Content uploaded by Pim Lemmers
Author content
All content in this area was uploaded by Pim Lemmers on Sep 18, 2017
Content may be subject to copyright.
natuurhistorisch maandblad september 2017 jaargang 106 | 9 I
Natuurhistorisch Maandblad
JAARGANG 106 • NUMMER 9 • SEPTEMBER 2017
9
Plataangebonden wantsen in Limburg
Verspreiding en bestrijding van de
Aziatische modderkruiper
natuurhistorisch maandblad164 september 2017 jaargang 106 | 9 natuurhistorisch maandblad
migreerbare sifons onder de Zuid-Willemsvaart en het kanaal Wes-
sem-Nederweert door. De inrichting en het peilbeheer van de Tun-
gelroysebeek zijn voornamelijk afgestemd op de landbouw aange-
zien het grootste deel van de beek in relatief vlak landbouwgebied
ligt. In het Leudal en verder benedenstrooms zijn het bodemverval
en de stroomsnelheid van de beek hoger.
aziatische modderkuiper
In september 2012 zijn tijdens een reguliere visstandbemonste-
ring in de Tungelroysebeek, ter hoogte van de instroom van de Vliet,
twee Aziatische modderkruipers gevangen [figuur 2]. Het gaat om
de eerste waarneming van de soort in open water in Nederland. In
2009 zijn dezelfde trajecten bemonsterd als in 2012. De soort werd
toen nog niet aangetroffen.
De Aziatische modderkruiper is nauw verwant aan onze inheemse
Grote modderkruiper (Misgurnus fossilis). Het natuurlijke versprei-
dingsgebied van de Aziatische modderkruiper ligt in Azië, onder an-
dere in Siberië (Tugur- en Amurstroomgebied), Korea, Japan, China,
Vietnam (kottelAt & FreyHoF, 2007), Cambodja, India, Taiwan, Laos
en Thailand (tABor et al., 2001; Froese & PAuly, 2012; kessel et al., 2013).
De soort wordt in Europa geïmporteerd voor de aquacultuur (tA-
Bor et al., 2001; FrAncH et al., 2008; cHAng et al., 2009; strecker et al.,
2011; PArk et al., 2006 in VAn kessel et al., 2013; VAn kessel et al., 2013),
voor consumptie en een traditionele oosterse geneeswijze (Qin et
al., 2002; WAng et al., 2008; sPikmAns et al., 2010) en als levend aas
voor de hengelsport (FrAncH et al., 2008). In Europa is de soort (be-
In september 2012 is de visstand in het stroomgebied van
de Tungelroysebeek bemonsterd. Op één meetlocatie wer-
den twee vreemde ‘Grote modderkruipers’ aangetroffen.
Het bleek te gaan om een nieuwe exoot voor Nederland,
de Aziatische modderkruiper (Misgurnus anguillicaudatus).
Sinds de ontdekking in 2012 is de verdere verspreiding van
de soort gemonitord en zijn de mogelijkheden voor bestrij-
ding van de soort in de vrije natuur onderzocht. Dit artikel
beschrijft de verspreiding van de Aziatische modderkruiper
in het stroomgebied van de Tungelroysebeek en de resulta-
ten van de bestrijdingsactiviteiten.
stroomgebied tungelroysebeek
De Tungelroysebeek is een langzaam stromende laaglandbeek. Het
stroomgebied van de beek ligt in Midden-Limburg aan de westkant
van Maas, ter hoogte van Weert. De Tungelroysebeek ontspringt
in België als de Hamonterbeek. De Hamonterbeek stroomt na de
grens in het Ringselven. Een klein stukje voorbij het Ringselven, van-
af de Zuid-Willemsvaart, krijgt de waterloop de naam Tungelroyse-
beek. Ongeveer ter hoogte van de N273 stroomt de beek in de Neer-
beek die benedenstrooms van Neer uitmondt in de Maas [figuur 1].
De Tungelroysebeek heeft een lengte van 35
km. De belangrijkste zijbeken zijn de Raam,
de Vliet, de Leukerbeek, de Rijdt en de Rog-
gelsebeek. In de situatie rond 1850 bestond
het bovenstroomse deel van het stroom-
gebied uit heide en moeras. In de 20e eeuw
hebben meerdere ruilverkavelingen plaats-
gevonden die voornamelijk gericht waren
op een optimale waterhuishouding voor
de agrarische sector. Hierbij zijn veel aan-
grenzende moerasgebieden verdroogd en
ontgonnen. De Tungelroysebeek is vanaf
de Maas tot en met het Ringselven vrij op-
trekbaar voor vissen. De beek stroomt via
Verspreiding en bestrijding van de Aziatische
modderkruiper
EEn niEuwE Exoot in nEdErland
E. Binnendijk, Waterschap Limburg, Drie decembersingel 46, 5921 AC, Venlo, e-mail: e.binnendijk@waterschaplimburg.nl
P. Lemmers & B.H.J.M. Crombaghs, Ecologisch adviesbureau Natuurbalans-Limes Divergens, Toernooiveld 1, 6525 ED, Nijmegen
FIGUUR 1
Stroomgebied Tungelroysebeek, kleinere waterlo-
pen zijn niet afgebeeld.
natuurhistorisch maandbladnatuurhistorisch maandblad september 2017 jaargang 106 | 9 165
tie (door zijn verborgen leefwijze) en hoge voortplantingssnelheid
(FreyHoF & korte, 2005) heeft de Aziatische modderkruiper de poten-
tie om een invasieve exoot te worden. Mogelijke bedreigingen voor
de inheemse fauna zijn het overbrengen van ziekten en parasieten,
predatie op inheemse fauna, concurrentie om voedsel en leefge-
bied en hybridisatie met inheemse vissoorten.
Eerdere introducties in Europa in Duitsland (FreyHoF & korte, 2005),
Italië (rAzzetti et al., 2001) en Spanje (FrAncH et al., 2008) laten zien
dat de soort zich in korte tijd kan voortplanten en levenskrachtige
populaties kan vormen. Verspreiding in openwatersystemen gaat
langzaam maar gestaag. In Duitsland en Italië komt de soort in
een geïsoleerd gebied voor. Actieve verspreiding komt in Duitsland
daarom niet voor (sPikmAns et al., 2010). Van de populatie in Italië is
geen verdere verspreiding beschreven. In Spanje zit de soort in de
Ebro-delta en verspreidt zich van daaruit over het stroomgebied van
de Ebro en waarschijnlijk ook al daarbuiten (FrAncH et al., 2008). In
Australië en Amerika blijkt de soort zich in stromende wateren met
twee tot zeven kilometer per jaar uit te breiden (tABor et al., 2001;
keller & lAke, 2007; sPikmAns et al., 2010).
Concreet onderzoek naar effecten op de inheemse fauna heeft voor
zover bekend slechts beperkt plaatsgevonden. In Amerika blijkt de
soort geen negatieve effecten te hebben op de inheemse visfauna
(logAn et al., 1996; FreyHoF & korte, 2005). In Australië werd alleen
een beperkt negatief effect op aquatische ongewervelden vastge-
steld (alleen negatief effect op chironomiden (dansmuggen)(keller
& lAke, 2007). Uit een studie van doVe & ernst (1998) blijkt dat de Azi-
wust of onbewust) geïntroduceerd in Duits-
land (Rijn), Italië (Ticino), en Spanje (FreyHoF
& korte, 2005; kottelAt & FreyHoF, 2007). In de
Tungelroysebeek is de soort waarschijnlijk
uitgezet door een aquariumhouder.
De Aziatische modderkruiper heeft een ben-
thische (bodemgebonden) levenswijze en
komt in zijn oorspronkelijke verspreidings-
gebied voor in een brede range van leefmi-
lieus zoals meren, vijvers, sloten, rivieren en
beken. De soort kan, evenals de Grote mod-
derkruiper, overgaan op ademhaling via de
huid en/of via het darmkanaal wanneer
zuurstofconcentraties laag zijn (kottelAt & FreyHoF, 2007). Het voed-
sel bestaat voornamelijk uit kleine ongewervelden. Voortplanting
kan meerdere keren per jaar plaats vinden. De Grote modderkrui-
per heeft wat betreft leefmilieu meer een voorkeur voor waterlopen
met weinig of geen stroming en relatief dichte (verlandings)vege-
taties (kottelAt & FreyHoF, 2007). In het stroomgebied van de Tungel-
roysebeek vindt de Aziatische modderkruiper vermoedelijk meer
geschikt habitat dan de Grote modderkruiper aangezien de Tungel-
roysebeek een grote diversiteit aan biotopen kent.
De Grote en de Aziatische modderkruiper lijken op het eerste zicht
sterk op elkaar. De Aziatische modderkruiper is het beste te her-
kennen aan de donkere, vage en onregelmatige ‘spikkels’ op het li-
chaam en een duidelijke zwarte stip op de staartvinbasis. De Grote
modderkruiper [figuur 3] heeft op het lichaam een duidelijke brede
streep en geen stip op de staartvinbasis. Beide soorten hebben tien
bekdraden (kottelAt & FreyHoF, 2007). De maximale lengte van de
Aziatische modderkruiper is met 28 cm ongeveer gelijk aan de Grote
modderkruiper (kottelAt & FreyHoF, 2007).
De Aziatische modderkruiper kan ook makkelijk verward worden
met de Kleine modderkruiper (Cobitis taenia)[figuur 4]. De Kleine
modderkruiper heeft zes bekdraden in plaats van tien. Op het li-
chaam heeft de Kleine modderkruiper meestal duidelijke grote
zwarte ‘blokjes’ in plaats van kleine vage ‘spikkels’. De Kleine mod-
derkruiper heeft evenals de Aziatische modderkruiper een zwarte
stip op de staartvinbasis (kottelAt & FreyHoF, 2007).
mogelijke bedreigingen
De Aziatische modderkruiper kan zich re-
latief snel voortplanten en heeft een bre-
dere tolerantie voor verschillende milieu-
omstandigheden dan de inheemse Grote
modderkruiper. Samen met de lage preda-
FIGUUR 2
Aziatische modderkruipers (Misgurnus anguil-
licaudatus) uit de Tungelroysebeek (foto: E.
Binnendijk).
FIGUUR 3
Grote modderkruiper (Misgurnus fossilis) (foto: P.
Lemmers).
natuurhistorisch maandblad166 september 2017 jaargang 106 | 9 natuurhistorisch maandblad
loop van de Tungelroysebeek ter hoog-
te van de Diesterbaan werd één exem-
plaar aangetroffen. Later bleek dat in
mei 2012 de Aziatische modderkruiper
al ter hoogte van de A2 was waargeno-
men. De soort stond op de website van
RAVON bij de foto’s en was toen gede-
termineerd als Kleine modderkruiper,
met de opmerking ‘vreemde tekening’.
Het onderzoek in 2012 toont aan dat de
verspreiding van de Aziatische mod-
derkruiper in 2012 beperkt is tot de bo-
venloop van de Tungelroysebeek (bo-
venstrooms van het kanaal Wessem-
Nederweert).
In 2013 is gestart met het wegvangen van de Aziatische modder-
kruiper. Het doel was zo veel mogelijk exemplaren uit het systeem
te halen zodat de totstandkoming van een vitale levenskrachtige
populatie kon worden voorkomen. In totaal is er negen dagen ge-
vist met schepnetten en/of elektrovisserij, voornamelijk in de om-
geving van de bekende vindplaatsen. In totaal zijn 178 exemplaren
uit het gebied rond de instroom van de Vliet verwijderd [figuur 5b].
In de bovenloop ter hoogte van de Baanbrug en bij de A2 zijn in 2013
geen exemplaren gevangen. In dat jaar is ook in de oorsprong van de
Tungelroysebeek, de Hamonterbeek in Vlaanderen, één extra dag
gezocht naar Aziatische modderkruipers. Hier is geen Aziatische
modderkruiper aangetroffen.
In 2014 is er zes dagen gevist met elektroapparatuur en/of schep-
net [figuur 5c]. Er zijn 284 Aziatische modderkruipers gevangen. On-
danks de kleinere inspanning ten opzichte van 2013 is de Aziatische
modderkruiper flink in aantallen toegenomen. Verdere versprei-
ding heeft plaats gevonden in de bovenloop van de Tungelroyse-
beek en Leukerbeek. De meeste exemplaren zijn tussen de Vliet en
het kanaal Wessem-Nederweert gevangen.
In het najaar van 2014 is aanvullend onderzoek gedaan naar de ef-
fectiviteit van het vangen van de Aziatische modderkruiper met
kreeftenfuiken. Op negen locaties, verspreid over het verspreidings-
gebied van de Aziatische modderkruiper, zijn per locatie drie fuiken
geplaatst; de eerste fuik zonder lokvoer, de tweede met honden-
brokken en de derde met kattenpaté. Elke drie dagen zijn de in to-
taal 21 fuiken geleegd. Na negen dagen waren er 3.542 vissen gevan-
gen, waarvan slechts vier Aziatische modderkruipers. De rest van de
vangst bestond voornamelijk uit Driedoornige stekelbaars (Gaste-
rosteus aculeatus) en Bittervoorn (Rhodeus amarus). Na drie lichtin-
gen is geconcludeerd dat de fuiken niet efficiënt zijn en werd dit ex-
periment gestaakt.
In 2015 is niet gericht gevist naar Aziatische modderkruipers. De resul-
taten in dat jaar [figuur 5d] zijn gebaseerd op vangsten tijdens regu-
liere visstandbemonsteringen. In totaal zijn er acht exemplaren ge-
vangen. Het verspreidingsgebied lijkt ook in 2015 nog beperkt tot het
bovenstroomse deel van het stroomgebied van de Tungelroysebeek .
In 2016 is er vijf dagen gericht op de verspreiding van de Aziatische
modderkuiper gevist met elektroappatuur en/of schepnetten. In to-
taal zijn er 278 exemplaren uit het systeem verwijderd. Het versprei-
atische modderkruiper waarschijnlijk een grote rol heeft gehad in
de introductie van de parasitaire platworm Gyrodactylus macracan-
thus in Australië. Uit de overige introductiegebieden zijn geen ge-
vallen bekend van het overbrengen van ziekten en parasieten.
Bekend is dat de Aziatische modderkruiper onder laboratoriumom-
standigheden kan hybridiseren met andere soorten modderkruipers
(nAm et al., 2004; You et al., 2009; sPikmAns et al., 2010) en Kroeskarper
(Carassius carassius) (koBAyAsHi, 1963; sPikmAns et al., 2010). Dit laatste
resulteerde in onvruchtbare en zwak ontwikkelde nakomelingen.
In het gehele stroomgebied van de Tungelroysebeek komt de Kleine
modderkruiper algemeen voor. De Grote modderkruiper komt voor
in de nabij gelegen Uffelsebeek en mogelijk in de Moeselpeel.
bestrijding
De mogelijke bedreigingen, het kleine verspreidingsgebied en de
beperkte populatieomvang zorgden ervoor dat er, in opdracht van
de Nationale Voedsel- en Warenautoriteit (Team Invasieve Exoten)
en het voormalig Waterschap Peel en Maasvallei, begin 2013 is ge-
start met het wegvangen van de Aziatische modderkruiper. Dit alles
in de hoop de jonge populatie in de kiem te smoren, aangezien op
dat moment de populatie nog klein werd geacht. Over een periode
van drie jaar is er elk jaar minimaal drie dagen elektrisch gevist, aan-
gevuld met schepnetvisserij door vrijwilligers. Andere vormen van
bestrijding dan wegvangen zijn overwogen maar op grond van fi-
nanciële, praktische, ecologische of juridische redenen bleken deze
(op korte termijn) niet uitvoerbaar: het natuurlijke bestrijdingsmid-
del rotenon, uitzetten van onvruchtbare exemplaren, andere me-
thoden van wegvangen, langdurig droogzetten van het leefgebied
en het beheersen of isoleren van de populatie.
verspreiding 2012-2016
In september 2012 zijn tijdens een reguliere visbemonstering de eer-
ste twee Aziatische modderkruipers aangetroffen in de Tungelroy-
sebeek ter hoogte van de instroom van de Vliet [figuur 5a]. Om meer
inzicht te krijgen in de verspreiding en de populatieomvang zijn in
oktober 2012 aanvullende bemonsteringen uitgevoerd. In de boven-
FIGUUR 4
Kleine modderkruiper (Cobitis taenia)(foto:
P. van Hoof ).
natuurhistorisch maandbladnatuurhistorisch maandblad september 2017 jaargang 106 | 9 167
getatiezones tegen de oever. Vooral oevers met Slanke waterkers
(Nasturtium microphyllum) en Moerasvergeet-mij-nietje (Myosotis
scorpioides) leveren relatief veel exemplaren op.
Op de locaties waar de Aziatische modderkruiper in 2016 voorkomt
zijn in de onderzoeksperiode 26 andere vissoorten aangetroffen [ta-
bel 1]. In het leefgebied van de Aziatische modderkruiper in de Tun-
gelroysebeek komen vooral Snoek (Esox lucius), Riviergrondel (Go-
bio gobio), Ruisvoorn (Scardinius erythrophthalmus), Blankvoorn
(Rutilus rutilus), Brasem (Abramis brama) en Kleine modderkruiper
in hoge aantallen voor.
populatieopbouw
De grenzen van de verschillende leeftijdsklassen verschillen van
jaar tot jaar. Het moment van monstername speel hierbij een rol.
Grofweg zijn de volgende leeftijdsklassen te onderscheiden: <6 cm
= 0+ (< 1 jaar), 6-11 cm = 1+ (1 tot 2 jaar), 12-16 cm = 2+ (2 tot 3 jaar), >16
cm = 3+ (3 jaar en ouder) [figuur 6]. In 2012 zijn vooral 0+ en 1+ vissen
en één 2+ exemplaar gevangen. In 2013 zijn 0+ tot en met 2+ vissen
gevangen. In 2014 tot en met 2016 zijn 0+ tot en met 3+ vissen gevan-
gen. In 2016 zijn veel 0+ en 1+ vissen gevangen.
De populatie groeit en de resultaten tonen aan dat er elk jaar voort-
planting plaatsvindt, in alle meetjaren worden immers 0+ vissen
dingsgebied heeft zich, ondanks het wegvangen van de vis in 2013
en 2014, in 2016 uitgebreid naar de middenloop van de Tungelroy-
sebeek [figuur 5e].
Vanaf de ontdekking in 2012 tot eind 2016 heeft de Aziatische mod-
derkruiper zich twaalf kilometer in benedenstroomse richting en
één kilometer (en mogelijk meer) in bovenstroomse richting ver-
spreid. In benedenstroomse richting lijkt het Leudal (beneden-
strooms Spikkerbrug) een (tijdelijke) barrière. Door de hoge mate
van beschaduwing in het bos komen hier nauwelijks waterplan-
ten voor. De beekbodem bestaat hier voornamelijk uit zand en de
stroomsnelheid is hoger dan in de boven- en middenloop. Mogelijk
is dit habitat minder geschikt en remt dit de verdere verspreiding in
benedenstroomse richting.
De meeste Aziatische modderkruipers zijn gevangen in dichte ve-
FIGUUR 5
De verspreiding Aziatische modderkruiper (Misgurnus anguillicaudatus) in a:
2012, b: 2013, c: 2014, d: 2015 en e: 2016. Rood is aanwezig en groen is afwezig.
aa
ac
ae
bb
bd
natuurhistorisch maandblad168 september 2017 jaargang 106 | 9 natuurhistorisch maandblad
De auteurs kwamen in twee afzonderlijke situaties een dag na de-
ze maaiwerkzaamheden ter plaatse en vonden verschillende vis-
soorten op de oever waaronder Blankvoorn, Baars (Perca fluviatilis),
Kleine modderkruiper, Zeelt (Tinca tinca), Driedoornige stekelbaars,
Snoek, Riviergrondel en Aziatische modderkruiper. Alle vissen wa-
ren minimaal 24 uur nadat ze uit de waterloop waren verwijderd
dood, met uitzondering van alle Aziatische modderkruipers, die
leefden nog! Het vermogen van de soort om over te gaan van adem-
haling via kieuwen op ademhaling via de huid of het maagdarmka-
naal ligt hieraan hoogstwaarschijnlijk ten grondslag. Een relatief
lage temperatuur en regenachtig weer zal de overlevingstijd naar
verwachting nog aanzienlijk verlengen. Bij toekomstige maaiwerk-
zaamheden in het stroomgebied van de Tungelroysebeek wordt
door Waterschap Limburg beter opgelet of er geen vegetatie, mod-
der of ander beekmateriaal aan de maaimachines blijft hangen. Zo
wordt voorkomen dat maaiwerkzaamheden en de maaimachines
bijdragen aan de verspreiding van Aziatische modderkruiper naar
andere stroomgebieden.
conclusie en discussie
De Aziatische modderkruiper heeft zich ondanks het wegvan-
gen (van 763 exemplaren) met succes gevestigd in het stroomge-
bied van de Tungelroysebeek. Het wegvangen van alle exemplaren
blijkt zeer moeilijk door de brede moeraszones en vele zijwaterlo-
pen. De huidige beschikbare bestrijdingsmethoden zijn ontoerei-
kend voor het succesvol elimineren van de Aziatische modderkrui-
per in de Tungelroysebeek. Het verspreidingsgebied in de Tungel-
roysebeek is tussen 2012 en 2016 relatief langzaam uitgebreid en
zal zich naar verwachting verder blijven uitbreiden, ook buiten het
stroomgebied van de Tungelroysebeek. De populatie groeit, net als
in Duitsland, Italië en Spanje waar de soort zich ook langzaam maar
gestaag uitbreidt (FrAncH et al., 2008; FreyHoF & korte, 2005; rAzzetti
et al., 2001). De soort kan relatief
lang buiten het water overle-
ven. Het risico van verspreiding
over land via het meeliften met
maaimachines of maaisel is
daarmee groot. Bij onderhouds-
werkzaamheden in het stroom-
gebied van de Tungelroysebeek
is dit inmiddels een aandachts-
punt voor het Waterschap.
gevangen [figuur 6]. In de loop van de jaren worden er steeds meer
hogere leeftijdsklassen aangetroffen. In 2015 en 2016 zijn er al vol-
doende geslachtrijpe exemplaren. Deze zorgen voor een groeiend
aandeel 0+ en 1+ dieren in de populatieopbouw. Terugrekenend lijkt
het erop dat in 2010 de eerste 0+ dieren zijn geboren. Vermoedelijk is
de Aziatische modderkruiper in 2009 (als volwassen) of 2010 (als 0+)
in de Tungelroysebeek geïntroduceerd.
een taaie vissoort
Om voldoende afvoer in een watergang te waarborgen wordt de wa-
tervegetatie door het Waterschap gemaaid en op de oever gebracht.
FIGUUR 6
Aantal individuen van de Aziatische
modderkruipers (Misgurnus anguil-
licaudatus) per lengteklasse (cm) per
jaar. In 2015 is er niet gericht gevist
naar de soort.
Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Abundatie
Amerikaanse hondsvis Umbra pygmaea laag
Baars Perca fluviatilis middel
Bermpje Barbatula barbatula middel
Bittervoorn Rhodeus sericeus middel
Blankvoorn Rutilus rutilus hoog
Brasem Abramis brama hoog
Driedoornige stekelbaars Gasterosteus aculeatus middel
Europese meerval Silurus glanis laag
Karper Cyprinus carpio laag
Kleine modderkruiper Cobitis taenia hoog
Kolblei Blicca bjoerkna middel
Kopvoorn Leuciscus cephalus laag
Marmergrondel Proterorhinus semilunaris laag
Paling Anguilla anguilla laag
Pos Gymnocephalus cernuus laag
Rivierdonderpad Cottus perifretum laag
Riviergrondel Gobio gobio hoog
Ruisvoorn Scardinius erythrophthalmus hoog
Serpeling Leuciscus leuciscus laag
Snoek Esox lucius hoog
Snoekbaars Sander lucioperca laag
Tiendoornige stekelbaars Pungitius pungitius laag
Vetje Leucaspius delineatus middel
Winde Leuciscus idus laag
Zeelt Tinca tinca middel
Zonnebaars Lepomis gibbosus laag
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Aantal
Lengte (cm)
Lengte-frequentie
2012
2013
2014
2015
2016
TABEL 1
Aangetroffen vissoorten in de periode 2012-2016 op locaties waar ook
Aziatische modderkruiper (Misgurnus anguillicaudatus) is aangetroffen (laag
is < 20 exemplaren, middel is 20-100 exemplaren en hoog >100 exemplaren).
natuurhistorisch maandbladnatuurhistorisch maandblad september 2017 jaargang 106 | 9 169
del in exotische plant- en diersoorten. Voorkomen is mogelijk, ge-
nezen in veel gevallen niet. Tevens pleiten de auteurs voor (meer)
onderzoek naar geschikte bestrijdingsmethoden voor ongewenste
vissen in verschillende watertypen. Mocht er in de toekomst weer
een nieuwe uitheemse vissoort opduiken dan kan beter ingeschat
worden welke methoden in welke watertypen snel toepasbaar en
succesvol zijn.
dankwoord
Rob van Dijk, Sam Fiers, Ron Hendriks, Jos Hoogveld, Sander Hunink
en Sjuul Philipsen worden bedankt voor hun hulp bij het wegvangen
en monitoren van de Aziatische modderkruiper. Sam Fiers wordt ex-
tra bedankt voor het uitvoeren van de laatste twee lichtingen van de
kreeftenfuiken.
De Aziatische modderkuiper is veel meer een generalist dan de in-
heemse Grote modderkruiper. De ecologische amplitude van de
Aziatische modderkruiper is groter en hij lijkt weinig gevoelig voor
concurrentie van andere vissoorten. Het risico is groot dat de Azi-
atische modderkruiper zich in veel watertypen in Nederland weet
te handhaven, ook in het specifieke voorkeurshabitat van de Grote
modderkruiper. De soort heeft hiermee de potentie een sterke con-
current van de (inter)nationaal bedreigde Grote modderkruiper te
worden. Momenteel is nog niet aangetoond dat de Aziatische mod-
derkruiper in de Tungelroysebeek ook daadwerkelijk een bedrei-
ging vormt voor de inheemse fauna. De soort vertoont alle karakte-
ristieken van een invasieve exoot. Er bestaat daarom een groot risi-
co dat de Aziatische modderkruiper zich in de toekomst verder door
Nederland verspreidt en een gevaar voor de Grote modderkruiper
gaat vormen.
De auteurs pleiten voor een strengere regelgeving omtrent de han-
Summary
EXPANSION AND CONTROL OF THE ASIAN
WEATHER LOACH
A new non-native species in the
Netherlands
The Asian weather loach (Misgurnus anguil-
licaudatus)was found for the first time in the
Netherlands in the Tungelroysebeek brook
in 2012. The species is non-native to Europe
and is currently found in several countries.
A project to eliminate the loach from the
brook basin was initiated in 2013. Between
2012 and 2016, 763 loaches where caught
by means of electrofishing, and eliminated.
Since 2012, the population has continued to
grow, however, and shows no sign of satura-
tion, despite the elimination efforts: more
individuals, wider dispersion and more age
classes. At this moment, there are no meth-
ods available in the Netherlands that have
proved to be successful in eliminating this
invasive fish species from open waterways,
through which fish can migrate freely. It is
expected that the population will expand
further and the Asian weather loach will
pose a significant threat to the interna-
tionally protected European weather loach
(Misgurnus fossilis).
Literatuur
l cHAng, A.L., J.D. grossmAn, t.s. sPezio, H.W. Weis-
kel, J. c. Blum, J.W. Burt, A.A. muir, J. PiovA-scott, k.e.
veBlen & e.D. grosHo lz, 2009. Tackling aquatic in-
vasions: risks and opportunities for the aquarium
fish industry. Biological Invasions 11: 773-785.
l Dove, A.D.m. & i. ernst, 1998. Concurrent invad-
ers - four exotic species of Monogenea now estab-
lished on exotic freshwater fishes in Australia. In-
ternational Journal for Parasitology 28: 1755- 1764.
l FrAncH , n., m. cl Avero, m. gA rriD o, n. gAyA, v.
lóPez, Q. Pou -rovirA & J.m. Qu erAl, 2008. On the
establishment and range expansion of oriental
weatherfish (Misgurnus anguillicaudatus) in the
NE Iberian Peninsula. Biological Invasions 10(8):
1327-1331.
l FreyHoF, J. & e. korte, 2005. The first record of
Misgurnus anguillicaudatus in Germany. Journal
of Fish Biology 66(2): 568-571.
l Froese, r. & D. PAuly, 2012. FishBase. www.fish-
base.org, version 12/2012.
l keller, r.P. & lAke, P.s., 2007. Potential impacts of
a recent an rapidly spreading colonizer of Austra-
lian freshwaters: Oriental weatherloach (Misgur-
nus anguillicaudatus). Ecology of Freshwater Fish
16: 124-132.
l kessel, n. vAn, m. DorenB oscH, B. cromBAgHs, B.
niemeiJer & e. Bin nenDiJk, 2013. First record of Asian
weather loach Misgurnus anguillicaudatus (Ca n-
tor, 1842) in the River Meuse basin. BioInvasions
Records 2(2): 167-171.
l koBAyAsHi, H., 1963. Some cytological aspects of
fertilization in the cross between the funa (Caras-
sius carassius) and the loach (Misgurnus anguilli-
caudatus). The Biological Bulletin 125: 114- 124.
l kottelAt, m. & J. FreyHoF, 2007. Handbook of Eu-
ropean Freshwater Fishes. Kottelat/Freyhof, Cor-
nol (CH)/Berlijn (D).
l logAn, D.J., e.l. BiBles & D.F. mArkle, 1996. Recent
collections of exotic aquarium fishes in the fresh-
waters of Oregon and thermal tolerance of orien-
tal weatherfish and pirapatinga. California Fish
and Game 82: 66-80.
l nAm, y.k., i-s. PArk & D.s. kim , 2004. Triploid
hybridization of fast-growing transgenic mud
loach Misgurnus mizolepis male to cyprinid loach
Misgurnus anguillicaudatus female: the first per-
formance study on growth and reproduction of
transgenic polyploid hybrid fish. Aqauculture, 231:
559-572.
l Qin, c., y. Ding, k. HuAng & H. Xu, 2002. Protective
effect of Misgurnus anguillicaudatus polysaccha-
ride on immunological liver injury in mice. Inter-
national Immunopharmacology 8 : 607-612.
l rAzzetti, e., P.A. nAr Di, s. strosselli & F. Ber nini,
2001. Prima segnalazione di Misgurnus anguilli-
caudatus (Cantor, 1842) in acque interne italiane.
Annali del Museo Civico di Storia Naturale di Ge-
nova 93: 559-563.
l sPikmAns, F., n. vAn kessel, m. DorenBoscH, J. krA-
nenBA rg, J. BosvelD & r. leuven, 2010. Plaag risico:
Analyses van tien exotische vissoorten in Neder-
land. Nederlands Centrum voor Natuuronderzoek.
Stichting RAVON, Nijmegen/Stichting Barger-
veen/Natuurbalans – Limes Divergens, Nijmegen.
l streck er, A.l., P.m. cAmPBell & J.D. olDen, 2011.
The aquarium trade as an invasion pathway in the
Pacific Northwest. Fisheries 36: 74-85.
l tABor, r.A., e. WAr ner & s. HAger, 2001. An Ori-
ental Weatherfish (Misgurnus anguillicaudatus)
population established in Washington State.
Northwest Science 75: 72–76.
l WAng, y., m.Hu, W. WAng , l. cAo, y. yAn, B. lü &
r. yAo, 2008. Transpositional feeding rhythm of
loach Misgurnus anguillicaudatus from larvae to
juveniles and its ontogenesis under artificial rear-
ing conditions. Aquaculture International 16: 539-
549.
l you, c., X. yu & J. tong, 2009. Detection of hy-
bridization between two loach species (Paramis-
gurnus dabryanus and Misgurnus anguillicauda-
tus) in wild populations. Environmental Biology of
Fishes 86: 65-71.
108 mei 2017 jaargang 106 | 5 natuurhistorisch maandblad
redactie Olaf Op den Kamp (hoofdredacteur),
Phlip Bossenbroek, Henk Heijligers, Jan Hermans,
Martine Lejeune, Ton Lenders, Gerard Majoor
(eindredactie), Arjan Ovaa, Guido Verschoor
& Mark en Anita Poeth (redactie-assistenten)
(redactie@nhgl.nl).
richtlijnen voor kopij-inzending
Diegenen die kopij willen inzenden, dienen zich te
houden aan de richtlijnen voor kopij-inzending.
Deze kunnen worden aangevraagd bij de re dactie
of zijn te bekijken op www.nhgl.nl.
lay-out & opmaak Van de Manakker,
Grafi sche communicatie, Maas tricht
(mvandemanakker@xs4 all.nl).
editing summaries Jan Klerkx, Maastricht.
druk Grafigroep Zuid, Swalmen.
copyright Auteursrecht voorbehouden.
Overname slechts toegestaan na voorafgaande
schriftelijke toestemming van de redactie.
ISSN 0028-1107
Colofon
gesubsidieerd door de Provincie Limburg
KRINGEN
kring heerlen
John Adams (kringheerlen@nhgl.nl).
kring maastricht
Bert Op den Camp (kringmaastricht@nhgl.nl).
kring roermond
Math de Ponti (kringroermond@nhgl.nl).
kring venlo
Jos Hoogveld (kringvenlo@nhgl.nl).
kring venray
Patrick Palmen (kringvenray@nhgl.nl).
STUDIEGROEPEN
fotostudiegroep
Bert Morelissen (fotostudiegroep@nhgl.nl).
herpetologische studiegroep
Rick Reijerse (herpetostudiegroep@nhgl.nl).
libellenstudiegroep
Jan Hermans (libellenstudiegroep@nhgl.nl).
mollusken studiegroep limburg
Stef Keulen (molluskenstudiegroep@nhgl.nl).
mossenstudiegroep
Paul Spreuwenberg (mossenstudiegroep@nhgl.nl).
paddenstoelenstudiegroep
Henk Henczyk (paddenstoelenstudiegroep@nhgl.nl).
plantenstudiegroep
Olaf Op den Kamp (plantenstudiegroep@nhgl.nl).
plantenwerkgroep weert
Jacques Verspagen (plantenwerkgroepweert@nhgl.nl).
sprinkhanenstudiegroep
Harry van Buggenum
(sprinkhanenstudiegroep@nhgl.nl).
studiegroep onderaardse kalksteengroeven
Erwin Geuskens (secretariaat@sok.nl).
vissenwerkgroep
Victor van Schaik (vissenstudiegroep@nhgl.nl).
vlinderstudiegroep
Mark de Mooij (vlinderstudiegroep@nhgl.nl).
vogelstudiegroep
Nicky Hulsbosch
(vogelstudiegroep@nhgl.nl).
wantsenstudiegroep limburg
Martine Lemmens (wantsen@nhgl.nl).
werkgroep driestruik
Wouter Jansen (werkgroepdriestruik@nhgl.nl).
zoogdierenstudiegroep
Aegidia van Grinsven
(zoogdierenstudiegroep@nhgl.nl).
STICHTINGEN
stichting natuurpublicaties limburg
Uitgever van publicaties, boeken en rapporten
(snl@nhgl.nl).
stichting de lierelei
Projectbureau voor onderzoek van natuur en
landschap in Limburg (lierelei@nhgl.nl).
stichting ir. d.c. van schaïk
Stichting voor het beheer van onderaardse
kalksteengroeven in Limburg. Postbus 2235,
6201 HA Maastricht (vanschaikstichting@nhgl.nl).
stichting natuurbank limburg
Stichting voor het beheer van waarnemingen van
het NHGL (natuurbank@nhgl.nl).
dagelijks bestuur
Harry Tolkamp (voorzitter), Rob Geraeds (vice-voor-
zitter), Alfred Paarlberg (penningmeester).
algemeen bestuur
Wouter Jansen, Marian Baars,
Stef Keulen, Pieter Puts, Victor van Schaik,
Jan-Joost Bakhuizen, Katrien de Vos-Reesink,
Johannes Regelink, Linda Wortel & Aidan Williams.
kantoor
Olaf Op den Kamp, Jeanne Cuypers,
Martine Lemmens & Roel Steverink.
adres
Godsweerderstraat 2, 6041 GH Roermond,
tel. 0475-386470 (kantoor@nhgl.nl).
www.nhgl.nl.
lidmaatschap
€ 35,00 per jaar. Leden t/m 23 jaar € 17,50; bedrijven,
verenigingen, instellingen e.d. € 105,00.
Okjen Weinreich (leden@nhgl.nl).
IBAN: NL73RABO0159023742, BIC: RABONL2U.
bestellingen/publicatiebureau
Publicaties zijn te bestellen bij het publicatie bureau,
Marja Lenders (publicaties@nhgl.nl).
Losse nummers € 4,–; leden € 3,50 (incl. porto),
thema nummers € 7,–.
IBAN: NL31INGB0000429851, BIC: INGBNL2A.