Inleiding In 1996 publiceerde David Garland een spraakmakend artikel, getiteld 'The Limits of the Sovereign State' (Garland, 1996). Het stuk blijft tot op de dag van vandaag een belangrijk the-oretisch uitgangspunt, vooral dan met betrekking tot het domein van misdaadbestrijding, in eerste instantie in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, hoewel hijzelf sug-gereert dat zijn stelling ook elders kan gelden. Wat is die stelling dan? Volgens Garland werd in de afgelopen decennia de soevereiniteit van de staat ingrijpend aangetast, omdat diezelfde staat niet langer bij machte was verschillende domeinen van het sociaal leven, zoals ondermeer de criminaliteitsbestrijding, te controleren en te beheersen. Als gevolg daarvan ontwikkelden er zich, nog steeds volgens Garland, twee tegenstrijdige tendensen (Garland, 2001). Enerzijds trachtte de soevereine staat de verantwoordelijkheid voor de criminaliteitsbestrijding te herverdelen tussen diverse actoren in de samenleving (ten aanzien van een variëteit van actoren en diensten, private burgers, commerciële en non-profit organisaties, enz.). Dit ging gepaard met een gestage strategie om grote delen van het maatschappelijk middenveld te responsabiliseren, die betrokken werden middels allerhande convenanten en afspraken1. Anderzijds echter trachtte diezelfde soevereine staat haar monopolie inzake criminaliteitsbestrijding te herbevestigen, vooral wanneer het ging om het behoud van de controle en de coördinatie op de ermee gepaard gaande proces-sen, kortom om het claimen van wat we vandaag 'de regie' noemen. Hieruit resulteren – nog steeds aldus Garland – erg tegenstrijdige beleidsontwikkelin-gen, vertogen en praktijken inzake criminaliteitsbestrijding, die op hetzelfde moment naar voor komen op verschillende niveaus. Volgens Garland gaat het niet om een simpel proces waarbij verantwoordelijkheden en taken 'naar beneden' worden gedelegeerd, maar eerder om een nieuwe, complexe vorm van 'bestuur op afstand', een nieuwe wijze om macht uit te oefenen. De vraag die we ons hier stellen is of de analyse van Garland al dan niet opgaat voor ons land, mede onder druk van de voortschrijdende 'communautarisering'. Het is onze hypothese dat dit wel degelijk het geval is.