ArticlePDF Available
30
TVZ 04/2020
Onthoud hoeveel je niet weet
uit zichzelf niet meer voldoende eet,
geef je nog een knuffel? Het zijn onmo-
gelijke keuzes, maar de betrokkenen
missen de luxe van het niet hoeven
kiezen. De gezamenlijke besluitvorming
van patiënt, familie en zorgpersoneel
zorgt ervoor dat alle opties serieus wor-
den gewogen en dat de minst slechte
de voorkeur krijgt. Daarbij spelen moge-
lijk soms onzuivere motieven een rol,
zoals het niet langer willen wachten op
een erfenis, maar er is nu eenmaal geen
mogelijkheid om het beter te doen. Ik
zou de gezamenlijke besluitvorming
beschrijven als een vorm van wijsheid.3
De keuze wordt gemaakt in het volle
besef dat er geen zwart en wit is, maar
alle betrokkenen moeten handelen.
De koffiezaak wijkt van dit patroon af,
omdat de heen en weer schietende
mening van de meest cruciale persoon,
de patiënt, als niet geldend wordt afge-
daan. Een beslissing over leven en dood
is altijd een keuze tussen zulke ongelijk-
soortige grootheden, dat de evidence
base geen uitsluitsel geeft voor juist of
verkeerd. Als de keuze voor euthanasie
bij iemand met verminderde besluit-
vaardigheid niet door alle belangrijke
partijen gedragen wordt, hebben we
volgens mij geen andere keuze dan het
leed van het voortleven te aanvaarden.
De Hoge Raad gaat niet mee in deze
redenering, omdat volgens de hoogste
rechters sprake is van medisch hande-
len. De dokter weet immers wat hij of zij
doet. Je kunt inderdaad die indruk krij-
gen als je de tuchtzaak doorleest. Deze
verpleeghuisarts gaf bijvoorbeeld aan
dat zij voor 99 procent van alle bewo-
OPINIE
Alle medische kennis van de
wereld schiet principieel tekort om
een dement leven tegen de wil
van de betrokkene te beëindigen.
Dat schrijft Ad Bergsma in zijn
beschouwing van de zogeheten
koffiezaak.
Was het nu moord of de zorgvuldige uit-
voering van een laatste wil? De discussie
over de arts die het leven beëindigde
van een demente vrouw door onaange-
kondigd iets in haar koffie te doen, con-
centreert zich op de vraag of de vrouw
voldoende bewustzijn had om haar wil
serieus te nemen. De arts oordeelde van
niet en voerde euthanasie uit aan de
hand van een eerdere wilsverklaring,
hoewel de vrouw zelf aangaf nog niet
dood te willen.1 Het Centraal Tuchtcolle-
ge Gezondheidszorg vond deze handels-
wijze een waarschuwing waard, maar de
rechtbank sprak de arts vrij en de Hoge
Raad bevestigde de vrijspraak.
De Volkskrant bejubelde het ‘comfort’
dat voor artsen was geschapen om ook
in de toekomst op deze wijze te hande-
len, terwijl de jurist Klaas Rozemond in
dezelfde krant de kwalificatie ‘moord
gebruikte. Opvallend is dat de tegen-
gestelde zienswijzen niets te maken heb-
ben met onverzoenlijke uitgangspunten,
die de discussie over abortus zo vruch-
teloos maken. Geen van de betrokkenen
vindt het principieel onjuist als een arts
bijdraagt aan een ‘goede dood’.
Het meningsverschil weerspiegelt de
ambivalentie van de vrouw zelf.2 Ze gil-
de in het verpleeghuis meerdere malen
per dag dat ze dood wilde en bonsde
daarbij op de muren. Deze houding was
in lijn met het trauma dat ze had opge-
lopen bij de twaalf jaar durende verzor-
ging van haar dementerende moeder.
Zoiets wilde ze zelf nooit meemaken.
Nadat ze in 2007 opmerkelijk vergeet-
achtig begon te worden en in 2012 een
diagnose dementie werd gesteld, stelde
ze in overleg met haar huisarts een
euthanasieverklaring op. Deze bevestig-
de ze begin 2015 bij de huisarts: ‘Ik wil
gebruikmaken van het wettelijk recht
om euthanasie op mij toe te passen,
wanneer ik daar zelf de tijd voor rijp
acht.’ Het oordeel van de arts over uit-
zichtloos lijden is te begrijpen.
Wanneer de tijd voor euthanasie is geko-
men, verklaart mevrouw echter dat ze
nog niet dood wil. Weet ze dat wel zeker?
‘Ja, als ik ziek word, dan wel, maar nu nog
niet hoor!’ Ze begrijpt kennelijk niet hoe
slecht ze eraan toe is en voor de arts is
duidelijk dat haar bewustzijn zozeer ver-
laagd is dat haar mening genegeerd
kan worden. De arts dient zonder aankon-
diging een slaapmiddel in haar koffie toe
en geeft een spuitje, terwijl de patiënt
kort daarvoor nog plannen maakte voor
het avondeten. Als een arts of verpleeg-
kundige hetzelfde zou handelen bij een
gastroscopie, past dat niet binnen de
regels van de wet, schrijft Rozemond.1
ONBEHAAGLIJK
Ik kan niet over deze koffiezaak lezen of
schrijven zonder mij diep onbehaaglijk
te voelen, terwijl ik toch vaak genoeg in
een verpleeghuis ben geweest om te
weten dat daar over leven en dood
wordt beschikt. Behandelen we een
longontsteking wel of niet, geven we
een flesje medische voeding als iemand
AD BERGSMA
Hoofddocent en onderzoeker
‘De mening van de patiënt is als niet geldend afgedaan’
31
TVZ 04/2020
ners op haar afdelingen een aanvaard-
bare kwaliteit van leven kon waarbor-
gen, maar dat dit alleen in zeer
uitzonderlijke gevallen, zoals bij deze
ene vrouw, niet lukte. Dat klinkt als een
betrokken arts die door het vuur gaat
voor haar patiënten. Toch blijft bij mij de
vraag hangen hoe ze heeft kunnen
bepalen wat een aanvaardbaar leven is
voor een patiëntengroep met een
niveau van bewustzijn dat zo laag is, dat
hun mening genegeerd kan worden.
WANKEL
Hoe wankel de medische kennis in deze
kwestie is, blijkt ook uit het feit dat artsen
elkaar tegenspreken. Twee medische
hoogleraren en een strafrechtadvocaat
laten in De Volkskrant weten: ‘De hersen-
wetenschappen zijn de laatste decen-
nia zo ver gevorderd dat over de ontwik-
keling van de wil bij dementie wel wat
te zeggen valt. In het kort: het uitgangs-
punt van de Hoge Raad dat iemand
met voortgeschreden dementie geen
wil heeft of deze niet kan vormen, is niet
houdbaar. Deze heren hebben voldoen-
de kennis voor een scherp oordeel zon-
der dat ze de vrouw hebben gezien of
haar brein hebben bestudeerd. Ikzelf
word bang als wetenschappers preten-
deren aan de hand van hersenonder-
zoek een geldig antwoord te kunnen
geven op filosofische en zingevings-
vraagstukken over leven en dood. Onder
hersenonderzoekers is het niet ongebrui-
kelijk de wil en het bewustzijn af te doen
als een toevallig en onbelangrijk bijpro-
duct. Ons bewustzijn heeft weinig zicht op
de processen in het eigen brein. De her-
senonderzoeker Victor Lamme spreekt
over ons bewustzijn als een kweb-
beldoos.4 Ergo, we hebben zelf geen idee
of de wil om al dan niet voort te leven wel
of niet valide is. Medisch gezien kun je op
basis van hersenonderzoek betogen dat
je niemand serieus hoeft te nemen en
kun je als dokter altijd het ‘juiste’ doen,
buiten de patiënt om. Ridicuul.
Ik heb geen enkele reden om te twijfe-
len aan de oprechtheid, menselijkheid
en goede bedoelingen van de arts en
familieleden die tot euthanasie overgin-
gen. Toch vrees ik dat in deze zaak is
heengestapt over bronnen van twijfel,
omdat de medicus dacht te weten hoe
het echt zit. Ik kan me bijvoorbeeld
moeilijk voorstellen dat je zeker weet dat
een euthanasieverklaring uit 2015 – toen
de vrouw waarschijnlijk al acht jaar
dementerend was – wel valide was,
maar dat haar uitspraak van een jaar
later genegeerd kon worden vanwege
ontbrekend bewustzijn.
In deze casus is kennis verward met wijs-
heid. Hoe je iets moet doen is het terrein
van de kennis, maar of je het moet doen
heeft te maken met wijsheid.5 Het vertrou-
wen op de medische kundigheid van de
verpleeghuisarts om de ambivalente
mening van een patiënt te negeren, zaait
twijfel over de basisveronderstelling dat
elk leven de moeite waard is. Het heilige
ontzag en respect voor het leven, het uni-
versele mensenrecht, wordt zo minder
absoluut. Met Lamme zouden we kunnen
betogen dat rechtvaardiging van de arts
ook maar het product is van de kweb-
beldoos in haar brein. Constructiever is
de gedachte dat alle medische kennis
van de wereld principieel tekortschiet om
een dement leven tegen de wil van de
betrokkene te beëindigen.
REFERENTIES
1. Rozemond K. Mensen met dementie
hebben het recht om euthanasie te
weigeren. Nederlands Juristenblad.
2020(5):331.
2. De casusbeschrijving is gebaseerd op
het verslag van het Centraal Tuchtcollege
Gezondheidszorg. ECLI:NL:TGZCTG.
2019:68. Den Haag, c2018.352.
3. Smits C & Jukema JS. Gezamenlijke
besluitvorming in zorg en welzijn; Theorie
en praktijk voor professionals in zorg en
welzijn. Amsterdam, Boom. 2016.
4. Lamme VA. Controle, vrije wil en
andere kletskoek. Justitiële Verkenningen.
2008;6(1):6.
5. Grossmann I, Weststrate NM, Ardelt
M, e.a. The science of wisdom in a
polarized world: Knowns and unknowns.
Psychological Inquiry. 2020;31(2):
103-33.
ResearchGate has not been able to resolve any citations for this publication.
Article
Full-text available
Interest in wisdom in the cognitive sciences, psychology, and education has been paralleled by conceptual confusions about its nature and assessment. To clarify these issues and promote consensus in the field, wisdom researchers met in Toronto in July of 2019, resolving disputes through discussion. Guided by a survey of scientists who study wisdom-related constructs, we established a common wisdom model, observing that empirical approaches to wisdom converge on the morally-grounded application of metacognition to reasoning and problem-solving. After outlining the function of relevant metacognitive and moral processes, we critically evaluate existing empirical approaches to measurement and offer recommendations for best practices. In the subsequent sections, we use the common wisdom model to selectively review evidence about the role of individual differences for development and manifestation of wisdom, approaches to wisdom development and training, as well as cultural, subcultural, and social-contextual differences. We conclude by discussing wisdom’s conceptual overlap with a host of other constructs and outline unresolved conceptual and methodological challenges.
Mensen met dementie hebben het recht om euthanasie te weigeren
  • K Rozemond
Rozemond K. Mensen met dementie hebben het recht om euthanasie te weigeren. Nederlands Juristenblad. 2020(5):331.
Gezamenlijke besluitvorming in zorg en welzijn; Theorie en praktijk voor professionals in zorg en welzijn
  • C Smits
  • J S Jukema
Smits C & Jukema JS. Gezamenlijke besluitvorming in zorg en welzijn; Theorie en praktijk voor professionals in zorg en welzijn. Amsterdam, Boom. 2016.