ArticlePDF Available

Les geven over gevoelige onderwerpen; het aangaan van het moeilijke gesprek in de klas

Authors:

Abstract

In de klas kunnen plotseling heftige emotionele uitlatingen de les compleet verstoren. Soms ben je er deels op voorbereid, omdat je de leerlingen in de klas kent en weet hoe je bepaalde onderwerpen moet introduceren. Maar soms is het onverwachts en/of uit onverwachte hoek. Het kan zijn dat zo’n reactie uit de klas ook jouw emoties raakt. Hoe ga je daarmee om zonder in een wij-zij-tegenstelling te komen?
44 2017 kleio 4
In dit artikel presenteren wij onze visie op hoe
je als leraar om kunt gaan met opvattingen die
door leerlingen als waarheid worden ervaren
en die compleet anders zijn dan die van jou. We
zijn ons ervan bewust dat het moeilijk is een
generieke pedagogiek en didactiek te ontwikke-
len die in verschillende contexten toepasbaar is.
Maar op basis van onze ervaring, onderzoek en
nascholing willen we enkele aspecten bespreken.
Maatschappelijke spanningen
Leraren krijgen in de klas te maken met hef-
tige en soms kwetsende opmerkingen. In 2013
voerde Panteia in opdracht van de Anne Frank
Stichting onderzoek uit naar antisemitisme in
het voortgezet onderwijs. Het rapport liet zien
dat vijfendertig procent van de ondervraagde
docenten getuige was van kwetsende opmer-
kingen over Joden of het bagatelliseren van de
Holocaust. Uit het onderzoek bleek ook dat
eenenzeventig procent van de docenten ervaring
heeft met kwetsende opmerkingen over de islam.
Het rapport Maatschappelijke thema’s in de klas
(2015) laat zien dat de ondervraagde docenten
het minst moeite hadden met het bespreken van
vrijheid van meningsuiting en de Holocaust
en dat fundamentalisme en anti-islamisme het
vaakst moeilijk bespreekbaar zijn. De recente
publicatie Twee werelden, twee werkelijkheden
(2016) van Margalith Kleijwegt laat goed zien hoe
maatschappelijke spanningen en sociale scheids-
lijnen in de samenleving onvermijdelijk de klas in
komen. De uitdaging voor docenten is hoe in de
klas moeilijke thema’s te bespreken.
Veilig klimaat
Allereerst vraagt het lesgeven over gevoelige on-
derwerpen een veilig klimaat. Er moet sprake zijn
van een wederzijds vertrouwen en respect.1 Dat
ontstaat niet van de ene op de andere dag en als
docent werk je hier het hele schooljaar aan. Je laat
zien dat je oog hebt voor de leerlingen door een
oprechte belangstelling voor hen te tonen. Je kiest
onderwerpen en werkvormen waarbij leerlingen
het gevoel hebben dat je rekening met hen houdt.
In een klas met leerlingen met een in hoofdzaak
aan de docent gelijke sociaaleconomische ach-
tergrond (en met herkenbare normen) zal dit een-
voudiger – vaak zelfs onbewust – gaan dan in een
klas waarin de samenstelling en achtergronden
In de klas kunnen plotseling
heftige emotionele uitlatingen
de les compleet verstoren. Soms
ben je er deels op voorbereid,
omdat je de leerlingen in
de klas kent en weet hoe je
bepaalde onderwerpen moet
introduceren. Maar soms is
het onverwachts en/of uit
onverwachte hoek. Het kan zijn
dat zo’n reactie uit de klas ook
jouw emoties raakt. Hoe ga je
daarmee om zonder in
een wij-zij-tegenstelling
te komen?
Lesgeven over
gevoelige onderwerpen
Het aangaan van een moeilijk gesprek in de klas
FOTO’S : SASK IA LELI EVELD
Jaap Pati st is
vakdidac ticus aan de
Hogescho ol Utrecht.
Bjorn Wansi nk is
vakdidac ticus aan de
Universite it Utrecht.
praten mits dat gebeurt op een basis van respect
en niet op basis van uitsluiting. Deze visie sluit
aan bij de Paris Declaration (2015) die uitgegeven
is door de Europese ministers van Onderwijs
na de aanslagen in Parijs en waarin staat dat de
waarden van Europa zijn: pluralisme, tolerantie,
solidariteit, rechtvaardigheid en gelijkheid tussen
man en vrouw. Hiermee worden ook de belang-
rijkste voorwaarden voor democratisch en sociaal
burgerschap beschreven. Echter, iedere docent zal
waarschijnlijk wel eens een situatie meemaken
waarbij deze waarden in het gedrang komen.
Ondanks dat je een goede en veilige sfeer hebt
gecreëerd waarin wederzijds respect en openheid
centraal staan, kan het toch zijn dat die sfeer in
één keer weg is. Zo is de minuut stilte, die op
scholen werd gehouden naar aanleiding van de
terroristische aanslagen en de daarbij gevallen
slachtoffers in Parijs en Brussel, verstoord door
leerlingen die weigerden hier aan deel te nemen.
Als docent gaan op een dergelijk moment allerlei
vragen door je hoofd: Doen ze het om te provo-
ceren en moet ik nu een disciplinaire maatregel
nemen? Wat doen ze nu? Waarom doen ze niet
gewoon mee? Het is toch normaal om letterlijk
stil te staan bij deze afschuwelijke gebeurtenis-
sen? Willen ze mij alleen op mijn praatstoel
krijgen, omdat ik hier fel op ben en een niet
toetsbaar deel van de les zal besteden aan dit
onderwerp?
Vragen die in een fractie van een seconde
afgewogen moeten worden en onze reactie
bepalen. Voor onze trainingen hebben we een
kwadrant ontwikkeld dat helpt de verschillende
voor- en nadelen van manieren van reageren te
categoriseren en te doordenken.2 In figuur 1 staat
de horizontale as voor de relatie met de leerlin-
gen (waarbij de min staat voor het verbreken
van de relatie en plus voor het behouden van de
relatie) en verticale as voor de inhoud (waarbij
de min staat voor niet op de inhoud ingaan en de
plus voor wel op de inhoud ingaan). Er zijn dus
vier verschillende kwadranten, die we nu kort
bespreken.
Kwadrant 1: Eruit!
Refererend naar de casus van de leerlingen die
de minuut stilte verbraken, kun je als docent de
leerlingen die de stilte verstoorden eruit sturen.
Aan de ene kant stel je een norm en je ‘koopt tijd
om na te denken hoe hier verder mee om te gaan.
Aan de andere kant: door iemand eruit te sturen
verstoor je ook de relatie met die specifieke
leer ling en daarmee mogelijk de invloed op de
2017 kleio 4 45
heel divers zijn. Van die docent vraagt het meer
inzet om vertrouwen en een goede relatie te
krijgen.
Daarnaast is het van belang dat een docent zich
bewust is van de persoonlijke standplaatsgebon-
denheid. Politieke en/of maatschappelijke ideolo-
gieën, religieuze achtergrond, etnische wortels en
seksuele geaardheid dragen bijvoorbeeld bij aan
de persoonlijkheid van de docent en daarmee hoe
hij of zij lesgeeft. Opmerkingen van leerlingen
kunnen een of meerdere van deze aspecten raken,
waardoor je zelf ook emotioneel betrokken raakt
en dat kan doorwerken in de reactie die je geeft.
Als docent is het dan ook belangrijk te onderken-
nen hoe je in het leven staat, waar jouw grenzen
liggen en wat daarbij jouw richtlijn is.
De norm
In Artikel 1 van de grondwet, de basis van onze
samenleving, vinden wij onze richtlijn: ‘Allen die
zich in Nederland bevinden, worden in gelijke
gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens
godsdienst, levensovertuiging, politieke gezind-
heid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is
niet toegestaan.’ Aan de hand van dit artikel kun
je aan de leerlingen uitleggen dat Artikel 1 boven
Artikel 7 van de grondwet staat, met daarin de
veel aangehaalde passage ‘vrijheid van menings-
uiting’, en dat je dus in de klas over alles mag
Als docent is het belangrijk te onderkennen
hoe je in het leven staat, waar jouw grenzen liggen
en wat daarbij jouw richtlijn is’
Zie ook: Le raar in een
Kleurrijke Sc hool (2005).
Het kwad rant is
mede geba seerd op:
Hess, D. (2005 ) How
Do Teachers’ Political
Views Influence Teachin g
about Controversi al
Issues?
1
2
s
leerling om zijn of haar gedrag te sturen. Wij
vinden dat je na de les altijd het gesprek aan moet
gaan met de leerlingen, want als je als docent al-
leen reageert met disciplinaire maatregelen open
je een wij-zij-tegenstelling. Een dergelijke tegen-
stelling zal in de klas leiden tot verdeling. Een
deel van de leerlingen zal blijk geven de gestrafte
leerling te steunen, waarbij een deel dit in stilte
zal doen. Andersom zul je als docent zien dat een
deel het met je eens is en ook hier zal een deel dat
stilzwijgend doen. Daarnaast zal er ook een deel
zijn dat onverschillig zal staan tegenover wat er
gebeurd is. Maar er is ook een deel dat een meer
genuanceerde kijk heeft en wacht op antwoorden.
Kwadrant 2: Ik vertel hoe het zit
Als het je gelukt is de leerlingen tot stilte te
manen kun je ervoor kiezen uit te leggen hoe ‘de
vork in de steel zit’. De verleiding is groot een
doortimmerd rationeel betoog te gaan houden
tegen deze leerlingen waar ‘geen speld tussen is te
krijgen’. Echter, wij menen dat je op deze manier
ook de relatie met de leerling kunt verstoren
en het is waarschijnlijk dat je argumenten geen
weerslag zullen vinden bij de leerling. De leerlin-
gen zijn hoogstwaarschijnlijk boos en emotioneel
– eenzijdige rationele argumenten zullen dan
weinig weerklank vinden. De kans is groot dat
de leerlingen zich eerst gehoord willen voelen,
voordat er ruimte komt voor argumenten.
Kwadrant 3: Iedereen zijn waarheid
Je kunt er als docent voor kiezen de leerlingen
hun woord te laten doen en hun argumenten
te laten opschrijven. Het voordeel is dat je een
ventiel biedt de emoties te kanaliseren. Als je alle
visies op het bord hebt gezet stel je ten slotte dat
ieder ‘zijn eigen waarheid’ heeft. Op deze manier
behoud je de relatie. Maar dit werkt ook relativis-
me in de hand, want je gaat niet in op de kwaliteit
van argumenten. Hiernaast ga je bij het gelijk-
stellen van alle ideeën – dus ook zeer radicale
en bewust onjuiste – voorbij aan wat wij zien als
kritisch denken of burgerschapsvorming.
46 2017 kleio 4
Kwadrant 4: Vragen en argumenteren
In kwadrant 4 maak je als docent een extra stap.
Je inventariseert wat er speelt bij de leerlingen en
je hoort hen aan zoals in kwadrant 3. Echter, je
gaat als docent een stap verder dan relativisme.
Wat je namelijk vervolgens doet is de argumenten
en visies tegen elkaar afzetten. Het vak geschiede-
nis biedt hier als geen ander vak handvatten voor
met begrippen als feit & mening, standplaatsge-
bondenheid, representativiteit, betrouwbaarheid
et cetera. Zeker bij leerlingen met radicale ideeën
is deze stap belangrijk. Het rapport Idealen op
Drift (2010) laat zien dat jongeren verder kunnen
radicaliseren als ze geen tegenwicht krijgen van
opvoeders, zoals ouders of docenten. Het lijkt een
paradox, maar de grote uitdaging is de relatie te
behouden, maar wel in te gaan op de argumen-
ten waarbij je de leerlingen de ruimte geeft. Wij
vinden dat de docent binnen dit kwadrant ook
kleur moeten bekennen over wat zijn mening en
norm is. Wij realiseren ons dat een onderwerp
op een bepaald moment zo ‘heet’ kan zijn dat het
beter is eerst alleen te luisteren, want dan geldt
dat emoties sterker zijn dan rationele argumen-
ten. Je kiest dan eerst voor het behouden van de
relatie (kwadrant 3) om daarna de stap te kunnen
maken naar de inhoud (kwadrant 4).
Metafoor
Om een dergelijk gesprek aan te gaan of als je les
gaat geven over een onderwerp waarvan je in-
schat dat het verhitte reacties kan oproepen, kun
je de volgende metafoor gebruiken voor de klas.
Het is een metafoor die Jaap Patist gebruikt heeft
in zijn klassen sinds de aanslagen op 11 septem-
ber 2001 in de Verenigde Staten – een moment
waarop in zijn multiculturele klassen de spannin-
gen hoog opliepen.
Figuur 1. De vie r
kwadranten.
Als je deze metafoor gebruikt kun je zeggen dat
je de waarheid ziet als een bol.3 We staan om die
bol heen, soms in groepjes en soms alleen, en
we zien een stuk van de bol. We praten over wat
we zien met mensen in onze directe omgeving
en bevestigen elkaar dat datgene wat we zien de
complete waarheid is. Als docent zul je uit die
‘wij-rol’ moeten durven stappen.4 Die rollen
kunnen namelijk gaan fungeren als vaststaande
tegenpolen. Je zult het gesprek moeten aangaan.
Juist deze uitspraken, of ze nu komen vanuit
rechts-extremistische, links-radicale of christen-
dan wel moslimfundamentalistische hoek, geven
een inkijk in hoe sommige leerlingen kijken naar
onze samenleving. Het geeft de mogelijkheid met
een klas de complexiteit van de samenleving te
bekijken en te onderzoeken. Het gaat er niet om
de ander direct te overtuigen, maar om te leren
problemen vanuit meerdere perspectieven te
bekijken en van daaruit een meer genuanceerder
beeld te vormen. Als we beseffen en aanvaarden
dat we slechts een deel van de waarheid zien, wor-
den andere visies ineens interessant. Je kunt dan
nog zeggen dat je geschokt bent door uitlatingen
van leerlingen ‘aan de andere kant van de bol’,
waarmee je uiting geeft aan je gevoelstoestand.
Als je vertrouwen en respect van de klas hebt, zal
dat al impact hebben.
Als je deze situatie hebt gecreëerd en de verschil-
lende standpunten zijn verzameld (kwadrant 3),
kun je gaan bedenken met welke werkvormen
je de verschillende groepen aan het werk zet om
tot een genuanceerder beeld te komen. Pas als
de leerlingen zich gehoord voelen kun je de stap
maken naar het vierde kwadrant. Daarbij valt te
denken aan het uitzoeken van een tegenoverge-
stelde mening. Of juist het onderbouwd weerge-
ven van de eigen benadering van een onderwerp
om vervolgens de verschillende benaderingen
naast elkaar te leggen en te kijken wat vaststaande
feiten en wat interpretaties of meningen zijn. Wij
raden overigens aan dit model eerst te bespreken
met een ‘koud’ onderwerp, omdat emoties het
bespreken van dit model stevig in de weg kunnen
zitten. Bij een controversieel onderwerp kun je
dan weer terugvallen op dit eerder besproken
model.
Niet makkelijk
Het aangaan van het gesprek over onderwerpen
waarover controversiële opvattingen in de klas
bestaan, is niet makkelijk en vraagt van een
docent een open houding, betrokkenheid, kennis
van andere perspectieven en veel geduld. Als we
in een polariserende samenleving een genuan-
ceerd en kritisch denkende middengroep willen
houden, zullen we in onze leerlingen moeten
investeren. Het reageren op een ‘extreme’ uitla-
ting van een leerling is ook een moment om de
zwijgende meerderheid in de klas te leren hoe je
tot een genuanceerd oordeel komt (kwadrant 4).
De reactie van de docent zal mede hun standpunt
beïnvloeden ten aanzien van een dergelijk heikel
onderwerp. Wij zouden het een goed initiatief
vinden als meer docenten hun ervaringen in
Kleio zouden beschrijven aangaande deze thema-
tiek. Dus bij deze een oproep aan docenten en
vakdidactici: laten we van elkaar leren om lastige
thema’s in de klas bespreekbaar te houden. n
2017 kleio 4 47
Als we beseffen en aanvaarden
dat we slechts een deel van de waarheid zien,
worden andere visies ineens interessant’
Zie voor soo rtgelijke
metafoo r ‘De blinde
mannen en de o lifant’
op tiny.cc/K4B M.
Dit model is m ede
gebaseer d op een ver-
simpeling v an een term
van Gadame r: ‘horizon-
versmelti ng’ (Truth and
Method, 1960 ).
3
4
De waarhe id is als een
bol waar we a llemaal
een stuk v an zien.
FOTO’S : SASK IA LELI EVELD
Article
“Zou je een model van een Britse Mark 1-tank kunnen kopen uit de Eerste Wereldoorlog? En zou je iemand een model van een Duitse Tiger 1-tank, bemand met boos kijkende SS-ers, cadeau kunnen doen? Of wat dacht je van een Legodoos van het concentratiekamp Auschwitz? Is dat ethisch verantwoord?” Deze vragen legde Bjorn Wansink, vakdidacticus geschiedenis aan de Universiteit Utrecht, voor aan gammastudenten tijdens een werkcollege Debatteren in de klas, dat ik samen met hem mocht verzorgen. We probeerden studenten te laten onderzoeken of ze anders dachten over een tank van bondgenoten dan over een tank van nazi-Duitsland. En welke gevoeligheden, emoties, waarden en normen spelen een rol bij een replica van Auschwitz van Lego-blokjes, die we vaak associëren met ‘speelgoed’? Welke perspectieven spelen een rol bij het doordenken van deze vragen?
ResearchGate has not been able to resolve any references for this publication.