ArticlePDF Available

Kerven in de zeereep van de Noordsvaarder

Authors:
  • Bureau for Beach and Dune Research

Abstract

Waar kan je sneller een landschap zien veranderen dan aan de kust? Sommige veranderingen vallen direct op, bijvoor-beeld na een flinke storm. Andere veranderingen gaan geleidelijker. Voorbeeld hiervan zijn de kerven in de zeereep van de Noordsvaarder op Terschelling, misschien wel het begin van nieuwe paraboolduinen. Bas arens Rokende stuifkuilen Doordat de zeereep op de grens van zee en land ligt, vangt deze altijd veel wind. De wind waait ongestoord over zee en botst met volle kracht op de eerste duinenrij. Het duin vormt een obstakel, de wind wil eroverheen. Dat proces zorgt ervoor dat de windsnelheid naar de top toe steeds groter wordt. Op plekken waar weinig helmgras groeit, kan de wind gaan graven, en zo ontstaat een stuifkuil. Met de invoering van het dynamisch kustbeheer zien we dit op verschillende plaatsen gebeuren, maar eigenlijk verrassend genoeg, op nog veel meer plaatsen niet. Stuifkuilen zorgen voor onderbrekingen in de zeereep, maar ook voor zandverplaatsingen. Dat kan voor spectaculaire beelden zorgen. De wind duikt in de kuil en komt er soms recht omhoog weer uit. Wanneer er dan zand mee wordt genomen, lijkt het net of de stuifkuil rookt. Dat rokende zand dwarrelt soms honderden meters landwaarts weer neer, en heeft daarmee effect op de planten die daar staan. Sommige planten houden helemaal niet van dit soort dynamiek, anderen leven er juist van. En zo zal je achter een zeereep met stuifkuilen een andere vegetatie tegenkomen dan achter de dichtbegroei-de, gesloten zeereep. Duinen die zijn begroeid met planten die enige overstuiving met zand nodig hebben, noemt men 'grijze duinen'.
11
10 nr. 4 | december 2010
Waar kan je sneller een landschap zien veranderen dan aan
de kust? Sommige veranderingen vallen direct op, bijvoor-
beeld na een flinke storm. Andere veranderingen gaan
geleidelijker. Voorbeeld hiervan zijn de kerven in de
zeereep van de Noordsvaarder op Terschelling, misschien
wel het begin van nieuwe paraboolduinen.
Ba s arens
Rokende stuifkuilen
Doordat de zeereep op de grens van zee en land
ligt, vangt deze altijd veel wind. De wind waait
ongestoord over zee en botst met volle kracht op
de eerste duinenrij. Het duin vormt een obstakel,
de wind wil eroverheen. Dat proces zorgt ervoor
dat de windsnelheid naar de top toe steeds groter
wordt. Op plekken waar weinig helmgras groeit,
kan de wind gaan graven, en zo ontstaat een
stuifkuil. Met de invoering van het dynamisch
kustbeheer zien we dit op verschillende plaatsen
gebeuren, maar eigenlijk verrassend genoeg, op
nog veel meer plaatsen niet.
Stuifkuilen zorgen voor onderbrekingen in de
zeereep, maar ook voor zandverplaatsingen.
Dat kan voor spectaculaire beelden zorgen.
De wind duikt in de kuil en komt er soms recht
omhoog weer uit. Wanneer er dan zand mee
wordt genomen, lijkt het net of de stuifkuil rookt.
Dat rokende zand dwarrelt soms honderden
meters landwaarts weer neer, en heeft daarmee
effect op de planten die daar staan. Sommige
planten houden helemaal niet van dit soort
dynamiek, anderen leven er juist van. En zo zal
je achter een zeereep met stuifkuilen een andere
vegetatie tegenkomen dan achter de dichtbegroei-
de, gesloten zeereep. Duinen die zijn begroeid
met planten die enige overstuiving met zand
nodig hebben, noemt men ‘grijze duinen’.
Stuifkuilen groeien uit tot kerven
De kerven op de Noordsvaarder zijn ook als
stuifkuilen ontstaan. Het grappige is dat stuifkui-
len de neiging hebben om tegen de wind in te
groeien. Zodra de wind de kuil binnenkomt
begint deze als het ware te graven. De ingang van
de kuil is het meest erosief, hier verdwijnt het
meeste zand. De kuil groeit dus tegen de wind in.
Het meeste zand wordt aan de andere kant weer
afgezet, in de richting waar de wind heen waait.
Een klein deel van het zand wordt de kuil
uitgeblazen en verspreidt zich verder over het
duingebied. Als een stuifkuil in de top van de
zeereep ligt, zal de ingang daardoor langzaam
zeewaarts verplaatsen en op een gegeven
moment tot op het strand reiken: de kerf is
geboren en heeft een opening naar de zee. Men
is dan vaak geneigd te denken dat de zee dan ook
door de kerf naar binnen kan stromen, maar dit
gebeurt zelden. De kerven op de Noordsvaarder
zijn daar bijvoorbeeld veel te hoog voor. Hun
ingang ligt op zes meter boven NAP, een hoogte
die stormvloeden en golven zelden bereiken.
Bovendien heeft de kerf ook nog een achterkant,
waar de wind naartoe waait. Hier hoopt het
grootste deel van het zand dat binnen de kerf
opgenomen wordt zich op, er ontstaat een wal
De veiligheid is niet in het geding,
omdat de ingang zelden
overspoeld wordt en het zand
zich aan de landwaartse zijde
ophoopt. Foto: Gerrit Bart Volgers
(vliegerfototerschelling.nl).
De Noordsvaarder vanuit de
lucht. Foto: Abel Spanninga.
van zand die vaak hoger is dan de omringende
zeereep. Kerven en stuifkuilen hebben de neiging
om het bestaande reliëf te versterken. In het
midden worden ze dieper, aan de windwaartse
kant worden ze hoger. Het hoogteverschil tussen
laagste en hoogste punt neemt daarmee in de
loop van de tijd toe. Juist deze variatie is zo
kenmerkend voor het duingebied.
Kerven kunnen uitgroeien tot
paraboolduinen
Kerven zorgen voor dynamiek in de duinen, voor
leven in de brouwerij. Je zou ze kunnen beschou-
wen als vensters in de duinen: ze bieden vanuit
het duingebied een kijkje op de zee, en vanaf het
strand een blik op de duinen. De werking van
wind, zand en zout kan er verder reiken. Op de
lange termijn, denk aan tientallen jaren, maken
kerven het mogelijk dat nieuwe zandkorrels het
duingebied binnendringen. Terwijl de binnenkant
van de kerf steeds verder uitholt, bouwt aan de
landwaartse kant de zandwal zich verder op.
Door de wind wordt deze langzaam maar zeker
steeds verder landwaarts geblazen, waardoor de
kerf langer wordt. Op een gegeven moment kan
de wal zich zelfs losmaken van de zeereep en als
een zelfstandig verschijnsel het duingebied
binnendringen. Op dat moment is er een nieuw
paraboolduin geboren. Ook op de Noordsvaarder
lijkt dit proces te zijn begonnen. En dat is
bijzonder, want dit proces, verantwoordelijk voor
de vorming van een groot deel van onze kust, is
de afgelopen 150 jaar stelselmatig onderdrukt
geweest. Dynamisch kustbeheer werpt zijn
vruchten af !
dr. s.M. Ar e n s V A n h e t Bu r e A u V o o r st r A n d - e n
du i n o n d e r z o e K is A d V i s e u r V A n st i c h t i n g d u i n B e h o u d .
Kerven in de zeereep van de Noords vaarder
Sinds de kust zich wat vrijer mag ontwikkelen,
zijn er op tal van plaatsen spectaculaire ontwik-
kelingen te zien. Een van de mooiste voorbeelden
vinden we bij de Noordsvaarder, aan de noord-
westkant van Terschelling. De Noordsvaarder is
een grote zandplaat die tientallen jaren geleden
vastgroeide aan het Terschellinger strand. Het
zand van deze enorme vlakte ging op grote schaal
stuiven en de zeereep werd steeds dynamischer.
Eind jaren negentig werd gekozen voor een
dynamisch beheer van de zeereep. De waterke-
ring ligt verder landinwaarts, daarom werd
besloten dat dit stukje duin zich verder langs
natuurlijke weg mocht gaan ontwikkelen. En dat
deed het! Daar kunnen we na ruim tien jaar al de
vruchten van plukken. Wie nu langs de zeereep
van de Noordsvaarder wandelt, kijkt via kerven
het achterliggende duingebied in. Het is een
prachtig stukje dynamische natuur.
ResearchGate has not been able to resolve any citations for this publication.
ResearchGate has not been able to resolve any references for this publication.