenlopende ideeën over het besproken onderwerp 4 2 4 3 3
5. deden niet mee aan het gesprek 3 3 3 2 3
6.
luisterden naar elkaar, ook als ze van mening verschilden 3 3 2 4 3
7. maakten de meningen van andere leerlingen belachelijk 3 2 3 2 3
8.
situatie liep uit de hand 2 1 4 2 3
Evaluatie Terra Nova lessen
1.
aansluiting op belevingswereld leerlingen 8 8 4 8 3
2. bespreekbaar maken controversiële onderwerpen 8 8 4 7 5
3.
veilig oefenen met communicatievaardigheden 8 8 4 9 5
4.
goede manier voor verkennen moreel kompas 9 8 4 6 3
5. leren omgaan met verschillende meningen / perspectieven
6
5
5
7
4
6.
leren beter samen te werken 7 6 4 8 4
7. leren kwalitatief beter te redeneren (bijv. argumenten gebruiken)
5
7
3
9
3
8.
stimuleert tot kritisch denken 8 8 6 8 5
9.
leerlingen speelden graag Terra Nova 8 7 4 6 3
10.
aanraden als middel voor burgerschapsonderwijs 10 8 5 7 7
Noot: Sommige docenten hebben de vragenlijst slechts 1 keer ingevuld voor alle klassen, omdat zij van mening waren dat er op geen verschillen waren tussen klassen; docenten die vonden dat er wel
verschillen waren tussen klassen, hebben per klas een vragenlijst ingevuld. In deze tabel zijn gemiddelde scores opgenomen.
Burgerschap in het voortgezet onderwijs: In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij | 59
Coopmans, M., Munniksma, A., & Rinnooy Kan, W.F. (2021). Burgerschap in het voortgezet onderwijs:
In dialoog met Terra Nova Minimaatschappij. Universiteit van Amsterdam & Universiteit Utrecht.
ResearchGate has not been able to resolve any citations for this publication.
Article
Full-text available
We still have only a limited understanding of the effectiveness of schools in promoting citizenship, the factors explaining this effectiveness and the way in which these aspects interact. Using elaborate cross-sectional data from students, teachers, team leaders and school leaders at 78 Dutch secondary schools, this study empirically examines a school effectiveness model of citizenship education in order to achieve a more comprehensive explanation of citizenship competence acquisition. Using multilevel structural equation models, we analyze direct and indirect school-level predictors of student knowledge, attitudes and self-evaluated skills regarding citizenship. Four aspects of citizenship education are examined: the school’s policies regarding citizenship education, its teaching practices, and its professional and pedagogical learning environment (i.e., teaching community and classroom climate). With respect to school policies, positive effects are found for the attention paid to citizenship education in staff meetings. The professional learning environment is related to students’ citizenship competences mainly indirectly, via the average classroom climate. Effects of teaching practices vary: more emphasis on monitoring is more frequently found at schools with lower average levels of citizenship competences, whereas schools that let students choose their own topics in class have on average higher levels of citizenship competences.
Chapter
Full-text available
Correction to: W. Schulz et al., Becoming Citizens in a Changing World, https://doi.org/10.1007/978-3-319-73963-2
Article
Full-text available
Purpose: This article assesses how different aspects of the school climate relate to students’ intended future electoral engagement. Until now, political socialization researchers found evidence for a relation between formal citizenship education in school and students’ participation levels. There is less consensus, however, in how multiple aspects of informal political socialization can contribute to individuals' participatory acts. Method: To learn more about several aspects of informal political socialization and their relevance for student intended electoral participation this work draws on educational sciences and political socialization literature and focuses on multiple dimensions of school climate (cf. Konold, 2014; Lenzi, 2014) and their relationship to future electoral engagement. We rely on the English and Irish International Civic and Citizenship Survey (ICCS) 2009 data to operationalize multiple dimensions of the school climate. We estimate a structural equation model in which school climate is measured by indicators based on student and teacher questionnaire data aggregated at the school level. The relationship between multiple dimensions of school climate and student future electoral participation is tested. Findings: We find that in order to engage students in voting; schools should focus not only on the formal curriculum but also on more informal aspects (the school climate). Implications for research, policy, and practice are discussed.
Article
Full-text available
Classroom discussion is frequently proposes as an essential part of democratic citizenship education. Literature, however, pays little attention to what kind of discussion is most effective and how teachers can facilitate a discussion. This study aims to contribute to the development of a framework for analysing the characteristics of classroom discussions and the different roles teachers can adopt in guiding a discussion on controversial issues. In addition, we investigated how the way teachers guide the discussion is related to the structure and content features of the discussion. The framework was used to analyse five classroom discussions in secondary education. Our framework appeared to be useful for revealing differences in the structure and content features of the classroom discussions and in the way teachers guide the discussion. The results also indicated that a high degree of teacher regulation was related to high content quality and more participation from students. A high degree of student regulation was linked to more genuine discussion among students. The study underlines the importance of taking account of the teacher’s role in research into the effectiveness of classroom discussions for democratic citizenship education and the study makes useful suggestions for teachers when preparing for a classroom discussion.
Article
Full-text available
Current conceptions of citizenship favour public involvement in dialogue on controversial issues such as GM food. ‘Students with higher levels of civic knowledge are more likely to expect to participate in political and civic activities as adults’ (Kerr et al., 200317. Kerr D Lines A Blenkinsop S Schagen I 2003 Citizenship and Education at age 14. A summary of the international findings and preliminary results for England (Slough, National Foundation for Educational Research & London, Department for Education and Employment) View all references, p. 4). Young people need to be aware of the nature of controversy and be able to see how arguments are constructed to sway our opinions if they are to be fully scientifically literate. A survey of the literature suggests that the principles and methods relating to the teaching of controversial issues are themselves controversial. This irony is more relevant to teachers now than ever before. In England, the teaching of ‘Citizenship’ has been compulsory for students aged 11–16 in the state sector since September 2002. As it is currently framed, ‘Citizenship’ includes education for sustainable development and the teaching of the nature of controversy. This paper explores the issue of teachers' readiness to use controversial issues in the classroom, and reports on research involving focus groups and questionnaires. We suggest that many teachers are under‐prepared and feel constrained in their ability to handle this aspect of their work. We conclude by offering a set of foci for developing support materials to help teachers be more effective at teaching controversial issues.
Article
Historically there has been a relative dearth of social science research into civic education—even in political science, a discipline that had civic education as one of its founding objectives. This is partly due to the mistaken impression that civics instruction has no effect on civic and political participation, a conclusion that was once conventional wisdom but has since been refuted. More and more evidence has accumulated that well-designed civic education—both formal and informal—has meaningful, long-lasting effects on the civic engagement of young people. Existing research finds four aspects of schooling that affect civic learning and engagement: classroom instruction, extracurricular activities, service learning, and a school’s ethos. Furthermore, state-level civics exams can positively affect knowledge about politics and government. The unifying theme that arises from this burgeoning literature is that effective civic education can compensate for a dearth of civic resources in the home and community. However, the renaissance of research into civic education is only just beginning, as more needs to be done. The existing data are too limited, and randomized studies are rare. Truly advancing our understanding of civic education will require a large-scale, multi-method, interdisciplinary effort.
Article
Large-scale international databases provide valuable resources for scholars, educators and policy-makers interested in civic engagement and education in nations that are democracies or striving towards democracy. However, the multidiscipli-nary nature of secondary analysis of these data has created a fragmentary picture that limits educators’ awareness of relevant findings. We present a summary of research conducted across disciplines using datasets from two large-scale cross-national studies of civic education conducted by the International Association for the Evaluation of Educational Achievement (CIVED:99 and ICCS:09). The IEA studies were conducted in more than 40 countries with nationally representative samples of 14–15 year olds. In a review of over 100 published articles reporting secondary analyses of these data, we identified four themes especially salient for citizenship educators: open classroom climates; teaching and learning approaches; student identity; and profiles of citizenship norms and attitudes. The review summarizes sample relevant articles to illustrate themes, emphasizes connections between education and civic engagement and suggests opportunities for future research.
Article
Insight into the citizenship of students is typically gained via surveys. However, social desirability always plays a role in self-reporting. The relationship between social desirability and citizenship is multi-interpretable. In this article, two views on the divergence and convergence of citizenship and social desirability are presented leading to different assumptions regarding the relationship between social desirability and citizenship. These assumptions are then examined empirically with the aid of a large database on the citizenship competences of students in primary and secondary education in the Netherlands. The results show that there is a significant level of convergence that inhibits correction of survey measures for social desirability. The implications of these findings for furthering our understanding of citizenship are discussed.
Article
This article uses an educational effectiveness approach to model the impact of student, school, and educational system characteristics on several cognitive and non-cognitive student outcomes related to citizenship education. Using multivariate multilevel analysis, data from the International Association for the Evaluation of Educational Achievement (IEA) International Civic and Citizenship Education Study (ICCS) 2009 were analyzed, encompassing 102,396 lower secondary-school students (14-year-olds) in 4,078 schools in 31 countries. The results indicate that schools have a small influence on students' civic knowledge and hardly an impact on civic attitudes and intended civic behavior. Civic competences are mainly explained by individual student characteristics and out-of-school factors. Factors at the school level that were found to make a difference in students' civic competences are related to stimulating a democratic classroom climate in which free dialogue and critical debate on controversial political and social issues are encouraged, nurturing positive interpersonal relationships and creating opportunities for students to learn and practice democracy.