ArticlePDF Available

Abstract

Landpissebedden (Isopoda: Oniscidea) zijn een unieke groep bodemdieren doordat ze nagenoeg als enige kreeftachtige de overgang van het water naar het land succesvol hebben doorgemaakt. Desondanks zijn ze nog steeds sterk gebonden aan vochtige omstandigheden en zijn ze zeer gevoelig voor uitdroging. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat boshabitat zeer belangrijk is voor vele soorten. Bossen hebben over het algemeen een hoge vochtigheid en een gebufferd klimaat wat wil zeggen dat schommelingen in temperatuur en vochtgehalte relatief beperkt zijn ten opzichte van het klimaat buiten het bos. Hierdoor kunnen pissebedden zeer hoge dichtheden bereiken in bosgebieden, vaak tot enkele honderden individuen per vierkante meter.
BOSRESERVATENNIEUWS
April 2020
INSTITUUT
NATUUR- EN
BOSONDERZOEK
Ash to ashes? Bosdynamiek in het
Muizenbos na de intrede van de essen-
taksterfte
Een doctoraat over het onderzoek in
onze onbeheerde bossen
Dood hout: bron van stikstof of
buffer tegen verzuring?
Bosplanten in onbeheerde
bossen: is nietsdoen nu goed of
slecht?
Een boek over kevers en
andere ongewervelden in
Limburg en de Limburgse
bosreservaten
Bosanemoon-toename:
nu ook in het
Zoniënwoud
In dit nummer 17
En nog veel meer ...
(foto: Peter Van de Kerckhove)
.
_
.
_
.
_ BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 2
P. 03 Editoriaal
P. 04 Ash to ashes? Bosdynamiek in het Muizenbos na
 deintredevandeessentakstere
P. 09 Een doctoraat over het onderzoek in onze
onbeheerde bossen
P. 13 Dood hout: bronvanskstofofbuertegen
 verzuring?
P. 18 Bosplanten in onbeheerde bossen: is nietsdoen nu
 goedofslecht?
P. 21 Een boek over kevers en andere ongewervelden
in Limburg en de Limburgse bosreservaten:
een‘MagnumOpus’inontwikkeling
P. 24 Bosanemoon-toename:nuookinhetZoniënwoud
P. 26 Het Zoniënwoud in 3D opmeten:opstapmeteen
laserscanner
P. 31 Doodhoutpaddenstoelen op beukenstammen:
 17jaarlater
P. 34 Pissebedden in bosgebieden
P. 39 Korte sprokkels
Index
Prachtvlamhoed (foto: Peter Van de Kerckhove)
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 3
.
_
.
_
.
_
Bestelezer,
We leven momenteel in bevreemdende en wat beangsgende jden door de maatrege-
len tegen het coronavirus. We hopen dat deze bosreservatennieuwsbrief u wat aeiding
en wie weet wel wat nuge informae kan brengen. We hebben alleszins ons best ge-
daan om weer voor een gevarieerd aanbod te zorgen.
Het eerste verhaal is een klassieker: we beschrijven een aantal opmerkelijke veranderin-
gen in het bosreservaat Muizenbos. Daar stellen we een zeer grote dynamiek vast door
de hoge stere onder de populieren, maar ook onder de essen.
In 2 andere bijdragen gaan we in op een aantal resultaten uit de bosreservaten die
recent werden gepubliceerd in een doctoraat. Hier worden resultaten uit onze eigen
reservaten vergeleken met andere landen, en worden een aantal aanbevelingen gefor-
muleerd. Zo leggen we uit hoe we biodiversiteitsdoelen in bossen kunnen combineren
met het behoud van het zo belangrijke bosmicroklimaat. Ook de opmerkelijke toename
in de bosreservaten van bepaalde bosplanten zoals bosanemoon komen weer aan bod,
met een studie verspreid over 4 bosreservaten. Ondertussen stellen we ook een ge-
lijkaardige ontwikkeling vast in delen van het Zoniënwoud. Ook daarover is een korte
bijdrage opgenomen.
Dat het bosmicroklimaat zo belangrijk is, wordt ook toegelicht in de bijdrage over
pissebedden door de specialist ter zake: Pallieter De Smedt. In dit nummer trouwens
opvallend veel bijdragen van of over onderzoek door ‘derden’. De laatste jd is immers
veel onderzoek gebeurd in de reservaten door de universiteiten van Gent, Leuven en
Antwerpen. Er is een bijdrage over de mogelijkheden van 3D-scanners voor het opme-
ten van bossen, en ook een aantal masterthesissen worden besproken. Daarin bestu-
deerden de studenten het belang van liggend dood hout voor de nutriëntenvoorraad
en de rijkdom aan zwammen die er in voorkomt. Bij dit laatste komen niet alleen de
‘klassieke’ paddenstoelen aan bod, maar ook de onbekende wereld van de korst- en
slijmzwammen. In een laatste bijdrage hebben we het kort over de soortenrijkdom aan
doodhoutkevers in de Limburgse bosreservaten. Dit naar aanleiding van een overzichts-
werk over ongewervelden in Limburg, dat er zit aan te komen.
Naar goede gewoonte eindigen we met een paar korte sprokkels. Dit keer niet alleen
over een aantal opmerkelijke vondsten in onze reservaten, maar ook een stukje over een
vernieuwde visie op de ontwikkeling van ‘procesnatuur’ in Vlaanderen. Men wil het net-
werk en het onderzoek rond onbeheerde en extensief begraasde natuurgebieden verder
Carabus auronitens (foto: Peter Van de Kerckhove)
uitbouwen, en er werd een begeleidingscommissie opgericht om dit proces te adviseren.
Het spreekt voor zich dat de ‘onbeheerde climaxvegetaes’, zeg maar de bosreservaten,
daar een belangrijke rol zullen bij spelen. De toekomst van het bosreservaten-onderzoek
lijkt daarmee nog meer verzekerd.
In alle geval, we hopen dat deze nieuwsbrief voor elk wat wils bevat, en wensen jullie
naar goede gewoonte veel leesplezier.
Namens het hele team,
Kris Vandekerkhove
Editoriaal
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 4
.
_
.
_
.
_
Ash to ashes? Bosdynamiek in het Muizenbos na de intrede van de essentaksterfte
LucDeKeersmaeker,KrisVandekerkhove,AnjaLeyman,PeterVandeKerckhove
Jonge dode essen in het Muizenbos ankeren een oude boom, die eveneens is aangetast door de essentakstere (Luc De Keersmaeker)
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 5
.
_
.
_
.
_
Wat vooraf ging
Onbeheerdebosreservatenlerenonsomnatuurlijkeprocesseninbossenbetertebe-
grijpenenhelpenonsomreferenebeeldenvoorbeheerdebossenteontwikkelen.Bij
debesprekingvandemonitoringinonzeonbeheerdebosreservatendurvenwijdaar-
omweleenseenprognosetemakenoverderichngdiedespontanebosontwikkeling
uitgaat.ZohebbenweenjaargeledengeopperddathetMuizenbos,inhetverleden
grotendeelseenpopulierenbos,optermijnzoukunnenevoluerennaareenbosgedo-
mineerddoordees(Fraxinusexcelsior)(DeKeersmaekeretal.,2010).Datleekeenlo-
gischeconclusie:deeersteinventarisaein2007weesuitdatjongeessen-samenmet
zwarteelzen-zeertalrijkaanwezigwarenindeonderetage.Oudecultuurpopulieren
warennogsteedsdominantindebovenetage,maardeaakelingwastochalvolopin-
gezetendezebomenverjongenzichniet.Tussendeinstellingalsbosreservaatin1997
en2007,dusnaslechts10jaarnulbeheer,wasongeveer1/3vandecultuurpopulieren
reedsafgestorven.Hierdoorwas op kortejdheelwatruimtewasvrijgekomenvoor
boomsoortenuitdeonderetage,zodatzekunnendoorgroeien.
Onzeprognosewasbuitendeessentaksteregerekend,dieinVlaanderenwellicht
omstreeks2007zijnintredeheegedaan,dustenjdevandeeersteinventarisae
inhetMuizenbos.DeessentaksterewordtveroorzaaktdoordeschimmelHymen-
oscyphusfraxineus,het‘valsessenvlieskelkje’,dieaomsgisuitAzië.Deschimmel
tasthetcambiumaan,waardoordesapstroomvermindertendebomenverdrogen.
Jongeessenkunnenhierdoorsnelafsterven,oudebomenkunnenlangerweerstand
biedenmaar leggenuiteindelijktoch ook dikwijls het loodje,vaakeen gevolgvan
secundaireaantasngen.Ineenvorigenieuwsbriefhebbenweberichtoverdege-
zondheidstoestand van93essen in 12bosreservaten(waaronderhetMuizenbos),
diegedetailleerdwordenopgevolgd.Uitdeeersteresultatenbleekdatin2015reeds
43%vandeessenwasaangetastdoordeessentakstere(Sioenetal.2016).
In 2017 hebben we een tweede inventarisae in het Muizenbos afgerond en dit
biedtons de mogelijkheid omdeevoluevanhet onbeheerde bos tebekijkenna
deintrede van de essentakstere.Wezoeken eenantwoordop volgendevragen:
inwelkematekande es zichhandhaven? Hoe evolueertdelevende biomassa en
dehoeveelheiddoodhout,alstotaalenperboomsoort? Hoe reagerendeandere
boom-ofstruiksoorten?Omdatdeverwerkingsindsdeeersteinventarisaeisaan-
gepast,hebbenwedegegevensuit2007eveneensopnieuwberekend.Deverschillen
metdecijfersdieweinonzenieuwsbriefuit2010hebbengepresenteerdzijnkleinen
doordeherrekeningzijnzewelperfectvergelijkbaarmetderesultatenvandetweede
opmeng.
Veranderingen in de structuur en samenstelling van het Muizenbos
In2007was hetMuizenbosoverwegendeenbosmetjongebomen: het stamtalwas
hoog(1155bomenperhametdiameter≥5cm)enhetgrondvlak(26,0m²/ha)enhet
levendvolume(265,2m³/ha)wareneerderlaag.Tienjaarlaterishetstamtalaanzienlijk
afgenomentot909perha,terwijlwevoor het grondvlak(28,6/ha)en het levend
volume(305,1/ha)eentoenamenoteren(Tabel1).Ditiseennatuurlijkprocesvan
eenbosmetverouderendebomen:hetgrondvlakendebiomassanemendoordeop-
groeiendebomentoe,maarhierdoorgaanzemeerenmeermetelkaarincompee
omruimteenlicht,waardoorhetaantalindividuenafneemt.Meestalzienwedathet
aandeelvanlichtbehoevendeboomsoortenafneemt,terwijlhetaandeelvansoorten
diemeerschaduwverdragen,toeneemt.
Delen van het Muizenbos zijn een referenebeeld voor goed ontwikkeld Essen-Elzenbos (Cornelis et al.
2009). De foto gee een beeld van het oude essenbestand voor de aantasng door de essentakstere
zich manifesteerde (Luc De Keersmaeker)
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 6
.
_
.
_
.
_
Figuur 1. Aantallen dode en levende telgen (als hakhout of jonge boompjes) van essen, in diame-
terklassen tussen 5 cm en 65 cm dik.
soort Stamtal (1/ha) Grondvlak (m²/ha) Volume (m³/ha)
2007 2017 2007 2017 2007 2017
Berken 43 32 0,4 0,6 2,3 4,0
Cultuurpopulier 50 34 9,7 9,2 134,8 136,7
Elzen 293 224 3,0 3,7 13,5 22,2
Es 283 123 5,0 4,3 42,4 45,0
Gewoneesdoorn 163 155 1,8 2,7 11,3 19,8
Hazelaar 95 158 0,8 1,5 1,2 3,1
Wildelijsterbes 23 30 0,1 0,2 4,2 4,8
Wilgen 77 53 1,3 2,0 11,2 19,4
Winterlinde 14 14 0,3 0,6 2,9 5,2
Zomereik 75 48 2,5 2,5 27,7 28,8
Overige 43 40 1,2 1,3 13,6 15,9
Totaal 1159 909 26,0 28,6 265,2 305,1
Tabel 1. Stamtal, grondvlak en levend volume van de belangrijkste boom- en struiksoorten in het Mui-
zenbos, in 2007 en in 2017
DatbeeldzienweookinhetMuizenbos,maarerismeeraandehand. Omtebegin-
nenishetaantalcultuurpopulierenopnieuwmetongeveereenderdegedaald:van50
naar34perha(Tabel1).Deresterendeoudecultuurpopulierenzijnwelnogink ge-
groeid,wanthetgrondvlakenlevendvolumezijnongeveergelijkgebleven.Destere
vancultuurpopulierenindebovenetagezoukansenkunnenbiedenaanlichtminnende
soorten,diehierdoorminder in het nauw gedrevenwordendan in een bos meteen
geringedynamiek.Tochzienwedathetaantalberken,wilgenenzomereiken,allemaal
lichtbehoevendesoorten,vrijsterkisafgenomen.Deresterendewilgen zijnwelink
bijgegroeid,enookdeanderesoortenkondenhunaandeelongeveerbestendigen.Ge-
woneesdoornenwinterlinde,diemeerschaduwverdragen,nemenminderafinaantal
ennemenforstoeingrondvlakenvolume(Tabel1).
Deverschillendetrendbijessenenelzen(zowelzwartealswieels)isopmerkelijk(Ta-
bel1).Vanessenisbekenddatzeinhunjeugdveelschaduwverdragen,terwijlelzenin
elkefaseeenhogelichtbehoeehebben.Tochvielhetaantalessenin2017sterkterug
totminderdandehel(43%)vanhetaantalin2007,terwijlhetaandeelvoorelzennog
steeds76%bedraagt.Ook het grondvlak van es neemt af,hetlevendvolumeneemt
nogzeerlichtjestoe.Bijdeelzenzienweeenforsetoenamevanzowelhetgrondvlak
alshetlevendvolume.
Vooraljongebomenenhakhoutvanesmetgeringedimensieszijnsterkachteruitge-
gaan:vandetelgenindediameterklasse5-10cmismeerdandehelreedsafgestor-
ven(guur1).Diejongeessenenhetessenhakhoutstaanvaakineenmengingmet
zwarteenwieels,hazelaar,wildelijsterbes,enanderesoorten.Doordesterevan
deessen,kunnendezesoortenuitbreidenendevrijgekomenplaatsinnemen.Naastde
elzenwasvooralhazelaarsuccesvolinhetvoorbije decennium:hetstamtalvandeze
struiksoortistoegenomenvan95perhatot158perha.
Dood hout: achter de forse toename zit een nog forsere input.
Hettotaledood hout volumeisindevoorbije10jaaraanzienlijktoegenomenin het
Muizenbos,vanongeveer65tot96m3perha,enzoweldestaandealsliggendefraces
namentoe(Figuur2).In2007namenafgestorvencultuurpopulieren90%vanhetdood
houtvolumevoorhunrekening.In2017ishettotalevolumevandoodpopulierenhout
noggestegen,maarwenoterenookeenaanzienlijkvolume(12m3perha)vandetal-
rijke,vooralkleine,dode essen.Diestaanvoorlopignogrecht,wateropwijstdatze
recentzijnafgestorven.Bijdecultuurpopulierenishetdoodhoutvolumetoegenomen
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 7
.
_
.
_
.
_
vanca.60naar75m³perha.Destaandefracelijktlichtafgenomenendeliggende
fraceinktoegenomen.Maardezecijfersverbergeneennogveelgroteredynamiek:
uitdestamtalcijferswetenwedatongeveer⅓vandepopulierenuit2007zijnafgestor-
ven,watovereenkomtmeteen‘input’vanruim40m³doodhoutperhaindeafgelo-
pen10jaar.Indiezelfdeperiodeisruim25m³perhadoodhoutvanpopulierverteerd,
watdusresulteertineenneotoenamevanongeveer15m³perha.Voorwaarduseen
bosmeteenzeergrotedynamiek.Eenbosecosysteem‘inoverdrive’zegmaar.
Wat wordt het nu…
Dezaailingenendejongebomenenstruiken,diezichspontaanhebbengevesgd,kun-
nen ons een aanwijzing geven van de samenstelling van de volgende generae – al
moetenwenatuurlijkaljdafwachtenofzesuccesvoldoorgroeien.Desoortendiein
2017hetmeestwerdengeteld,verdeeldover4hoogteklassen,staanintabel2.
Vangewoneesdoornwerdende meestezaailingenenjongeindividuengetelden de
soortisin3vande4hoogteklassentalrijkerin2017danin2007.Ookzwarteels(klei-
nezaailingen),hazelaar,rodekornoelje,Spaanseaak,hulst,winterlindeenNoorsees-
doornzijn als verjongingtalrijkerin2017 dan in2007. Deze soorten maken wellicht
dankbaargebruikvandevrijgekomenruimteenhetextralichtdoordeessentakstere
endeafgestorvencultuurpopulieren.Deesdoethetzoalsverwachtnietgoed:wezien
globaaleenforseafnamevanzaailingenenverjongingtussen2007en2017.Wellicht
zijnheelwatoudeesseninmiddelsteverzwaktomnogveelzaadteproduceren.Ook
vanzomereikzien weeen inkeafname,nietalleenbijdekleinstezaailingen,maar
ookbijdemiddenklasse.Overdieveranderingindekleinsteklassekanjenietzoveel
zeggen:daarspelenzaadjareneengroterol.Maarblijkbaarishetookvoordegrotere
boompjeslasg.Jongebomenvanzomereikhebbenheelveellichtnodigenmoeten
hetincompeemetanderesoorten,zoalsesdoorn,meestalaeggen.
Wat leren ons de cijfers?
Vegetaekundigrekenenwehet Muizenbosgrotendeelstothetessen-elzenbos(Cor-
nelis et al 2009) en een decennium geleden hadden we goede redenen om aan te
nemendatesseneecefeenhoofdrolzoudengaanspelen.InhetMuizenbosiseen
bestandaanwezigmet 80-100 jaar oudeopgaandeessen,ontstaandooromvorming
vanessenhakhoutnaWOI,datwe10jaargeledenalseenreferenebeeldvoorhettoe-
komsgeboshebbengepresenteerd(DeKeersmaekeret al.2010).Nustellenwevast
Figuur 2. Evolue van het staande en
liggende dode hout in het Muizenbos,
tussen 2007 en 2017, verdeeld over de
boomsoorten
Soort Totaal aantal
per ha (2017)
Verschil tussen 2017 en 2007
(aantal per ha)
0 - 30 cm 30 - 50 cm 50 - 200 cm > 200 cm
Gewoneesdoorn 5488 765 328 273 -10
Zwarteels 3373 3308 0 10 -14
Es 2621 -4277 492 -256 -301
Hazelaar 806 96 68 48 96
Rodekornoelje 731 0 -55 222 -38
Spaanseaak 270 14 68 75 14
Zomereik 253 -683 -68 7-3
Hulst 106 0 41 62 3
Winterlinde 103 14 55 27 0
Noorseesdoorn 75 -14 41 21 0
Tabel 2: Zaailingen & jonge bomen met een diameter < 5 cm van de soorten die het meest werden geteld
in 2017. Verschillen in aantallen met de tellingen uit 2007 worden weergegeven voor de 4 hoogteklassen.
2007
2007
2017
2017
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 8
.
_
.
_
.
_
datookdeoudeessensterkaangetastzijnenwellichtzaleenaanzienlijkaantalervan
afstervenbinnenenkelejaren.Decijfersdiewehierbovenpresenteerden,tonenaan
datdeposievanestussen2007en2017verzwaktisinhetMuizenbos,endatandere
soortenhetaanzienlijkbeterdoen.
Demagzuretotkalkrijke,vochgebodeminhetMuizenbosisgeschiktvooreengroot
aantalhougesoorten:intotaalhebbenwemeerdan20soortenbomenenstruiken
geteldinonze46proefvlakken.Daarvanzijnerheelwatdieonderdeelwarenvanhet
oudebos dat alshakhout werd beheerd, enwaartussenlater cultuurpopulieren zijn
aangeplant(es,zwarteels,gladdeiep,berken,grauweabeel).Anderesoortenzijnvoor-
alaangeplantnadatpopulierenwerdengekapt(winterlinde,gewoneesdoorn,zome-
reik).Nog andere soortenwerdenbijdeopeenvolgendebebossingenvanlandbouw-
gronden als onderetageaangeplant tussen cultuurpopulieren (Spaanse aak, gewone
esdoorn,wieenzwarteelzen,haagbeuk).DaarnaastzijninhetMuizenbossporadisch
ooktaxus,wiepaardenkastanje,tammekastanje,boskers,Noorseesdoorn enbeuk
aanwezig.Aldezesoortenverjongenzichspontaan,inminofmeerderemate,lokaalof
verspreidinhethelebos.Vooraldeelzen,dedriesoortenesdoorns(gewone,Noorse
enSpaanseaak)enwinterlindezijnforsvooruitgegaanofverjongensuccesvol.Bijde
struikenisereenopvallendetoenamevanhazelaareninminderemateookvanwilde
lijsterbesenhulst.Wewagenonsechternietmeeraaneenprognoseoverdesamen-
stellingvanhettoekomsgebos:doordeklimaatveranderingendemondialiseringvan
allerleiinfeceszijnerteveelonzekerheden.
Meer weten
Cornelis J, Hermy M, Roelandt B, De Keersmaeker L, Vandekerkhove K (2009) Bosplantengemeenschap-
pen in Vlaanderen, een typologie van bossen gebaseerd op de kruidlaag. INBO.M.2009.5. Agentschap
voor Natuur en Bos en Instuut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel, België.
De Keersmaeker L, Leyman A & Vandekerkhove K (2010) Van populierenaanplanng naar essenbos: een
snelle wissel van de wacht in Muizenbos? Bosreservatennieuws 10: 8-11.
Sioen G, Roskams P, De Haeck A & Steenackers M (2016) Essenziekte en de gezondheidstoestand van es
in Vlaamse bosreservaten. Bosreservatennieuws 15: 18-21.
De oude essen zijn nog in leven, maar toch al vrij sterk aangetast door de essentakstere
(Luc De Keersmaeker)
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 9
.
_
.
_
.
_
Een doctoraat over het onderzoek in onze onbeheerde bossen
KrisVandekerkhove
Dood hout opbouw gaat traag maar gestaag, na 50-100 jaar worden de hoeveelheden van natuurlijke bossen bereikt.
(foto: Kris Vandekerkhove)
Alruim20jaarvoerthetINBOonderzoekuitinonbeheerdebossen.Datleverdeal
heelwatinteressantenieuwekennisop.Eendeelvandezekennisisnugebundeldin
eendoctoraatsscripe(Vandekerkhove, 2019: referene en meer info onderaan dit
arkeltje).Derodedraaddoorheendezeverhandelingis:hoesnelherstellennatuur-
lijkeelementenineenboszich,naeeuwenvanintensiefbeheer?
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 10
.
_
.
_
.
_
In het bosreservaat van Zoniënwoud komen uitzonderlijke dichtheden en dimensies van beuken voor, zelfs indien vergeleken met oerbossen van beuk (foto: Kris Vandekerkhove).
Doordateeuwenlangintensiefbeheerverschillenonzebossenimmerssterkvannatuur-
lijkebossen.Typischeelementenuitdeverouderingsfasevannatuurlijkebossen,zoals
grotehoeveelhedendoodhoutofoude,monumentalebomenwarenerverdwenen,en
komennulangzaammaarzekerterug.Hetonderzoeknaardeopbouwvandoodhout
inonbeheerdebossen wastoegespitstopdoor eik en beukgedomineerdereservaten
metuiteenlopendeperiodesvanspontaneontwikkeling.Hieruit konden we opmaken
datdeneotoenamevandoodhoutverlooptaaneentempovan1-1.5m³perhaper
jaar.Alswewetendatdehoeveelheid doodhoutinnatuurlijkebossenuctueerttus-
sen50en300m³perha,kunnenwebesluitendathet50-100jaarzaldurenvooraleer
eenvoormaligbeheerdbosdehoeveelhedendoodhoutvaneennatuurlijkbos(in de
verschillendearaakstadia),zalbereiken.
Voorhetonderzoeknaar oude monumentalebomenvoerden we een case-studieuit
inhetoudstegedeeltevanhetbosreservaatvanhetZoniënwoud.Westeldenvastdat
degrotebeukenhieralleverwachngen,gebaseerdopliteratuur,overtreen.Blijkbaar
combineren deze bomen een uitzonderlijk goede groei met hoge leeijd, wat ervoor
zorgtdatzevermoedelijkbehorentotdegrootstebeukenterwereld.Ookhunaantal-
lenperhazijnuitzonderlijkhoog.Deverklaringligtineencombinaevanzeergunsge
groei-omstandigheden,maarookhetvroegerebeheerdatervoorzorgdedatdebomen
ookinhunjeugdfasevoldoenderuimtehaddenomongehinderdtegroeien.Dezeresul-
tatendwingenonsomeenaantalbasis-aannamesoverdimensiesenmaximaleleeijd
vanbeukeninNoordwest-Europabijtestellen.Hettoontookaandathet weldegelijk
zin hee om ook bij ons reservaten in te richten en te bestuderen: vaststellingen en
mengeninDuitseofTsjechischereservatenzijnimmersnietzomaarovertenemenin
onzeklimaatzone.
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 11
.
_
.
_
.
_
Eentweedethemadatweonderdeloepnemen,isdegevolgenvannietsdoenopde
ontwikkelingvandebiodiversiteit.Daarbijkekenwenaardeontwikkelingvandekruid-
laag,ennaar een aantal typische soortengroepen die gebonden zijn aan doodhout.
Aanhetluikoverdekruidlaaghebbenweeldersinditbosreservatennieuwseenapart
arkelgewijd.Wekunnenalvastmeegevendatdeontwikkelingenhiermaartendele
voldoenaandeverwachngen.Datmaakthetdesteinteressanternatuurlijk.Wienu
nieuwsgierigisgewordenweetalwelkstukjehij/zijhiernazallezen...
Endandedoodhoutgebondensoorten:alsdehoeveelheiddoodhouttoeneemtinde
onbeheerdebossenzoujeverwachtendatditookeenposiefeectheeopdiesoor-
ten.Alleensteltzichdevraag:zijndezesoortenernogwel,naeeuwenvanbosbeheer
waarbijalle dode hout werdweggenomen?Ofhebbenzeonzebossenterugkunnen
koloniseren?Misschienzorgenwewelvoorhabitatvoorsoortendieernietmeerzijn?
Omditna tegaanhebbenwetweesoortengroepengeselecteerd:doodhoutpadden-
stoelenendoodhoutkevers.Voorhetonderzoeknaardepaddenstoelenhebbenwede
verspreidingsgegevensoverdelaatste50jaarbekekeneneendoorgedreveninventa-
risaeuitgevoerdinhetZoniënwoud.Voordedoodhoutkeversbaseerdenweonsop
eenaantalcase-studieswaarbijspecialistenwerdeningehuurdomdezegroepteinven-
tariseren.Inbeidegevallenmaaktenwedevergelijkingmetbuitenlandsereservaten,
zowelvoormaligbeheerdebossenalsechteoerbossen.
Westeldenvastdat desoortengemeenschappenvan houtbewonende zwammen en
keversinonzebosreservatenduidelijkverarmdzijninvergelijkingtotechteoerbossen
inCentraal-Europa,maartochnogbehoorlijksoortenrijkkunnenzijn.Daarbijkunnen
zedevergelijkingmetreservatenin onzebuurlandengoeddoorstaan.Deresultaten
tonenaandatdezesoorteneecefgunsgreagerenopdetoenamevanhetaandeel
doodhoutenoudebomen.Dematewaarinzedezenieuwehabitatkunnenkolonise-
ren,hangtsterkafvandematedatzezichkunnenverspreidenenhoespeciekdehabi-
tateisenzijn.Soortendiemobielzijn,engeenaltehogeeisenstellenaanhetdodehout
dataanwezigis,kunnenvrijsnelkoloniseren.Anderesoortendieweinigmobielzijnof
heelspeciekeeisen stellen, komenveeltrager,ofzullennooitinstaatzijn omonze
reservatentekoloniseren.Somsishetookgewooneenkwesevanjdenvantoeval.
Locaesmetgroteconcentraesaandoodhout,zoalsdebosreservaten,kunnenhier
eenheelbelangrijkerolspelen:zevormenimmersvaakdeeerstevesgingsplaatsofde
enigeplekwaarleearepopulaeskunnenontstaan.Daarbijishetookbelangrijkaan
tegevendatinbeidegroepen,netalsbijveelandereorganismen,erzowelsoortenzijn Aanduiden van habitatbomen in beheerd bos: deze worden gespaard bij kappingen en zijn zeer belang-
rijk als stapsteen en leefgebied voor soorten van dode en kwijnende bomen (foto: Kris Vandekerkhove).
Voor lichtminnende bossoorten, zoals deze kleine ijsvogelvlinder, kunnen we open plekken en interne
bosranden inrichten. We voorzien deze het best in de periferie van het bos, en houden de kern van het
bos gesloten (foto: Kris Vandekerkhove).
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 12
.
_
.
_
.
_
diebaathebbenbijmeerlichtinhetbos(bijvoorbeeldwindvalgaten),alssoortendie
heelstriktgebondenzijnaanhettypischevochgeengedemptemicroklimaatonder
eengeslotenkronendak.
Opbasisvanal dezeresultatenformuleerdenweeenaantalaanbevelingen voorhet
bosbeheer, waardoor de typische soorten vande verouderingsfaseook in beheerde
bossenzoveelmogelijkkansenkunnenkrijgen.Daarbijishetbelangrijkomtestreven
naarfunconelenetwerkenvan‘old-growth’-elementen:stukkenbosreservaatincom-
binaemetkleinere‘set-aside’percelenenbomengroepen,maarookvoldoendedood
houten‘habitatbomen’indebeheerdebospercelen.Hetisookbelangrijkomcentraal
inhetbosbewusttekiezenvooreengeslotenboskerndieesseneelisvoordescha-
duwminnendesoortendiehetkoelebosmicroklimaatnodig hebben.Wenoemen ze
‘coldspots’(incontrasttot‘hotspots’).Indebeheerdebospercelengajedaarbewust
kiezenvoor‘boomgerichtbeheer’enuitkapbossen,zodathetkronendakzoweinigmo-
gelijkverstoordwordt.Indeperiferievanhetboscomplexwordtruimtevoorzienvoor
lichtminnendesoorten(ook boomsoorten). Daar kanbijhetbeheergekozenworden
voorlichtrijkebosbeheertypesmet groteregroepenkappen.Ditzijn ook deplaatsen
waarjeopenplekkeninhetbos,zowelpermanentealsjdelijke,hetbestkuntleggen.
Hetdoctoraateindigttensloemeteenaantalaanbevelingenvoorhetbeleid:wehou-
den een pleidooi voor hernieuwde aandacht voor onbeheerde bossen en hun lang-
lopendewetenschappelijkeopvolging en verkenneneenaantalveelbelovendepistes
voor toekomsg onderzoek, zoals radarbeelden (LiDAR) en nieuwe technieken voor
DNA-analyse(meta-barcoding)vanbodem-enhoutstalen.
Vandekerkhove K., 2019. Status and development of old-growth elements and biodiversity in secondary
succession of unmanaged temperate forests. Doctoraatsscripe UGent en INBO.
Je kunt het doctoraat integraal downloaden via volgende link:
hps://pureportal.inbo.be/portal/les/16968740/Vandekerk-
hove_2019_StatusAndDevelopmentOfOldGrowthElement-
sAndBiodiversityDuringSecondarySuccessionOfUnmanaged-
TemperateForests.pdf
Schemasche voorstelling van een goede zonering van beheertypes in grotere boscomplexen in
funce van biodiversiteit. Centraal in het complex gaan we voor beheertypes die het microklimaat
van het bos in stand houden: onbeheerde zones (blauw/paars en felgroen) afgewisseld met mul-
funconeel bos met kleinschalige kappingen en schaduwboomsoorten (donkergroen). Bosbeheer
met lichtboomsoorten (groen), kapvlaktes en permanente open plekken, hakhout… (lichtgroen) be-
vinden zich in de periferie. Verspreid in het bos worden ook ‘habitatbomen’ gespaard (rode sppen).
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 13
.
_
.
_
.
_
Dood hout: bron van stikstof of buffer tegen verzuring?
LucDeKeersmaeker,ElsDhiedt,KrisVandekerkhove,KrisVerheyen
Een sterk verteerde beuk in agbraakstadium 4, in het Joseph Zwaenepoelreservaat van het Zoniënwoud (foto Luc De Keersmaeker)
Debetekenisvandoodhoutvoordebiodiversiteitvanbossenisgoedbekendbijhet
grotepubliek.Maardatdoodhoutookeenbelangrijkerolspeeltindenutriëntenhuis-
houding, krijgt veel minder aandacht. De wetenschappelijke literatuur leert ons dat
doodhoutkanhelpenomdemineralenvoorraadvaneenbosoppeiltehouden,maar
anderzijdsookdatdearaakvandoodhoutdeskstofvoorraadkanverhogen.Onze
bossenlterenaldecennialangskstofvervuilinguitdelucht,dietegelijkverzurenden
vermestendinwerktopdebosbodem.Hetisdusnietduidelijkofdeverteringvandood
houtdeongunsgeeectenvanskstofdeposieafremt,omdathetbelangrijkemine-
ralenbevat,of netversterktdoor de skstofvoorraad te verhogen. Bovendien is het
wetenschappelijkonderzoeknaarderolvandoodhoutindenutriëntenhuishouding
totnutoevooraluitgevoerdin‘relaefpropere’naaldhoutbossenvanNoord-Amerika
enScandinavië,nietopdoodloooutingemagdestreken,waardeskstofdeposie
hogeris.Ditwasvooronsdeaanleidingomhieroverin2017eenafstudeerwerkopte
zeen,insamenwerkingmethetForest&NatureLab(Fornalab)vandeUGent.Indeze
bijdragegaan we dieper in op desprekenderesultatenvanhetthesisonderzoek,die
ondertussenookgepubliceerdzijn(Dhiedtet al.2019).
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 14
.
_
.
_
.
_
Proefopzet en werkwijze
Omeeneectvanverterenddoodhoutopdebodemaantetonen,ishetvangrootbe-
langomdeanderefactorendieeenrolkunnenspelenzoveelmogelijkuitdeproefopzet
tehoudenofopeengecontroleerdewijzemeeinrekeningtebrengen.Tussenbossen
onderlingiservaakeengrootverschilinnatuurlijkebodemkenmerkenofvervuilende
deposie.Hethoutvandeverschillendesoortenvertoontookaanzienlijkeverschillen,
dusbeperktenweonstot één boomsoort. Daarenbovenverandert de samenstelling
vandood houtindeloopvanhet verteringsproces:ookdeverteringsgraadmoesten
wedusmeenemeninhetonderzoek.Omdieverteringsgraadtebepalen,gebruikenwe
eenzesdeligeschaal(tabel1),diewetoepassenopstamsecesvan2mlang.Descore
vaneenboomisdandegemiddeldewaardevanalleopeenvolgendestamseces.
We selecteerden liggende dode beuken in twee grote bosreservaten van de ‘eerste
reeks’:hetWijnendalebos(Ichtegem)opeennaezandbodemenhetoudstedeelvan
hetJosephZwaenepoelreservaatopeenleemplateauinhetZoniënwoud(Hoeilaart).
Beidebosreservatenzijngrotendeelsalonbeheerdsindshetmiddenvandejaren1980.
Beukwasdemeestgeschikteboomsoortvoorditonderzoek:vandezesoorthebben
wegenoegdodeliggendebomen,verdeeldoverhethelebereikvanaraakklassen.
Bovendiengroeiendebeukeninbeidebossenopeenzurebodem,waareenmogelijk
buerendeectduidelijkerisdanopeenrijkebodem.
Indezomervan2017namenwehoutstalenvan148liggendedodebeuken(‘logs’),69
inhetWijnendalebosen79inhetZoniënwoud.Vande148logswaarvanhethoutwerd
geanalyseerd,werdener45uitgekozenomookdebodemtebestuderen:30inhetZo-
niënwouden15inWijnendalebos.Geschiktelocaesvoorhetbodemonderzoekmoes-
tenvoldoenaaneenaantalbijkomendevoorwaarden:hetterreinnabijdelogsmocht
geenhellingofmicroreliëfvertonen.Hetdoodhoutmoestookvoldoendegeïsoleerd
liggen,zodatergeeninvloedwasvannaburigelogs.Loodrechtopde45geselecteerde
logsnamenwe bodemmonstersvandeorganischelaag en demineralebodem(0-10
cm),enditop5vasteafstanden(guur1).
Klasse Omschrijving Fijne takken Schors Impregnae
met een mes
0Hetzelfdejaar
afgestorven
Aanwezig,met
verdroogde
bladerenof
knoppen
Intact Enkelemm
1Maximaal
tweejaardood
Aanwezig Intact Enkelemm
2Oppervlakkig
verteerd
Afwezig Los,begintafte
bladderen
maximum1cm
3Magverteerd Afwezig Grotendeelsafge-
bladderd
enkelecm,vnl.
spinthout
4Grotendeels
verteerd
Afwezig Afwezig Geheel
vermolmd
5Resten in de
strooisellaag
Afwezig Afwezig Geheel
vermolmd
Tabel 1: Omschrijving van de zes araakklassen van liggend dood hout
Figuur 1: De bodem langs dood hout werd bemonsterd op 5 afstanden loodrecht op de stam,
tussen 0 en 300 cm.
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 15
.
_
.
_
.
_
Samenstelling van verterend dood hout
Deverteringssnelheidvandoodhoutisaankelijkvandeverhoudingvankoolstoftot
skstof(C:N).Versdoodhoutbreektmoeilijkafomdatdeskstofconcentraelimite-
rendis:deC:Nishierdooraanvankelijkhoog.Indeloopvanhetaraakproceswordt
doodhoutrijkeraanstikstof:hetkanbinnengebrachtwordenviamicrobiëlefixatievan
stikstofgas(N2)uitdeatmosfeer,maarookdoorfungidiestikstofhalenuitde
bodem waarophethoutligt.Omdattijdenshetafbraakproceshetstikstofgehalte
stijgtenhetkoolstofgehalteongeveergelijkblijft,daaltnaverloopvantijddeC:Nvan
het verteren-de hout (figuur 2). Er zijn echter opmerkelijke verschillen in de
samenstelling van dood hout uit de twee onderzochte bossen: in het Wijnendalebos
bevathet dood beukenhoutmeerstikstofenisdeC:Nverhoudinglagerdaninhet
Zoniënwoud.Ditverschilhand-haaftzichdoorheenhetvolledigeafbraakprocesenis
wellichttoeteschrijvenaande historische verschillen in stikstofdepositie, die in
WijnendalebosveelhogerwarendaninhetZoniënwoud.
Figuur 2: Verande-
ring van de C:N en de
calciumconcentrae
in dood hout van het
Wijnendalebos (bruin)
en het Zoniënwoud
(paars), bij toene-
mende vertering. De
araakklasse of verte-
ringsgraad wordt ge-
meten op een zesdelige
schaal, van 0 tot 5 (zie
tabel 1).
De beuk Visart in het Joseph Zwaenepoelreservaat van het Zoniënwoud is omgevallen in 1969 en
bevindt zich in araakklasse 4 (foto Luc De Keersmaeker)
Daarstaattegenoverdatdeconcentraesvancalcium,magnesiumenfosforhogerzijn
inversbeukenhoutvanhetZoniënwouddanindatvanhetWijnendalebos.Indeloop
vandeverteringconvergerende elementenconcentraes inhetdood hout vanbeide
bossen(ziebijvoorbeeldcalciuminguur2):inhetWijnendalebosisereenduidelijke
sjgingvandeconcentrae,terwijldatinhetZoniënwoudveelminderhetgevalis.Mo-
gelijkspeeltookhierdeiniële skstofconcentraevanhethouteenrol,omdatvoor
hetaraakprocesookeenopmaleverhoudingvanskstofmetdeanderenutriënten
nodigis.
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 16
.
_
.
_
.
_
Eecten op de bodem
Indeorganischebodemiseenduidelijkrelaemeetbaartussendeconcentraesvan
demeesteelementenendeafstandtothetverterendedoodhout.Deskstofconcen-
traeishogerindenabijheidvanverterendestammen,maardatisnogmeerhetgeval
voor het koolstofgehalte, waardoor de C:N verhouding daalt met de afstand tot de
logs(guur3).Deconcentraevanbelangrijkemineralen,zoalscalcium,vertoonteen
gelijkaardigedalendetrend(guur3).Bijdeprotonenconcentraezienwehetomge-
keerde,watbetekentdatdepHhogerisnabijdelogsendatdebodemdaardusminder
zuuris(guur3).Indemineralebodemisditpatroonmindersterk,maarnogaljdsig-
Figuur 3: De C:N, calcium-,
protonen- en aluminium-
concentraes in relae tot
de afstand tot verterende
stammen (logaritmische
schaal; in cm) in het Wij-
nendalebos (bruin) en het
Zoniënwoud (paars).
nicantvoorhetcalciumgehalteendepH.Tussendetweebestudeerdebossenzijner
eenaantalopvallendeverschillen:wemeteninhetWijnendaleboslagereconcentraes
vanhetgiigealuminiumnabijdoodhoutdanopgrotereafstand,maarinhetZoniën-
woudzienwegeenafstandseect(guur3).InhetZoniënwoudneemtdeconcentrae
vanmangaanafmetdeafstandtotdeverterendestammen,eenpatroondatweniet
waarnemenin het Wijnendalebos.Dezeverschillen tussen beideonderzoekslocaes
zijnhetgevolgvannatuurlijkebodemverschillen(respecevelijkzand-enleembodem)
envandeverschilleninskstofdeposie.
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 17
.
_
.
_
.
_
Besluiten
Onzebossenlterenalveledecennia vervuiling uit delucht,voorheenwasdatveel
zwavelenrecentervooralskstof.Sindsenigejdiserweleenaanzienlijkedalingvan
deatmosferischedeposies,maareenduidelijkbodemkundigherstelblijvoorlopig
uit(Verstraeten2018).Atmosferischedeposievanskstofzorgttegelijkvoorverzuring
envermesngvandebosbodem,m.a.w.vooreenverstoringvandenutriëntenvoorzie-
ning.Deovermaataanskstofendeuitspoelingvanessenëlemineralenzoalscalcium
hebbeneectenopdekruidvegetae(Baetenet al.2009),maarookopdevitaliteitvan
bomen(Lucassenet al.2014)enopdefaunavanbossen(Nijssenet al.2017).
Somswordtveronderstelddatintensievehoutoogsteengeschiktemaatregelisomde
skstofovermaataantepakken.Houtbevatechterrelaefmeermineralendanskstof
ennutriëntenbalansenwijzenuitdateenintensiefbosbeheer,verzuringenverarming
vandebodemindehandkanwerken(DeKeersmaekeret al.2017).
Omgekeerdkanhetachterlatenvandoodhoutdeeectenvanverzurendedeposie
lokaalmilderen.Hetonderzoekindetweebosreservatentoontaandatindedirecte
nabijheidvanverterenddoodhout,meeressenëlenutriënten,zoalsbijvoorbeeldcal-
cium,aanwezigzijnindebodem.DebodemiserminderzuureninhetWijnendalebos
isdeconcentraevangiigaluminiumooklager.Erisookmeerskstofindebodem
nabij verterend dood hout, maar de hogere C:N wijst er op dat de beschikbaarheid
ervanwellichtniethogeris. Wemogendus besluiten datrondverterenddoodhout
eilandjesvanmineralenrijkebodemontstaan,dieeentoevluchtkunnenzijnvoorbio-
diversiteitdiegevoeligisvoorbodemverzuring.
Referenes
Baeten L, Bauwens B, De Schrijver A, De Keersmaeker L, Van Calster H, Vandekerkhove K, Roelandt B,
Beeckman H & Verheyen K (2009) Herb layer changes (1954-2000) related to the conversion of coppice-
with-standards forest and soil acidicaon. Applied Vegetaon Science 12: 187–197.
De Keersmaeker L, Cosyns H, Thomaes A & Vandekerkhove K (2017) Kan houtoogst skstofdeposie mi-
geren? Landschap 34: 5-13.
Dhiedt E, De Keersmaeker L, Vandekerkhove K & Verheyen K (2019) Eects of decomposing beech (Fa-
gus sylvaca) logs on the chemistry of acidied sand and loam soils in two forest reserves in Flanders
(northern Belgium). Forest Ecology and Management 445: 70-81.
Lucassen E, van den Berg L, Aben R, Smolders, Roelofs J & Bobbink R (2014) Bodemverzuring en achter-
uitgang zomereik. Landschap 31/4: 185-193.
Nijssen M E, Wallis De Vries M F & Siepel H (2017) Pathways for the eects of increased nitrogen deposi-
on on fauna. Biological Conservaon 212(B): 423-431.
Verstraeten A (2018) Evoluon of soil soluon chemistry in temperate forests under decreasing atmosp-
heric deposion in Flanders (PhD thesis). Universiteit Gent.
Dood hout is een belangrijke bron van mineralen als buer tegen verzuring (foto: Luc De Keersmaeker).
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 18
.
_
.
_
.
_
Bosplanten in onbeheerde bossen: is nietsdoen nu goed of slecht?
KrisVandekerkhove,LucDeKeersmaeker,ArnoThomaes,PeterVandeKerckhove,MarcEsprit,StefaanGoessens&AnjaLeyman
Ook soorten als wilde hyacint houden goed stand in donkere bossen (Bos
Terrijst - foto: Peter Van de Kerckhove).
In het bosreservaat Pruikenmakers (Meerdaalwoud) is de bedekking van bosanemoon duidelijk toegenomen
(foto’s: veldwerkteam bosecologie)
Hetinstellenvaneennietsdoen-beheerinvoorheenbeheerdebossenleidtweleenstot
discussies.Eenbelangrijkebedenkingdievaakwordtgemaakt,isdatdezebossenvoor
eenlangere periode heeldonkerworden.Allerlei licht- en warmteminnendesoorten
dreigen daardoor te verdwijnen, waardoor de biodiversiteit dus eerder afneemt dan
toeneemt.Vooralbotanicimakendezebedenkingenzijndanookvaakmaarkoelemin-
naarsvanonbeheerdebossen.
‘The woods are lovely, dark and deep’
Deredeneringlijktaannemelijk.Zolangdezebossenbeheerdwerden,waserregelma-
gverstoringvande bodem enhetkronendakbij kappingen.Datleidtweliswaartot
perturbaesenschadeaandekruidlaag,maaralsdieingrepenmagfrequentenniet
altedrasschzijnkandesoortenrijkdomjuistgroterzijndanzonderverstoringen,om-
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 19
.
_
.
_
.
_
datereengroterevariaeaangroei-omstandighedenvoorkomt.Bijnietsdoenvaltdie
menselijkestoringsfactorweg.Bovendienzijndebossendieuitbeheerwordengeno-
menmeestalrelaefjongenkennenzeweinigleeijdsvariae.Hierdoorzijnzedeeer-
stedecenniaheelstabielenontstaanerspontaanweinigopeningeninhetkronendak.
Defrequeneenoppervlaktevanopenplekkeninhetbosneemtdusduidelijkaf,en
soortendiedaarvanaankelijkzijn,krijgenhetmoeilijk.Wekunnendusverwachten
datdesoortenrijkdomzalafnemen.Maarinhoeverreisdieafnamesignicantenwelke
soortenverdwijnendan?Enzijnwediesoortendandeniefkwijt?
Omdieeectenopdekruidlaagteonderzoekenselecteerdenwevierbosreservatenop
rijkeleembodems:Jansheideberg(Hallerbos),PruikenmakersenEverzwijnbad(Meer-
daalwoud)enBosTerrijst.Opdezebodemshebjevannatureeenzeerrijkeora,dus
kanje ook beterde eectenop de soortenrijkdombestuderen.Bovendienis de ve-
getaein elkvandezereservatenaltweekeeropgemetenineendichtsystemasch
gridvanpermanenteproefvlakken.Intotaalsprekenweover183proefvlakkendieeen
eerstekeerwerdenopgenomenin2003-2005enenjaarlaterterugwerdengeïnven-
tariseerd.Ookdeopnameploegwasinbeidegevallendezelfde:eenidealeproefopzet
dusomeeceveveranderingenteanalyseren.
Inderdaad, de soortenrijkdom neemt af, maar...
Westeldeninderdaadvastdatdesoortenrijkdomindekruidlaagsignicantafneemt
alswenulbeheerintroduceren.Datgeldtzowelop niveauvandeindividueleproef-
vlakken,alsop niveau van alleproefvlakkenineen reservaat. Voorallichtminnende
soortenensoortendiegebondenzijnaanverstoringzijn logischerwijzeachteruitge-
gaan (hennepnetel, framboos, bosandoorn, drienerfmuur, waterpeper,...). Het zijn
vaaksoortendiezichsnelterugkunnenvesgenalsdeomstandighedengeschiktzijn,
omdatzezichvlotverspreidenoflang overlevenindezaadbank.Eenaantalsoorten
zijnwedusnietdeniefkwijt,maarhunfrequeneenbedekkingneemttussende
eersteendetweedeinventarisaeduidelijkaf.Wellichtbiedenoptermijnnatuurlijke
verstoringen,zoalswindworpenendebijhorendekluitenenkuilen,voordezesoorten
eenperspecef.Dekarakterisekevoorjaarssoortenvanvoedselrijkelooossen,zoals
bosanemoon,daslook,wildehyacint,...enschaduwverdragendesoortendiezichlater
ontwikkelen(stekelvarens,bosgierstgras,wieklaverzuring,...),houden daarentegen
welgoedstand.Detotalesoorten-poolvandiesoortengroepenblijongewijzigd.Meer
nog,wekondenvaststellendatdezesoortenduidelijkinbedekkingzijntoegenomen.
Vooronswasdatnietechteenverrassing,wantwehaddenditaleerdervastgesteld
(zieookvorigenieuwsbrieven).Maarhetblijtochopmerkelijkwantvaakveronder-
steltmendatookdevoorjaarsoranuendannood heeaaneenlichtrijkefase,en
doorconstanteoverschermingenverdonkeringachteruitgaat.Bovendiengingen in
eenrecentverledenookdebosplanteneecefoveralachteruit.Tweemogelijkever-
klaringenwerdendaarvooraangehaald:verdonkeringmaar ook verzuring door zure
regenen skstofdeposie.Welkevan de tweedoorslaggevendwaskonnietworden
bepaald,aangezien beide processenoveraltegelijkoptraden.Onzeresultatenlijken
nuuitsluitseltegevenenwijzendeverzuringalsbepalendefactoraan.Westellenim-
mersdelaatste10-15jaareenvoorzichgherstelvastvaneenaantalbosplantenmaar
het bos bleef even donker of werd nog donkerder. De zure deposies daarentegen
namenwelduidelijkaf.Meernog:alswede(donkere)reservatenvergelijkenmetde
aangrenzendebeheerde delen vanhetbos,danzien we een veel sterkeretoename
binnen het reservaat dan daarbuiten, op de plaatsen waar beheer plaats vond (zie
DeKeersmaekeret al. 2015).Directebeschadigingvan de plantendoorexploitaes
zaldaarzekereenrolbijspelen,maar indirecteeectenzijnvermoedelijknogmeer
doorslaggevendineenregioalsdeonze,metverminderde,maarnogsteedsvrijhoge
skstofdeposies.
Daslook neemt zelfs zeer sterk toe in de onbeheerde reservaten
(Bos Terrijst - foto: Peter Van de Kerckhove)
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 20
.
_
.
_
.
_
Een scheefgegroeide compee
Door de vele decennia van skstofdeposie is er een opstapeling van skstof in de
bodemopgetreden.Dezeskstofzitopgeslagenindehumuslaag.Alsereengatinhet
kronendakontstaat,bijvoorbeeldbijkappingen,gaateendeelvandehumusminera-
liserenenkomterplotsveelskstofbeschikbaar.Daarproterenvooralruigtekruiden
van,inhetbijzonderbramen.Debosplantenkunnenhierveelminderopreageren,en
deonderlingeconcurreneverhoudingenverschuiven.Alseenopenpleknietsnelte-
rugdichtgroeitwordendebosplantenlangejdverdruktenmoetenhetaeggentegen
deruigtekruiden.Enkelwanneerhetkronendakzichsnelterugsluit,endelicht-behoe-
venderuigtekruidenweerwegkwijnen,kunnende bosplantenzichherstellen.Inbos-
senmeteen connugeslotenkronendakenweinigfrequentekorteverstoringenzijn
deschaduwminnendebosplantenenvoorjaarsbloeiersbijonsmomenteeldusbeteraf
daninbeheerdebossen.Detheoreschemodellen,waarbijbosplantengesmuleerd
worden door regelmage lichtstelling (zoals in hakhoutbossen in Engeland) moeten
doordieskstofoverschoentochwatgenuanceerdworden.Enookdeklimaatveran-
deringkanhiereenrolinspelen.Schaduwminnendebosplantenzijnsterkgesteldop
eenstabielmicroklimaat,metweinigextremenzoalsextremekoudeenvooraldroogte.
Inkapvlakteskandebodemheetwordenensterkuitdrogenwaardoorbepaaldebos-
plantenhetmoeilijkkrijgen,en veel tragerhiervanherstellendanpioniersoortenen
ruigtekruiden. In gesloten bossen zorgt het microklimaat ervoor dat de bodem veel
minderuitdroogt,endeplantendroogteperiodesdusbeterkunnenoverleven.
Wildatnuzeggendatwedanmaarbeteroveralinonzebossenvoornietsdoenmoeten
kiezen?Datnuookweerniet:wewillenookdelicht-enwarmteminnendesoorten,die
zichdoordeeeuwenheenhebbenaangepastaanonzebeheerdebossennietkwijtspe-
len.(Endanhebbenwehetnognietoverhetbelangvanhoutalsecologischeenher-
nieuwbaregrondstof.)Alleenishetbelangrijkomindekernenvanonzegroterebossen
tochookvoldoendegrotezonestevoorzienwaarconnuekroonsluingeneenon-
gestoordbosklimaattenvolleeenkanskrijgen.Datmoetennietallemaalonbeheerde
bossenzijn:ookbeheersystemenmetselecevekapenschaduwboomsoortenzijnhier
inpasbaar.Debeheerdoelenen-systemendievooralgerichtzijnoplichtminners(zowel
boomsoortenalsfaunaenora)kunnenwedanbestsituerenindeperiferieronddeze
kernzones. Als we het verstandig aanpakken en ruimtelijk goed plannen kunnen we
beidedoelenrealiseren.
Meer weten
Bovenstaand verhaal is gebaseerd hoofdstuk 4 uit Vandekerkhove (2019). Wie de resultaten meer in de-
tail wil bestuderen, met alle data en stassche verwerking kan die hier bekijken :
hps://pureportal.inbo.be/portal/les/16968740/Vandekerkhove_2019_StatusAndDevelopmentOfOld-
GrowthElementsAndBiodiversityDuringSecondarySuccessionOfUnmanagedTemperateForests.pdf
De Keersmaeker L, Vandekerkhove K, Leyman A, Van de Kerckhove P, Esprit M & Goessens S (2015) Wel of
geen bosbeheer: hoe reageren bosplanten in het Meerdaalwoud? Bosreservatennieuws 14: 16-19.
https://pureportal.inbo.be/portal/files/8389519/Vandekerkhove_2015_Bosreservatennieuws14_
pag16_19_meerdaalwoud.pdf
In het bosreservaat Pruikenmakers (Meerdaalwoud) is de bedekking van bosanemoon duidelijk toege-
nomen (foto’s: veldwerkteam bosecologie)
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 21
.
_
.
_
.
_
Een boek over kevers en andere ongewervelden in Limburg en de Limburgse bosreservaten
KrisVandekerkhoveenLucCrevecoeur
De eikenboktor (Cerambyx scopolii), een zeldzame soort die vooral lee in takken van dikke, zonbeschenen
kwijnende looomen. (foto: Kris Vandekerkhove)
AlvelejarenvoerenvrijwilligersvandeWerkgroepOngewerveldeninventarisaesuit
indeLimburgsenatuurgebieden.BijzondereaandachtgaatdaarbijnaardeLimburgse
bosreservaten.Hetplanomaldieinformaetebundelenineenomvaendepublicae
krijgtnuconcreetgestalte.Datisgeenevidenewantwesprekenhierovereengigan-
scheberggegevens.Wewillennog niet teveel prijsgeven, maar tochaleen aantal
teasers(ofspoilersalsjewil)dieverbandhoudenmetdebosreservaten.
EEN ‘MAGNUM OPUS’ IN ONTWIKKELING
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 22
.
_
.
_
.
_
Impressionante cijfers
IndeLimburgsebosreservatenwerdenervoorlopigal1583soortenkeverswaarge-
nomen.Datisongeveer70%vandegekendeLimburgsekeverfauna.Erwerdenook
al356soortenspinnengevondenen28soortenmieren.Alswespeciekgaankijken
naardekeversdieindoodhoutleven,danzijndecijfersookindrukwekkend.Inheel
Limburgwerdeneral578soortendoodhoutkeversgenoteerd,voorhetovergrotedeel
indebosreservaten,maarookinanderebossen,hoogstamboomgaarden,houtkan-
tenentuinen.Datcijferomvatongeveer70%vanallesoortendieooitinBelgiëzijn
genoteerd.Hetondertussen‘wereldvermaarde’Kolmontbosspanthierdekroonmet
323soorten,opruimeafstandgevolgddoorVeursbosmetruim230soorten.Dathet
Pijnven,met 180soorten,opeenvoorlopigderdeplaats komt,isopmerkelijk,want
hetbosbestaatgrotendeelsuitklassieke‘dennenaanplanngen’.Dehogeinventarisa-
egraadzalhierzekereenrolhebbengespeeld,enerwerdookgerichtgekekeninde
loooutpercelen,maartochblijheteenbijzonderresultaat.Hetillustreertalleszins
datookboscomplexengedomineerddoor dennenbosseneenrijkedood-hout-kever-
faunakunnenherbergen, als zemaar diverszijnenvoldoendedoodhout bevaen.
Zelfsdedennenbossenopzichkunnenrijkzijnaansoorten,alleenwordenzezelden
bestudeerd.Datisnuwelgebeurd,endanblijkendiedennenbossennietzo’nsoorten-
arme‘plantages’tezijnalsvaakwordtverondersteld.ZowerdenerinLimburgonder
dedoodhoutkeversalleenalruim 100 soortengevondendieexclusiefaan naaldbo-
mengebondenzijn.
‘Oerbos’-soorten
Kwanteit zegt iets, kwaliteit zegt soms nog meer. En ook op dat vlak slaan de re-
servatengeen slecht guur invergelijkingtot de buurlanden.Zoishetaandeelaan
rode-lijst-soorteninonzeLimburgsereservatenzeervergelijkbaarmetdeDuitsere-
servaten:eenvijfdetoteenderdevanallegevondensoorteninelkreservaatstaanin
DuitslandopdeRodeLijst.
Een bijzonder toetsingskader vormt de lijst van ‘oerbos-indicator-soorten’ die voor
Europawerdontwikkeld(‘primevalforestrelictbeetles’).Eeneersteversievandielijst
werddoorJörgMüllerencollega’salin2005voorDuitslanduitgewerkt,entelde115
soorten.Recentwerddelijstverderverjnd en uitgebreidvoorheelEuropa(Eckert
et al.,2018). Delijstbevatnu168zeldzameindicatorsoortenvoorbossen methoge
kwaliteitenconnuïteitwatbetredood-hout-habitat.Zezijnintweecategorieënin-
Kolmontbos, een ‘hotspot’ voor doodhoutkevers (foto: Luc De Keersmaeker)
Zelfs dennenbossen kunnen een rijke fauna van doodhoutkevers herbergen, als ze maar voldoende
dood hout bevaen. Op de foto het bosreservaat in het Pijnven (foto: Kris Vandekerkhove)
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 23
.
_
.
_
.
_
gedeeld.Categorie1zijndesoortenvangroteoerboscomplexenmetzeldzamehout-
zwammenen zeeroudebomen.HetzijnsteedsextreemzeldzamesoorteninWest-
Europa.Opdeoudelijstuit 2005 hadden we1soortindezecategorie:Temnochila
caerulea, een soort van naaldbossen. In de nieuwe lijst zit deze nu in categorie 2.
De voorwaarden van categorie 2 zijn minder extreem en van deze groep zijn er,
Temnochilameegerekend,al11soorteninLimburgaangetroen:Abraeus parvulus,
Thoracophorus corcinus, Sepedophilus binotatus, Quedius truncicola, Euryusa coarc-
tata, Crepidophorus mulans, Elater ferrugineus, Cerophytum elateroides, Allecula
rhenana en Corceus fasciatus.Nietminderdan7vandiesoortenwerdenindebos-
reservaten gevonden. Ook hier spant Kolmontbos de kroon met 6 soorten. Andere
werden vooralgevonden in enkele ‘natuur-boomgaarden’,dat zijn oude hoogstam-
boomgaardenwaarmenregelmagnieuwebomenaanplantmaardeoudeendode
veteraan-fruitbomenbewustlaatstaan.Netalsindereservatenvindenwehier dus
veel dood hout en boomholtes, maar dan bij zonbeschenen bomen. Veel van deze
indicatorsoortenzijninderdaadsoortendieinvermolmdhoutleven,enzichnietover
groteafstand(kunnen)verplaatsen.
De larven van de Gouden tor leven in vermolmd hout. Deze soort is de laatste decennia duidelijk
toegenomen, niet alleen in Limburg (foto: Kris Vandekerkhove).
Allecula rhenana, één van de oerbos-indicatorsoorten die reeds in de Vlaamse bosreservaten werd
gevonden (foto: Frank Köhler).
Zijn11soortennuveelofweinig?Tervergelijking:indeDuitsebossendiealwerden
geïnventariseerdopdoodhoutkeverswordenookzeldenmeerdandrievandiesoor-
ten gevonden, en heel vaak ook geenenkele. Neen, de Limburgse doodhoutkever-
faunamoetzekernietonderdoenvoordievandebuurregio’s.
Voorwienudenktdatwealteveelinfohebbenvrijgegeven.Ditisnogmaareenklein
pjevandesluier.Ervaltimmersnogveelmeertevertellen.Wekijkenalvastuitnaar
depublicaevandithuzarenwerk.
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 24
.
_
.
_
.
_
De Harras maakt deel uit van het bosreservaat Joseph Zwaenepoel in het Zoniënwoud
Bosanemoon-toename: nu ook in het Zoniënwoud
KrisVandekerkhove,LucDeKeersmaekerenPeterVandeKerckhove
Ineen ander arkelindezenieuwsbrief hadden wehetal over deopvallende toe-
name van voorjaarsbloeiers zoals bosanemoon in een viertal bosreservaten in de
leemstreek.Ondertussenzijnerookheropnamesvandekruidlaaguitgevoerdineen
deelvanhetbosreservaatinhetZoniënwoud,metname hetstukgenaamd‘deHar-
ras’.Vroegerwasditeenapartreservaat(naasthetgrotereKersselaerspleyn),maar
sinds 2010 zijn beide reservaatsdelen met mekaar verbonden door ook de tussen-
liggende zones mee op te nemen en zo één groot bosreservaat van ruim 230 ha
tevormen,het‘JosephZwaenepoel-reservaat’(zieookvorigeediesvanBosreserva-
tenNieuws).
De Harras is een stuk van het bos dat wat afwijkt van het klassieke beeld van het
Zoniënwoud.Hiervinden we nietde typische stageoudebeuken,maar wel oude
eiken,meteenondergroeivanhaagbeuk.Webevindenonsimmersineenietsvoed-
selrijkere,envochgerzonevanhetbos,indeomgevingvandebronnenvandeIJse.
Dathiereikenstaanisgeentoeval:ookdebeheerdersvan200jaargeledenhaddenal
geziendatdezeplaatsvruchtbaarderennaerwas,enduszeergeschiktvooreiken.
Datdedenzetrouwensnogopveelplaatsen:ongeveereenkwartvandeherbebos-
singeneind18deenbegin19deeeuw(onderZinner)gebeurdemeteikenen haag-
beuken.
In2009dedenwehiereeneersteopmeng.Erwerdtoenenkeleenkernvlaktevan1
hauitgezet.In2019werddezetrouwensheropgemeten.Ineenvolgendenieuwsbrief
gaanwehetdaaruitgebreidoverhebben.Ondertussenhebbenwehetgridvansteek-
proefcirkelsvanKersselaerspleynuitgebreidoverhethelereservaat,dusookinHar-
ras.Diecirkelswordendekomendemaandenopgemeten.Ookhieroverongetwijfeld
meerineenvolgendenieuwsbrief.
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 25
.
_
.
_
.
_
Terugnaar de kruidlaagnu. Bij de her-
opnamevande vegetaein het proef-
vlak in Harras stelden we vast dat ook
hier op 10 jaar jd de bedekking door
bosanemoon spectaculair is toegeno-
men.Zonderdedrogecijfergegevenser
temoetenbijnemen,wordthetpatroon
alduidelijkalsweeenaantalfotoparen
naastelkaarzeen.Defoto’szijnnage-
noegopdezelfdeplaatsgenomenmaar
met10jaartussen.Deopnamedatumis
heelvergelijkbaar,dus daar kunnen de
verschillennietaan liggen:de beelden
sprekenvoorzich.Detoenamevanbos-
anemoonligtindelijnvanwatweook
alzageninhetMeerdaalwoud.Ingrote
delen van het Zoniënwoud is de toe-
name van bosanemoon minder opval-
lend, omdat de soort er slechts spora-
dischvoorkomtengeentapijtenvormt,
door de zure bodem. Ook hier kan op
termijn een zeker herstel worden ver-
wacht,vooralopdevoedselrijkereplek-
ken waar relictpopulaes van bosplan-
tenkondenoverleven.Eldersinhetbos
zien we trouwens ook andere soorten
alsgeledovenetelenboshyacintduide-
lijktoenemen.Zoudenwedantochkun-
nen spreken van een voorzichg her-
stel van onze bossen op leembodems
nu de skstofdeposies gedaald zijn?
Ofisdatteopmissch?
Deze fotoparen werden in het voorjaar van 2009 en
2019 genomen: bemerk de spectaculaire toename
van bosanemoon (foto’s 2009: Luc De Keersmaeker;
foto’s 2019: Peter Van de Kerckhove)
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 26
.
_
.
_
.
_
Het Zoniënwoud in 3D opmeten: op stap met een laserscanner
MiroDemol,KrisVandekerkhove,LucDeKeersmaekerenPeterVandeKerckhove
Een Terrestrische Laser Scanner (TLS) in ace in het bosreservaat van Zoniënwoud (foto: Luc De Keersmaeker)
Vorige lente tese Miro Demol een 3D-laserscanner uit het bosreservaat Joseph
Zwaenepoel.Ditsoortscanners,ookbekendalsterrestriallidar,heeeenaantalveel-
belovendetoepassingenvoorhetbosbeheer.
Mirodoet zijn doctoraatsonderzoekaan de UGentenUAntwerpen,naar het gebruik
vandiescannersvoorhetopmetenvanbomenenboombiomassa.
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 27
.
_
.
_
.
_
Rondhetinventariserenvanbomenenbossen(dendrometrie)bestaataleenheellan-
getradie.Dezegegevenszijnimmersesseneelomhetbosbeheeroptevolgenente
sturen.Inhetverledenstond(hout)producedaarbijcentraalenwoumendegroeivan
dehoutvoorraadgoedopvolgen.Delaatstedecenniazijnookanderefuncesvanhet
bosmeerin deaandachtgekomen:naasteconomischedoelen zijndatbiodiversiteit,
desocialefuncevanbossenenrecentookdebueringvanklimaatsveranderingdoor
bossen.Datmaaktdatdevraagnaar datauithetbosalleen maar istoegenomenen
complexerisgeworden(liggenddoodhout,volumesvanlevendebomen,...).Erisdus
dringendnoodaannieuwetechniekenomdezecomplexegegevensopeennauwkeu-
rigemanieroptemeten.Meteeneenvoudigediameter-mengkomenweerimmers
nietmeer.
Het bos opmeten met lasers: een virtueel snapshot van het bos
Eenveelbelovendetechniekishetgebruikvan3D-scanners.Dezekunnenimmerseen
ongelofelijkpreciesruimtelijkbeeldmaken.Zoeenterrestriallaserscanner(TLS,ook
wel terrestrische lidar) is een toestel dat enkele honderdduizenden laserpulsen uit-
stuurt,diedanweerkaatsenopobjectenindedirecteomgevingenterugwordenopge-
vangendoordescanner.Hetjdsverschiltussendeuitgaandeenterugkerendepulskan
met de lichtsnelheid omgerekend worden tot een uiterst precieze afstandsbepaling.
HetresultaatvanzoeenTLS-scanisdaneen3D-puntenwolk,bestaandeuitmiljoenen
punten,telkenswaardelaseropeenobjectisgereecteerd.
Vanwege hun snelheid, accuraatheid en hetfeitdat objecten vanop afstandkunnen
ingemeten worden, werden TLS-systemen vanaf begin de jaren 2000 populair in de
mijnbouwen ingenieurstechniek.Gradueelwerdenook experimenten in bossenuit-
gevoerd.Onderzoekerszagenin TLS eeninnovaevemogelijkheid om destructurele
complexiteitvanbossenzeergedetailleerdinkaarttebrengen.Metgespecialiseerde
sowarekunnendaardanallerleianalysesenmengenmeewordenuitgevoerd.
Foto: Luc De Keersmaeker
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 28
.
_
.
_
.
_
Figuur 2 onder: van puntenwolk tot boom-
volume. Op de guur een stukje Zoniënwoud
van 60 bij 60 meter met (a) de volledige pun-
tenwolk vanuit zeven verspreide scanposies
(gekleurd volgens de hoogte), (b) de geclassi-
ceerde puntenwolk, met grondpunten (bruin),
vegetaepunten (zwart). (c) Voor verdere
analyses worden de vegetaepunten geseg-
menteerd tot afzonderlijke bomen.
Figuur 1: een Quantave Structure Model
(QSM) benadert de boomvorm door cilin-
ders te en aan de puntenwolk. De kleuren
geven de tak-orde weer. Blauw is de spil van
de boom, groen de eerste orde vertakking,
rood de tweede orde, enz.
Hetstaandvolumevanbomenwordtklassiekbepaaldaandehandvanmengenvan
diameterenhoogtevanbomen,diedanviavolumetabellen(‘tarieven’)ofzogenaamde
allometrischerelaeswordenomgerekendnaareenboomvolumeofbiomassa.Deze
relaesmoetenvoorelkestandplaatsenboomsoortgekalibreerdworden,datwilzeg-
gendateenvoldoendegrootaantalgeveldebomenindetailwordenopgemetenen
gekubeerd,omdaarnahetgevondenvolumeterelaterenaandediameterenhoogte
vandeoverigebomen.Hetspreektvoorzichdatditeenbijzonderjdrovendenduur
werk is, zeker voor grote bomen en complexe bostypes. Bovendien blijf je voor de
volumebepalingvanjelevendebomendusaankelijkvanhoogtemengenenomre-
keningenvooreen‘gemiddeldeboom’vandezelfdedimensies.Opdezemengenen
omrekeningenkaneenbelangrijkefoutzien.
EénvandebelangrijkstetoepassingenvanTLSishetdirectaeidenvanboomvolume
op basis van een scan van de boom. Dit steltons in staat om enerzijds preciezere
allometrische relaes te maken, en anderzijds zonderlinge bomen, die bv. afwijken
quaboomvorm,geschiedenis, groeiplaatsetc.kwantaefop te meten.Denkmaar
aanstadsbomen(openlichtcondies,verstoordebodem,ingrijpendesnoei,…)ofve-
teraanbomen.Andereuiterstenzijnbijvoorbeeldextreemgrotebomen,dieietsover
fysischeenbiologischegrenzenvanplantengroeikunnenvertellen.Tochkomterook
bijdezenieuwetechniekheelwatkijken:uiteenpuntenwolkhaaljenognietdirect
eenvolumeomdatjedaarvoordeonderlingerelaevandepuntenmoetkennen.
Omtotvolume te komen, worden eerst uit depuntenwolkende grond-envegeta-
epuntenvanelkaaronderscheiden.Vervolgenswordendaar individuelebomenuit
afgezonderdof‘gesegmenteerd’.Daarnawordendoormiddelvan‘QuantaveStruc-
tureModelling’(QSM)cilindersaandepuntengemodelleerd.Decilindersvertrekken
onderaanaandestamvoetenversmallenensplitsenop,totzestoppenaandejnste
takjes.Hiervoorwordtrekeninggehoudenmetdebiologischeregelsvanboomgroei.
Zoiseencilindersteedskleinerindiameterdanzijnvoorganger.Cilindersblijkendaar-
enboveneenrobuusteenpreciezebouwsteenomdevormvanbomentebenaderen,
envragenminderrekenwerkdangeometrischcomplexerevormen.Metdezecilinder-
modellenkunnenwedeeigenschappenvandeboombecijferen,zoalshetvolumevan
deboom,maarookeenheelaantalveelcomplexerestructureleeigenschappen.Met
kennisvandehoutdensiteitkanboomvolumezelfsomgezetwordeninbovengrondse
biomassaenkoolstofgehaltes.Hetheleprocesvanpuntenwolktotindividueleboom
wordtgeïllustreerdinguren1en2.
Koolstofopslag in 3D: nieuwe manieren om de bovengrondse biomassa te bepalen
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 29
.
_
.
_
.
_
Nieuwe dimensies: de reuzen in Zwaenepoelreservaat
IndekernvlaktevanhetZwaenepoelreservaatinhetZoniënwoudgroeieneenaantal
vandegrootstebeukenvanEuropa(zieookBosreservatennieuws16)endie wilden
wegraagin3Dvastleggen.Indelentevan2019hebbenwedegrootstebeukgescand.
Dooropgenoegplaatsenronddebeoogdebomentescannen,kondenalledelenvan
destamenkruinpreciesin3D-beeldgebrachtworden.Omdiezelfderedenscannenwe
looomenwanneerzenietinbladstaan.Debladerenzorgenimmersookvoorweer-
kaatsing,waardoorhetbinnenstevandekruinnietinbeeldkomt.Dedatavandescans,
alsnelgoedvoorenkelemiljoenenpuntposies,werdennadienineensowarepakket
ingeladenvoordepostprocessing.Daarwerdendescansvanverschillendeposiessa-
meninhetzelfdecoördinatensysteemgebracht,werdendegeselecteerdebomen‘uit-
geknipt’encilindermodellengemaakt.Ditleiddeuiteindelijktoteenzeergedetailleerd
driedimensioneelbeeld van deboom (zie guur), waar allerleimengen en bereke-
ningenopkondenwordengedaan.Onzeanalysestonenaandatboomhoogtevande
recordbeuk46,24mbedraagt.Datkomtzogoedalsexactovereenmetdeopmengen
doorhetINBOendeboomklimmersenkelejarengeleden,dieop46,30meteruitkwa-
men.Deboomheeeengiganschvolume:nietminderdan59kubiekemeter.Ookdat
komtzeergoedovereenmetdeberekeningopbasisvantarieven.UitdeQSM’sblijkt
nogdatdezerecordbeukmeerdan20.000takkenhee,goedvoor14kmaantakken
eneen gezamenlijke tak-oppervlaktevan 1900 vierkantemeter. De projece van de
kruinbeslaateenoppervlaktevan
bijna350vierkantemeter.Ditzijn
variabelendiewemetdeklassieke
opmengennietkunnenbegroten.
Miro Demol gee uitleg aan het bosreservatenteam over de werking van een TLS - op de achtergrond
de te scannen beuk (foto: Luc De Keersmaeker).
Figuur 3 : het spectaculaire eindbeeld : :
Onder- en zij-perspecef van de grootste
beuk van het reservaat.
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 30
.
_
.
_
.
_
Plannen voor de toekomst: doodhounventarisae met lidar
ZowelbijdeVlaamsebosinventarisalsbijdebosreservatenmonitoringwordtveelbe-
lang gehecht aan de opmeng van dood hout. Voor liggend dood hout is dat geen
evidene.Bijdebosinventarisgebruiktmenhiervoordeline-intersect-methode,inde
bosreservatenwordenalledoodhouragmentenbinneneenproefvlakindetailinge-
meten en gekubeerd met formules afgeleid van een afgeknoe kegel. Deze bereke-
ningenzijneensterkevereenvoudigingvandewerkelijkheid.Zehoudenimmersgeen
rekening met rare kronkels, vergroeiingen en onregelmage breukvlakken. Zeker bij
sterkverteerdestukkenhoutwordtdefoutgroot,wanthetisonmogelijkomrekening
tehoudenmetallerleischeuren,afplangenenholtesdiedoorverteringinhethout
ontstaan.Weziendussteedsmeteenoverschangvanhetwerkelijkevolume.
Hierbiedtdelaserscannerinteressantenieuwemogelijkheden.TLSisimmersgeknipt
omonregelmagestructuren te registrerenenvolumestebepalen.Wehopeninde
nabijetoekomsteenverkennendestudieoptezeen(viaeenmasterthesis)waarbijwe
deprakschetoepasbaarheidbekijkenen tegelijk vergelijkingen makenmet klassiek
opgemetendoodhoutvolumes.
Geïntegreerde bosmonitoring: zorgt TLS voor een revolue?
OpditmomentvergtdedataverzamelingmetTLSeengelijkaardigejdsinvesteringals
deklassiekevolopname(ongeveer1mandag/hectare in open,volwassenbos).Daar
moeten nog jd voor postprocessing en volumereconstruces bijgerekend worden.
Meteen prijskaartjevan>100.000 eurozijnhigh-endscannersnietmeteenbeschik-
baarvoorparculiergebruik.Delidar-marktisechterinvolleontwikkeling,medeaan-
gedrevendoordehypevandezelfrijdendeauto’s,dielidargebruikenvoorautonome
navigae.Hetisaannemelijkdatveelanalysesdienumanueelgebeuren,indekomen-
de5-10jaarvolautomaschkunnendoorverbeteringvandesowareendatscanners
goedkoperengebruiksvriendelijkerzullenzijn.
DegrootschaligetoepassingvanTLSinhetbosbeheerlijktnog niet voor zometeen,
maarhetkansnelgaan.Frankrijkheenureeds(alsenigelandinEuropa)systemasch
TLSscansinzijnnaonalebosinventarisae,maardecapaciteitvoordeverwerkingvan
descansisnoginontwikkeling.InhetonderzoekisTLSdanwelweereenvastbegrip
geworden.Enkelevoorbeeldenvanhuidigonderzoek:het3D-detecterenvandeimpact
vanlianenopdevitaliteitvantropischebossen,destaandehoutkwaliteitensormen-
tering bepalen (bv. door een scanner op een harvester te monteren), boomsoorten
onderscheiden via boomarchitectuur (vertakking, schors) met machine learning, de
biomassavanstadsbomenbepalen,bladoppervlakte-indexen(LAI)meten,concurren-
evoorlichtinde kronenkwanceren,gevoeligheidvoorwindworpdetecteren,de
invloedvanbosbrandmeten,…Voordetoekomstkijktmenvooraluitnaardeverdere
ontwikkelingvanlaserscannersopdrones.NASAlanceerdeookeenlidarsatellietmet
deitsendenaamGEDI,dieinstaatzalzijnomglobaaldebiomassavanbossenteme-
ten.De‘virtueledendrometrie’wordtdusmeerenmeerrealiteit.
https://sketchfab.com/3d-models/a-beech-tree-in-wuustwezel-belgium-78b7917b4fa943a3ab90e-
6897f6abfa8
Miro Demol is Doctoraatsonderzoeker bij CAVElab computaonal and applied vegetaon ecology,
UGent en PLECO, Plants & Ecosystems, UAntwerpen
Figure 4: Laser scanning van een recent afgebroken beuk in het Zwaenepoelreservaat met links de
opstelling van de scanner en rechts het resultaat als puntenwolk. De zwarte delen zijn de ‘schaduw’ die
niet gescand is vanaf deze ene posie zoals de directe omgeving onder de scanner en de zone achter het
liggend dood hout. Om die ‘schaduw’ weg te werken scannen we vanaf verschillende posies.
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 31
.
_
.
_
.
_
Doodhoutpaddenstoelen op beukenstammen: 17 jaar later
KrisVandekerkhove,MiekeVerbeken,NathanSchoueten,JanaGoesenPeterVandeKerckhove
De thesisstudenten aan het werk (foto: Peter Van de Kerckhove)
In2001inventariseerdeonzebetreurdecollega Ruben Walleyn,inhetkadervanhet
EuropeseNAT-MANproject,193liggendebeukenstammeninhetZoniënwoudopde
aanwezigheid van vruchtlichamen van doodhoutpaddenstoelen. Zevenen jaar later
vondenwetweemasterthesisstudentenbereidomopeenselecevandiestammende
inventarisovertedoen,enuittebreidennaardegroepvandekorstzwammen.
JanaGoesconcentreerdezichopdegroependieookbijdeeersteinventariswerden
opgenomen(typischeplaatjeszwammen,poriezwammen,bekerzwammen,…),enpro-
beerdedaarbijtweevragentebeantwoorden:hoeverandertdesoortensamenstelling
(doorsuccessie)overeenperiodevan17jaar?Hiervoorwerdeneen80-talstammen
heropgenomenenvergelekenmetdevorigeinventaris.Ententweede:isdezwam-
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 32
.
_
.
_
.
_
mengemeenschapinhetreservaatveranderd?Voorhettweedevraagstukwerdeen
nieuwe selece van dode bomen gemaakt met araakstadia vergelijkbaar met de
steekproefvan17jaargeleden.
Intotaalwerdenonderdegemeenschappelijkegroepen121soortenwaargenomen.
De gemeenschappen op de beukenstammen worden gekenmerkt door slechts een
paarveelvoorkomendesoorten,dieopdemeestestammenvoorkomen,eneengrote
hoeveelheid eenmalig en tweemalig waargenomen soorten. De totale soortenpool
waseenpakkleinerdan17jaargeleden,toenervooreenvergelijkbarestaalnametus-
sen150en160soortenwerdengevonden.Vooreenstukisdatteverklarendoorde
verdereverteringvanhetdodehout.Demeestsoortenrijkefaseszijndevrijrecentaf-
gestorvenbomentotaraakklasse2,datzijnstammenwaarnoghardhoutenschors
aanwezigis.Eengrootdeelvandebomenin2001zatenindezefase(gevallenbijde
stormenvan1990),enwarendusophun‘toppunt’quarijkdomaanvruchtlichamen.
Bovendienwasdezomerenherfstvan2001ideaalvoorpaddenstoelen:eenheelnat
maarniet tekoudzomer-enherfstseizoen.Denieuweinventariswasinde extreem
drogezomervan2018,dusjuisteenzeerarmjaarvoorpaddenstoelen.Entensloe
zalookhet‘waarnemerseect’hebbengespeeld.Hoeweldestudentenheelhardhun
besthebbengedaan,enkondenrekenenopdehulpvanheelwatspecialistenvoor
dedeterminae,ishetnietuitgeslotendatzesoortenoverhethoofdhebbengezien.
Bijkomende inventarisaes, over meerdere jaren, zijn dus nodig om echtde verge-
lijking te maken, en beide onderzoeksvragen goed te kunnen beantwoorden. Ook
nieuwetechnieken(e-DNA)kunnenonsdaarbijhelpen.Daaromisnueendoctoraats-
voorstelingediendomhiernogveeldieperopintegaan,enooklinkenteleggenmet
anderepaddenstoelgroepenin de bodem en op levende bomen. Hopelijk wordt dit
voorstel gehonoreerd met een beurs, en kunnen we op die manier het onderzoek
verderzeen.
De andere student, Nathan Schoueten, voegde een nieuwe dimensie toe aan het
onderzoekdoor speciektegaankijkennaardeweiniggekendeenbestudeerdede
groepenvande‘corcoïdefungi’,ookgekendalskorstzwammen,endetrilzwammen.
Korstzwammenzijnpaddenstoelendiealsvruchtlichaamgeensteelofhoedvormen,
maarenkeleendunlaagjeoverhetsubstraat.Ditlaagjetoonttocheendiversiteitaan
kleuren,vormenentextuur.Dezegroepomvatmeerdan1000soorteninEuropaal-
leen,enhunwerkelijkediversiteitishoogstwaarschijnlijknogveelgroter.
Calocera cornea (Geel hoorntje), één van de trilzwammen die werd waargenomen
(foto: Nathan Schoueten)
Rhizochaete radicata (Karamelhuidje) is een korstzwam die speciek aan de oudste verteringsstadia
van Beuk is gebonden. (foto: Nathan Schoueten)
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 33
.
_
.
_
.
_
Hierwasgeenvergelijkingmogelijkmetdeopnameuit2001,aangeziendezetoenniet
indetailbekekenzijn.Nathanlegdezichvooraltoeopdevraag:inhoeverredragen
dezesoortenbijtotdetotalesoortenrijkdomenzijndaarbelangrijkeindicatorenbij?
Hijvondnietminderdan108soortenkorst-entrilzwammen,waaronderook6soor-
tenzwammendiealsparasietinkorstzwammengroeien.Zevertegenwoordigendus
eenbijnaevengrotesoortenrijkdomalsde‘klassiek’bestudeerdezwammen(almoe-
tenwehierbijwelopmerkendatzemindergevoeligzijnvoorhetdroogte-eectwaar
plaatjeszwammenen bekerzwammenmeetekampenhadden).Eenextrapolaeop
basisvandeaccumulaecurveschatdetotalesoortenrijkdominhetstudiegebiedop
ongeveer 200 soorten, evenveel als de andere zwammengroepen samen. Ook hier
herbergendejongstearaakstadiadegrootstesoortenrijkdom.Delatereverterings-
stadia3en4zijnmindersoortenrijk,maarbevaenweleenheelanderegemeenschap
aansoortendandejongstestadia.Hieruitkanafgeleidwordendathetbelangrijkisom
voldoendestammenin alle mogelijkeverteringsstadia te hebben ineen bosecosys-
teemomdegemeenschapaanhout-geassocieerdezwammenteondersteunen.
Tensloeleverdehetonderzoeknaardekorstzwammenookeengrootaantalbijzon-
derevondstenop, die tot de eerstewaarnemingenvooronzeregiobehoren.Datis
opzichnietzoverwonderlijk,aangezienslechtseenhandvolspecialisteninonsland
indezesoortenthuiszijn. Onderandere Peniophorella guulifera werdjdensdeze
studietweekeerinhetgebiedwaargenomen,enditzijnmeteendeeerstetweevond-
stenvoorBelgië.NahetafrondenvandethesissenwerdeneenaantalDNAsequenes
geanalyseerdinhetkadervaneeninternaonaalmycologischonderzoek.Dezewezen
uitdaterenkelesoortentrilzwammenwerdengevondendiezelfsnieuwzijnvoorde
wetenschap!Hetisalduidelijkgewordendatdegroepvandekorst-entrilzwammen
eensterkmiskendegemeenschapvertegenwoordigtdiezijngeheimennoglangniet
allemaalheeprijsgegeven.
Goudgele hertenzwam, een zeldzame soort op sterk verteerd zwaar beukenhout
(foto: Peter Van de Kerckhove)
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 34
.
_
.
_
.
_
Pissebedden in bosgebieden
PallieterDeSmedt&KrisVandekerkhove
Bosreservaat Parikebos werd grondig geïnventariseerd op de aanwezigheid van pissebedden.
(foto: Edwin Brosens)
Landpissebedden(Isopoda: Oniscidea)zijneenuniekegroepbodemdierendoordatze
nagenoegalsenigekreeachgedeovergangvan het waternaarhetlandsuccesvol
hebben doorgemaakt. Desondanks zijn ze nog steeds sterk gebonden aan vochge
omstandigheden en zijn ze zeer gevoelig voor uitdroging. Het hoe dan ook niet te
verbazendatboshabitatzeerbelangrijkisvoorvelesoorten.Bossenhebbenoverhet
algemeeneenhogevochgheideneengebuerdklimaatwatwilzeggendatschom-
melingen in temperatuur en vochtgehalte relaef beperkt zijn ten opzichte van het
klimaatbuitenhetbos.Hierdoorkunnenpissebeddenzeerhogedichthedenbereiken
inbosgebieden,vaaktotenkelehonderdenindividuenpervierkantemeter.
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 35
.
_
.
_
.
_
Landpissebeddenzijn macro-detrivoren,datwilzeggendatzerelaefgrootzijnvoor
bodemdierenendatzeinhoofdzaaklevenvandoodplantenmateriaal.Zehebbendaar-
omeenheelbelangrijkerolindenutriëntenkringloopinbossendoorhetetenenfrag-
menterenvandoodorganischmateriaalzoalsdodebladeren.Hunuitwerpselenworden
danweerdoor anderebodemdierengegetenwaardoornutriëntenoplangeretermijn
weerbeschikbaar zijn indebodemvoorplanten.Onderzoeknaarhetvoorkomenvan
landpissebedden in België bleef lange jd beperkt, maar met de publicae van een
gloednieuweverspreidingsatlas(ziekaderstuk;DeSmedtetal.2020)isdieachterstand
ingehaald.Dewerkgroep“Spinicornis”(WerkgroepvoorLandpissebeddeninBelgië)in-
ventariseerdetussen2014en2020elk10x10kmhokinBelgië.Daarinbeoogdezeom
minstenséén,enliefstoud,bosteonderzoeken.Onderoudbosverstaanwebossendie
onafgebrokenboszijngeweestsindsdeFerrariskaart(ca.1775).Ditheehetmogelijk
gemaaktomeengoedbeeldtekrijgenvanaanbosgebondensoortenenhunversprei-
dinginBelgië.
Het belang van microklimaat
Deverspreidingvanpissebeddeninbossenisniethomogeenenhangtvooreengroot
deelafvanhetmicroklimaat.Openplekkenzorgenervoordatermeerlichtopdebo-
demvaltendatdebosbodemsterkeropwarmt.Soortendiegoedtegendroogtekunnen
zoalsbijvoorbeeldRuwepissebedzoekendezeplaatsenop.Doordeextrawarmtezijn
desoortendiehiervoorkomenookveelaceverenkunnenzezichsnelvoortplantenen
opkortejdgrotepopulaesopbouwen.Ditgaatechtertenkostevanvochtgevoelige
soortendiedezeplekkenmeestalmijdenzoalsBuispissebed.Kleineresoortenzijnhier
ookampertevindenomdatzesneluitdrogen.
Eenalomtegenwoordigeectopmicroklimaatwordtveroorzaaktdoorbosranden.Ditis
zeerrelevantvoorVlaanderenwaarnaarschang58%vanhetbosbinnende50mvan
eenbosrandligt(DeSchrijveretal.2007).Bosrandenzijnwarmerendrogerdanbosker-
nenenweziendatdegemeenschappenvanpissebeddendaardoorsterkbeïnvloedwor-
den.Zosterkzelfsdatdeindividueleverspreidingvaneensoortkangecorreleerdwor-
deninhoofdzaakaanzijndroogteresistene(DeSmedtetal.2018).Daaromvindenwe
Ruwepissebedvooralindebosrand,demeervochtminnendeKelderpissebedinzowel
derandalsdekernendezeervochtgevoeligeBuispissebedbijnaexclusiefinboskernen.
De droogtetolerante Ruwe pissebed (Porcellio scaber), de meer vochtminnende Kelderpissebed
(Oniscus asellus) en de zeer vochtgevoelige Buispissebed (Ligidium hypnorum) (foto’s: Gert Arijs)
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 36
.
_
.
_
.
_
Doorhetgrotebelangvanvochtvoorpissebeddenzijnbosbekenendepressiesinhet
bosvaakideaalpissebeddenhabitat.Door de gradiënt van zeer vochgnaar droger
komenervaakverschillendesoortenbijelkaarvoor.Ditzijnookdeidealeplekkenom
kleinesoortentevindenzoalsVeenribbelenWijnroodpissebedje.Voordezesoorten
zijnvochgeenbeschaduwdeplekkenvancruciaalbelang.
Dood hout
Naasthetmicroklimaatis het voorkomenvanveeldood hout belangrijkvoorpisse-
bedden.Allereerstbiedt doodhouteenruim assorment aan schuilmogelijkheden.
Pissebeddenzijnvooralacefopdemeestvochgemomentenvandedag,ditisinde
prakjkvooral‘snachts.Overdagschuilenzeinhetbosonderhout,schorsenstenen.
Daaromisdoodhoutvancruciaalbelang.Doodhoutbiedtookeenomgevingmeteen
constantereluchtvochgheidwatheteenzeerbetrouwbareschuilplaatsmaaktoms
ochtendsnaarterugtekeren.Hetvoedselaanbodisuiteraardookbelangrijk.Strooisel
hooptvaakopnabijdikkestukkendoodhoutwateengoedfoerageerhabitatoplevert.
Binneneenstukdoodhoutzijnmeestalverschillendefaseninhetaraakprocesaan-
wezigwaardoordikdoodhoutvoorlangejdeeninteressantevoedselbronkanzijn
(Toppetal.2006).Bodemsnabijdoodhouthebbenookeenhogereconcentraeaan
bodemnutriëntenzoalscalcium(Dhiedtetal.2019).Calciumisonderanderebelang-
rijkvoordeopbouwvanhetexoskeletvanpissebedden.Ditallesmaaktdatpissebed-
denvaakaggregerenonder,in,tussenennabijdoodhout.
Ookaandevoetvanstaanddoodhoutvindenwevaakeenaggregaevanpissebed-
den om dezelfde redenen. Hogerop in staand dood hout zijn pissebedden meestal
zeldzamerenhoofdzakelijkRuwepissebedkomthiervoordoordedrogeomstandig-
heden.Ookzeldzamereoprollers,zoalsPracht-enKleuroproller,kunnen opstaande
dodebomen gevonden worden. Ze zijndan te vindentussen spleten van schorsof
achterschors.Pissebeddenkruipenwaarschijnlijkdezestammenopomalgentegra-
zenvandeschors,maar ditisdusenkelweggelegdvoorde meestdroogtetolerante
soorten.
Eect van de dominante boomsoort
Bladstrooisel,endebacteriënenschimmelsdiehieropleven,isinbosdebelangrijkste
voedselbronvoorpissebedden.Hetisdanooklogisch datdedominanteboomsoort
eenbelangrijkerolspeeltinhetvoorkomenvanpissebedden. De kwaliteit(nutriën-
tengehalte)vanbladerenkanenormverschillentussenloooomsoorten.Zohebben
bladerenvanlindeeneseenhogekwaliteit,terwijlsoortenalseikenbeukeenlage
kwaliteit hebben. Pissebedden verkiezen, zoals de meeste bodemdieren, hoogkwa-
litaefstrooisel als voedsel. Langs de anderekantverterendezebladerenzeersnel
waardoorerna verloop van jdmaar weinig strooisel overblij voor dedierenom
inteleven.Eenidealecombinaelijktdaaromeengoedemenging van bomen met
hoogenlaagkwalitaefstrooisel.Boomsoortenhebbenverderookeensterkeinvloed
opdezuurtegraadvandebodem(ziebv.Scheloutetal.2017).Inzuurderebossen
zijnnutriëntenzoalscalciumschaarsen bijgevolgzullenerookminderpissebedden
voorkomen.Daaromvindenwebijvoorbeeldweinigsoortenenlageaantalleninzure
naaldbossen.
Pissebedden in Vlaamse bossen
Vande34 inVlaanderenvoorkomendesoortenpissebeddenkunnener22 opregel-
magebasisinbepaaldebostypengevondenworden.Hunaniteitmetbosisechter
zeerverschillend.Elfvandezesoortenhebbenhunhoofdverspreidinginopengebie-
denzoalswegbermenengraslanden(bijvoorbeeldGewoneoprolpissebedenKleipis-
sebed).Vijfsoortenkomeninzowatallehabitaypenvoorzowelbinnen alsbuiten
bos. Hierbij kan je denken aan zeer algemene soorten als Kelderpissebed, Mospis-
sebedenRuwepissebed.ZessoortenhebbenhetzwaartepuntvanhunVlaamsever-
spreidinginbossen.Vandezezessoorteniserslechtséénsoortalgemeen:deBuispis-
sebed.DeanderevijfsoortenzijnzeldzaamtotzeerzeldzaaminVlaanderen.Hetzijn
Bosoproller,Kleuroproller,Prachtoproller,BlekemospissebedenKleinegaper.
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 37
.
_
.
_
.
_
Bossoorten
Datdemeesteechtebossoortenzozeldzaamzijn,hoeonsinVlaanderenniettever-
wonderen.Bosgebondenpissebeddenmoetenzichinhoofdzaaklopendverspreiden.
IneenversnipperdVlaanderenisditvoordezekleinebeestjeseenenormeuitdaging.
Daarbovenopzijnslechts15-20%vanonzebossen ‘oudbos’enhebben de meeste
bosseneenlangegeschiedenisachterderugvanintensievehoutkap.Ookopgrotere
kapvlakteskunnendiesoortennietoverleven,eneenseenpissebeddensoortverdwe-
nen is, wordt het moeilijk om op natuurlijke wijze bossen opnieuw te koloniseren.
Daaromkunnenwedevijfzeldzamesoortenbeschouwenalsgoedeindicatorenvoor
eenheelspeciekesituae:nietalleenwijzenzeop‘oudbos’(zoalsbosplanten),maar
ookopeenconnubosklimaat’.Datisheelbelangrijk,wantookheelwatandereor-
ganismen,diewevaaknogminderkennendandepissebedden(zoalsspringstaarten,
maarookbepaaldepaddenstoelen)zijnookaandieomstandighedengebonden.
BosoprollerbijvoorbeeldkomtinBelgiëalgemeenvoorinWallonië,maarisinVlaan-
derenenkeltevindenindegroteboscomplexeninBrusselenVlaams-Brabant,Zuid-
LimburgeninhetbosreservaatParikebos.Dezelaatsteiseenrelictpopulaemetde
dichtstbijzijndepopulaeopmeerdan30kmnaarhetzuiden.Kleuroprollerkomtnog
voorinhetboscomplexvandeMakkegemsebossenmaardezepopulaeissterkge-
isoleerdendedichtstbijzijndepopulaevoordezerelictpopulaezitinNukerkeinhet
zuidenvan Oost-Vlaanderen.Prachtoprollerhee,naast het West-Vlaamse Heuvel-
land,nogdrierelictpopulaesin oude bosgebieden in de KempenenZuid-Limburg.
EénvandiepopulaesbevindtzichinhetbosreservaatHasselbos.Kleinegaperkomt
enkel voor in de structuurrijke bossen in de Voerstreek(ook grotendeels bosreser-
vaat).EnookBlekemospissebedkomtvooralvoorinhetzuidenvanVlaanderen,en
wordtervaakindeonbeheerdebosreservatengevonden.
Ongetwijfeldzijnernogpopulaesoverhethoofdgezienomdatde meestesoorten
nietmakkelijktevindenzijn,maarhetgeewelaanhoeversnipperddezepopulaes
zijnenhoebelangrijkoudbosenbosreservatenzijn.Devraagiswelhoelangdezepis-
sebeddenpopulaeskunnenstandhoudenenofdeoudeboscomplexengrootgenoeg
zijnomoplangetermijnduurzamepopulaesteonderhouden.
Vijf zeldzame oud bossoorten in Vlaanderen:
Kleuroproller (Armadillidium pictum), Prachtop-
roller (Armadillidium pulchellum), Bleke mospis-
sebed (Philoscia anis), Kleine gaper (Porcellium
conspersum) en Bosoproller (Armadillidium
opacum),
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 38
.
_
.
_
.
_
De landpissebedden van België
Recentwerdereennieuweenmeteen
ook de eerste ecologische atlas over
deBelgischelandpissebeddengepubli-
ceerdinboekvorm.
Dezepublicaekomternavijfjaaron-
derzoekdoorSpinicornis,dewerkgroep
voor landpissebedden in België. Het
volledige Belgische grondgebied werd
geïnventariseerd op het voorkomen
vanlandpissebedden,eenunicumvoor
bodemdiereninBelgië.Ditresulteerde
in betrouwbare en gebiedsdekkende
gegevensover de actuele verspreiding
van de zesenderg soorten landpisse-
bedden in België. Daarnaast bevat dit
boekeengeheelvernieuwdedeterminaetabelvooralleBelgischesoortenen
geeinzichtinhethabitatgebruikvanelkesoort.Alleinformaeoverlandpis-
sebeddenistevindenop www.spinicornis.be,waarookhetboekbesteldkan
worden.
Referenes
De Schrijver A., Devlaeminck R., Mertens J., Wuyts K., Hermy M., Verheyen K. (2007) On the importance
of incorporang forest edge deposion for evaluang exceedance of crical pollutant loads. Applied
Vegetaon Science 10: 293-298
De Smedt P., Boeraeve P., Arijs G., Segers S. (2020) De Landpissebedden van België (Isopoda: Oniscidea).
Spinicornis, Bonheiden, België. 148pp.
De Smedt P., Baeten L., Berg M.P., Gallet-Moron E., Brunet J., Cousins S.A.O., Decocq G., Diekmann M.,
Giard B., De Frenne P., Hermy M., Bonte D., Verheyen K. (2018) Desiccaon resistance determines dis-
tribuon of woodlice along forest edge-to-interior gradients. European Journal of Soil Biology 85: 1-3
Dhiedt E., De Keersmaeker L., Vandekerkhove K., Verheyen K. (2019) Eects of decomposing beech (Fa-
gus sylvaca) logs on the chemistry of acidied sand and loam soils in two forest reserves in Flanders
(northern Belgium). Forest Ecology and Management 445: 70-81
Schelout S., Mertens J., Verheyen K., Vesterdal L., Baeten L., Muys B., De Schrijver A. (2017) Tree spe-
cies identy shapes earthworm communies. Forests 8: 85
Topp W., Kappes H., Kulfan J., Zach P. (2006) Distribuon paern of woodlice (Isopoda) and millipedes
(Diplopoda) in four primeval forests of the Western Carpathians (Central Slovakia). Soil Biology and
Biochemistry 38: 43-50
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 39
.
_
.
_
.
_
Voordeopvolgingvandezebeidetaken(uitbouwnetwerkenbijhorendonderzoekspro-
gramma)werdeen‘begeleidingscommissiereferenenetwerkprocesnatuur’opgericht,
ondervoorzierschapvanhetINBO.Dezecommissiezaladviserenwatbetrenieuwe
voorstellenvooropnameinhetnetwerk,knelpuntenrondbeheerkeuzes,envooralook
ronddeverdereuitbouwenopvolgingvanhetonderzoeksprogramma.Indiezinishet
takenpakketvandebegeleidingscommissietebeschouwenalseencombinaevan de
vroegereadviescommissiesvoordebosreservaten,endewetenschappelijkestuurgroep
vanhetonderzoeksprogrammaspontanebosontwikkeling,maardanuitgebreidtotde
tweetypesvanprocesnatuur.Decommissiekomttweekeerperjaarsamen,heeeen
15-talleden en omvatvertegenwoordigers van ANB,INBO, de universiteiten,terrein-
beherendeNGO’senonaankelijkeexperten.Voorhetbosreservatenonderzoekishet
alleszinseengoedezaakomterugeenklankbordentoetsingskadertehebben.Weheb-
benerdanookopaangedrongendatdezevisienotaencommissieerkwamen.
Korte mededelingen en sprokkels
Het Agentschap voor Natuur en Bos ontwikkelde een visie rond de verdere uitbouw van ‘procesnatuur’ in Vlaanderen. Daarin spelen onbeheerde
bosreservaten een belangrijke rol (foto: bosreservaat ‘Pruikenmakers’ - foto: Peter Van de Kerckhove)
n Een visie en begeleidingscommissie voor ‘procesnatuur
Vorigjaarkeurdede direceraad van hetAgentschap voor Natuuren Bos (ANB) een
visienotagoedronddeverdereuitbouwvaneen‘representaefenfunconeelnetwerk
vanvoldoendegrote,procesgestuurdereservaten’.Ditnetwerkomvatzoweldegebie-
denmetnatuurstreeeeld‘onbeheerdeclimaxvegetae’(devroegereintegralebosre-
servaten),alsgebiedenmetnatuurstreeeeld‘mozaïeklandschapmetextensievebe-
grazing’.Bijdezeverdereuitbouwwordtzowelgewerktnaar‘uitbreidingvanbestaande
kernen, als het invullen van hiaten in het netwerk in funce van een meer volledige
representaviteit.UitditreferenenetwerkwensthetANBkenniste verwervenrond
eectenopbiodiversiteitenklimaatrobuustheid.DaarbijvraagtmenaanhetINBOom
eenonderzoeksprogrammaoptezeendathetbestaandemeetnetvooronbeheerde
bossenconnueertenvervolledigt(hetbosreservatenonderzoekdus)enverderaanvult
meteencomplementairopvolgingsprogrammavoorbegraasdemozaïeklandschappen.
Denotasteltookexplicietdatdevroegereintegralereservateninprincipehundoelstel-
lingbehoudenendusverderonbeheerdzullenblijven(tenzijinuitzonderlijkegevallen).
Eenpuntvandiscussiedathiermeeisuitgeklaard.
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 40
.
_
.
_
.
_
n Echte wildernis-iconen in onze bosreservaten
Ineerderebijdragenhaddenwehetaloverwildekaen,lynxenenoehoesdieinonze
reservateneenonderkomenhaddengezocht.Datdie soorten preciesdaarzijn waar-
genomenheevooreenstukmettoevaltemaken,maartochookniethelemaal:veel
vandezesoortenzijnsterkophunrustgesteld,enonbeheerdebossenbiedendaneen
uitgelezenplekje.Ookboommarterslijkeneenneustehebbenvoorbosreservatenen
doken ondertussen ook al op in de reservaten van Wijnendalebos en Vloethemveld.
Nietminderdan4of5broedparenvanoehoehebbenondertussenhunvastestekinde
bosreservatengevonden.Daarkomennuooknogdoortrekkendewolvenbij,enrecent
ookraven.DeeerstebroedpogingeninVlaanderenvondenplaatsinMeerdaalwouden
Voeren,telkensinofvlakbijeenbosreservaat,ensindsditjaarwordenerookregelmag
waargenomeninhetZoniënwoud.Endanhebbenwehetnognietgehadoverdevele
everzwijnendievanuithetoostenvanVlaanderenoprukken,enookinhetZoniënwoud
zijnopgedoken.Zelfsdassen werdenalwaargenomeninhetwestenvanVlaanderen,
niettoevalligookineenbosreservaat.Alleenopbruineberenishetnogevenwachten…
n Een nieuwe houtzwammen-kever in de duinbossen van De Haan
Injanuari2017inventariseerdeKevinGieleneenaantalhoutzwammeninhetdeelvan
hetbosreservaatinWenduinevandeduinbossenvanDeHaan.Daarbijontdektehij,
eenbeetjebijtoevaleigenlijk,eennieuwesoortvoorBelgië:Cisbilamellatus.Hijvond
dekevertjesindevruchtlichamenvanElzenweerschijnzwamopeendodeelsinhet
reservaat.Ondertussenvondhijdesoortookalopandereplaatsenindeduinbossen,
o.a.ookinhetanderereservaatsdeel(Klemskerke).Voorwiehiermeerwiloverweten
kanvolgendelinkaanklikken:www.researchgate.net/publicaon/332936155_Cis_bi-
lamellatus_Wood_1884_and_Xylographus_bostrichoides_Dufour_1843_two_new_
minute_tree-fungus_beetles_for_the_Belgian_fauna_Coleoptera_Ciidae
Indegroepvande‘fungicolekevers’wordennognuendaneensnieuwesoortenvoor
Belgiëontdekt.Dezegroepbestaatvooraluit kleine, heelmoeilijk te determineren
zwarteofbruinespeldenkopjes.Denieuwevondstisbijvoorbeeldmaar2mmgroot.
Als men echter wel de moeite doet om die in detail te bestuderen, gaat een heel
nieuwewereldvoorjeopen. De soortengemeenschap die leeindodehoutzwam-
menisimmersbijzonderrijk.Eenrecentestudie,waarookhetINBOaanmeewerkte,
inventariseerdevliegenenkeversinlevendeendodevruchtlichamenvangewoneton-
derzwammen,gevondenopbeuk.Uitdieanalysebleekdatergemiddeld25-30soor-
teninéénvruchtlichaamwerdengevonden,endatdezwammenuithetZoniënwoud
totdesoortenrijksteuitdehelestudiebehoorden.Eenextrapolaeopbasisvanalle
gevondensoortenschatdetotalesoortenrijkdomaanvliegenenkeversdieinEuropa
intonderzwammenvoorkomtopnietminderdan600soorten!
Cis bilamellatus, een nieuwe kever
voor België, door Kevin Gielen gevon-
den in de Duinbossen van de Haan
(foto: Camille Locatelli).
Boven: één van de broed-
gevallen van Oehoe was
gewoon op de grond, aan
de voet van een oude beuk
(foto: Peter Van de Kerck-
hove)
Links: Grimbeert op stap in
een West-Vlaams bosreser-
vaat (fotoval: Koen Maer-
tens)
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 41
.
_
.
_
.
_
n Roestbruine kniptor (Elater ferrugineus) in het Meerdaalwoud
DeRoestbruinekniptoriseenkeverdieleeinhoutmolmininroendeholtenvanbo-
men.Daar is heteen rover, die jaagtop de larvenvan allerlei andereinsectendie in
hetvermolmdehoutleven.Dit‘microhabitat’,endesoortendieerinvoorkomen,zijn
zeldzaamenvaakmoeilijkteinventariseren.AlsdeRoestbruinekniptor,alstoppredator
vandezehabitat,ineenbosvoorkomtdanmogenweerookvanuitgaandatdehabitat
ende bijhorendesoortengemeenschapaanwezigzijn. Tegelijkkunnen we dezekever
gerichten gestandaardiseerdopsporendoorhetophangenvanvallenmetdaarineen
feromoondatdemannetjesaantrekt.Daardoorisheteengoedeindicatorsoortvoorhet
opvolgenvande habitatkwaliteit in bossen, en werdeen gestandaardiseerdmeetnet
uitgeroldoverVlaanderenom populaetrendsvandezekeveroptevolgen.Deinven-
tarisaesgebeurendoorvrijwilligersvanNatuurpunt.Devoorbijejarenwerdenaleen
aantalinventarisaes uitgevoerd,en dat leverdeo.a. nieuwe vondstenvandezezeld-
zamekeverin Bos t’Ename,Steenbergsebossen,HeverleebosenMeerdaalwoud(oa.
bosreservatenDeHeideenGroteOmheining).Erwarenechterookveel‘nulwaarnemin-
gen’waargeenkeverswerdengevangen.Datwijstertochopdatdezekevernietoveral
voorkomt,maarheelspeciekeeisensteltnaarhabitatkwaliteit.Bossenwaardekever
regelmagwordtgevangenwijzenopeenhoogaanbodenconnuïteitvanhabitatvoor
houtmolmbewonendesoorten,endusookeenhogerebiodiversiteit.
n Zeldzame truels in het Zoniënwoud
Momenteelloopteenthesisonderzoeknaarectomycorrhiza-paddenstoelenopbeukin
hetbosreservaatvanhetZoniënwoud.Daaroverineenvolgendnummerongetwijfeld
meer.Bijdatonderzoekwordtgebruikgemaaktvane-DNA-stalen.Bijhetverzamelenvan
destalenontdekteMargauxBoeraevevruchtlichamenvandeWelriekendesterspoor-
truel (Octaviania asterosperma). Voor het Zoniënwoudwas de soort wel al gekend,
maarhetblijeenopmerkelijkevondst,wantdezesoortwordtbeschouwdalsheelzeld-
zaam.Vruchtlichamenzijnbovendienonopvallendenondergronds,endusheelmoeilijk
waarte nemen. Ook in enkeleDNA-stalendook de soort op, maarook beperkt,wat
bevesgtdatheteecefeenzeldzamesoortisennietgewoonoverhethoofdgezien.
Nogenkelezeldzamesoortendieuitdesequencingkwamenzijn:Gazonrussula(Russula
anana),Kleinewatermelkzwam(Lactarius cremor),Donzigetruel(Tuber puberulum)
enHoorn-van-overvloed(Craterellus cornucopioides).Naarmatededeterminaemoge-
lijkhedenmetdezenieuwetechniekentoenemenmoetonzekennisvandepaddenstoe-
lengemeenschappenin onze bossen misschienwel op eenaantalaspecten bijgesteld
worden.Wordtzekervervolgd...
De Roestbruine kniptor, een goede indicator van bossen met goed aanbod en connuïteit aan holle bo-
men met vermolmd hout (foto: Arno Thomaes)
Ectomycorrhiza op de wortels van jonge beuken (foto: Peter Van de Kerckhove)
BOSRESERVATENNIEUWS 17 // 42
.
_
.
_
.
_
n Nog bijzondere zwammenvondsten
OnderzoeksmedewerkersPeterVande KerckhoveenMarcEsprit ontdektenin2018
en2019,langsdePuendreefvlakbijdeHarras(bosreservaatZoniënwoud)nogvol-
gende bijzondere paddenstoelsoorten: Ivoorinktwam (Coprinopsis spelaiophila) en
Gelobde pruikzwam (Hericium cirrhatum). Beide zijn aan dood hout gebonden. De
IvoorinktzwamwerdaandevoetvaneenNoorseesdoorngevonden.Dezesoortiszo-
welindemycologen-databankFUNBELalsopwaarnemingen.beslechtsvaneenpaar
locaesgekend,eenzeerzeldzameverschijningdus.Ietsminderzeldzaammaarzeker
ookvermeldenswaardig,wasdevondstvanGelobdepruikzwamopeenuitgebroken
beukenkruin.HetiseensoortdieopgenomenisopdelijstvanVeerkamp&Walleyn
alsindicatorsoortvoorwaardevollesoortenrijkeBeukenbossen.
De fraaie Ivoorinktzwam en de Gelobde
pruikzwam, twee zeldzame soorten van dood
hout, in het bosreservaat van het Zoniën-
woud (Foto’s: Peter Van de Kerckhove).
n Een bosvleermuis in Wijnendalebos
Debosvleermuisiseenzeldzameverschijning, die eerderal opdook in de bosreser-
vaten van Voeren, Meerdaalwoud, Zoniën en de Vlaamse Ardennen (zie vroegere
nieuwsbrieven).Ondertussenisdesoortop nog een aantalplekkenontdekt,onder
andere in het Couthoos (Poperinge). Het is een typische soort van oude bossen.
Vroegerwasdezesoortmetdebat-detectormoeilijkteonderscheidenvandeRosse
vleermuis,maarmetdenieuwetechnologieën(sonogrammen)kanmenzeerwelon-
miskenbaaruithalen.Wanneerdanoudeopnamesvanonderhetstofwordengehaald
enherbekekenkunnennoglateontdekkingenwordengedaan.ZohieldMarcVanDe
Sijpeeenopnameuit2007nogeensonderdeloepeneecef:eenbosvleermuisin
Wijnendalebos.Eenbeetjeoudnieuwsmisschien,maartochhetvermeldenwaard.
ResearchGate has not been able to resolve any citations for this publication.
Article
Full-text available
We studied the effect of coarse woody debris (CWD) on the soil nutrient status in two beech (Fagus sylvatica) dominated forest reserves in Flanders, Belgium: Wijnendale Forest, on a sandy soil and Kersselaerspleyn in Sonian Forest, on a loamy soil. More specifically, we looked at the chemical composition of beech logs of different stages of decay. In addition, we examined the chemical composition of the organic and the mineral soil at five distances from the decomposing logs. We considered the concentrations of the following elements: C, N, P, S, Ca, K, Mg, Mn, Fe, and Al. The results indicate a difference in wood and soil chemical composition between the two forest sites. The soil and the aboveground biomass of Wijnendale had the highest total N concentration and the lowest concentrations of P and base elements (Ca, K, Mg, and Mn). There is an increase in element concentrations in CWD of both forests during the decomposition, except for K and C. The higher N concentration in Wijnendale, explained by high atmospheric nitrogen deposition in this forest, persisted during decomposition. By contrast, the concentrations of P, Ca, K, and Mg in dead wood of both forests became similar when decomposition proceeded. The effect of CWD was more pronounced in the organic soil layer than in the mineral soil. The organic soil in the proximity of CWD had a higher pH and higher concentrations of C, N, P, Ca, Mg, and Mn (in Sonian forest) and a lower Al concentration (in Wijnendale forest) and this is highly significant for Ca, a limiting nutrient in moderate to highly acidic forests. The percentage of the soil surface impacted by the logs is 0.92% and 0.36% for Sonian and Wijnendale respectively, which is expected to increase with time, considering the fact that both reserves are only recently left unmanaged. The results of this study highlight the contribution of CWD in sustaining the nutrient status and buffering capacity of forest sites, in particular on soils sensitive to acidification and exposed to high nitrogen deposition.
Article
Full-text available
Earthworms are key organisms in forest ecosystems because they incorporate organic material into the soil and affect the activity of other soil organisms. Here, we investigated how tree species affect earthworm communities via litter and soil characteristics. In a 36-year old common garden experiment, replicated six times over Denmark, six tree species were planted in blocks: sycamore maple (Acer pseudoplatanus), beech (Fagus sylvatica), ash (Fraxinus excelsior), Norway spruce (Picea abies), pedunculate oak (Quercus robur) and lime (Tilia cordata). We studied the chemical characteristics of soil and foliar litter, and determined the forest floor turnover rate and the density and biomass of the earthworm species occurring in the stands. Tree species significantly affected earthworm communities via leaf litter and/or soil characteristics. Anecic earthworms were abundant under Fraxinus, Acer and Tilia, which is related to calcium-rich litter and low soil acidification. Epigeic earthworms were indifferent to calcium content in leaf litter and were shown to be mainly related to soil moisture content and litter C:P ratios. Almost no earthworms were found in Picea stands, likely because of the combined effects of recalcitrant litter, low pH and low soil moisture content.
Article
Forest edges show strong abiotic and biotic gradients potentially altering community composition and ecosystem processes such as nutrient cycling. While abiotic gradients are well studied, short-scale biotic gradients, like detritivore species composition and their associated trait distribution remains a poorly explored research-field. We sampled woodlice in 160 forest patches across Europe at varying distances from the forest edge and discovered that species desiccation resistance determines distribution along forest edge-to-interior gradients. Forest edges are warmer and dryer compared to interiors and favour drought-tolerant species, while abundance and activity of drought-sensitive species is reduced at the edge. Key ecological factors for litter-dwelling detritivores (i.e. humidity) act as environmental filter, because of species-specific differences in desiccation resistance. Future research should focus on quantifying the consequences of a changing detritivore community and their associated functional traits for nutrient cycling.
Article
The concept of critical load (CL) was defined to express the tolerance of natural and semi-natural habitats for anthropogenic air pollution. Correct evaluation of the exceedance of critical loads is fundamental for the long-term protection of ecosystems by limiting emissions of potential acidifying and eutrophying pollutants. For forest ecosystems, the exceedance of critical loads is often calculated using deposition data measured in the forest interior. However, several studies report forest edges acting as ‘hotspots’ of acidifying and nitrogen deposition, showing up to fourfold increases in atmospheric deposition compared to the forest interior. This paper estimates the relevance of considering the higher deposition load in forest edges for calculating exceedance of critical loads for nitrogen and potential acidifying deposition. If measures to control and reduce atmospheric deposition are based on mean deposition fluxes within forest stands, deposition reductions will not be enough for preventing adverse effects. In fact, emission reductions should be adjusted to deposition values at the forest edge, since these zones are most threatened. We thus conclude that there is an urgent need to reconsider the calculation of exceedance of critical loads, taking into account edge enhancement of deposition. This is an issue of high relevance, particularly in highly fragmented regions, such as Flanders (Belgium).
Article
We collected 1605 isopod individuals (eight species) and 671 diplopod individuals (17 species) in four primeval forests of the Western Carpathians, Central Slovakia, by leaf litter extraction. The forests are of different temperate deciduous forest types varying in tree species, aspect, elevation and soil characteristics. The oak forests, established on southwest oriented slopes at an elevation of 280–600 m, were characterized by Hyloniscus riparius, Porcellium conspersum, Enantiulus nanus and Ophioiulus pilosus. The beech forests, established on northeast oriented slopes at an elevation of 700–1100 m, were characterised by Ligidium hypnorum, Trachysphaera costata and Polyzonium germanicum. A remarkable increase of the total number of species and individuals occurred in both forest types adjacent to coarse woody debris (CWD). Woodlice density close to CWD was between 200 and 630 individuals m−2 (35–130 individuals m−2 distant from CWD); millipede density close to CWD ranged from 60 to 230 individuals m−2 (15–75 individuals m−2 distant from CWD). Species richness of both taxa close to CWD varied from 13 to 16 species m−2 (7–12 species m−2 distant from CWD). Thus, CWD has a significant influence on saprophages. However, structural components such as CWD and the amount of leaf litter did not significantly alter species assemblages. Species at sites distant from CWD were a subset of species at sites close to CWD. According to a canonical correspondence analysis (CCA), ‘forest type’ and ‘elevation within a slope’, as well as chemistry of the upper soil layer, i.e. ‘acidification’ and ‘nutrition’, strongly influenced species assemblages.