Content uploaded by Brenda Berendsen
Author content
All content in this area was uploaded by Brenda Berendsen on Jul 05, 2017
Content may be subject to copyright.
Open Universiteit
www.ou.nl
BEWEEGGEDRAG VAN OUDEREN
STIMULEREN IN UW GEMEENTE
ACTIEF PLUS
HANDVATEN EN IMPLEMENTATIESTRATEGIEËN
Brenda Berendsen | Denise Peels | Catherine Bolman | Lilian Lechner
1
BEWEEGGEDRAG VAN OUDEREN STIMULEREN IN UW GEMEENTE
ACTIEF PLUS
HANDVATEN EN IMPLEMENTATIESTRATEGIEËN
Brenda Berendsen
Denise Peels
Catherine Bolman
Lilian Lechner
2
© 2017 Open Universiteit, Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen
Dit rapport is mede tot stand gekomen met medewerking van
3
INHOUD
Doel van dit rapport 4
1 Wat is Actief Plus? 5
De doelgroep van Actief Plus 5
Wat levert Actief Plus op? 6
Actief Plus in beleidskaders 6
Implementatie naar eigen wens 7
2 Actief Plus integreren in de gemeente 8
Integratie in het bestaande (activiteiten)aanbod 9
Aansluiting bij lokale initiatieven voor digitale redzaamheid 10
Draagvlak voor bereik en duurzaamheid 10
3 Stappenplan om Actief Plus te integreren in de gemeente 11
4 Bijlagen
Bijlage 1 Hoe ziet Actief Plus eruit en hoe gaat het in zijn werk? 12
Bijlage 2 Voorbeeld van persoonlijk advies in Actief Plus 14
Bijlage 3 Mogelijke samenwerkingspartijen en hun visie op Actief Plus 16
Bijlage 4 Good Practice - Implementatie in gemeente Heerlen 18
Bijlage 5 Achtergrondinformatie 23
Literatuurverwijzingen 24
4
DOEL VAN DIT RAPPORT
De vergrijzing zorgt voor een toenemende belasting van zowel informele zorg (denk aan mantelzorgers en
vrijwilligers) als formele hulp- en zorgverlening (gezondheidszorg en ambulante zorg). Het bevorderen van
de mentale en fysieke gezondheid, en daarmee de zelfredzaamheid en eigen regie van ouderen, is daarom
van groot belang en veelvuldig speerpunt van vele beleidsnota’s. Beweging en een goed sociaal netwerk
kunnen leiden tot een betere gezondheid, en kunnen daarom indirect resulteren in een hogere zelfredzaam-
heid. Door ouderen deel te laten nemen aan Actief Plus wordt het beweeggedrag verhoogd, het sociaal net-
werk versterkt en daarmee de zelfstandigheid bevorderd.
Actief Plus is een geautomatiseerd advies-op-maat programma ter bevordering van het beweeggedrag en
de sociale netwerken van ouderen. Op basis van vragenlijsten ontvangt men online of schriftelijk drie keer
persoonlijk en op maat gemaakt advies. In de adviezen wordt men gemotiveerd om gezamenlijke beweeg-
activiteiten op te zetten en deel te nemen aan het activiteitenaanbod in de gemeente dat bij de persoonlijke
situatie past. Actief Plus is een bewezen eectieve interventie (geregistreerd in de RIVM Centrum Gezond
Leven-database). Door Actief Plus te integreren in het bestaande (beweeg)aanbod en het beleid van de ge-
meente, kan de gemeente via het aanbieden van Actief Plus aan haar inwoners het beweeggedrag en sociaal
contact van ouderen duurzaam stimuleren.
Dit rapport heeft als doel gemeenten en andere beleidsprofessionals te informeren over de inhoud, werk-
wijze, verwachte resultaten en implementatiestrategieën van Actief Plus. Allereerst wordt ingegaan op de
werkwijze van Actief Plus en de te verwachten resultaten op basis van eerder (wetenschappelijk en praktijk)
onderzoek. Vervolgens wordt kort uitgewerkt op welke wijze Actief Plus binnen een aantal relevante beleids-
kaders past. In hoofdstuk 2 staat beschreven hoe Actief Plus binnen een gemeente, wijk of regio geïmple-
menteerd kan worden. Hierbij staat aansluiting op het bestaande activiteitenaanbod en duurzaamheid van
het programma centraal. Het rapport eindigt met een stappenplan dat beleidsprofessionals kunnen gebrui-
ken om Actief Plus te integreren in hun eigen gemeente.
5
1 WAT IS ACTIEF PLUS?
Actief Plus is een advies-op-maat programma met als doel om het beweeggedrag van 50-plussers te bevor-
deren. Het bewezen eectieve programma is geregistreerd in de RIVM Centrum Gezond Leven-database, en
is ook geschikt voor deelgroepen binnen de 50-plus populatie, bijvoorbeeld chronisch zieke 65+ ouderen.
Actief Plus geeft adviezen die via computersoftware getailored (op maat gemaakt) worden zodat het telkens
optimaal aansluit bij de kenmerken van de deelnemer. Deelnemers aan Actief Plus kunnen dit programma
zelfstandig doorlopen (zie guur 1). Ze starten met het invullen van een vragenlijst over hun eigen kenmer-
ken, beweeggedrag, voorkeuren en ervaren barrières. Op basis van de startvragenlijst en een tweede vragen-
lijst na 3 maanden ontvangen zij binnen 4 maanden, 3 keer schriftelijk of online persoonlijk advies, waarin zij
bewust worden gemaakt van hun eigen beweeggedrag en waarbij ze (aan de hand van hun persoonlijke ka-
rakteristieken en behoeften) gemotiveerd worden om blijvend meer te gaan bewegen. Deelnemers ontvan-
gen daarbij ook adviezen over hoe zij om kunnen gaan met de barrières die zij tegenkomen met betrekking
tot hun beweeggedrag, en hoe zij via het maken van concrete plannen hun motivatie om kunnen omzetten
in daadwerkelijk gedrag, en dit gedrag vervolgens ook vol kunnen houden.
Figuur 1 Schematische weergave van deelname aan Actief Plus
Naast het beweeggedrag, richt Actief Plus zich ook op het sociale netwerk van de oudere. Bewegen is een
manier om met mensen in contact te komen en te blijven. Vice versa kan beweeggedrag gestimuleerd wor-
den door de sociale contacten. Het verbeteren van zowel beweeggedrag als het versterken van het sociaal
netwerk kan uiteindelijk de zelfredzaamheid verhogen. Gedetailleerde informatie over de inhoud van Actief
Plus kunt u terug vinden in bijlage 1 en 2 van dit rapport en op de website www.loketgezondleven.nl en be-
knopt op www.actief-plus.nl.
De doelgroep van Actief Plus
Actief Plus is bewezen eectief bij 50-plussers. De deelnemers krijgen adviezen die bij hun persoonlijke ka-
rakteristieken aansluiten. Een advies voor een 78-jarige alleenstaande vrouw die angstig is om te vallen zal
heel anders zijn dan het advies van een 51-jarige getrouwde man die bewegen moeilijk met zijn werk kan
combineren. De toepassing en implementatie van Actief Plus kan dus ook gericht worden op een specieke
groep, zoals 65-plussers of alleenstaanden. Ook mensen met een chronische aandoening ontvangen relevan-
te extra adviezen, die optimaal passen bij hun specieke situatie.
De uitnodigingen van Actief Plus kunnen per post verzonden worden, waardoor deze interventie ook de
groep kan bereiken die het beweeg- en hulpaanbod niet zelf actief opzoekt. Daarnaast is Actief Plus in ver-
gelijking met andere beweegprogramma’s laagdrempelig; het programma kan op iedere gewenste locatie
en tijdstip doorlopen worden, en is niet enkel gericht op sportactiviteiten, maar ook op het stimuleren van
bewegen in het dagelijks leven. Ook ouderen die minder gemotiveerd zijn om te sporten, kunnen daardoor
Men wordt via een brief of persoonlijk uitgenodigd om deel te nemen. Er kan direct
online ingelogd worden met de gegevens uit de brief. Indien de mogelijkheid wordt
geboden, kan men schriftelijke deelname aanvragen.
WERVING
Deelnemers ontvangen na het invullen van de 1e vragenlijst direct online een
1e advies-op-maat. Schriftelijke deelnemers ontvangen het advies binnen
2 weken per post.
START
Deelnemers ontvangen een aanvullend 2e advies-op-maat gericht op het
volhouden van beweeggedrag.
2 MAANDEN
Deelnemers ontvangen nogmaals een vragenlijst, gevolgd door een
3e advies-op-maat waarin wordt ingegaan op de veranderingen sinds de start van
Actief Plus.
3 MAANDEN
Deelnemers ontvangen een laatste vragenlijst om de eecten op lange termijn
te meten.
6 MAANDEN
6
succesvol met deze interventie bereikt worden. Eerdere implementatie wijst op een gevarieerd bereik binnen
de doelgroep wat betreft leeftijd, opleidingsniveau en mate van beperking in het bewegen. Gemiddeld kan
worden aangenomen dat minimaal 8-10% van de uitgenodigde 65-plussers deelneemt aan Actief Plus (zie
box 1). Vergelijkbare resultaten zijn gevonden wanneer de interventie wordt aangeboden aan alle 50-plus-
sers. Uitgebreide evaluaties tonen aan dat deelnemers tevreden zijn met de adviezen en andere onderdelen
van de interventie (zoals het invullen van beweegdoelen, het bekijken van voorbeeldlmpjes, wandelroutes,
etc.) en dat deze gebruikt worden (Peels, de Vries, et al., 2013).
Wat levert Actief Plus op?
Gemeenten hebben sinds 2015 nieuwe taken op
het gebied van werk, participatie, begeleiding en
zorg, waardoor ouderen meer afhankelijk worden
van de gemeente. Bevordering en ondersteuning
van de zelfredzaamheid is een kernpunt van het
ouderen- en WMO-beleid. Daarin is een rol weg-
gelegd voor Actief Plus, omdat de adviezen ge-
richt zijn op verbetering van de mobiliteit en het
sociaal netwerk, twee belangrijke aangrijpings-
punten voor het vergroten van zelfredzaamheid.
Uit onderzoek blijkt dat deelnemers circa 250
minuten per week meer bewegen na deelname
aan Actief Plus (Peels, Bolman, et al., 2013; Peels,
van Stralen, et al., 2014). Deze resultaten uit we-
tenschappelijke onderzoeken zijn bevestigd in
een recente implementatie-studie in gemeente
Heerlen (zie box 1).
Ook blijkt uit onderzoek dat implementatie van
Actief Plus kosteneectief is. Dit komt met name
doordat het leidt tot een toename van kwaliteit
van leven en een afname in ziekte-incidentie (o.a.
diabetes type 2 en hart- en vaatziekten) (Peels,
Hoogenveen, et al., 2014), wat op de lange termijn besparing van zorgkosten betekent. Naast een reductie
van ziektelast, leveren mobiliteit en een goed sociaal netwerk een belangrijke bijdrage aan zelfredzaamheid.
Zelfredzaamheid is niet voor niets een speerpunt in veel beleid; eigen regie kan eveneens de kosten voor
hulp- en zorgverlening verlagen.
Bij implementatie van Actief Plus met een netwerkbenadering (zie hoofdstuk 2 ‘Actief Plus integreren in de
gemeente’ voor meer uitleg) is er blijvende afname in gevoel van eenzaamheid geobserveerd, en waren er
ook positieve ontwikkelingen zichtbaar voor o.a. het gebruik van lokaal beweegaanbod.
Actief Plus in beleidskaders
Beleid gericht op WMO, gezondheid, sport en/of ouderen
Actief Plus is een programma dat mensen stimuleert meer (sociaal) actief te zijn middels zelfmanagement.
Deelnemers vullen zelf vragenlijsten in en ontvangen de adviezen online of schriftelijk. De adviezen zijn dus-
danig opgesteld dat deelnemers er zelfstandig mee aan de slag kunnen. Op deze wijze kan Actief Plus een
zinvolle invulling geven aan de eigen verantwoordelijkheid van de burger die vanuit de overheid gestimu-
leerd wordt. Vanwege het aspect van zelfmanagement kan Actief Plus ook worden aangeboden in het kader
van Positieve Gezondheid, een uitgangspunt voor zorg en welzijn in steeds meer gemeenten en provincies.
Bovenal sluit het project goed aan bij gemeentelijk ouderenbeleid (het tegengaan van eenzaamheid), de
WMO, gezondheidsbeleid (dat steeds meer een wijkgerichte focus krijgt) en sportbeleid (bijvoorbeeld oude-
ren op gezond gewicht).
Box 1 Gemeente Heerlen als voorbeeld
• Actief Plus werd gericht op alleenstaande 65-plussers met
een chronische aandoening.
• 6751 alleenstaande 65-plussers zijn uitgenodigd, waarvan
578 deelnamen aan Actief Plus (8,6%).
• Kenmerken van de deelnemers waren gevarieerd wat betreft
leeftijd (65 tot 97 jaar), opleidingsniveau (56% laag opgeleid)
en beweeggedrag.
• Het aantal deelnemers dat de beweegnorm haalde, nam
toe van 25% naar 39% en het aantal dagen per week met
minimaal 30 minuten beweging steeg van 3 naar 4 dagen
tussen de start en na 6 maanden. Gemiddeld bewogen
deelnemers na 3 maanden 26 min/dag meer dan bij de start.
Na 6 maanden was dit weer vergelijkbaar met de start,
echter deze meting vond plaats in het najaar waarin men
over het algemeen minder actief zijn dan in het voorjaar.
• Ervaren eenzaamheid nam signicant af bij deelnemers na
zowel 3 als 6 maanden.
7
eHealth en preventie
EHealth is gedenieerd als ‘het gebruik van informatie- en communicatietechnologieën om gezondheid
en gezondheidszorg te ondersteunen en verbeteren’ (Raad voor de Volkgezondheid en Zorg (RVZ), 2015)
en staat samen met preventie hoog op vele beleidsagenda’s, regionaal en nationaal. De overheid tracht de
toenemende gezondheidszorgkosten t.g.v. vergrijzing in te dammen door de burgers meer verantwoordelijk-
heid te geven voor hun eigen gezondheid (Schippers, 2016). In dit perspectief kan eHealth een prominente
rol spelen als tool voor eigen regie (zelfmanagement) en in de preventie van ziekte en zorggebruik. Actief
Plus bestaat in digitale vorm en kan dus ingezet worden als vorm van eHealth zelfmanagement. De gemeen-
te kan door middel van Actief Plus haar inwoners de kans geven om via zelfmanagement van beweeggedrag
langer zelfredzaam te blijven en tegelijkertijd de digitale redzaamheid ondersteunen.
Implementatie naar eigen wens
Wanneer gekozen wordt voor de implementatie van puur en alleen Actief Plus (online en/of schriftelijk), kun-
nen de werkzaamheden van de gemeente beperkt blijven tot het uitnodigen van de doelgroep, en adminis-
tratieve werkzaamheden in het geval van schriftelijke deelname. Digitale deelname is een geautomatiseerd
proces, waarbij het advies direct wordt samengesteld op basis van de gegeven antwoorden in de vragenlijst
en online wordt weergegeven. Bij implementatie op deze wijze is Actief Plus eectief gebleken (Peels, Bol-
man, et al., 2013; Peels, van Stralen, et al., 2014).
Door gebruik te maken van een netwerkbenadering waarbij de samenwerking met relevante partijen cen-
traal staat, wordt Actief Plus optimaal aangesloten op het bestaande aanbod van activiteiten en initiatieven
in de wijk, gemeente en/of regio. In een gemeente bestaan meerdere initiatieven tegelijkertijd en Actief
Plus kan de verbindende schakel vormen door mensen naar de andere mogelijkheden door te verwijzen.
Daarnaast leidt een samenwerking tot meer mogelijkheden wat betreft duurzaamheid en nanciering. In het
volgende hoofdstuk wordt ingegaan op de voordelen en de werkwijze van de netwerkbenadering waar een
gemeente zelfstandig mee kan werken.
8
2 ACTIEF PLUS INTEGREREN IN DE GEMEENTE
Samenwerkingen en netwerken geven toegang tot nancieringsvormen naast het gemeentelijk budget,
zoals afspraken met (lokale) zorgverzekeraars, budget van ouderenbonden, uitvoering binnen de GGD-orga-
nisatie en subsidies. Actief Plus past in vele kaders (meer bewegen, sociale contacten, zelfredzaamheid, ou-
deren, digitale vaardigheden), waardoor er veel mogelijke samenwerkingen en bronnen van nanciering zijn.
Actief Plus kan bijvoorbeeld gecombineerd worden met de inzet van de buurtsportcoach. Daarnaast staat
Actief Plus als erkende interventie op de Menukaart Sportimpuls, waardoor in het kader van ‘Sport en Bewe-
gen in de Buurt’ subsidie kan worden verleend voor de implementatie. Bovendien kan samenwerking leiden
tot een vergroot bereik onder de doelgroep en duurzamere werkwijzen. Het toepassen van een netwerkbe-
nadering kan een goede methode zijn om integratie en duurzame verankering in de gemeente te realiseren.
Aan de hand van de netwerkbenadering worden stakeholders geïdenticeerd en betrokken die overeenkom-
stige doelen, doelgroep en/of werkwijzen hebben met Actief Plus.
Aangezien de gemeente veel connecties heeft met relevante partijen in het kader van ouderen, gezondheid
en zelfredzaamheid (zie guur 2), is het raadzaam een coördinator voor de implementatie van Actief Plus aan
te stellen binnen de gemeente1. Deze coördinator kan bijvoorbeeld een gemeentelijk beleidsmedewerker
zijn of werken in een gelieerde organisatie, bijvoorbeeld een buurtsportcoach of ouderenwelzijnswerker.
Deze coördinator is verantwoordelijk voor de verdeling en uitvoering van de noodzakelijke taken door de
samenwerkingspartners (zie hoofdstuk 3 voor de verschillende taken).
Figuur 2 Mogelijke samenwerkingspartners van gemeente
GEMEENTE
Provincie
Welzijns-
organisatie
Sociale
wijkteams
WMOGGD
...
Ouderenbonden
Overige
zorgverleners
...
Ouderen-
verenigingen
Regionale
huisartsenvereninging
Ouderen-
adviseurs
Noot
1 Dit rapport is speciek opgesteld voor gemeenten, de coördinerende rol kan ook vanuit een andere instelling uitge-
voerd worden, zoals een GGD, ouderenbond, zorginstelling of bedrijf.
9
Integratie van Actief Plus in de gemeente heeft verschillende voordelen:
• Een interventie die ‘gedragen’ wordt door meerdere bekende partijen verhoogt het vertrouwen van doel-
groep en andere partijen in de interventie, enkele voorbeelden:
º De doelgroep geeft aan eerder deel te nemen als gemeente uitnodigingen verstuurt.
º De doelgroep geeft aan eerder deel te nemen als de ouderenbond erachter staat.
• De interventie wordt geïntegreerd in de bestaande netwerken (de gemeente staat bijvoorbeeld vaak in
verbinding met het welzijnswerk en de sociale (wijk)teams), dat ten goede komt voor de duurzaamheid.
Mocht een partij op de lange termijn uitvallen, dan zijn er nog steeds andere partijen betrokken die taken
kunnen overnemen.
• De doelgroep kan op meerdere plaatsen terecht voor informatie, bijvoorbeeld bij de ouderenbond, wel-
zijnswerk, sociale wijkteam, fysiotherapeut of de huisarts.
• Er is een completer beeld van de beweegactiviteiten in de buurt (doordat de verschillende organisaties
deze kunnen doorgeven aan de projectleider), welke middels de Actief Plus interventie eenvoudig onder
de aandacht van de deelnemers gebracht kunnen worden.
• Organisatie van extra activiteiten die aansluiten op Actief Plus zijn beter haalbaar wanneer ze gezamenlijk
opgepakt worden (bijvoorbeeld extra beweegactiviteiten, of een openingsevent bij de start van Actief
Plus in een wijk, gemeente of regio).
• Initiatieven m.b.t. beweging, sociaal netwerk en zelfredzaamheid kunnen beter op elkaar afgestemd wor-
den (bijvoorbeeld fittesten voor 50-plussers, beweegmarkt en beweegmakelaar).
Integratie in het bestaande (activiteiten)aanbod
Veel gemeenten bieden verschillende initiatieven gericht op de gezondheid en zelfredzaamheid van oude-
ren, zoals beweegmarkten, ttesten en beweegmakelaars. Deze initiatieven bereiken veelal de al gemoti-
veerde ouderen. Actief Plus is zeer laagdrempelig en ook in staat om de minder gemotiveerde doelgroep te
bereiken. Bovendien zijn de Actief Plus adviezen recentelijk uitgebreid met onderdelen over de link tussen
beweeggedrag, sociaal netwerk, sociale steun en bewegen met een chronische aandoening. Deze adviestek-
sten worden getoond aan deelnemers voor wie dat relevant is, bijvoorbeeld voor mensen waarbij uit de vra-
genlijst blijkt dat ze eenzaam zijn, of worden beperkt door een chronische aandoening. Deelnemers worden
gestimuleerd om te gaan bewegen zodat ze in contact komen (of blijven) met mensen en omgekeerd. Deze
stimulans kan versterkt worden door het integreren van Actief Plus en het bestaande activiteitenaanbod
door deelnemers te wijzen op relevante initiatieven (zie bijlagen 4 voor de toepassing van de netwerkbena-
dering in gemeente Heerlen).
Het voordeel van Actief Plus is dat lokale
initiatieven onder de aandacht gebracht kunnen
worden. In de gemeente Heerlen is bijvoorbeeld
het beweegaanbod van Meer Bewegen voor
Ouderen (MBvO) door de welzijnsorganisatie
aan de adviezen toegevoegd (zie box 2), waarna
deelnemers aangaven dat zij sinds deelname
aan Actief Plus ook gebruik hebben gemaakt
van dit beweegaanbod. Naast het georganiseer-
de aanbod, worden deelnemers gestimuleerd
om zelf initiatief te nemen, buiten het aanbod
van MBvO. Een deel van de deelnemers gaf aan
dat zij zelf groepsactiviteiten georganiseerd had-
den, zoals wandelen met anderen. Dit laat zien
dat deelnemers van Actief Plus niet alleen meer
bewegen, maar ook zelf gezamenlijke activiteiten organiseren. Beweging, sociaal contact en organisatie-
vermogen zijn belangrijke randvoorwaarden voor zelfredzaamheid.
Box 2 Gemeente Heerlen als voorbeeld
• Het lokale MBvO-aanbod is aan het Actief Plus advies
toegevoegd.
• 14% van de deelnemers geeft aan dat hun sociale netwerk
vergroot is na deelname aan Actief Plus.
• Eenzaamheid daalde blijvend, zelfs richting de wintermaanden.
• 29% van de deelnemers gaf aan dat zij de adviezen en/of
vragenlijsten besproken hebben met familie/vrienden of
hulp-/zorgverlening, waardoor Actief Plus een reden blijkt te
zijn voor contact met anderen.
10
Aansluiting bij lokale initiatieven voor digitale redzaamheid
Naast het beweegaanbod, kan Actief Plus ook
ingangen bieden voor digitale redzaamheid. Bij
online deelname aan Actief Plus kan ondersteu-
ning geboden worden, in het bijzonder wanneer
gekozen wordt voor een specieke doelgroep,
zoals alleenstaande 65-plussers. Hiervoor kan
worden samengewerkt met lokale initiatieven
die mensen helpen met computer- en internet-
gebruik (zie box 3). De ondersteuning omvat
m.n. het online invullen van vragenlijsten en het
opvragen van de adviezen, en kan geheel wor-
den uitgevoerd door vrijwilligers van dergelijke
initiatieven, mits zij tijdig en uitgebreid op de
hoogte zijn van wat er van hen verwacht wordt.
Daarnaast moet er een mogelijkheid zijn om
extra informatie in te winnen naar aanleiding van de uitnodigingsbrief. De uitnodigingsbrief moet daarom
duidelijk mogelijkheden bieden om laagdrempelig contact op te nemen (liefst telefonisch).
Draagvlak voor bereik en duurzaamheid
Het netwerk van partijen dat meewerkt aan de
interventie kan veel mogelijkheden bieden om
Actief Plus bij ouderen en relevante anderen
onder de aandacht te brengen. Alle betrokken
partijen kunnen dit doen met folders, posters,
nieuwsbrieven en in consulten of andere vormen
van contact. Daarnaast is het met meerdere par-
tijen beter haalbaar om in te spelen op de be-
hoefte van de doelgroep, door bijvoorbeeld het
organiseren van een openingsevent (zie box 4), of
extra groepsactiviteiten. Zo gaat beweeggedrag
en sociaal netwerk leven in de gemeenschap.
Actief Plus is een zichtbare manier om aandacht
te geven aan het gemeentelijke beleid en hoe
dit vorm krijgt in toepassingen voor ouderen.
Gemeenten zijn in toenemende mate verant-
woordelijk voor de gezondheid van burgers, en
Actief Plus kan leiden tot positieve berichtgeving
hierover. De doelgroep geeft aan dat een uit-
nodigingsbrief vanuit de gemeente betrouwbaar
overkomt, en dat ze hierdoor eerder overwegen
deel te nemen. Daarnaast bleek bij implemen-
tatie in gemeente Heerlen dat er ruime media-
aandacht was in de regio (ook buiten de eigen
gemeente). Bovendien communiceert de Open Universiteit zoveel mogelijk over Actief Plus en haar licentie-
houders, d.m.v. nieuwsbrieven en persberichten.
Box 3 Gemeente Heerlen als voorbeeld
• In gemeente Heerlen werd samengewerkt met vrijwilligers
van de Knoppenwinkel, een initiatief van de welzijns-
organisatie dat ondersteunt bij computer- en internetgebruik.
• 13% van de online deelnemers heeft beroep gedaan op
ondersteuning.
• De ondersteuning heeft grotendeels telefonisch of op locatie
plaatsgevonden, waarbij ondersteuning geleidelijk is over-
gegaan van de projectgroep naar de vrijwilligers van de
Knoppenwinkel.
Box 4 Openingsevent
• Een feestelijke start leidt tot:
- Media-aandacht
- Betrokkenheid van de doelgroep, en van de intermediaire
partijen
- Fysieke plek om informatie te verkrijgen
- Faciliteren van contact tussen deelnemers
- Deelnemers kunnen beweging ervaren (als er wordt
gekozen voor demonstraties).
• Mogelijke genodigden zijn de doelgroep, pers, lokaal beweeg-
aanbod en samenwerkingspartners.
• Locatie kan een culturele inslag hebben om beleid gericht op
ouderen, gezondheid en cultuur te koppelen.
• In gemeente Heerlen is gekozen voor een opening in een
bibliotheek/culturele instelling in de stad met een speech
door de betrokken wethouder.
• Voor de ouderen stond koe en vlaai klaar om onderlinge
sociale contacten te vergemakkelijken.
11
3 STAPPENPLAN OM ACTIEF PLUS TE INTEGREREN IN DE GEMEENTE
In onderstaand overzicht wordt de werkwijze voor het uitvoeren van Actief Plus beknopt beschreven in een
checklist. Hierbij wordt rekening gehouden met de context van de gemeente. De checklist kan per wijk uit-
gevoerd worden, of direct voor het gehele implementatiegebied. Voordeel van per wijk werken is het meene-
men van successen en leerpunten naar andere wijken. Voordeel van direct uitvoeren in het gehele gebied is
dat o.a. naamsbekendheid en netwerk opzetten vaak automatisch alle wijken aangaan.
1 Stel een coördinator aan die onderstaande taken uitvoert en/of verdeelt, bijvoorbeeld een beleidsmede-
werker, buurtsportcoach of ouderenwelzijnswerker.
2 Zoek naar relevante samenwerkingspartners voor Actief Plus en de doelgroep (zie bijlage 3 voor relevante
partijen). De samenwerking kan voordelig zijn bij de financiering (hetzij d.m.v. interne gelden, hetzij met
externe financiering zoals subsidie). De Open Universiteit kan brieven en folders verstrekken om relevante
partijen te informeren over Actief Plus.
3 Leg taken van de samenwerkingspartners op de korte en de lange termijn helder vast, zodat er tijdens de
uitvoering van het project geen onduidelijkheid kan ontstaan en het lange termijn aanbod van Actief Plus
gewaarborgd is.
4 Breng eventuele overige relevante partijen (naast de samenwerkingspartners) op de hoogte van het pro-
ject middels algemene folders over Actief Plus.
5 Stel een verspreidingsmethode op met daarin:
a Wat is de doelgroep, wie worden uitgenodigd om deel te nemen?
b Via welke wegen wordt deze doelgroep optimaal bereikt?
c Op welke wijze wordt deze doelgroep uitgenodigd? (via uitnodigingsbrieven van de gemeente, of als
selectief instrument door bijvoorbeeld sociale (wijk)teams).
6 Breng bestaande initiatieven gericht op beweging en sociale contacten voor ouderen in kaart (denk aan
Meer Bewegen voor Ouderen, maar ook sociale activiteiten zoals gezamenlijke moestuin, maatjes en
computercursussen) en verwerk deze informatie in Actief Plus.
7 Besluit op welke wijze Actief Plus geïmplementeerd wordt: alleen digitaal (web-omgeving), schriftelijk
(per post) of beiden. Indien Actief Plus ook schriftelijk wordt aangeboden, dient helder te zijn welke orga-
nisatie(s) verantwoordelijk zijn voor de benodigde werkzaamheden (zoals het invoeren van de schriftelij-
ke vragenlijsten en het verzenden van de adviezen).
8 Bepaal op welke wijze de doelgroep extra informatie kan inwinnen, bijvoorbeeld een telefonisch contact-
punt of een fysieke plaats.
9 Optioneel: Organiseer zo nodig extra activiteiten gericht op beweging, sociale contacten en/of digitale
vaardigheden voor de doelgroep.
10 Plan en organiseer methoden om naamsbekendheid te krijgen onder de doelgroep en relevante stake-
holders (PR zoals informatieverstrekking, nieuwsberichten, speciale activiteiten en een openingsevent).
11 Overleg regelmatig met de samenwerkingspartners om de voortzetting van Actief Plus op financieel en
praktisch gebied te waarborgen.
12 Evalueer de werkwijze regelmatig en pas deze waar nodig aan. Voor duurzame implementatie is het es-
sentieel om de werkwijze onder de loep te houden en bij te sturen om het proces werkbaar en realistisch
te houden.
Deze stappen kunnen zelfstandig door een gemeente genomen worden. De Open Universiteit kan echter
altijd ondersteunen d.m.v. het delen van eerdere ervaringen en bestaande materialen.
12
4 BIJLAGEN
Bijlage 1 Hoe ziet Actief Plus eruit en hoe gaat het in zijn werk?
Met behulp van een vragenlijst (die de deelnemer zelf (digitaal of op papier) invult op eigen voorkeurstijd
en plaats) worden de demograsche kenmerken van de deelnemer, het beweeggedrag, de intentie om vol-
doende te bewegen, de opvattingen, kennis, behoeften en de ervaren barrières van de deelnemer in kaart
gebracht. Na het invullen van deze eerste vragenlijst ontvangen de deelnemers hun eerste advies-op-maat.
Dit eerste advies heeft tot doel de deelnemer bewust te maken van hun eigen fysieke activiteit en om hen te
motiveren om actiever te worden. Daarnaast ontvangt de deelnemer beweegsuggesties welke aansluiten bij
de behoefte van de deelnemer. Wil de deelnemer bijv. binnen of buiten bewegen, mag dit geld kosten, wil de
deelnemer samen met anderen bewegen of alleen? Al deze behoeften zijn per deelnemer middels de vra-
genlijst in kaart gebracht en hierop kan dus gepersonaliseerd advies worden gegeven. De deelnemer krijgt
zowel suggesties voor sportieve activiteiten die aansluiten bij de behoefte van de deelnemer, als beweegs-
uggesties die eenvoudiger in te passen zijn in het dagelijks leven van de deelnemer zoals het nemen van de
trap, een bushalte eerder uitstappen, het doen van huishoudelijke activiteiten of tuinieren. Ook worden deel-
nemers gemotiveerd om zelf beweeggroepjes (zoals wandelgroepjes) op te richten of om klusjes voor elkaar
te doen (zoals het wassen van ramen, verzorgen van de tuin en ophangen van een schilderijtje) om ook op
deze manier in beweging te blijven.
Figuur 3 Schematische weergave van deelname aan Actief Plus
In de Actief Plus interventie zelf worden dus geen concrete beweegactiviteiten uitgevoerd, maar het mo-
tiveert de deelnemer om goed na te denken over hoe men meer wilt gaan bewegen, het verhoogt de per-
soonlijke motivatie en het zelfvertrouwen om meer te kunnen bewegen. Ook krijgt men advies hoe men het
beweeggedrag ook echt kan volhouden door goed te plannen en het bewegen in te bouwen in het dage-
lijks functioneren. Actief Plus geeft suggesties voor beweegmogelijkheden die aansluiten bij de behoefte
van de deelnemers en het verwijst de deelnemer naar websites, organisaties of andere informatie waar de
deelnemer meer informatie kan vinden over de beweegmogelijkheden in de eigen omgeving. Bestaande
activiteiten binnen de gemeente zoals Meer Bewegen voor Ouderen (MBvO) kunnen dan ook eenvoudig ge-
integreerd worden in de Actief Plus interventie. Ook ontvangt de deelnemer bij ieder advies enkele bewee-
goefeningen die de deelnemer eenvoudig thuis uit kan voeren. De beweegoefeningen zijn speciaal gericht
op balans en krachttraining van spiergroepen die van belang zijn voor een oudere populatie.
Men wordt via een brief of persoonlijk uitgenodigd om deel te nemen. Er kan direct
online ingelogd worden met de gegevens uit de brief. Indien de mogelijkheid wordt
geboden, kan men schriftelijke deelname aanvragen.
WERVING
Deelnemers ontvangen na het invullen van de 1e vragenlijst direct online een
1e advies-op-maat. Schriftelijke deelnemers ontvangen het advies binnen
2 weken per post.
START
Deelnemers ontvangen een aanvullend 2e advies-op-maat gericht op het
volhouden van beweeggedrag.
2 MAANDEN
Deelnemers ontvangen nogmaals een vragenlijst, gevolgd door een
3e advies-op-maat waarin wordt ingegaan op de veranderingen sinds de start van
Actief Plus.
3 MAANDEN
Deelnemers ontvangen een laatste vragenlijst om de eecten op lange termijn
te meten.
6 MAANDEN
13
Na 2 maanden ontvangt de deelnemer een tweede advies-op-maat. De deelnemer krijgt een overzicht van
tips en trucs om het beweeggedrag vol te houden, weer afgestemd op zijn/haar kenmerken. Denk hierbij
aan nieuwe beweegsuggesties, en tips over hoe de deelnemer om kan gaan met de barrières die deze tegen
komt in het uitvoeren van het beweeggedrag (zoals door de deelnemer zelf aangegeven in de vragenlijst).
De deelnemer wordt gevraagd plannen te maken voor beweegactiviteiten. Bijvoorbeeld ‘Ik ga elke maandag
na het avondeten een half uur wandelen’. Daarnaast wordt men gevraagd om te bedenken hoe om te gaan
met eventuele barrières. Hiervoor krijgen de deelnemers als hulp makkelijke invulformulieren. Deelnemers
leren ook zelf actief aan de slag te gaan om het bewegen vol te houden.
Drie maanden na het invullen van de eerste vragenlijst wordt de deelnemer nogmaals verzocht om een vra-
genlijst in te vullen. Aan de hand van deze tweede vragenlijst (waarvan de antwoorden gekoppeld worden
aan de antwoorden op de eerste vragenlijst) ontvangt de deelnemer een laatste advies-op-maat. Hierin
wordt feedback gegeven over de veranderingen in het beweeggedrag en de scores op motivatie, vertrouwen
in eigen kunnen, etc. sinds de basismeting: vooruitgang wordt aangemoedigd, bij terugval wordt ingegaan
op mogelijkheden om beweeggedrag alsnog te verhogen.
Het kenmerk van advies-op-maat (ook wel computer-tailoring) is dat de boodschap dus geheel wordt afge-
stemd op de individuele kenmerken van de deelnemer. Dit betreft zowel de demograsche kenmerken van
de deelnemer (zoals leeftijd, geslacht, opleidingsstatus, en gezondheid) als de scores van de deelnemers op
de verschillende determinanten van het beweeggedrag van de individuele deelnemer. Deze kenmerken wor-
den geïnventariseerd in de vragenlijsten die de deelnemer invult. Uit een grote database van adviesteksten
(welke op de achtergrond van Actief Plus draait) worden op basis van de antwoorden die de deelnemer geeft
in de vragenlijst bepaalde adviesteksten geselecteerd en gecombineerd tot een advies-op-maat, welke dus
voor iedere persoon uniek is. Iedere deelnemer krijgt zo die informatie die optimaal aansluit bij de persoon-
lijke kenmerken. Door deze personalisering wordt de informatie persoonlijk relevanter gemaakt waardoor ze
beter gelezen, verwerkt en onthouden worden (Brug, Oenema, & Campbell, 2003; Kroeze, Werkman, & Brug,
2006).
14
Bijlage 2 Voorbeeld van persoonlijk advies in Actief Plus
Antwoord in vragenlijst
Deel van bijbehorende adviezen:
“ U gaf aan last te hebben van een chronische longaandoening. Door regelmatig te bewegen kan uw lichaam
beter om gaan met zuurstof, waardoor u met minder zuurstof toch meer kunt doen. Geschikte activiteiten
zijn activiteiten die uw uithoudingsvermogen verbeteren, zoals: wandelen, etsen, zwemmen, golf, badmin-
ton, cardiotness en yoga. Ook nordic walking is een zeer geschikte sport voor mensen met een longaan-
doening. Door het gebruik van de nordic walkingstokken gaat u beter recht op lopen waardoor u meer lucht
krijgt, en traint u de spieren van uw borstkast. U kunt op de Actief Plus website onder de knop ‘Vind sportmo-
gelijkheden’ kijken welke sportverenigingen of accommodaties er in uw omgeving zijn.”
“Met zijn tweeën bewegen is vaak gezelliger dan alleen. In de vragenlijst geeft u aan niemand te hebben
om mee samen te bewegen. Misschien is het dan een goed idee om op zoek te gaan naar iemand met wie u
samen kunt bewegen: een beweegpartner! Daar helpen wij u graag een handje bij! In dit advies geven wij u
een aantal manieren om een beweegpartner te vinden.”
Wordt u in uw bewegen beperkt door één van de volgende aandoeningen (wanneer u meer dan één
aandoening hebt, kruis dan de twee aandoeningen aan waarvan u het meeste last hebt).
Ik heb geen aandoening Reuma
Artrose Hersenbloeding/cva
Depressie Diabetes
Hartaandoening Ernsge rugklachten
Longaandoening Botontkalking
Overige (chronische aandoeningen)
Hebt u één of meerdere vaste beweegpartners (iemand waarmee u regelmag aan beweging doet,
bijvoorbeeld sporten, wandelen, enzovoorts)?
Ja
Nee
15
Voorbeeld van een bijlage in het advies-op-maat voor een deelnemer die heeft aangegeven dat een
longaandoening hem/haar beperkt in het bewegen:
16
Bijlage 3 Mogelijke samenwerkingspartijen en hun visie op Actief Plus
De gemeente
Gemeenten hebben sinds 2015 nieuwe taken op het gebied van werk, participatie, begeleiding en zorg,
waardoor onze doelgroep, alleenstaande ouderen met een beperking, meer afhankelijk wordt van de ge-
meente. De gemeente wordt gezien als een betrouwbare partij en is daarom erg geschikt om ouderen uit
te nodigen. Daarnaast kan de gemeente een rol spelen in het opzetten van een sociale kaart en activitei-
tenoverzicht en de uitvoering van het programma. Taken van de gemeente kunnen (afhankelijk van orga-
nisatiestructuur) uitgevoerd worden door eigen beleidsmedewerkers, of door medewerkers van gelieerde
organisaties, zoals sociale (wijk)teams, welzijnswerk en GGD.
GGD
De GGD bevordert de gezondheid van de inwoners in opdracht van gemeenten. Actief Plus sluit goed aan
bij de verantwoordelijkheden van de GGD, aangezien gezondheidsbevordering een belangrijke rol speelt in
deze organisatie. Daarnaast heeft de GGD een goed overzicht van andere initiatieven, waardoor integratie
van Actief Plus verbeterd kan worden.
Welzijnsorganisatie
Welzijnsorganisaties hebben als gemeenschappelijk doel om deelname aan de maatschappij te stimuleren.
Ze werken grotendeels wijkgericht, om direct contact met de mensen te vergroten. Beweging voor ouderen
is een speerpunt, en vaak wordt gewerkt met een beweegmakelaar of combinatiefunctionaris (soms vallen
deze al rechtstreeks onder de gemeente), waardoor er vaak een goed beeld van het activiteitaanbod is. De
welzijnsorganisatie speelt een belangrijke rol in het bereiken van de ouderen, het aansluiten bij bestaand
aanbod en de ondersteuning van lokale initiatieven die eventueel ontstaan.
Sociale (wijk)teams
De meerderheid van de gemeenten werkt al met sociale (wijk)teams, met name sinds de decentralisaties in
het sociale domein. Over het algemeen worden zo veel mogelijk hulpvragen binnen een team opgepakt, en
indien nodig doorverwezen naar specialistische zorg (Movisie, 2016). De sociale (wijk)teams staan dus in con-
tact met de inwoners van een gemeente en kunnen daarom gericht informatie over Actief Plus en beweeg-
gedrag geven aan ouderen, met name de professionals uit de eerstelijnszorg kunnen hierin een rol spelen.
Open Universiteit
De Open Universiteit speelt altijd een ondersteunende rol bij de implementatie van Actief Plus. Actief Plus
wordt doorlopend door de Open Universiteit ontwikkeld, aangescherpt en onderzocht op eectiviteit. Me-
dewerkers hebben ervaring met de implementatie en uitvoering van het programma en kunnen adviseren
in het proces. Daarnaast zijn zij aanspreekpunt voor vragen met betrekking tot de website en de inhoud van
Actief Plus, en kunnen zij ondersteunen d.m.v. het delen van eerdere ervaringen en bestaande materialen.
Ouderenbonden
Ouderenbonden behartigen de belangen van senioren en ouderen (50 jaar en ouder) op regionaal en lande-
lijk niveau. Over het algemeen is er een koepelorganisatie (bijvoorbeeld KBO, ANBO, PCOB) waaronder meer-
dere afdelingen vallen die op regionaal niveau actief zijn. De ouderenbonden spelen een voorbeeldrol voor
de doelgroep en kunnen een ambassadeursfunctie vervullen. In bijna alle ouderenbonden is beweging en
gezond ouder worden een speerpunt, waardoor Actief Plus goed aansluit bij de bestaande activiteiten.
Sportverenigingen en Meer Bewegen voor Ouderen
Sportverenigingen hebben vaak een seniorengroep en de sportscholen verbreden hun doelgroep. Daarnaast
is er laagdrempelig beweegaanbod voor 50-plussers onder de noemer Meer Bewegen voor Ouderen. Be-
weeglessen van MBvO worden geleid door speciek opgeleide en bijgeschoolde docenten, en zijn recentelijk
opgenomen in het overzicht van erkende interventies (december 2016, niveau ‘goed beschreven’). Het infor-
meren van Actief Plus deelnemers over dit bestaande beweegaanbod, zodat zij zich kunnen aansluiten bij
geschikte beweeggroepen, kan de mogelijke langdurige eecten op beweeggedrag vergroten.
17
Sportraad Provinciale sport stichting (o.a. Sportservice, Huis voor de Sport)
De Nederlandse provincies hebben een sportbeleid en het merendeel van de taken worden vervuld door de
regionale sportservices of huizen voor de sport. Zij werken veel samen met commerciële partners ten be-
hoeve van externe nanciering in aanvulling op nanciering vanuit de provincie (Kingma & Lucassen, 2014).
Over het algemeen hebben deze sportstichtingen als doel om in een bepaalde regio het beleid, instellingen
en activiteiten te ondersteunen, adviseren en coördineren die zich richten op sport- en beweegaanbod. Vaak
spelen zij een belangrijke rol bij de organisatorische zaken van vrijwilligers, en verzorgen voorlichting en op-
leiding bijvoorbeeld bij het project van Meer Bewegen voor Ouderen.
Eerstelijnszorg: huisartspraktijk
Huisartsenzorg richt zich in toenemende mate op preventie in de buurt en leefstijlverandering . Er is een NHG
zorgmodule opgesteld voor ‘Leefstijl: Bewegen’, gericht op mensen met risicofactoren of (chronische) ziekten
bij wie het aanleren van een gezond bewegingsgedrag onderdeel is van de behandeling (NHG, 2015). Aan de
hand van deze zorgmodule wordt het beweeggedrag en de barrières in kaart gebracht door de zorgverlener
waarna er een zorgproel wordt toegewezen. Op basis van het zorgproel worden verdere acties onderno-
men variërend van zelfmanagement tot begeleid bewegen. Actief Plus past in alle zorgproelen door de
tailoring die centraal staat in het programma.
Eerstelijnszorg: fysiotherapie
Bij een relatief grote groep kwetsbare ouderen, kan bij de uitvoering van bepaalde beweegactiviteiten pro-
fessionele begeleiding van belang zijn door complexiteit van klachten (multimorbiditeit). Bij aanwezigheid
van een chronische aandoening die het bewegen belemmerd, worden deelnemers gewezen op de moge-
lijkheid om advies in te winnen bij een fysiotherapeut. Daarnaast kan de fysiotherapie een rol spelen in het
wijzen van mensen op mogelijke deelname aan Actief Plus en het geven van eventuele extra informatie rond
het programma als bestaande patiënten uitgenodigd zijn om deel te nemen.
Andere organisaties met gezondheid, leefstijl en/of duurzaamheid als doelstelling(en)
Ook partijen met een winstoogmerk kunnen een bijdrage aan Actief Plus leveren. Een BV met gezondheid,
leefstijl of een ander relevant thema als missie, kan ingeschakeld worden voor ondersteunende taken zoals
het overnemen van uitvoerende taken (wanneer bijvoorbeeld gekozen wordt voor de schriftelijke variant), of
voor het organiseren van een openingsevent.
18
Bijlage 4 Good Practice – Implementatie in gemeente Heerlen
In 2015 ontving de Open Universiteit subsidie van Fonds NutsOhra (FNO) om Actief Plus in samenwerking
met een aantal relevante partijen te implementeren in gemeente Heerlen. Hierbij lag de focus op beweging,
sociaal contact en eenzaamheid onder alleenstaande ouderen en beperkingen door chronische aandoenin-
gen.
Het doel van het FNO project in gemeente Heerlen was om minimaal 500 alleenstaande 65-plussers met een
beperking te includeren, en hen te ondersteunen naar een gezondere leefstijl met meer beweging en een
beter sociaal netwerk. Dit zou uiteindelijk kunnen leiden tot een grotere zelfredzaamheid. Om dit doel te
bereiken, werd gewerkt met de volgende voornemens:
• Het integreren van Actief Plus in de bestaande sociale en professionele netwerken om de verspreiding en
het effect van de interventie verder te optimaliseren en sociale interactie verder te versterken.
• Intensief samenwerken met de gemeente en haar sociale buurtteams om de lokale implementatie van
Actief Plus en de beweegactiviteiten voor alleenstaande ouderen met een beperking verder versterken.
• Een rol geven aan sociale buurtteams en de welzijnsorganisatie in het enthousiasmeren van de doelgroep
om deel te nemen aan Actief Plus. Ook zouden zij doorverwijzen naar concrete beweegactiviteiten in de
buurt en de doelgroep stimuleren om (indien daar vraag naar is) gezamenlijk (beweeg)activiteiten te or-
ganiseren.
• Het promoten en ondersteunen van deelname aan de online variant van Actief Plus om deelname aan de
technologische samenleving te stimuleren.
• Het verwerken van de implementatiestrategie in het huidige project tot een adviesrapport voor andere
gemeenten in Nederland, met daarin informatie en een stappenplan over hoe bestaande sociale en pro-
fessionele netwerken binnen een gemeente ingezet kunnen worden om een advies-op-maat beweegin-
terventie te verspreiden onder ouderen en hoe dit traject kan leiden tot een gezondere leefstijl en een
beter sociaal netwerk.
De aanpassingen zijn door middel van een systematische, wetenschappelijke methode (Intervention Map-
ping) geformuleerd en uitgevoerd om de eectiviteit van het programma te waarborgen. Het proces van de
implementatie is geëvalueerd met de samenwerkingspartners. Daarnaast zijn de gegevens van de deelne-
mers geanalyseerd om onderstaande vragen te beantwoorden.
1 Hoeveel alleenstaande ouderen (met een chronische beperking ) zijn bereikt?
Door de gemeente Heerlen is de doelgroep met behulp van de GBA-gegevens geselecteerd, op basis van
de criteria 1) 65 jaar en ouder, 2) niet gehuwd en geen geregistreerd partnerschap, en 3) niet intramuraal
wonend. Dit leidde tot een aantal van 6751 ouderen die door middel van een persoonlijke wervingsbrief zijn
uitgenodigd om deel te nemen aan Actief Plus. Uiteindelijk namen 578 mensen mee aan Actief Plus (8,6%
van de doelgroep).
Van de deelnemers was 62,3% (n = 360) vrouw, en 71,8% (n = 415) gaf aan in het bewegen beperkt te zijn
door een chronische aandoening. De gemiddelde leeftijd was 76 ± 7,7 jaar, met een BMI van gemiddeld
27 ± 4,7 kg/m2. Het percentage online deelnemers was 55% (n = 319). Deelnemers in de online interventie
waren gemiddeld jonger (73 ± 6,4 vs. 79 ± 7,6 jaar; t-test p < 0,001) en hadden een hoger opleidingsniveau
(p < 0,001). Mannen deden vaker mee aan de online variant (63,1% van de mannen deden online mee t.o.v.
50,6% van de vrouwen; chi-kwadraattoets p = 0.003) en schriftelijke deelnemers waren vaker beperkt door
een chronische aandoening dan de online deelnemers (95,4% t.o.v. 52,7%; chi-kwadraattoets p < 0.001). BMI
verschilde niet tussen de online en schriftelijke deelnemers.
19
De doelgroep werd op verschillende manieren bereikt. De primaire wervingsmethode was met persoonlijke
wervingsbrieven. Daarnaast zijn in samenwerking met de samenwerkingspartners extra initiatieven opgezet
om Actief Plus bij de doelgroep onder de aandacht te brengen. Doordat Actief Plus via verschillende kanalen
bekend werd, werd de kans op deelnemen aan de interventie wellicht vergroot. De volgende wervingsactivi-
teiten zijn uitgevoerd:
– Persoonlijke wervingsbrieven door gemeente Deze brief werd eind april en begin mei naar de doelgroep
verstuurd. Omdat dit gelijk viel met de vakantieperiode, is besloten om een extra herinneringsbrief naar
de doelgroep te versturen. Van de deelnemers geeft 97,6% aan dat ze vanwege de brief van de gemeente
aan Actief Plus zijn gaan deelnemen.
– Openingsbijeenkomst Het project is feestelijk geopend door de wethouder van ruimte, centrum, cultuur,
ouderen en buurtgericht werken. De ouderen werden daarbij uitgenodigd voor koffie en vlaai om onder-
ling contact te vergemakkelijken. Hierbij waren circa 50 ouderen en circa 25 andere betrokkenen aanwe-
zig. Na de toespraak was er gedurende 1,5 uur gelegenheid om informatie over Actief Plus in te winnen,
waarbij medewerkers van de OU en de andere samenwerkende organisaties continu mensen te woord
stonden. De meeste mensen wilden concreter weten wat het programma inhield en wat ze ervan konden
verwachten. Mensen reageerden over het algemeen erg positief op de beantwoording van de vragen, en
zeiden in de meeste gevallen toe om deel te gaan nemen aan Actief Plus. Circa 15 mensen hebben zich
tijdens de bijeenkomst direct aangemeld voor deelname aan Actief Plus. Het bijbehorende persbericht
zorgde ervoor dat het project goed onder de aandacht kwam in de regio (ook buiten gemeente Heerlen).
– Folders naar organisaties en zorg- en hulpverleners De huisartsen, praktijkondersteuners en fysiothera-
peuten, sociale wijkteams en welzijnswerkers zijn middels een flyer op de hoogte gesteld van het project,
zodat zij potentiele deelnemers konden wijzen op Actief Plus en/of vragen konden beantwoorden. In de
vragenlijst gaf 5,4% aan dat zij via één van deze hulp- of zorgverleners bij Actief Plus zijn terecht geko-
men.
– Flyers op locaties Op verschillende locaties van o.a. het welzijnswerk en MBvO zijn flyers van het project
gelegd. Drie mensen zijn op die manier bij Actief Plus terecht gekomen.
– Nieuwsberichten Er zijn persberichten verstuurd voor de start en tijdens de periode waarin de doelgroep
werd uitgenodigd om deel te nemen. Ook werden deze berichten op social media gedeeld.
2 Hoe werd de doelgroep ondersteund bij het werken met Actief Plus?
Onderdeel van het FNO project was het aanbieden van ondersteuning bij digitale deelname aan Actief
Plus, om deelname aan de technologische samenleving te stimuleren. Ondersteuning werd geboden door
vrijwilligers van de Knoppenwinkel en medewerkers van Pole groep. De Knoppenwinkel is een initiatief van
Alcander welzijnswerk waar ouderen terecht kunnen voor persoonlijke ondersteuning bij het gebruik van
computers, internet en social media in cursusvorm maar ook met specieke vragen. Deze ondersteuning
wordt geboden op 4 locaties in de gemeente op vaste wekelijkse tijdstippen. Daarnaast was ook hulp aan
huis mogelijk.
In het project hebben 42 mensen beroep gedaan op de mogelijkheid om ondersteuning te ontvangen voor
online deelname. Het overgrote deel werd telefonisch geholpen door een medewerker van Pole. Daarnaast is
informatie verschaft op een centraal punt (Knoppenwinkel) door Pole (gedurende 4 weken) of een vrijwilliger
van Alcander. Tijdens de vier weken dat Pole aanwezig was op de Knoppenwinkels is de ondersteuning ge-
leidelijk door de vrijwilligers van Alcander overgenomen, omdat de vrijwilligers via dat regelmatige contact
met Pole meer betrokken werden bij Actief Plus en omdat de ondersteuning vaak gepaard ging met vragen
over internetgebruik in het algemeen (bijvoorbeeld e-mails sturen). Tweemaal is door Pole een huisbezoek
afgelegd ter ondersteuning bij online deelname. In de online vragenlijst gaven 32 deelnemers aan hulp te
hebben ontvangen bij het invullen van de eerste vragenlijst, waarvan 6 personen ondersteuning heeft ont-
vangen van Pole en/of Alcander (2% van totale online deelnemersaantal). De meerderheid (25 deelnemers,
8% van totale online deelnemersaantal) ontving hulp van familie of vrienden. Eén deelnemer had ondersteu-
ning van SGL (zorg- en dienstverlening aan lichamelijk en meervoudig gehandicapte mensen).
In de vragenlijst op 6 maanden werd gevraagd of de deelnemer de adviezen van Actief Plus met iemand
besproken heeft. Van de 250 deelnemers die de vraag beantwoord hebben, geven 73 mensen aan dat ze het
advies met iemand besproken hebben (29,2%). De adviezen werden vooral besproken met familie (25 deel-
nemers), vrienden (18 deelnemers) en met de fysiotherapeut (12 deelnemers). Verder werden de adviezen
besproken met huisarts, praktijkverpleegkundige, medisch specialist, thuiszorg en het Actief Plus team.
20
3 In hoeverre zijn er blijvende (beweeg)activiteiten georganiseerd, en worden die gedragen door
de doelgroep?
Uit een kleinschalige evaluatie onder 10 vakdocenten van Meer Bewegen voor Ouderen (MBvO, georgani-
seerd door welzijnswerk Alcander) blijkt dat geen van hun deelnemers expliciet heeft aangegeven zelf een
groep te willen opzetten. Wel gaf één vakdocent aan dat er een nieuwe deelnemer bij de groep was aange-
sloten. Echter bleek ook dat slechts twee van de docenten op de hoogte was van het Actief Plus project, on-
danks dat er via de welzijnsorganisatie informatie is verstuurd naar alle vakdocenten.
Uit vragenlijsten van de deelnemers blijkt dat het beweegaanbod van het lokale MBvO sinds deelname aan
Actief Plus door 37 deelnemers gebruikt is (6% van totaal aantal deelnemers). Naast het georganiseerde aan-
bod, werden deelnemers gestimuleerd om zelf initiatief te nemen of bestaande initiatieven op te zoeken, en
112 deelnemers (19%) gaven aan dat zij zelf een beweegactiviteit hebben opgepakt, buiten het aanbod van
MBvO. In totaal (MBvO en eigen initiatief samen) hebben 78 deelnemers (13%) aan ten minste één groepsbe-
weegactiviteit deelgenomen sinds zij aan Actief Plus deelnamen. 27 mensen gaven aan dat zij een activiteit
groepsverband deden en dit zelf georganiseerd hadden, zoals wandelen met anderen. Dit laat zien dat deel-
nemers van Actief Plus niet alleen meer bewegen, maar ook zelf gezamenlijke activiteiten organiseren. Bewe-
ging, sociaal contact en organisatievermogen zijn belangrijke randvoorwaarden voor zelfredzaamheid.
4 Heeft de interventie geleid tot meer beweeggedrag bij de doelgroep?
Uit de vragenlijsten blijkt dat het aantal deelnemers dat aan de beweegnorm voldoet (minimaal 150 minuten
actief per week verdeeld over minimaal 5 dagen) is toegenomen van 25% bij de start naar respectievelijk
41% en 39% na drie en zes maanden (p < 0,001, guur 4a). Het aantal minuten beweging steeg na 3 maan-
den signicant met 180 minuten per week ten opzichte van de start van Actief Plus (p < 0,001, guur 4b).
Op 6 maanden na de start was het aantal minuten beweging per week niet signicant hoger dan de start (p
= 0,499; noot: de start van Actief Plus was in mei waarin beweeggedrag over het algemeen hoger is dan in
november waarin de eindmeting plaatsvond). Echter, het aantal dagen per week waarop men minimaal 30
minuten zegt te bewegen steeg wel van 3 naar 4 dagen per week vanaf de start tot zes maanden (p < 0,001).
Dit kan betekenen dat deelnemers hun beweging gelijkmatiger over de week verdelen, en daardoor op min-
der dagen te inactief zijn.
Figuur 4a en b Het percentage deelnemers dat voldeed aan beweegnorm en het mediaan aantal minuten
beweging per week gedurende het Actief Plus project.
* Signicant verschillend van startmeting.
Daarbij moeten twee zaken in gedachten gehouden worden, namelijk dat het seizoen een rol kan spelen
en dat onbekend is hoe de groep niet-deelnemers zich heeft ontwikkeld. Actief Plus is in april/mei van start
gegaan, dat betekent dat de meting na 6 maanden in het najaar valt (oktober/november), waarin beweegge-
drag over het algemeen lager is dan in het voorjaar toen de startmeting plaatsvond. Daarnaast is in weten-
schappelijk onderzoek naar Actief Plus met een controlegroep bewezen dat het aantal minuten beweging
na 6 maanden wel signicant was gestegen en na 12 maanden ook vergelijkbaar was met de start, maar dat
de groep die niet deelnam aan het programma signicant verslechterde (Peels, Bolman, et al., 2013; Peels,
van Stralen, et al., 2014). Uit deze studies weten we dat Actief Plus heeft voorkomen dat een achteruitgang
in beweeggedrag plaatsvond, en met inachtneming van het seizoenseect kan dat hier ook het geval zijn
geweest.
% voldoet aan beweegnorm
0
5
mei augustus november
10
15
20
25
30
35
40
* *
minuten beweging per week
400 mei augustus november
500
600
700
*
21
5 Heeft de interventie geleid tot een beter/groter sociaal netwerk?
Zoals beschreven bij deelvraag 3 (‘In hoeverre zijn er blijvende
(beweeg)activiteiten georganiseerd, en worden die gedragen
door de doelgroep?’) hebben 78 deelnemers deelgenomen aan
een groepsbeweegactiviteit sinds deelname aan Actief Plus.
Op de drie meetmomenten is een gevalideerde schaal gebruikt
om eenzaamheid te meten (de Jong Gierveld & van Tilburg,
2008). Op een schaal van 0 (niet eenzaam) tot 6 (zeer eenzaam)
was de gemiddelde score op baseline 2,9 (± 2,1). Na 3 maanden
en 6 maanden was dit signicant gedaald tot een score van
respectievelijk 2,4 (± 2,2) en 2,2 (± 2,1) (p < 0,001, guur 5). Dit
impliceert dat deelnemers zich blijvend minder eenzaam voe-
len. Bovendien gaven 82 deelnemers (14%) aan dat zij sinds hun
deelname aan Actief Plus nieuwe mensen hadden leren kennen,
waarvan het overgrote deel (78%) aangaf dit plezierig te vinden
en/of dat het hun leven verrijkte.
6 Hoe zijn activiteiten geëvalueerd door de verschillende betrokken partijen?
Naast de eerdergenoemde procesresultaten is het implementatietraject met interviews en vragenlijsten ge-
evalueerd met welzijnsorganisatie (Alcander), beleidsmedewerkers van de gemeente Heerlen, de betrokken
ouderenbonden, de huisartsenvereniging (HOZL), vakdocenten van MBvO en fysiotherapeuten.
De betrokken partijen waren erg positief over de opzet en de resultaten van de openingsbijeenkomst. Door
de samenwerking met Gemeente Heerlen was het mogelijk om de opening onder de aandacht te brengen
bij de wethouders, die graag hun medewerking verleenden. In de tijd die beschikbaar was, was het niet mo-
gelijk om de groepsvorming binnen de doelgroep tijdens de bijeenkomst te stimuleren. Ook waren er geen
activiteiten georganiseerd waarin mensen het bewegen konden ervaren. Contacten met fysiotherapeuten,
de beweeggroepen van Alcander en de wandelgroepen van de ouderenbonden waren hier idealiter voor
ingezet.
De welzijnsorganisatie was tevreden met de respons van 9% uit de doelgroep van alleenstaande ouderen
met een chronische aandoening. De taken die zijn uitgevoerd vielen binnen de verantwoordelijkheden die al
bij de welzijnsorganisatie lagen, dus dat sloot goed aan. Het belangrijkste leerpunt uit het huidige traject is
dat de betrokkenheid van partijen afhankelijk is van de mate waarop de betreende partijen organisatorisch
op orde zijn. De Sociale Buurtteams kregen bijvoorbeeld een prominente rol in het projectvoorstel om de
ouderen te bereiken. Alcander vormde de tussenpersoon in de communicatie naar de Sociale Buurtteams.
Echter werden de Sociale Buurtteams op moment van implementatie van Actief Plus overvraagd vanwege
de steeds grotere verantwoordelijkheid van de gemeentes wat betreft hulpverlening. De uiteindelijke rol
van de Sociale Buurtteams in het huidige project is hierdoor beperkt gebleven. De Sociale Buurtteams zijn
tijdens het project wel ingelicht over het feit dat alleenstaande ouderen in de gemeente zouden worden
uitgenodigd voor deelname aan Actief Plus, en over de inhoud van de interventie. Ook werden zij gewezen
op hun eventuele rol in het enthousiasmeren van mensen om deel te nemen en om evt. uitleg te geven over
het programma. Tijdens de evaluatie gaf de welzijnsorganisatie aan dat de rol van de Sociale Buurtteams in
de toekomst daadwerkelijk uitgevoerd zou kunnen worden, waarbij zij kunnen ouderen verwijzen naar Actief
Plus, en hen kunnen attenderen op het belang van beweging en adviseren bij vragenlijsten en adviezen. Ook
ziet welzijnsorganisatie een mogelijke rol voor sportconsulenten, maar momenteel zijn deze met name nog
gericht op jongeren.
Uit evaluatie met de gemeente Heerlen kwamen deels dezelfde punten naar voren als uit de evaluatie met
de welzijnsorganisatie. Zo werd genoemd dat de huidige werkwijze ook passend is bij de gebruikelijke werk-
wijze (dus zonder subsidie zou de taakverdeling gelijkaardig zijn), en dat de Sociale Buurtteams ten tijde van
implementatie nog niet in staat waren een centrale rol te vervullen. Actief Plus past prima binnen de beleids-
speerpunten van gemeenten op de gebieden van Gezondheid, Ouderen en WMO, waarbij het een mooie
kans is om de schotten tussen de verschillende gemeentelijke programma’s te verwijderen.
gevoel van eenzaamheid
2,0 mei augustus november
2,5
3,0
*
*
Figuur 5 De mediaan van gevoel van
eenzaamheid gedurende het
Actief Plus project.
* Signicant verschillend van
startmeting
22
De verschillende (afdelingen van) betrokken ouderenbonden vonden de samenwerking erg waardevol, met
name omdat beweging bij de meeste afdelingen één van de speerpunten is. Een aantal afdelingen zag het
zelfs als hun plicht als seniorenvereniging om Actief Plus te steunen. Zij hebben yers verspreid onder de
leden, mond-tot-mond reclame gemaakt, hebben deelgenomen aan de focusgroep en waren aanwezig bij
de opening van het project. De ouderenbonden vonden dat Actief Plus ten goede is voor het welzijn van de
ouderen. Ook werd benoemd dat het meerwaarde heeft om een project collectief te ondersteunen, i.p.v. als
individuele organisatie iets opzetten.
De huisartsenorganisatie heeft informatie verstuurd naar de huisartsen en praktijkondersteuners in de ge-
meente Heerlen. De samenwerking met de huisartsenorganisatie is tijdig gezocht, en dat bleek noodzakelijk
omdat er verschillende programma’s tegelijkertijd in de eerstelijnszorg lopen. Het was daarom belangrijk dat
duidelijk was wat Actief Plus toevoegt en hoe het in het bestaande aanbod paste. De huisartsenorganisatie
was te spreken over de opgezette samenwerking om mensen van meerdere kanten hetzelfde signaal te ge-
ven. Echter, tijdens dit project konden deelnemers slechts gedurende twee maanden starten met Actief Plus.
Idealiter is Actief Plus altijd een optie voor de praktijkondersteuner om mensen naar door te verwijzen.
Onder de vakdocenten van MBvO is een vragenlijst verspreid, die door 10 docenten is ingevuld. 40% gaf
aan dat zij Actief Plus niet kenden. De andere 60% gaf aan dat zij (globaal) wisten wat Actief Plus inhield.
20% van de vakdocenten gaf aan dat Actief Plus aangekaart is tijdens een beweegactiviteit. Eén vakdocent
gaf aan dat zich 1 nieuwe deelnemer heeft aangesloten bij de activiteit. Over het algemeen geven de vak-
docenten aan dat het aantal deelnemers aan hun activiteiten onveranderd is, terwijl uit de vragenlijsten van
deelnemers blijkt dat er toch deelnemers hebben deelgenomen aan het MBvO aanbod. Mogelijk heeft Actief
Plus niet voldoende geleefd bij de vakdocenten, waardoor zij ook minder bewust waren van de implemen-
tatie, en daardoor ook niet konden inspelen op Actief Plus (mensen erop wijzen, vragen naar de adviezen).
Daarom wordt aangeraden (op advies van de vakdocenten) om Actief Plus meer onder de aandacht te bren-
gen, door middel van yers en evt. een presentatie. De yers in dit project zijn eenmaal digitaal naar de vak-
docenten verzonden waardoor het bereik en de aandacht wellicht te beperkt was.
Voor aanvang van het project zijn 35 fysiotherapiepraktijken benaderd om mee te denken met het speci-
ceren van de Actief Plus adviezen voor ouderen met een chronische aandoening. Daarvan hebben 11 praktij-
ken medewerking verleend, waarna zij ook yers konden verspreiden bij de start van het project. De overige
praktijken konden/wilden niet betrokken worden vanwege o.a. niet voorbestaan van de praktijk, drukte in de
periode van contact opnemen, en vrees voor concurrentie door Actief Plus. Niet alle medewerkende praktij-
ken hebben daadwerkelijk mensen gewezen op het Actief Plus programma, daarbij werd aangegeven dat er
op dat moment niet aan gedacht was, of dat er toch te weinig informatie was. Dit onderstreept het belang
van heldere en herhaaldelijke informatievoorziening naar betrokken partijen.
23
Bijlage 5 Achtergrondinformatie
Meer gedetailleerde informatie over Actief Plus is te vinden in bijlage 1, op www.loketgezondleven.nl en op
www.netwerkinbeweging.nl/interventies/overzicht/21287. De interventie is ook opgenomen in de Menu-
kaart Sportimpuls, voor informatie zie www.sportindebuurt.nl/sportimpuls/.
Het Actief Plus programma is uitgebreid geëvalueerd, aangepast en onderzocht door de Open Universiteit.
Na een grootschalig gerandomiseerd onderzoek bleek het programma eectief in het vergroten van be-
weeggedrag op korte en lange termijn. De bevindingen van de onderzoeken zijn uitgewerkt in een aantal
(wetenschappelijke) publicaties, de meest relevante zijn:
• Peels, D. A., Hoogenveen, R. R., Feenstra, T. L., Golsteijn, R. H. J., Bolman, C., Mudde, A. N., . . . Lechner, L.
(2014). Long-term health outcomes and cost-effectiveness of a computer-tailored physical activity inter-
vention among people aged over fifty: modeling the results of a randomized controlled trial. BMC Public
Health, 14, 1099.
• Peels, D. A., van Stralen, M. M., Bolman, C., Golsteijn, R. H., de Vries, H., Mudde, A. N., & Lechner, L. (2014).
The differentiated effectiveness of a printed versus a Web-based tailored physical activity intervention
among adults aged over 50. Health Educ Res, 29(5), 870-882. doi:10.1093/her/cyu039
• Peels, D. A., Mudde, A. N., Bolman, C., Golsteijn, R. H. J., De Vries, H., & Lechner, L. (2014). Correlates of the
intention to implement a tailored physical activity intervention: perceptions of intermediaries. Int J En-
viron Res Public Health, 11(1185-1903).
• Peels, D. A., Bolman, C., Golsteijn, R. H., de Vries, H., Mudde, A. N., van Stralen, M. M., & Lechner, L. (2013).
Long-term efficacy of a printed or a Web-based tailored physical activity intervention among older adults.
Int J Behav Nutr Phys Act, 10, 104. doi:10.1186/1479-5868-10-104
• Peels, D. A., De Vries, H., Bolman, C., Golsteijn, R. H. J., Van Stralen, M. M., Mudde, A. N., & Lechner, L. (2013).
Differences in the use and appreciation of a Web-based or printed computer tailored physical activity in-
tervention for people aged over fifty. Health Educ Res, 28(4), 715-731.
• Peels, D. A., Van Stralen, M. M., Bolman, C., Golsteijn, R. H. J., De Vries, H., Mudde, A. N., & Lechner, L. (2012).
The Development of a Web-Based Computer Tailored Advice to Promote Physical Activity Among People
Older Than 50 Years. J Med Internet Res, 14(2), e39.
• Van Stralen, M. M., Kok, G., De Vries, H., Mudde, A. N., Bolman, C., & Lechner, L. (2008). The Active Plus pro-
tocol: systematic development of two theory and evidence-based tailored physical activity interventions
for the over-fifties. BMC Public Health, 8, 399.
Actief Plus wordt constant verder ontwikkeld. Eerder is het programma al doorontwikkeld naar OncoActief,
speciaal voor mensen die herstellen van darm- of prostaatkanker (www.ou.nl/web/psychologie/oncoactief).
Sinds 2016 richt Actief Plus zich ook op de relatie tussen beweging en cognitief functioneren bij ouderen
(www.ou.nl/web/psychologie/bewegen-en-cognitief-functioneren)
24
LITERATUURVERWIJZINGEN
De Jong Gierveld, J., & van Tilburg, T. (2008). De ingekorte schaal voor algemene, emotionele en sociale een-
zaamheid. Tijdschr Gerontol Geriat, 39, 4-15.
Kingma, E., & Lucassen, J. (2014). Sportbeleid binnen provincies: Een onderzoek naar de relatie tussen betrokken
partijen en de invloed van de veranderde omgeving op het bestuur. Retrieved from Utrecht:
NHG. (2015). Zorgmodule Leefstijl Bewegen. Retrieved from
Peels, D. A., Bolman, C., Golsteijn, R. H., de Vries, H., Mudde, A. N., van Stralen, M. M., & Lechner, L. (2013).
Long-term efficacy of a printed or a Web-based tailored physical activity intervention among older adults.
Int J Behav Nutr Phys Act, 10, 104. doi:10.1186/1479-5868-10-104
Peels, D. A., de Vries, H., Bolman, C., Golsteijn, R. H., van Stralen, M. M., Mudde, A. N., & Lechner, L. (2013).
Differences in the use and appreciation of a web-based or printed computer-tailored physical activity
intervention for people aged over 50 years. Health Educ Res, 28(4), 715-731. doi:10.1093/her/cyt065
Peels, D. A., Hoogenveen, R. R., Feenstra, T. L., Golsteijn, R. H., Bolman, C., Mudde, A. N., . . . Lechner, L. (2014).
Long-term health outcomes and cost-effectiveness of a computer-tailored physical activity intervention
among people aged over fifty: modelling the results of a randomized controlled trial. BMC Public Health,
14, 1099. doi:10.1186/1471-2458-14-1099
Peels, D. A., van Stralen, M. M., Bolman, C., Golsteijn, R. H., de Vries, H., Mudde, A. N., & Lechner, L. (2014).
The differentiated effectiveness of a printed versus a Web-based tailored physical activity intervention
among adults aged over 50. Health Educ Res, 29(5), 870-882. doi:10.1093/her/cyu039
Raad voor de Volkgezondheid en Zorg (RVZ). (2015). Consumer eHealth. Retrieved from
Schippers, E. I. (2016). Kamerbrief Ministerie van Volkgezondheid, Welzijn en Sport: Tussenrapportage eHealth
doelstellingen. Den Haag.