Book

Spelen met werkelijkheden: Systeemtheoretische psychotherapie met kinderen en jongeren

Authors:
  • interactie academie antwerp, Belgium

Abstract

Met potloden de donkere lucht licht kleuren, een gesprek voeren met een duif die al veel van de wereld heeft gezien en vriendschap sluiten met de krokodil onder het bed. 'Kinderspel' noemen wij dat. Kinderen fantaseren en spelen. Volwassenen worden verondersteld te denken en te werken vanuit een objectieve werkelijkheid. Binnen die opvatting is geen plaats voor de gedachte dat de werkelijkheid wel eens veelvormig kan zijn - dat 'echt en onecht', 'waar en onwaar' vaak een kwestie van perspectief is. Werkelijkheid wordt geconstrueerd in een web van grote en kleine, abstracte en concrete menselijke samenlevingsverbanden. Dit boek laat zien dat spelen met werkelijkheden een krachtig therapeutisch instrument is. Door middel van reflectie op praktijk en theorie worden speelse methoden voor systeemtherapeuten toegankelijk gemaakt. Het boek zet aan tot nadenken over speelsheid als therapeutische interventie en therapeutische attitude. Hierbij staat steeds de vraag centraal hoe een systeemtherapeut kan aansluiten bij de leefwereld van kinderen en jongeren.In deze bundel komen diverse systeemgeoriënteerde psychotherapeuten uit België en Nederland aan het woord. Zij werken met kinderen en jongeren, individueel, in gezins- of in groepsverband. Hun bijdragen zijn gefundeerd in de klinische praktijk en belichten een fijnmazige veelheid van systeemtheoretische perspectieven en therapeutische ingangen. Ze bieden praktijkgerichte handvatten voor de systeemtherapeutische praktijk met kinderen en jongeren

Chapters (13)

Met potloden de dorkere lucht licht kleuren, een leger ridders ontdekken achter die kleine groene heuvel, een gesprek voeren met een duif die al veel van de wereld heeft gezien en vriendschap sluiten met de krokodil onder het bed.
Spelen is als spreken. Spel en speien kunnen we zien als een eigen taal, een taal die kinderen vaak beter beheersen dan volwassenen. In de omgang met elkaar spreken kinderen niet alleen, ze zijn ook steeds doende met elkaar. Ze speien tikkertje, verstoppertje, oorlog, moedertje, voetbal; ze zijn druk bczig met de game-boy en met Pokemonkaarten. Ze knutselen of prutsen, beluisteren muziek en kijken televisie. Het ene moment spelen ze kappertje, het volgende moment dief en politieman. Nu eens zijn ze de ‘goede’, dan weer de ‘slechterik’. Ze lachen en kwetsen. Spelenderwijs tonen ze iets. In hun bezigheden laten ze namelijk zien dat het samenleven af en toe moeilijk is en af en toe plezierig. Ze tonen dat er zowel aangename (winnen, sterk zijn, solidariteit) als onaangename (verliezen, geweld, verraad) kanten zijn aan het leven, dat er beheersbare en onbeheersbare, oplosbare en onoplosbare situaties tussen zitten. Wanneer kinderen spelen, moeten ze er veel voor doen om een steentje bij te dragen of om het voor het zeggen te hebben en dat zo te houden. In samenspel zijn kinderen bezig met de zorg om erbij te horen en met afstemming op elkaar.
Bij het individueel werken met kinderen biedt zieh al vanaf het eerste contact een waaier van mogelijkheden aan: zal er gepraat worden of zal er gespeeld worden? Wie mag dat bepalen? Hoelang zullen we praten, hoelang zullen we spelen? Waarover zullen we praten of wat zullen we spelen? Welk soort spel zullen we spelen? Spelen we een bestaand spel, maak ik als therapeut vooraf een spel, verzint het kind een spel? Zal ik als therapeut deelnemen aan het spel of niet? yoet ik de sessie helemaal voorbereid hebben of volstaat een aantal rode draden in mijn achterhoofd? Heel veel vragen, mogelijkheden waaruit men kiest, bij elk contact, telkens weer.
Er is de wereld van kinderen en er is de wereld van volwasseners. Twee werelden met eigen verhalen en eigen talen, met zowel overeenkomsten als verschillen. Twee werelden die met elkaar interfereren, maar die nooit samenvallen.
Dit stuk gaat over het verbreden van taal- en uitdrukkingsmogelijkheden in systeemtheoretische gesprekstherapie met adolescenten. Systeemtheoretische hypothesen en Ideeën zijn het centrale kader en ze blijven dat ook bij het benutten van dramatechnseken. Systeemtheoretische therapie verdraagt zieh op het niveau van werkvormen zeer goed met spelelementen.
Een gezin brengt twee dingen in tijdens het eerste gesprek bij een therapeut. Aan de ene kant is er de bezorgdheid, meestal uitgedrukt door de ouders. Aan de andere kant is er de aarzeling. Die wordt eerder door een van de kinderen uitgedrukt en dikwijls zonder woorden.
Als kinderen in therapie komen, vertellen ze een verhaal. Een verhaal over hoe ze de werkelijkheid ervaren en wat de dingen voor hen betekenen. Dit verhaal, hun werkelijkheid, is ontstaan in een voortdurende dialoog tussen hen en de anderen. Dit betekeniskader, waarbinnen ze hun ervaringen kunnen plaatsen, heeft zijn impact op hun denken, hun voelen en hun handelen. Het is ook binnen deze unieke, in communicatie gecreëerde, realiteit van elk kind dat we hun gevoelens en ervaringen (soms) kunnen begrijpen.
Waar kinderen en therapeuten samen zijn, spelen er niet alleen aangename, maar ook onaangename emoties. De aangename emoties vormen meestal geen probleem, de onaangename wel. Kinderen en jongeren kunnen, met wat ze doen of niet doen, een therapeut geïrriteerd, bezorgd en machteloos maken. Het therapieproces kan in een impasse raken door de wijze waarop de therapeut met deze lastervaringen omgaat.
In het werken met gezinnen komen settingwijzigingen geregeld voor. De systeemtheoretische literatuur biedt echter weinig houvast om deze wisselingen ook therapeutisch te kaderen. Meestal wordt er geschreven en gedacht over één enkele setting: het gezin, de ouders of een van de gezinsleden. Hoe en wanneer je tijdens een therapie onder invloed van inschattingen en op gang gekomen veranderings-processen een overstap maakt naar een andere setting blijft veelal onderbelicht. Theoretische uitgangspunten, praktijkgebonden routines of toevalligheden kunnen als vanzelfsprekend de setting bepalen. Hierdoor wordt de dynamiek ontmanteld die juist kan ontstaan wanneer men aansluit bij de kracht en de ontwikkeling van de verschillende leden van het systeem en dst zichtbaar maakt met het bewust werken in diverse settings.
Klachten bij kinderen kunnen in samenhang gezien worden met traumatische ervaringen, indrukwekkende gebeurtenissen of persoonsgebonden factoren, maar ook met een ontoereikende pedagogische aanpak, schoolproblematiek of verwikkelingen in de vrisendenkring. Ze kunnen eveneens in samenhang worden gezien met de gezins- en familiegeschiedenis. Over deze laatste invalshoek gaat dit hoofdstuk.
Therapeutisch werken met adolescenten die seksueel misbruikt zijn of andere vormen van familiaal geweld hebben meegemaakt, is een complexe opdracht. Ik neem de waarheid van mijn cliënten als uitgangspunt en voeg daar iets aan toe waardoor hun verhaal rijker en veelzijdiger wordt. De kerngedachte is: deze meisjes zijn méér dan enkel slachtoffer. Dit perspectief in het vizier houden en van daaruit trachten hun identiteit te verstevigen en verrsjken, zijn mijn belangrijkste systeemtherapeutische doelen.
In de medische wereld spreekt men van psychosomatiek als een persoon Iichamelijke klachten heeft, waarbij geen organische oorzaken worden gevonden of waarbij de organische oorzaak niet in verband Staat met de ernst van de klachten. Men spreekt eveneens van psychosomatiek wanneer de behandeling van een lichamelijk symptoom niet het gehoopte resultaat oplevert of wanneer een placebobehandeling tot een spectaculaire vermindering van de klachten leidt (Nelson, 2003).
“Joris is een tienjarig kereltje dat pienter overkomt. Hij is goed in voetbal (technisch gezien), maarheeft veel moeite om de bal af te geven en om samen te spelen. In de klas flapt hij de antwoorden er zomaar uit en heeft hij op alles en iedereen commentaar. Thuis is hij vasthoudend: wat hij in zijn koppie heeft, moet eruit. Uitstellen of toegeven is zeer lastig voor hem.”
ResearchGate has not been able to resolve any citations for this publication.
ResearchGate has not been able to resolve any references for this publication.