ArticlePDF Available

Abstract

In 2014 – 2019 Ospreys Pandion halieetus built nests at nine different locations in the Biesbosch area, SW Netherlands. A pair settled and bred succesfully from 2016 -2019 in tree nests and raised in total 8 youngs. A cluster of nests in different electricity pillars a few kilometers south resulted in successful broods in 2017 and 2019, with 4 fledglings in total. None of the breeding attempts failed and average breeding success of those 6 broods was 2.0 fledglings. A third territory with two built nests was settled in the same area in summer 2019. In 2018 and 2019, territorial Ospreys were also present in the Maasplassen area in Limburg. After building a small nest in 2018, an artificial nest was placed, but not used to breed thus far. Ring readings revealed that (potential) breeding birds come from eastern Germany and Rutland, UK. The show natal dispersion distances of over 400km of these male birds. The settling Ospreys have to deal with other raptors, such as White-tailed Eagles and Peregrines, which can influence the choice of nesting places for Ospreys. In Limburg, Canadian Geese occupied the nest until the beginning of May 2019. Human disturbance seems to be most challenging at his moment and no entrance within a perimeter of some 100s of meters around the nests is proposed.
Gepubliceerd in: De Takkeling 28(2), 2020: 145-154
(daarin echter deel van tekst weggevallen)
Territoriale en broedende Visarenden Pandion haliaetus in Nederland in
2014-2019
Albert de Jong, Thomas van der Es & Nicky Hulsbosch
In 2016 broedde voor het eerst een paar Visarenden Pandion haliaetus in Nederland. De opmaat naar
deze vestiging en het broedproces zijn uitgebreid beschreven in twee artikelen (de Jong et al. 2017,
van der Es & van der Neut 2017).
In het eerste broedjaar werd één jonge Visarend grootgebracht in de Brabantse Biesbosch. In de drie
voorjaren erna broedde dit paar succesvol op dezelfde plek. Andere Visarenden broedde in 2017 en
2019 met succes in een hoogspanningsmast en was daar in het tussenliggende jaar territoriaal
aanwezig. In 2019 ging een derde paar over tot nestbouw in de Sliedrechtse Biesbosch. In het Midden-
Limburgse Maasplassengebied waren in 2018 en 2019 ook territoriale vogels bij een nest aanwezig. In
dit artikel vatten we de aanwezigheid, herkomst en het broedsucces van deze paren per nestlocatie in
chronologische volgorde samen. Overzomerende vogels elders in het land die geen nest hadden laten
we buiten deze bespreking.
Foto 1. Man Visarend 7TG met forse tak op weg naar een nieuw nest bij het Boomgat in de Biesbosch,
10 april 2019 (Foto: Hans Gebuis). Male 7TG carries a huge branch to a new nesting site at Boomgat,
Biesbosch on April 10th, 2019.
BRONNEN
Dankzij hun gewoonte om op tientallen meters hoogte boven open water te jagen en op hoge, open
plekken te nestelen, laten Visarenden zich goed bestuderen. Toch heeft het observeren van deze
nieuwkomer in Nederland wat haken en ogen. In de Biesbosch zijn de verschillende nestlocaties alleen
over water bereikbaar. Vanaf de vaste wal zijn ze door de telescoop op ongeveer 400 m tot
hemelsbreed 4.2 km te zien. Voor de nestlocatie op een schiereiland in het Limburgse
Maasplassengebied geldt eveneens dat telescoopobservaties op enkele honderden meters enig
soelaas bieden. In dit artikel vormen niet-systematische telescoopobservaties de belangrijkste bron.
Daarnaast werden zoveel mogelijk Visarenden gefotografeerd om na te gaan of ze geringd waren en
of ze zodoende individueel te herkennen waren. Eigen aantekeningen werden aangevuld met
informatie uit een Whatsapp-groepje, van de Facebookgroep Visarenden in Nederland en meldingen
op www.waarneming.nl. Van de broedsels in de Biesbosch kon alleen in 2019 een jong in een
hoogspanningsmast worden geringd. In andere jaren werd ringen verhinderd doordat in een dode
boom werd genesteld of door broedende Aalscholvers Phalacrocorax carbo in dezelfde mast (zie
verderop in dit artikel).
Figuur 1. Nesten in de periode 2014-19 in de Biesbosch, waarbij onderscheid is gemaakt tussen
gebruikte (bebroede) nesten en ongebruikte nesten, waarop geen broedgedrag werd waargenomen.
De territoria/clusters van nesten zijn omcirkeld. Vanwege verstoringsgevoeligheid zijn de nesten in de
Sliedrechtse Biesbosch niet precies weergegeven. Used (star) and unused (dot) nests in nature reserve
Biesbosch in 2014-2019. Territories/clusters of nests built/used by presumably the same birds are
outlined (identity of birds partly proven with rings/colour rings). Nest sites for the northernmost pairs
are not shown for reasons of protection.
RESULTATEN
Brabantse Biesbosch, nesten hoogspanningstracé Lijnoorden-Geertruidenberg
Al in 2014 en 2015 werden er beginnesten in twee hoogspanningsmasten in het 150 kV-tracé
Lijnoorden-Geertruidenberg aangebracht. In 2016 kwamen daar in april een nest in de mast in de
Doktershoek bij. Hier bouwde een mannetje door totdat het nest minstens een meter doorsnee had
en enkele dm hoog was. In augustus van dat jaar werd in een mast middenin spaarbekken De Gijster
een nieuw nest opgebouwd (de Jong et al. 2017). Omstreeks 29 maart 2017 arriveerde een paar bij dat
nest. Op 16 april werd een van de vogels voor het eerst een half uur lang in broedhouding
waargenomen en op 25 april in broedhouding gedurende minstens een uur. Het mannetje van dit
broedpaar was ongeringd, maar niet zeker is of dit hetzelfde mannetje was als in 2014-16. Het vrouwtje
droeg links een zeer gesleten kleurring en rechts een stalen clipring. Op 26 mei werd voor het eerst
een voedering waargenomen. Op 14 juni bleek het om drie jongen te gaan, die alle drie omstreeks 24
juli uitvlogen. Pal naast de trap in het mastlichaam bevonden zich op meerdere balustraden nog
aalscholvernesten met kleine jongen tijdens de jongenfase van de Visarenden. Omdat jonge
Aalscholvers bij gevaar van het nest kunnen springen, werd besloten om geen ringactie te
ondernemen.
In 2018 was vanaf 5 april minimaal één vogel aanwezig op de masten van het tracé, maar pas
halverwege april werd een paar waargenomen. Dat kon niet meer op het nest uit 2017 terecht, omdat
dit eind maart was gekraakt door een Slechtvalk Falco peregrinus. Op 15 april bouwde het
visarendpaar, waarvan onbekend was of dit om de vogels van vorig jaar ging, een nieuw nest in de
bovenste traverse in de eerstvolgende zuidelijker mast (Middelste Gat van de Plomp), op 595 m van
het oude nestplek. Op dit nest werd echter niet gebroed. In mei werden nog wel onregelmatig vogels
op grote afstand in diverse masten waargenomen, met de meeste waarnemingen in de mast
Doktershoek, op 2.2 km van de nestplaats uit 2017. Dit nest werd enkele decimeters in hoogte
opgebouwd. In juli bracht het mannetje eveneens op verschillende plekken in de mast in Turfzakken
takken aan. Uiteindelijk lagen er op vijf plekken in de mast hoopjes takken. Op 8 augustus kon daar
van het vrouwtje worden vastgesteld dat ze links een zwarte kleurring droeg met half leesbare
inscriptie en een stalen ring zonder clip. Hoewel onzeker is of dit hetzelfde vrouwtje was als in het
voorjaar, werd duidelijk dat ze gepaard was met het territoriale mannetje.
In 2019 betrof de eerste waarneming een vogel die een grote tak aanbracht in het nest bij de
Doktershoek. Hier werd op 3 april een copulatie waargenomen. Op 10-13 april werden de vogels echter
weer in de twee zuidelijker masten gezien. Op 17 april volgde een copulatie in De Gijster. Op 29 april
werd voor het eerst een vogel in broedhouding gezien en op 3 juli bleek één (zeer levendig) jong van
c. 5.5 weken oud op het nest te zitten. Op 10 juli werd het jong door Peter de Boer, in samenwerking
met netbedrijf TenneT, waterwinbedrijf Evides en Staatsbosbeheer, voorzien van een witte kleurring
met zwarte inscriptie A75. Twee klimmers van TenneT haalden het uit het nest dat zich in de bovenste
traverse op 65 meter hoogte bevond (Sovon 2019). Eerst moest nog een minuut of twintig naar de
mast middenin het spaarbekken worden gevaren. Op ongeveer 400 m van de mast vloog de moeder
van dit jong roepend de mast uit; tijdens het ringen bleef ze rondcirkelen. Op foto’s kon worden
vastgesteld dat het om hetzelfde geringde vrouwtje als uit nazomer 2018 ging.
Foto 2. Eerste nestjonge Visarend van vaderlandse bodem wordt geringd door Peter de Boer. Het was
een mannetje van 5.5 weken oud met een gewicht van 1490 gram en een vleugelmaat van 328 mm
(Foto: Hans Gebuis). First Dutch Osprey nestling being ringed by Peter de Boer. It was a male of 5.5
weeks old, weighing 1490 g and with maximum wing chord of 328 mm.
Brabantse Biesbosch - boomnesten Boomgat
In de nazomer van 2015 bouwde een mannetje een nest in een dode boom in het Boomgat in de
Brabantse Biesbosch. Het daarop volgende voorjaar arriveerde hij al op 26 maart bij dit nest en op 9
april raakte hij gepaard met een vrouwtje, dat op 25 april voor het eerst in broedhouding werd
waargenomen (Tabel 1). Uiteindelijk vloog er één jong uit, op 4 augustus. De boom was te
onbetrouwbaar om te beklimmen zodat van ringen werd afgezien (de Jong et al. 2017, van der Es &
van der Neut 2017).
In 2017 arriveerde het mannetje op 29 maart en benutte het de eerste dagen om het bestaande nest
verder uit te bouwen. Op 1 april werd hij uitvoerig baltsend boven de nestplek gezien. Hij vloog in
grote, opwaartse bogen met een visje in de poten rond de vrouw; dit ging gepaard met luid fluiten.
Aan het einde van deze dag verbleef het vrouwtje voortdurend op het nest. De start van het broeden
viel zes dagen eerder dan het jaar ervoor. Op 29 mei werd de eerste voedering waargenomen.
Observaties in de tweede helft van juni lieten aanvankelijk twee grote jongen zien, maar 30 juni bleek
er toch nog een derde, beduidend kleiner jong aanwezig te zijn. Ze overleefden op 6 juni een
stormachtige dag met een harde zuidwestenwind (6 B), waarbij de nestboom flink heen en weer
zwiepte. De drie jongen bleven ongeveer 56 dagen op nest en op 20 juli maakte het grootste jong zijn
eerste rondvlucht. Op 24 juli werden ze allemaal vliegend gezien.
In het voorjaar van 2018 was het iets langer wachten op de broedvogels. Het nest werd eind maart
bezocht door een onvolwassen Zeearend Haliaeetus albicilla, Wilde Eenden Anas platyrhynchos,
Nijlganzen Alopochen aegyptiaca en Grote Canadese Ganzen Branta canadensis. Ditmaal arriveerde
de vrouw als eerste (4 april), de man volgde twee dagen later. Mogelijk had de iets latere aankomst te
maken met stofstormen in de Sahara die de trekroute in maart 2018 blokkeerden (NASA 2018). Op 10
april werd een conflict met een derde vogel bij het nest waargenomen en waren er zelfs even drie
vogels op het nest zichtbaar. Op 27 april volgde de eerste waarneming van een vogel in broedhouding
op het nest. Op 4 juni werd een voorzichtig rondstappende en voerende oudervogel gezien, wat wees
op minstens een uitgekomen ei. Nog eens 54 dagen later vlogen er drie jongen uit.
Dat stormen het leven van Visarenden lastig kunnen maken bleek ook in 2019. Op 9 maart zorgde een
buienfront met windstoten ervoor dat de nestboom halverwege afbrak. (De verdronken bomen in het
Boomgat zijn na de inrichting van het gebied de Kleine Noordwaard buitendijks komen te liggen en
zodoende zijn de waterstanden in deze bossen verhoogd. De essen en wilgen langs deze voormalig
binnendijkse kreken sterven langzaam af.) Op 30 maart werden bij het Boomgat conflicten tussen drie
vogels gezien, waaronder man blauw S2. Het duurde tot 3 april voordat man 7TG op de nestplaats
werd afgelezen. Hij zat de dag erna met zijn partner op de stomp van de boom waar tot voor kort zijn
nest in had gezeten. Op 10 april werd voor het eerst nestbouw in een dode boom op 160 m van de
oude nestlocatie waargenomen. In de week erna werden ook regelmatig takken op de palen van het
nabijgelegen trafo-station van de 150 kV-lijn gegooid, maar de takken vielen hier makkelijk af en er
was veel menselijke verstoring (zie Discussie). Op 6 mei begon het broeden op het nieuwe boomnest,
waar rond 15 juni de eerste voederingen werden gezien. Van de drie jongen waren er op 28 juli nog
maximaal twee over en later werd er telkens nog maar één gezien.
Sliedrechtse Biesbosch
Vanaf begin april 2019 werd een met takken slepend mannetje in de Sliedrechtse Biesbosch
waargenomen. Hij had het voorzien op een afknakte populier in de Huiswaard, waarin tot begin juni
aan een nest werd gebouwd. Op 11 juni werd blauw S2 vlakbij dit nest gefotografeerd. Halverwege juli
volgden waarnemingen van een stel Nijlganzen op dit nest. Op 17 juli was blauw S2 bezig met de bouw
van een tweede nest, op ongeveer 30 m hoogte in een hoogspanningsmast. Hij verbleef hier tot zeker
15 augustus (laatste aflezing), vergezeld van een vrouwtje met een zwarte kleurring.
Midden-Limburgse Maasplassen
In het Midden-Limburgse Maasplassengebied hebben Visarenden zich ook gevestigd, al is daar nog
geen broedpoging ondernomen. Van 25-27 augustus 2017 verbleef er een mannetje met een blauwe
pootring samen met een vrouwtje in het gebied.
Op 14 mei 2018 keerde een vogel terug, die vanaf 1 juni samen met een partner werd gezien. De vogels
waren die dag met nestbouw in een afgetopte populier bezig. Een week later werd de blauwe kleurring
afgelezen: S2, een derde kalenderjaar man die op 2015 als nestjong was geringd in Rutland, UK (zie
ook verder). Hij ging tot zeker 20 juni verder met nestbouw op deze plek. Op dagen daarna werd de
vogel ook met takken elders in het gebied gezien, maar een tweede nest werd niet waargenomen. Op
11 juni werd nog een tweede, ongeringde man in het gebied waargenomen. Het vrouwtje bleef tot en
met 29 augustus, maar vanaf half juli werd ze niet meer samen met het geringde mannetje gezien. Van
19 augustus tot en met 9 september verbleef er nog een ongeringd mannetje in het gebied. In
november werd een kunstnest van takken bovenop de boomstomp van de dode populier geplaatst om
een stabielere nestplaats te bieden aan eventuele toekomstige broeders (René Janssen).
Foto 3. Paar Visarenden op het kunstnest in het Limburgse Maasplassengebied, voorjaar 2019 (Foto:
Nicky Hulsbosch). Osprey pair on artificial nest in Limburg Maasplassen, Spring 2019.
In 2019 werd het kunstnest van 14 maart-12 april en van 14 april-1 mei bezet door broedende Grauwe
Ganzen Anser anser. Man blauw S2 werd alleen op 17 april gezien, op dezelfde dag dat ook een
vrouwtje arriveerde dat hier tot en met eind augustus bleef. Een tweedejaars mannetje met Duitse
kleurring AU81 werd van 19-23 mei in het territorium gezien, waaronder baltsend boven de nestplaats,
maar hij werd niet op het nest waargenomen. Vanaf 28 mei raakte een ongeringde man gepaard met
het vrouwtje. Het mannetje bracht takken aan op het kunstnest, maar tot eileg ging het paar niet over.
Op 30-31 mei probeerde een tweede vrouwtje het nest over te nemen, maar zonder succes. Van 31
mei-9 juni was er nog een onbekende man aanwezig. In totaal werden in 2019 vier verschillende
mannetjes en twee verschillende vrouwtjes gezien in het territorium.
Geringde vogels
Op en rond de Nederlandse nesten zijn verschillende geringde vogels gezien, waarvan een deel werd
afgelezen (Tabel 1). De nesten in het Boomgat in de Biesbosch werden de bezet door het Duitse
mannetje zwart 7TG en een ongeringd vrouwtje. De natale dispersieafstand van deze vogel bedraagt
480 km. Het vrouwtje dat vanaf 2018 bij de cluster van hoogspanningsmasten in de Biesbosch hoort,
draagt een Duitse kleurring. Die werd helaas nog niet volledig afgelezen vanwege de wat gesleten
inscriptie. Haar partner is ongeringd. Het jonge mannetje dat van 19-23 mei 2019 in het territorium in
Limburg verbleef droeg een zwarte ring met de inscriptie AU81 en werd op 27 juni 2018 als nestjong
in een hoogspanningsmast bij Federow, Mecklenburg Vorpommern geringd. Dat ligt op 525 km van
het Maasplassengebied, maar mag nog niet tot natale dispersie gerekend worden; de vogel had zich
nog niet als broedvogel gevestigd, al toonde hij al wel baltsgedrag in Limburg.
Tabel 1. Aflezingen en herkomst van geringde Visarenden in Nederlandse territoria; alle vogels werden
als nestjong geringd. Origins of ringed Ospreys in Dutch territories. All birds were ringed as nestling.
Ring
Ring
Geslacht
Sex
Ringplaats
Ringing site
Ringdatum
Ringing date
Verblijf
Sites where observed
7TG
man
Rogätz, Duitsland
20 juni 2012
2016, broedvogel Boomgat,
Biesbosch
2017, broedvogel Boomgat,
Biesbosch
2018, broedvogel Boomgat,
Biesbosch
2019, broedvogel Boomgat,
Biesbosch
S2
man
Rutland Water,
Engeland
30 juni 2015
26 mei 2017, Windesheim
27 augustus 2017, België
27 december 2017, Senegal
1 mei 2018, Biesbosch
2 juni 17 juli 2018, Maasplassen
30 maart 1 april 2019, Biesbosch
17 april 2019, Maasplassen
11 juni 15 augustus 2019,
Biesbosch
AU81
man
Federow, Duitsland
27 juni 2018
19-23 mei 2019, Maasplassen
Opmerkelijk zijn de verplaatsingen van het Engelse mannetje blauw S2. Deze vogel werd in
verschillende landen afgelezen en bouwde zowel in Limburg als in de Biesbosch aan nesten (Tabel 1).
In 2019 werd hij op 30 maart in conflict gezien met het paartje van het Boomgat in de Biesbosch en
volgende op de twee dagen erna ook aflezingen. Op 17 april werd S2 in het Limburgse territorium
gezien, op 105 km van de Biesbosch. Vervolgwaarnemingen bleven echter uit en S2 werd op 11 juni
2019 voor het eerst teruggezien in de Sliedrechtse Biesbosch. De afstand tussen de ringplaats en de
nesten in de Biesbosch bedraagt 380 km. Voor het Maasplassengebied komt die afstand op 480 km
(Figuur 2).
Figuur 2. Plaats van herkomst en laatste plaats van waarneming van drie afgelezen individuen in
Nederlandse territoria: blauw S2 uit Rutland (UK), zwart 7TG uit Rogätz (Dld) en zwart AU81 uit
Federow (Dld). Origin of three Ospreys ringed as chick in Germany and England and observed in Dutch
territories: blue S2 from Rutland, England, black 7TG from Rogätz, Germany and black AU81 from
Federow, Germany.
Broedsucces
De broedvogels arriveren meestal in de laatste dagen van maart of de eerste week van april, waarbij
ze meteen hun nestplekken bezetten. Het prille begin van Nederlandse Visarenden leverde voor zes
broedgevallen gemiddeld 2.0 vliegvlugge jongen per succesvol nest op. Geen van de broedsels
mislukte. Het Nederlandse broedsucces ligt een fractie lager dan de 2.1 jongen per succesvol nest in
Zweden in 1961-87 (Eriksson & Wallin 1994). In Duitsland lag in 1972-93 het gemiddelde jongental in
mastnesten op 2.22 en in boomnesten op 2.08 (Meyburg 1995). In Brandenburg (Dld) leverden
succesvolle paren in 2008 gemiddeld 2.27 jongen op (Ryslavy 2011).
Er was wel partiële uitval. In 2016 stierf al vroeg een jong op het eerste nest en in 2019 verdwenen
twee jongen van minstens vijf weken oud van het nest Boomgat. Op 28 juli zou volgens de nabij
wonende boswachter een jong van het nest zijn gevallen. De precieze doodsoorzaken van deze jongen
bleef echter onzeker.
Tabel 2. Broedgegevens van Visarenden in Nederland tot en met 2019, met aankomstdag naar sekse,
start van de eileg, uitkomstdag van het eerste jong, dag van uitvliegen en aantal uitgevlogen jongen
per paar. De nesten werden niet bezocht (behalve De Gijster 2019) en ook niet altijd dagelijks
geobserveerd. De data met een ~geven een schatting aan, de overige zijn exact. Breeding data of Dutch
Osprey nests until 2019. Nests were not climbed (except De Gijster 2019) nor observed on a daily basis.
Data are either estimated (~) or exact (the rest).
DISCUSSIE
In de afgelopen zes jaar heeft de Visarend in Nederland een veelbelovende ontwikkeling doorgemaakt.
In de Biesbosch is sprake van semi-kolonievorming, waarbij in 2019 drie clusters van nesten konden
worden onderscheiden. Een Visarend die in het gebied omhoog cirkelt, krijgt al snel een soortgenoot
in beeld. Van uitwisseling met het Limburgse territorium is sprake via man blauw S2, waarvan nog niet
duidelijk is welk territorium hij uiteindelijk zal gaan kiezen.
Visarenden vestigden zich in de Biesbosch in een landschap met een behoorlijke dichtheid van andere
roofvogels. Vanaf 2017 werden geregeld interacties met andere roofvogels waargenomen. In 2017
werd op 26 mei een luchtgevecht met een Slechtvalk boven De Gijster gezien. De valk was een
broedvogel van een naburige mast. In 2018 bezette het valkenpaar in kwestie zelfs het nest van de
Visarenden, die uitweken naar een mast verderop waar succes uitbleef. Mogelijk was de nestplaats in
De Gijster in 2017 een strategische keuze om uit de buurt te blijven van een paar Zeearend dat in 2017
voor het eerst nestelde op een krappe km afstand. Zeearenden kunnen via kleptoparasitisme en het
roven van nestjongen een bedreiging vormen voor Visarenden, al lijkt dit wereldwijd niet voor serieuze
problemen te zorgen (Poole 2019). In 2017 had het paar van het Boomgat regelmatig ruzie met
overvliegende Zeearenden. In 2019 werden daar ook wel eens conflicten gezien met Bruine
Kiekendieven Circus aeruginosus die op een steenworp afstand broedden.
Nesten krakende ganzen vormden in Limburg in 2019 een obstakel. Ze hielden het kunstnest tot begin
mei bezet. Midden-Europese Visarenden kunnen tot eind mei beginnen met de eileg, maar de meeste
beginnen in april (Mebs & Schmidt 2017), wanneer ganzen in de weg kunnen zitten die eerder tot
broeden overgaan. In Noord-Amerika kraken vooral Canadese Ganzen arendnesten (Ewins et al. 1994);
op YouTube.com zijn daar verschillende filmpjes van te vinden via ‘Osprey and Canadian Goose’.
Ten slotte is de mens waarschijnlijk de belangrijkste storingsfactor. In een drukbezocht natuurgebied
als de Biesbosch zijn daar inmiddels voldoende voorbeelden van. Half april 2019 ontstond een enorme
toeloop van fotografen op de weg rond het trafostation nabij het Boomgat, omdat visarendman 7TG
takken op de palen aanbracht. Het mannetje kreeg geen kans om rustig te bouwen en werd veelvuldig
verstoord (afstand c. 60 m), waarna het paar uiteindelijk op 300 m van menselijke activiteiten in een
boomnest ging broeden. De gemeente Altena sloot de weg rond het trafostation helaas niet af,
ondanks advies van Staatsbosbeheer. Het paar bij het nieuwe mastnest in de Sliedrechtse Biesbosch
raakte op ruim 200 m afstand verstoord door mensen (1 meting) en tijdens het ringen in De Gijster
vloog het vrouwtje al op ruim 400 m afstand uit de mast. Volledige rust in een omtrek van enkele
Jaar
Year
Aankomstdata
Arrival date
Start
Start
Uitkomst
Hatch
Uitvliegdatum
Flying date
Uitgevlogen
Fledged
2016
m: 26 maart (7TG)
v: 9 april (onger.)
25 april
31 mei
4 augustus
1
2017
m: 29 maart (7TG)
v: 1 april (onger.)
19 april
~29 mei
20 juli
3
2017
m ongeringd & v
(gesleten ring):
~29 maart
~16 april
~26 mei
~24 juli
3
2018
m: 6 april (7TG)
v: 4 april (onger.)
27 april
~4 juni
27 juli
3
2019
m: ~3 april (7TG)
v: 30 maart
6 mei
~ 15 juni
-
1
2019
m: 30 maart
v: ~ 3 april (ger.)
~29 april
-
~ 3 augustus
1
honderden meters rondom de nestplaats is het devies. Daarom werden kreken rondom (onbezette)
nestplekken al verschillende keren afgesloten voor publiek.
Dank
We bedanken alle waarnemers die gedetailleerde waarnemingen en ringaflezingen doorgaven van de
verschillende territoria. Willem van Manen hielp ons door kaarten te maken en Peter de Boer
verschafte de biometrische gegevens. Marco Vriens hielp met fotowerk, evenals Hans Gebuis, die als
veelvuldig observator niet onvermeld mag blijven.
SUMMARY
In 2014 2019 Ospreys Pandion halieetus built nests at nine different locations in the Biesbosch area,
SW Netherlands. A pair settled and bred succesfully from 2016 -2019 in tree nests and raised in total
8 youngs. A cluster of nests in different electricity pillars a few kilometers south resulted in successful
broods in 2017 and 2019, with 4 fledglings in total. None of the breeding attempts failed and average
breeding success of those 6 broods was 2.0 fledglings. A third territory with two built nests was settled
in the same area in summer 2019. In 2018 and 2019, territorial Ospreys were also present in the
Maasplassen area in Limburg. After building a small nest in 2018, an artificial nest was placed, but not
used to breed thus far. Ring readings revealed that (potential) breeding birds come from eastern
Germany and Rutland, UK. The show natal dispersion distances of over 400km of these male birds. The
settling Ospreys have to deal with other raptors, such as White-tailed Eagles and Peregrines, which
can influence the choice of nesting places for Ospreys. In Limburg, Canadian Geese occupied the nest
until the beginning of May 2019. Human disturbance seems to be most challenging at his moment and
no entrance within a perimeter of some 100s of meters around the nests is proposed.
Literatuur
Eriksson M.O.G. & Wallin K. 1994. Survival and breeding success of the Osprey Pandion haliaetus in
Sweden. Bird Conservation International 4: 263277.
Es T. van der & van der Neut J. 2017. Visarenden Pandion haliaetus broeden succesvol in de Biesbosch
in 2016. De Takkeling 25: 85-91.
Ewins P. J., Miller M.J.R., Barker M.E. & Postupalsky S. 1994. Birds breeding in or beneath Osprey nests
in the Great Lakes basin. Wilson Bulletin 106: 743-749
Jong, A. de, Gebuis H. & van der Es T. 2017. Het eerste broedgeval van de Visarend in Nederland.
Limosa 90: 25-33.
Mebs T. & Schmidt D. 2017. Roofvogels van Europa (vertaling Ger Meesters). Kosmos Uitgevers,
Haarlem.
Meyburg B-U. 1995. Breeding success of tree- and pylon-nesting Ospreys Pandion haliaetus in
Germany. Vogelwelt 116: 219-224.
NASA 2018. Vast dust storms in the Sahara. https://earthobservatory.nasa.gov/images/91907/vast-
dust-storms-in-the-sahara (geraadpleegd 10 september 2019).
Poole A. 2019. Ospreys; the revival of a global raptor. John Hopkins University Press, New Haven..
Roy Dennis Wildlife Foundation 2019. http://www.roydennis.org/colour-ring-map/ (geraadpleegd op
19 september 2019)
Ryslavy T. 2011. Zur Bestandssituation ausgewählter Vogelarten in Brandenburg Jahresbericht 2008.
Naturschutz und Landschaftspflege Brandenburg 20: 4962.
Sovon 2019. Eerste Visarend van Nederland geringd in de Biesbosch. Webbericht op
https://www.sovon.nl/node/9169 (geraadpleegd 6 september 2019).
ResearchGate has not been able to resolve any citations for this publication.
Article
Full-text available
Breeding success of tree- and pylon-nesting Ospreys Pandion haliateus in Germany Bruterfolg von auf Bäumen bzw. Gittermasten brütenden Fischadlern Pandion haliaetus in Deutschland Summary During the year 1972 to 1993, the reproductive success of 624 Osprey ´pair-years´ (pairs on territory during one season) was monitored in Mecklenburg-Vorpommern and Brandenburg, north-east Germany. One goal of the study was to compare the breeding success in nests on tree with those on electricity pylons. The latter now account for about 75% of all Osprey nests in Germany. On average >Ospreys using tree nests fledged 1.32 young per pair present (1.47 young per recorded nesting attempt). tree nesters lost 29.3% of all initiated clutches, pylon-nesters lost 18.5%. The rate of young fledged per successful nesting attempt did not differ significantly between the two groups (2.22 on pylons, 2.08 on trees). Natural tree-nests are subject to a higher risk of falling down or being blown down by the wind, unless they are stabilized artificially (which was not done in this study). In addition, they are more accessible to predators, especially Goshawk Accipiter gentilis, which was responsible for several cases of predated nestlings and fledglings as well as one breeding adult. The use of pylons for breeding has contributed substantially to the maintenance and recovery of Osprey numbers in Germany. Use of pylons benefits the population in two ways: on the one hand the lack of suitable nesting trees is overcome; on the other hand it leads to an increase in breeding success. Zusammenfassung In den Jahren 1972-1993 wurden in 624 Fällen (anwesendes Paar/Jahr) die Horste von Fischadlern in Mecklenburg­Vorpommern und Brandenburg kontrolliert, u. a. um mögliche Unterschiede im Bruterfolg und in der Reproduktionsrate in Abhängigkeit vom Typ des Horstes zu ermitteln. Der Vergleich der Reproduktionsrate von Baumbrütern und Paaren, die auf Gittermasten von Hochspannungsleitungen brüteten, ergab 1,32 bzw. 1,65 flügge Junge pro anwesendem Horstpaar. Bei Baumbrütern gingen 29,3 % der begonnenen Bruten komplett verloren, bei Mastbrütern nur 18,5%. Die Zahl der ausgeflogenen Jungvögel pro erfolgreicher Brut war dagegen bei beiden Horststandort- Typen fast gleich (2,22 auf Gittermasten, 2,08 auf Baumhorsten). Natürliche Baumhorste sind ohne Sicherungsmaßrnahmen stärker absturzgefährdet. Darüberhinaus sind sie für Feinde, besonders Habicht, durch den mehrfach Verluste nachgewiesen wurden, leichter zugänglich. Die Prägung aufwachsender Fischadler auf Gittermasthorste dürfte wesentlich zur Bestandserhaltung und -erholung der Art in Deutschland beigetragen haben. Die Nutzung von Leitungsmasten ist von doppeltem Vorteil für die Population: Einerseits wird auf diese Weise der Mangel an natürlichen Horstbäumen überwunden, andererseits auch eine Steigerung der Reproduktionsrate erzielt.
Article
Full-text available
During 1942–1983, the average survival rate of Ospreys in Sweden (as derived from ringing data) was 53% during the first year, and for older birds it varied between 72% and 86% (below the level recorded in North America). The annual survival rate decreased significantly among young birds (1st-3rd years of life) but not among older age classes. A weak relationship between annual survival and rainfall in wintering areas in West Africa may exist for some year-classes. Breeding success was 2.1 young per successful breeding attempt over the period 1961-1987, which is lower than during 1938-1946. The long-term annual growth rate of the population declined from 7% around 1940 to 5% around 1990. A local decline in breeding success occurred during the 1960s and 1970s in areas heavily affected by acid precipitation in south-west Sweden, but this trend halted during the 1980s as liming programmes restored the fish stocks in acidified lakes. There was a significant relationship between lake productivity, measured as concentrations of total phosphorus, and breeding success: at 16 lakes breeding success ranged between 1.6 and 2.3 young per nest per year, and at the most oligotrophic lakes breeding success was close to the minimum required to balance mortality. The Swedish population of the Osprey is not in acute danger, but the decline in the potential for population growth should be noted.
Het eerste broedgeval van de Visarend in Nederland
  • A Jong
  • De
  • H Gebuis
  • T Van Der Es
Jong, A. de, Gebuis H. & van der Es T. 2017. Het eerste broedgeval van de Visarend in Nederland. Limosa 90: 25-33.
Roofvogels van Europa (vertaling Ger Meesters). Kosmos Uitgevers
  • T Mebs
  • D Schmidt
Mebs T. & Schmidt D. 2017. Roofvogels van Europa (vertaling Ger Meesters). Kosmos Uitgevers, Haarlem.
Ospreys; the revival of a global raptor
  • A Poole
Poole A. 2019. Ospreys; the revival of a global raptor. John Hopkins University Press, New Haven..