Technical ReportPDF Available

Abstract

Deze studie ging na in welke mate de drie categorieën van maatregelen uit het actieplan tegen discriminatie op de Brusselse huisvestingsmarkt van 2018 een effect hebben gehad op de bereidheid van vastgoedmakelaars om in te gaan op een discriminerende vraag. We organiseerden hiervoor 283 mystery calls omtrent etnische discriminatie en 237 mystery calls omtrent discriminatie op basis van de inkomensbron. Uit de resultaten bleek dat 25% van de makelaars in Brussel bereid is om op vraag van de eigenaar kandidaat-huurders van vreemde origine op de één of andere manier nadeliger te behandelen. Daarnaast is 34% bereid hetzelfde te doen bij kandidaat-huurders met een sociale uitkering. Deze vormen van discriminatie op basis van de etnische afkomst en de inkomensbron zijn expliciet bij wet verboden. Frappant is bovendien dat bijna één op de drie makelaars die bereid is om etnisch te discrimineren en één op de vijf makelaars die bereid is om te discrimineren op basis van de inkomensbron, spontaan aangeven dat wat ze beloven te doen in strijd is met de antidiscriminatiewetgeving. Daarnaast zijn er antwoorden die in een ‘grijze zone’ vallen. Vastgoedmakelaars stellen immers vaak voor om een lijst met potentiële kandidaat-huurders op te stellen, waaruit de eigenaar vervolgens kan kiezen. Deze handelswijze is niet onwettelijk, maar kan wel de discriminatie faciliteren omdat op die manier de klanten de mogelijkheid krijgen om alsnog te discrimineren. Om de impact van het actieplan tegen discriminatie na te gaan, kunnen we het percentage van makelaars dat in 2018 bereid was om te discrimineren vergelijken met het percentage makelaars dat in de studie van 2017 bereid was om te discrimineren. Uit deze vergelijking blijkt dat de bereidheid om te discrimineren op basis van etnische afkomst significant gedaald is van 43% naar 25%, maar dat de bereid om te discrimineren op basis van de inkomensbron niet significant gedaald is (een verandering van 37% naar 34%). We kunnen hieruit evenwel geen causale conclusies trekken tussen het actieplan en de gevonden discriminatiepatronen, aangezien er in deze studie geen controlegroep van makelaars in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op wie het actieplan niet van toepassing was. Ook voor alle mogelijke andere verklaringsfactoren konden we niet controleren (bv. het bredere maatschappelijke klimaat of de vraag en het aanbod op de huurwoningmarkt).
A preview of the PDF is not available
Article
This paper investigates the spatial patterns of concentration and dispersal of recently arrived refugees from Syria and Iraq in a country without stringent dispersal policies, Belgium. In order to capture both the mobility and the immobility of refugees, we propose the term “post‐arrival geographies” for these patterns. Drawing on data from the national population register, we demonstrate that many refugees move to urban and suburban locations after they have been granted refugee status. Through a comparison with the geographies of the Belgian asylum system and with the spatial distribution of Syrians and Iraqis who arrived earlier, we also explore some explanatory hypotheses for these post‐arrival geographies. The observation that dispersal takes place in Belgium in an indirect way ‐ through the location of asylum centres and local reception structures – makes us endorse pleas for more attention to institutional contexts and local settings in refugee studies.
Article
Full-text available
De voorbije jaren kwamen praktijktesten uitgebreid in de media. Academici brachten grootschalige discriminatie op de woning- en arbeidsmarkt aan het licht door middel van praktijktesten. Verschillende middenveldorganisaties en politici pleiten dan weer om praktijktesten te gebruiken om discriminerende bedrijven of verhuurders aan te pakken. Dit overzichtsartikel wil een brug slaan tussen beide werelden en nagaan in welke mate praktijktesten gebruikt kunnen worden als wetenschappelijke methode én als beleidsinstrument in de strijd tegen discriminatie. We maken eerst op basis van drie criteria een typologie op van de technieken om discriminerend gedrag te testen: situatietesten, correspondentietesten, mystery calls/visits en mystery mails. We staan hierbij telkens stil bij hun ontstaansgeschiedenis, toepassing en voor- en nadelen. Deze typologie is zeker niet algemeen aanvaard, maar ze kan toekomstig onderzoek conceptueel sturen. Vervolgens bespreken we hoever het onderzoek naar praktijktesten als beleidsinstrument staat. Er is beperkte wetenschappelijk evidentie dat praktijktesten in bepaalde omstandigheden en onder bepaalde voorwaarden effectief, haalbaar en ethisch verantwoord zijn. Wij zijn daarom voorzichtige voorstanders van het gebruik van praktijktesten als beleidsinstrument tegen discriminatie.
Article
Background: According to the social model of disability, physical 'impairments' become disabilities through exclusion in social relations. An obvious form of social exclusion might be discrimination, for instance on the rental housing market. Although discrimination has detrimental health effects, very few studies have examined discrimination of people with a visual impairment. Objectives: We aim to study (1) the extent of discrimination of individuals with a visual impairment on the rental housing market and (2) differences in rates of discrimination between landowners and real estate agents. Methods: We conducted correspondence tests among 268 properties on the Belgian rental housing market. Using matched tests, we compared reactions by realtors and landowners to tenants with and tenants without a visual impairment. Results: The results show that individuals with a visual impairment are substantially discriminated against in the rental housing market: at least one in three lessors discriminate against individuals with a visual impairment. We further discern differences in the propensity toward discrimination according to the type of lessor. Private landlords are at least twice as likely to discriminate against tenants with a visual impairment than real estate agents. At the same time, realtors still discriminate against one in five tenants with a visual impairment. Conclusions: This study shows the substantial discrimination against visually people with an impairment. Given the important consequences discrimination might have for physical and mental health, further research into this topic is needed.
Gelijke toegang tot huisvesting voor elke Gentenaar: onderzoeksrapport
  • K Van Der Bracht
  • P P Verhaeghe
  • B Van De Putte
Van der Bracht, K., Verhaeghe, P.P., Van de Putte, B. (2016). Gelijke toegang tot huisvesting voor elke Gentenaar: onderzoeksrapport. Universiteit Gent: Vakgroep Sociologie.
Een Vlaams antidiscriminatiebeleid op de private huurmarkt
  • J Verstraete
  • D Vermeir
  • De Decker
  • P Hubeau
Verstraete J., Vermeir D., De Decker P., Hubeau B. (2017). Een Vlaams antidiscriminatiebeleid op de private huurmarkt. De mogelijke rol van zelfregulering. Leuven: Steunpunt Wonen. Wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie (antidiscriminatiewet)