Thesis

Discoursen van korpschefs : een onderzoek naar het profiel en het discours van de Vlaamse korpschef van de lokale politie / door Sofie De Kimpe.

Authors:
To read the full-text of this research, you can request a copy directly from the author.

No full-text available

Request Full-text Paper PDF

To read the full-text of this research,
you can request a copy directly from the author.

... Earlier research (De Kimpe, 2006) is of the same opinion emphasising that the local chiefs of police play an important role in the implementation of the community oriented policing discourse within the local police organization. The author believes that the COP-discourse is present in the overall discourse of the local chiefs of police. ...
... Overall there is a consensus about the importance of leadership as well as management for the effective functioning of leaders in entrepreneurial contexts (Robbins, 2003;Bass & Avolio, 1996;Vroom & Jago, 2007), for public leaders (Trottier, Van Wart & Wang, 2007;Currie & Locket, 2007) and for leaders in the policing context (Bryman & Stephens, 1996;Densten, 1999;Boin, 't Hart & van der Torre, 2003;Ortmeier & Morreale, 2004;De Kimpe, 2006;Hubert, Kaptein & Lasthuizen, 2007;Whitfield, Alison & Crego, 2008;Marks & Flemming, 2004). Researchers have pointed towards the particular organizational benefits of transformational leadership, such as high employee satisfaction, low turnover and high productivity (Bass & Avolio, 1996;Lowe, Kroeck & Sivasubramaniam, 1996;Yukl, 1999;Judge & Bono, 2000). ...
... We believe leadership and management to be important for the effective functioning of leaders in the policing context (Bryman & Stephens, 1996;Densten, 1999;Boin, 't Hart & van der Torre, 2003;Ortmeier & Morreale, 2004;De Kimpe, 2006;Hubert, Kaptein & Lasthuizen, 2007;Whitfield, Alison & Crego, 2008;Marks and Flemming, 2004). Leaders have an important role to play in directing the police organization and executing police policy. ...
... Politiemensen moeten in staat zijn om een realistische inschatting te maken van het succes van acties en kunnen omgaan met herhaaldelijke tegenslagen. Politieleiders moeten diverse belangen kunnen afwegen bij haar taken van openbare ordehandhaving en de gerechtelijke opsporing in de context van de democratische samenleving (Boin, van der Torre & 't Hart, 2003;Ortmeier & Morreale, 2004;De Kimpe, 2006;Bisschop, De Kimpe & Ponsaers, 2008) Politieleiders zijn publieke leiders en deze relatie met de publieke context is een verschilpunt tussen leiders in de private en de publieke sector. Het leiderschap en management van publieke leiders is immers aan de democratische (lees: politieke) besluitvorming gerelateerd. ...
... De aard van deze samenwerking is nog steeds afhankelijk van de persoon van de Procureur des Konings maar is ook het gevolg van initiatieven van de wetgever om hem/haar meer in het politioneel beleid te betrekken. (De Kimpe, 2006) Zowel op bestuurlijk als op gerechtelijk vlak ligt het politiebeleid ingebed in overlegstructuren (zonale Veiligheidsraad, arrondissementeel rechercheoverleg), waarin de korpschef een rol als coördinator van het beleid krijgt toegeschoven. De korpschef speelt dus een belangrijke rol in het lokaal politioneel beleidsvoeringproces. ...
... Samenvattend kunnen we stellen dat er een belangrijke regierol voor het lokale politiebeleid in handen is van de lokale politie (Smeets & Strebelle, 2000;De Kimpe, 2006). De leiding daarvan is in handen van de korpschef onder eindverantwoordelijkheid van de burgemeester of het politiecollege voor de bestuurlijke aangelegenheden en van de Procureur des Konings voor de gerechtelijke zaken. ...
Article
Full-text available
Onderstaande bijdrage is de neerslag van een literatuurstudie die werd verricht bij aanvang van het wetenschappelijke onderzoek over het profiel van de korpschef, leider van een Belgisch lokaal politiekorp (zie verder in deze bijdrage). Het eerst deel omvat een overzicht van (eerder theoretische) literatuur over leiderschap. Daarbij gaan we na welke verschillende visies en invalshoeken er in de literatuur over leidinggevend gedrag te vinden zijn. We merken op dat dit geen exhaustief overzicht is. We wensen enkel een beeld te schetsen van de wijze waarop er doorheen de leiderschapsliteratuur naar leidinggevend gedrag vandaag en in het verleden wordt gekeken. We doen hetzelfde voor de literatuur over politieleiderschap. In politieonderzoek wordt vaak een andere disciplinaire bril opgezet om politieleiderschap te bestuderen. De eerder sociologische en criminologische studies over politieleiderschap besteden meer aandacht aan de sociologische kenmerken van de politieleiders (i.p.v. psychologische), alsook aan de politiek-bureaucratische machtsverhoudingen tussen de politieleiders en de overheden, met andere woorden aan de stuurbaarheid van de organisatie en de rol van de leiders daarin. We hopen dat deze literatuurstudie kan helpen bij het kaderen van de bevindingen van ons onderzoek, dat u in een volgende bijdrage terugvindt. 1. Wat is leiderschap? Er bestaan waarschijnlijk evenveel verschillende definities van leiderschap als er auteurs zijn die het hebben bestudeerd (Bass, 1990, 11). Niettegenstaande deze veelheid aan definities, kunnen we een gemeenschappelijke deler onderscheiden: leiderschap verwijst naar het proces om anderen te beïnvloeden tot samenwerking om doelstellingen te verwezenlijken (Robbins, 2003, 314) en naar het potentieel, de capaciteit om anderen te beïnvloeden (Vroom & Jago, 2007). Verschillende aspecten zijn van invloed op dit proces: kenmerken van de leider, kenmerken van de ondergeschikten, cognitieve processen, situationele en contextkenmerken en de soort interactie. Afhankelijk van de leiderschapstheorie wordt het succes van deze beïnvloeding aan een ander element toegewezen en krijgt de theorie een andere klemtoon (Vroom & Jago, 2007). Sinds de jaren tachtig wordt in literatuur vaak benadrukt dat leiderschap aan een gemeenschappelijke visie gerelateerd is, waarmee men ook het onderscheid tussen management en leiderschap wil duidelijk maken. Leiderschap kunnen we dan definiëren als het ontwikkelen van een visie en het communiceren ervan naar de organisatie en de buitenwereld. Het staat ook voor het bedenken van veranderingsstrategieën en het sturen en beïnvloeden van activiteiten van een individu of een groep mensen om een bepaald doel of meerdere doelstellingen te bereiken. Management staat dan weer eerder voor het implementeren van een visie en strategie voor de organisatie die door leiders werd bepaald. Managers staan in voor het coördineren van een organisatie en het omgaan met dagelijkse problemen. Kort door de bocht gesteld, moet een manager omkunnen met
... De aard van deze samenwerking is nog steeds afhankelijk van de persoon van de Procureur des Konings maar is ook het gevolg van initiatieven van de wetgever om hem/haar meer in het politioneel beleid te betrekken. (De Kimpe, 2006) Zowel op bestuurlijk als op gerechtelijk vlak ligt het politiebeleid ingebed in overlegstructuren (zonale Veiligheidsraad, arrondissementeel rechercheoverleg), waarin de korpschef een rol als coördinator van het beleid krijgt toegeschoven. De korpschef speelt dus een belangrijke rol in het lokaal politioneel beleidsvoeringproces. ...
... Leidinggevenden op diverse niveaus van de Belgische geïntegreerde politie werken binnen een kader waarin ze voor uitdagingen staan die een zekere flexibiliteit vereisen. Hoewel de Wet op de Geïntegreerde Politie voornamelijk verwijst naar de leiderschapsfunctie van de korpschef van de lokale politie, is het niet duidelijk wat de concrete verwachtingen zijn (De Kimpe, 2006). We kunnen wel stellen dat de korpschef ontegensprekelijk een belangrijke invloed heeft op het functioneren van de politie en er een belangrijke regierol voor het lokale politiebeleid invulling geeft (Smeets & Strebelle, 2000;De Kimpe, 2006). ...
... Hoewel de Wet op de Geïntegreerde Politie voornamelijk verwijst naar de leiderschapsfunctie van de korpschef van de lokale politie, is het niet duidelijk wat de concrete verwachtingen zijn (De Kimpe, 2006). We kunnen wel stellen dat de korpschef ontegensprekelijk een belangrijke invloed heeft op het functioneren van de politie en er een belangrijke regierol voor het lokale politiebeleid invulling geeft (Smeets & Strebelle, 2000;De Kimpe, 2006). Net zoals leiders van andere organisaties moeten ze de goede balans proberen te vinden tussen mensgerichtheid en taakgerichtheid, maar daarbovenop moeten ze ook een evenwicht proberen te vinden tussen de eisen en behoeften van de verschillende belanghebbenden. ...
Chapter
Full-text available
Onderstaande bijdrage is gebaseerd op een literatuurstudie die werd verricht bij aanvang van het wetenschappelijke onderzoek 4 over het profiel en de evaluatie van de korpschef, leider van een Belgisch lokaal politiekorps 5. In dit artikel willen we op basis van theo-retische en empirische inzichten uit onderzoek naar leiderschap in het algemeen en politieleiderschap in het bijzonder een antwoord proberen bieden op de vraag welke verwachtingen er ten aanzien van politieleiders worden gesteld. Met andere woorden, we stellen de vraag welk soort leider er nodig is voor de politieorganisatie en spiegelen dit vervolgens aan de leiderschapscontext voor de Belgische korpschefs. We merken op dat dit geen exhaustief overzicht is, maar we denken wel dat dit overzicht van verschil-lende visies op leiderschap en politieleiderschap kan helpen bij het kaderen van de bevindingen van ons onderzoek, dat in een volgende bijdrage werd ondergebracht.
... Uit eerder onderzoek bleek dat korpschefs zich geïsoleerd voelen aan de top en vaak blijven zitten met een aantal onbeantwoorde vragen in relatie tot hun taak als leidinggevende bij politie (De Kimpe, 2006, Bisschop, De Kimpe & Ponsaers, 2010. Gezien de uitdagingen waarmee leidinggevenden in onze huidige samenleving en sinds de aanhoudende hervormingen binnen het politielandschap geconfronteerd worden; is de nood aan ondersteuning reëel. ...
... In het wetenschappelijke milieu(Bruggeman & Ponsaers, 2009) bestaat er voorlopig weinig eensgezindheid over de plaats die het managementsdenken dient te krijgen in de ontwikkeling van een dergelijke geïntegreerde visie. Sommigen zijn de mening toegedaan dat visie-ontwikkeling beter niet meteen doorvertaald wordt naar organisatieprincipes en eerder waardengebonden dient te blijven (DeKimpe, 2006).4.2.4. Politiecapaciteit, HRM en cultuurDe globale kadersterkte lijkt in zijn totaliteit voldoende om op een aanvaardbaar niveau de huidige taken uit te voeren. ...
... Since Community (Oriented) Policing (COP) was introduced in most western countries, there has been a major emphasis on the management of police forces. Some have wondered if police leaders have not become too much oriented towards managerialism, such that a new form of police centrism has developed (De Kimpe, 2006). Instead of looking outwards, to the external world, to developments within communities and their problems, police focused more and more attention on their own organisation and internal problems. ...
... 'De huidige politieleiding is meer en meer manager, minder en minder politieman'. Op deze wijze kan de hoofdconclusie van het doctoraal proefschrift van De Kimpe worden samengevat (De Kimpe, 2006). Politieleiderschap is een hachelijke onderneming geworden, gezien de aanzwellende kritiek (Bisschop et al., 2010). ...
Chapter
Full-text available
In 1998 kwam de Wet op de Geïntegreerde Politie1 tot stand die het Belgisch politiebestel grondig hervormde. Een paar jaar later, meer precies in 2001, startte de daadwerkelijke implementatie van deze wet in de praktijk. In 2003 kwam de overheid met de CP12, een omzendbrief mbt. Community (Oriented) Policing, die de hervorming voorzag van een grondvisie (Van Branthegem et al., 2007). Deze werd in 2007 aangevuld met de beleidsnota inzake ‘Excellente Politiezorg’ (Bruggeman et al.,2007). Vandaag ligt er een lijvig document vanwege de Federale Politieraad, dat de evaluatie bevat van deze 10 jaar hervorming (Federale Politieraad, 2009). In deze bijdrage wil ik ingaan op een aantal belangrijke hoofdlijnen van dit rapport en deze voorzien van een persoonlijke commentaar. Deze bijdrage is dus wellicht wat eigenzinnig en persoonlijk.
... Overigens dient opnieuw in deze context benadrukt dat vandaag de grootste werkgever voor afgestudeerde criminologen de politie is. Toen collega De Kimpe haar doctoraal proefschrift publiceerde bleek dat er, uit de zowat 75 interviews met lokale korpschefs, slechts een paar witte raven bestonden die niet over een diploma criminologie beschikten (De Kimpe, 2006). Het hanteren van de universitaire criminologische vakgroepen als vliegwiel voor een vernieuwd politieonderwijs op masterniveau is dan ook o.i. ...
Book
Full-text available
Ter gelegenheid van de plechtige proclamatie van de afgestudeerde criminologen van het academiejaar 2011-2012 hield Paul Ponsaers een afscheidsrede ter gelegenheid van zijn emeritaat. Een uitgebreide versie van deze rede is opgenomen in dit boekje. Hierin kijkt hij achteruit, naar de plaats die criminologen verworven hebben op de arbeidsmarkt en stelt vast dat er geen reden is om te praten over precariteit, maar wel dat de arbeidspositie van afgestudeerde criminologen op diverse punten om een bijzondere aandacht vraagt. Ponsaers kijkt ook vooruit, naar de toekomst van de criminologie in Vlaanderen. Hij reflecteert over de academisering van hogeschoolopleidingen, over studieduurverlenging en over betere afstemming met het politieonderwijs. Op tal van punten zijn deze nieuwe ontwikkelingen even zovele uitdagingen voor het criminologieonderwijs in de naaste toekomst.
... Voor een overzicht naar criminologisch onderzoek in Vlaanderen verwijzen we naar Devroe et al(2005). ...
Book
Full-text available
De geschiedenis van de criminologie aan de Universiteit Gent begon officieel in 1938. In dat jaar werd het voorstel van decaan Nico Gunzburg en professor Jules Simon tot oprichting van een School voor Criminologie bekrachtigd bij Koninklijk Besluit. Nu, 75 jaar later, is de tijd rijp om een eerste keer terug te blikken. In dit boek wordt onder andere het leven en werk van enkele prominente figuren uit de Gentse criminologische school (Nico Gunzburg, Paul Ghysbrecht en Willy Calewaert) besproken, reflecteren enkele binnenlandse en buitenlandse academici over de criminologiebeoefening in Gent en worden mogelijke scenario’s over de toekomst van onze discipline aan de Gentse Universiteit tegen het licht gehouden.
... For example De Kimpe pointed out that most Belgian chiefs of corps think they do not have an impact on criminality (e.g. burglary) because they are convinced it is an upper local phenomenon (De Kimpe, 2006). It is clear that our qualitative research results do not subscribe this upper locality. ...
Chapter
Full-text available
Zowat vijf jaar geleden hebben we het plan opgevat om een overzicht samen te stellen van het politieonderzoek dat tot stand kwam in Europa en in de Angelsaksische wereld. Als ik schrijf ‘we’, dan bedoel ik meer precies Lode Van Outrive (professor emeritus van de KULeuven en voormalig voorzitter van de Raad van Bestuur van het Centrum voor Politiestudies - CPS), Carrol Tange (doctorandus aan de Université Libre de Bruxelles en voormalig voorzitter van het Centre d’Études sur la Police – CEP) en mezelf (professor aan UGent en eveneens voormalig voorziter van de Raad van Bestuur van het Centrum voor Politiestudies - CPS). Met deze bijdrage willen deze ‘uittreders’ hulde brengen aan Lodewijk Gunther Moor, afscheid nemend directeur van de Stichting Samenleving, Maatschappij en Politie - SMVP. Het boek is er intussen, en het is een kanjer geworden (Ponsaers, Tange & Van Outrive, 2009). Het lag in onze bedoeling een werkinstrument samen te stellen voor politieonderzoekers. Het boek moest bijdragen tot een beter begrip van hetgeen zich in de breedte ontwikkelde afgelopen 25 jaar onder de gemeenschappelijke noemer van ‘politieonderzoek’. Al te dikwijls staan taalbarrières dit begrip in de weg. De dominantie van de Angelsaksische wetenschappelijke wereld is immers opmerkelijk, en dit fenomeen is afgelopen jaren alsmaar toegenomen.
Book
Full-text available
FOR ACADEMIC PURPOSES ONLY. PLEASE REFER TO: Easton, M., Ponsaers, P., Demarée, C., Vandevoorde, N., Enhus, E., Hutsebaut, F., Elffers, H., Moor, L. G. (2009). Multiple community policing: hoezo? Gent: Academia Press. ////// Qualitative field study in four Belgian cities (two Flemish, two walloon ones) on how street level police officers deal with community policing in multi-etnic neighbourhoods. /////// Om de ‘vertaalslag’ van COP in multiculturele buurten enerzijds te onderzoeken en anderzijds naar de toekomst toe te ondersteunen is inzicht in de dagdagelijkse praktijk, in de manier waarop interacties tussen politie en etnische minderheden vorm krijgen en verlopen onontbeerlijk. Voorliggend onderzoek wil vat krijgen op deze factoren en processen door na te gaan in welke mate COP in multiculturele buurten en tijdens omgang met etnische minderheden (al dan niet) vorm krijgt en hoe beide partijen daar zelf tegenover staan. Dergelijke vorm van politieonderzoek sluit nauw aan bij wat vaak wordt aangeduid als politiesociologie, hetgeen in beeld brengt hoe politiewerk concreet gestalte krijgt in het sociaal proces tussen politie-inspecteurs en burgers en tussen inspecteurs onderling.
ResearchGate has not been able to resolve any references for this publication.