Content uploaded by Theo M J Peeters
Author content
All content in this area was uploaded by Theo M J Peeters on Apr 21, 2017
Content may be subject to copyright.
0
Natuurstudie in de Kaaistoep
en aangrenzende terreinen in Tilburg
Verslag 2016
22e onderzoeksjaar
!
!
!
2
Colofon
Voor informatie over dit onderzoek kunt u contact opnemen met:
KNNV-afdeling Tilburg
Secretariaat: Marie-Cécile van de Wiel
Email: secretaris@tilburg.knnv.nl
Telefoon: 013-5436541
Website: www.knnv.nl/tilburg
Het onderzoek in de Kaaistoep is mogelijk gemaakt dankzij de beschikbaarstelling van
onderzoeksterreinen door de TWM Gronden BV, van onderzoeksfaciliteiten door Natuurmuseum
Brabant en van deskundigheid en mankracht door de KNNV-afdeling Tilburg. Het bij dit onderzoek
verzamelde en geconserveerde onderzoeksmateriaal is opgenomen in de collecties van
Natuurmuseum Brabant en is toegankelijk voor wetenschappelijk onderzoek.
Redactie jaarverslag over 2016: Theo Peeters, André van Eck & Tineke Cramer (april 2017).
Email: ptheo@xs4all.nl
De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de afzonderlijke stukken.
Artikelen graag als volgt citeren:
Aukema, B., 2017. Wantsen op licht (Hemiptera: Heteroptera): 17-20. In: T. Peeters, A. van Eck &
T. Cramer (red.), Natuurstudie in de Kaaistoep en aangrenzende terreinen in Tilburg. Verslag
2016, 22e onderzoeksjaar. - TWM Gronden BV, Natuurmuseum Brabant & KNNV-afdeling Tilburg,
80 pp.
© Indien u gegevens uit dit jaarverslag wilt gebruiken neem dan contact op met de redactie.
4
Inhoud
Onderwerp Auteur(s) Blz.
Titelpagina 1
Colofon 2
Redactioneel 3
Inhoud 4
- Paddenstoelenonderzoek Luciën Rommelaars 5
- Floristische inventarisatie graslanden Guido Stooker 9
- Wantsen op licht (Hemiptera: Heteroptera) Berend Aukema 17
- Bijzondere vangmethoden II. Pijpvallenonderzoek Ron Felix e.a. 21
- Gaasvliegwespen (Hymenoptera: Heloridae) Theo Peeters 33
- Priemwespen (Hymenoptera: Proctotrupidae) Theo Peeters & Pierre Thomas (†) 37
- Project boomkikker: een tussenstand Ron Felix & Jaap van Kemenade 43
- Project knoflookpad: een tussenstand Ron Felix e.a. 45
- Vogels in het waterwingebied Tilburg 2015-2016 Jan van Gameren 47
- Vogels ringen Bert de Kort 51
- Geringde vogels vinkenbaan Geert van Ostaden 55
- Broedvogels ‘kerstbomenheitje’ op de Sijsten Guido Stooker 59
- Vogeltellingen in de Kaaistoep-Oost Ben & Ralph Akkermans 65
- Broedvogels van de Kaaistoep-Oost Guido Stooker 71
- Verspreiding van de Siberische grondeekhoorn Michelle Bakker & Robin van Hees 75
- Het beheer in de Kaaistoep en omgeving in 2016 Jaap van Kemenade 79
Bijlage: Plattegrond van de Kaaistoep.
33
Gaasvliegwespen (Hymenoptera: Heloridae) in
de Kaaistoep
Theo Peeters
Bij het opnieuw doornemen van de malaisevalvangsten in de Kaaistoep kwam ik een oude
bekende tegen. Het betreft Helorus anomalipes (Panzer, 1798) van de kleine familie Heloridae,
bekend van vier soorten in ons land. In deze korte schets maken we kennis met deze familie.
Heloridae
Heloridae zijn zwarte wespen met een lengte van 6-8 mm. De nog levende vertegenwoordigers
van deze familie hebben antennen met 15 leden en een korte driehoekige cel (1m-cu) in de
voorvleugels (figuur 1; pijl). Het eerste segment (petiolus) van het achterlijf is verlengd en de terga
2-4 vormen samen het syntergiet. Mannen en vrouwen lijken sterk op elkaar; de vrouwen heb een
iets spitser laatste achterlijfssegment (hypopygium).
In de Kaaistoep (Ac. 128.8-394.6) werd, langs een bosrand, in de week van 10-17.VI.2008 een
man en een vrouw gevangen van Helorus anomalipes, leg. Insectenwerkgroep KNNV-Tilburg met
een malaiseval, col. Natuurmuseum Brabant te Tilburg.
Figuur 1. Helorus anomalipes (Panzer, 1798) vrouw (Uit Clancy 1946).
Heloridae worden tot de superfamilie van de Proctotrupoidea gerekend. Wereldwijd is van deze
familie alleen het genus Helorus met 19 soorten bekend (HOL 2017).
Uit Europa zijn vier soorten gemeld, die ook allen in Nederland zijn aangetroffen (van Achterberg
2006).
34
Fossiele Heloridae worden niet veel gevonden maar de ouderdom en de variabiliteit van de
soorten die tot deze familie worden gerekend zijn opmerkelijk. Van het genus Helorus is slechts
één fossiel bekend maar daarnaast worden tot op heden nog 10 fossiele genera met 18 soorten tot
de Heloridae gerekend. De oudste fossiele waarnemingen zijn uit de Midden-Jura zo’n 165 miljoen
jaar geleden (HOL 2017, Li et al. 2017).
Historie
De eerste meldingen van een soort van deze familie in ons land stammen van Six (1857) en
Snellen van Vollenhoven (1858, 1873, 1876). Daarna bleef het meer dan een eeuw stil over deze
familie in ons land. Townes (1977) bracht deze familie weer onder de aandacht met zijn
wereldwijde revisie.
Tijdens het malaisevalproject in de Brand bij Udenhout maakte ik voor het eerst kennis met deze
familie (van Zuijlen et al. 1996). Het was Kees van Achterberg die in 2006 een revisie van het
Nederlandse materiaal publiceerde. Daarmee werd duidelijk dat we in ons land vier soorten
kunnen onderscheiden. De verspreiding per provincie van de soorten van deze familie is
weergegeven in tabel 1.
Tabel 1. Heloridae in Nederland (van Achterberg 2006).
Toelichting: 1 = aangetroffen, 0 = nog niet bekend van de betreffende provincie.
Soort
GR
FR
DR
OV
GE
FL
NH
ZH
UT
ZE
NB
LI
Helorus anomalipes
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
Helorus nigripes
0
0
0
1
1
0
0
1
0
0
0
1
Helorus ruficornis
0
0
1
0
1
1
1
1
0
1
1
1
Helorus striolatus
0
0
0
0
1
0
1
0
1
0
1
1
Biologie
Soorten van het genus Helorus behoren, zover bekend, tot de minder algemene parasitoïden van
de larven van Chrysopidae. Vandaar dat hier is gekozen voor de nieuwe Nederlandse naam
gaasvliegwespen. Hieronder wordt de biologie van Helorus anomalipes samengevat, zoals die
werd beschreven door Clancy (1946).
De vrouwtjes leven gemiddeld 25 (8-51) dagen. In die periode leggen ze zo’n 30-50 eieren;
gewoonlijk een of twee per dag. De wesp parasiteert op gaasvlieglarven van allerlei groottes en
stadia. De parasitoïd buigt haar achterlijf onder haar borststuk door naar voren en steekt met haar
korte legboor haar gastheer aan in de zijkant van het achterste deel van de larve. De
gaasvlieglarve loopt hierdoor weg maar de parasitoïd rijdt mee tot het ei gelegd is. Deze eiafzet
duurt 9-27 seconden. De incubatietijd van de eieren is 2-5 dagen. Daarna volgen drie larvenstadia
van de wesp. Alleen het eerste larvenstadium bezit kaken en in dit stadium kan kannibalisme
optreden als meerdere eieren in dezelfde gastheerlarve worden gelegd. Slechts één larve bereikt
na 3-6 dagen het volgroeide eerste larvenstadium. In dit stadium overwintert Helorus anomalipes.
Het tweede larvenstadium duurt 2,5-5 dagen waarin de larve groeit tot ze iets meer dan de helft
van haar nog levende gastheer inneemt. De gaasvlieglarve spint een cocon en wordt daarna door
de wespenlarve, die net naar stadium drie is verveld, gedood en binnen twee dagen opgegeten.
Pas na acht dagen verlaat de volgroeide larve de gaasvlieglarve om, na een korte periode van
rust, te gaan verpoppen binnen de cocon van de gaasvlieglarve. Het popstadium duurt 8-12
dagen. De volwassen gaasvliegwesp verlaat de cocon van de gaasvlieglarve door een rond gat.
De gemiddelde duur van de totale levenscyclus is dertig (22-40) dagen.
De hoofdvliegtijd van de Heloridae in ons land ligt in de maanden juni, juli en augustus.
Summary
We add a new family of Hymenoptera to the researchlist of nature reserve De Kaaistoep in Tilburg,
the Netherlands. From the Heloridae we caught a female and male of Helorus anomalipes (Panzer,
1798) with a Malaise trap in week 10-17.VI.2008. The species is figured, the history and
distribution in the Netherlands and the biology of the family are briefly discussed.
35
Literatuur
Achterberg, C. van, 2006. European species of the genus Helorus Latreille (Hymenoptera:
Heloridae), with description of a new species from Sulawesi (Indonesia). - Zoologische
Mededelingen Leiden 80 (1): 1-12.
Clancy, D.W., 1946. The insect parasites of the Chrysopidae (Neuroptera). - Univ. Calf. Publ. Ent.
7: 403-496.
Hymenoptera Online (HOL), 2017. http://hol.osu.edu [geraadpleegd februari 2017].
Li, L., C. Shih & D. Ren, 2017. New fossil wasps (Hymenoptera, Proctotrupoidea) from the Early
Cretaceous of China. - Alcheringa: an Australasian Journal of Palaeontology
http://dx.doi.org/10.1080/03115518.2017.1282980
Six, G.A., 1857. Eene entomologische wandeling in augustus in de omstreken van Driebergen. -
Tijdschrift voor Entomologie 1: 1-14.
Snellen van Vollenhoven, S.C., 1858. Naamlijst van Nederlandsche vliesvleugelige insekten
(Hymenoptera): 221-283. In: J.A. Herklots. Bouwstoffen voor eene Fauna van Nederland, II (3).
- Brill, Leiden.
Snellen van Vollenhoven, S.C., 1873. Nieuwe naamlijst van Nederlandse vliesvleugelige insecten
(Hymenoptera). Tweede stuk. - Tijdschrift voor Entomologie 16: 147-220.
Snellen van Vollenhoven, S.C., 1876. Bijvoegsel tot de nieuwe naamlijst van Nederlandse
vliesvleugelige insecten (Hymenoptera). - Tijdschrift voor Entomologie 19: 211-257.
Townes, H., 1977. A revision of the Heloridae (Hymenoptera). - Contr. Amer. Ent. Inst. 15 (2): 1-
12.
Zuijlen, J.W.A. van, T.M.J. Peeters, P.S. van Wielink, A.P.W. van Eck & E.H.M. Bouvy (red.), 1996.
Brand-stof. Een inventarisatie van de entomofauna van het natuurreservaat 'De Brand' in 1990.
- Insektenwerkgroep KNNV-afdeling Tilburg, 228 pp.