Content uploaded by Marijke Naezer
Author content
All content in this area was uploaded by Marijke Naezer on Aug 06, 2019
Content may be subject to copyright.
Nieuwe ronde, nieuwe kansen
Emancipatiebeleid van de Rijksoverheid
Het kabinet Balkenende presenteerde in 2007 de Emancipatienota 2008-2011: “Meer kansen
voor vrouwen”. Het uitgangspunt is dat er weliswaar al veel bereikt is, maar dat er ook nog
veel gedaan moet worden. Nu het kabinet gevallen is, is het tijd om de balans op te maken.
Wat waren de plannen, in hoeverre zijn deze waargemaakt en vooral: welke kansen liggen er
nog voor het nieuwe kabinet?
Marijke Naezer
De Emancipatienota 2008-2011 opent met de constatering dat de emancipatie van vrouwen
een impuls nodig heeft. Minister Plasterk ziet vooral mogelijkheden op het gebied van de
positie van vrouwen op de arbeidsmarkt, de emancipatie van vrouwen uit etnische
minderheden, (seksueel) geweld tegen vrouwen en de positie van vrouwen wereldwijd. In dit
artikel ga ik in op de visie van het kabinet op de drie eerstgenoemde thema’s en bekijk ik
welke kansen het kabinet nog heeft laten liggen.
Arbeidsmarkt
Kort gezegd wil het kabinet dat “meer vrouwen meer uren gaan werken”. Nederlandse
vrouwen hebben relatief vaak een betaalde baan, maar zij werken weinig uren. 84% van de
Nederlandse vrouwen gaf in de Emancipatiemonitor 2006 aan, dat zij onder bepaalde
voorwaarden best meer uren wilde maken. Deze voorwaarden betroffen de financiële
beloning, de mogelijkheid werk en zorg te combineren, en de garantie dat thuis alles geregeld
is.
De Emancipatienota formuleert drie doelstellingen om hieraan te voldoen: “werk moet
lonen, combinatie van arbeid en zorg verbeteren, beter verdelen”. Met “werk moet lonen”
bedoelt het kabinet dat het aantrekkelijker moet worden om als partners beide veel uren te
werken. Dat wil de overheid bereiken via fiscale maatregelen, door het verbeteren van de
markt voor persoonlijke dienstverlening (zodat het werk thuis goedkoop uitbesteed kan
worden) en door het stimuleren van zelfstandig ondernemerschap van vrouwen via
maatregelen als microkredieten en vrouwennetwerken.
De tweede doelstelling van het kabinet om werkende vrouwen tegemoet te komen, is
het creëren van goede mogelijkheden om arbeid en zorg te combineren. De Emancipatienota
bevat verschillende actiepunten om dit mogelijk te maken, zoals het instellen van een
Taskforce om draagvlak te creëren voor flexibele werktijden, uitbreiding van het
ouderschapsverlof, het verbeteren van de kinderopvang en het beter faciliteren van
mantelzorgers.
De derde doelstelling is “beter verdelen”. Hiermee verwijst het kabinet naar het lage
aantal vrouwen in leidinggevende functies, naar de horizontale beroepenscheiding en naar
beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen. Voorgenomen maatregelen om hier iets aan
te doen zijn bijvoorbeeld het aanbieden van beurzen aan getalenteerde vrouwelijke
wetenschappers, het bijhouden van de Glazen Plafond Index en het bevorderen van de
deskundigheid bij docenten en schoolleiders over de beroeps- en opleidingskeuzes van
meisjes en jongens.
Etnische minderheden
De positie van vrouwen uit etnische minderheidsgroepen is in de afgelopen jaren een
belangrijk aandachtspunt geworden binnen het emancipatiebeleid. Veel van deze vrouwen
nemen niet actief deel aan de samenleving. Zij beheersen de Nederlandse taal slecht, hebben
een opleidingsachterstand ten opzichte van allochtone mannen en autochtonen, en hebben
geen contacten met mensen buiten de eigen groep. Ook de jongere generatie allochtone
vrouwen heeft nog altijd een onderwijsachterstand op autochtonen, hoewel zij voorlopen op
hun mannelijke, allochtone generatiegenoten.
Opvallend is dat het kabinet ook nu vooral ingaat op onderwijs en arbeidsparticipatie.
De nota beschrijft verschillende maatregelen om de arbeidsparticipatie van vrouwen uit
etnische minderheidsgroepen te verhogen, waarbij het overigens vaak om vrijwilligerswerk
gaat. Zo wil de overheid het project “Duizend en één kracht” uitbreiden, dat allochtone
vrouwen naar betaald of onbetaald werk begeleidt.
Een enkele pagina wordt nog besteed aan plannen om de zelfredzaamheid en
persoonlijke ontwikkeling van allochtone vrouwen te bevorderen. De maatregelen die het
kabinet wil nemen om dit te bereiken zijn het inzetten van rolmodellen in de functie van
maatje of coach, en een project voor intercultureel contact op lokaal niveau, dat moet zorgen
voor een dialoog over taboe-onderwerpen als huiselijk geweld en man/vrouw-verhoudingen.
Tot slot beschrijft de Emancipatienota dat ook allochtone mannen betrokken moeten
worden bij de plannen: “[T]egelijkertijd is ook duidelijk dat de emancipatie van vrouwen
belemmerd wordt door traditionele opvattingen van mannen. […] Om de emancipatie van
vrouwen uit etnische minderheden niet in gevaar te brengen vindt het kabinet het belangrijk
dat ook jongens en mannen uit etnische minderheden zich emanciperen.”
Geweld
De veiligheid van vrouwen laat nog zeer te wensen over. De Emancipatienota beschrijft dan
ook maatregelen om dit te verbeteren. Wat betreft het voorkómen en bestrijden van huiselijk
geweld kondigt de nota een accent aan op preventie en op de aanpak van plegers.
Aangekondigde maatregelen zijn bijvoorbeeld het instellen van een huisverbod voor plegers
en een investering in preventieprogramma’s.
Een tweede aandachtspunt is de verbetering van de informatievoorziening aan
prostituees. Met de opheffing van het bordeelverbod in 2000 is de positie van prostituees niet
verbeterd. Volgens de Emancipatienota zouden zij beter voor zichzelf op kunnen komen als
zij hun (rechts)positie beter zouden kennen. Het kabinet stelt daarom voor onderzoek te doen
naar mogelijkheden om de informatievoorziening aan prostituees te verbeteren.
Om eergerelateerd geweld te bestrijden is in 2006 een vijfjarig, interdepartementaal
programma opgezet, dat verschillende concrete maatregelen omvat. Minderhedenorganisaties
worden gesteund om de problematiek binnen hun gemeenschappen bespreekbaar te maken. Er
worden opvangplaatsen gecreëerd en methodieken ontwikkeld om effectieve hulp te kunnen
bieden, en elk politiekorps moet een coördinator eergerelateerd geweld hebben, die adequaat
kan interveniëren.
Veel aandacht besteedt de Emancipatienota tot slot aan seksuele en relationele
vorming en weerbaarheid. De toenemende seksualisering van de samenleving lijkt immers
niet (alleen) tot meer vrijheid te leiden, maar (ook) tot ruwere seksuele omgangsvormen.
Hierdoor komt de lichamelijke integriteit en veiligheid van met name meisjes in gevaar. De
overheid vindt het belangrijk dat jongeren kritisch leren omgaan met geseksualiseerde
culturele boodschappen en weerbaar worden tegen seksueel geweld. Het kabinet kondigt aan
te gaan onderzoeken wat nodig is om dit te bereiken.
Missende mannen
Al snel na het verschijnen van de Emancipatienota kwam er kritiek op het ontbreken van een
visie op de rol van autochtone mannen. Terwijl allochtone mannen wél expliciet worden
aangesproken op hun verantwoordelijkheid, krijgen autochtone mannen vrijstelling: “De
doelstelling ten aanzien van het aandeel van mannen in de zorgtaken past niet in de visie van
dit kabinet. Dit kabinet wil sturen op een betere combineerbaarheid van arbeid en zorg voor
vrouwen én mannen, niet op een herverdeling van de zorgtaken tussen vrouwen en mannen
thuis.” Verschillende organisaties tekenden hier protest tegen aan.
Ook de PvdA Kamerfractie pakte het thema op en presenteerde in november 2007 het
“Plan van de Man”: tien maatregelen voor de emancipatie van mannen, vooral gericht op de
thema’s betaalde arbeid en zorg. De PvdA fractie stelt onder andere voor om het
vaderschapsverlof te verlengen. “Hierdoor ontstaat een meer gelijkwaardige band tussen beide
ouders en hun kind. Daar zullen ze alle drie de vruchten van plukken.” Deeltijd werken zou
voor mannen veel “normaler” moeten worden en de overheid zou moeten investeren in een
meer ontspannen arbeidscultuur, waarin je niet voor je veertigste hoeft te “pieken”.
Verder zou het kabinet moeten inzetten op positieve mannelijke rolmodellen:
“bekende mannen die worden gevraagd op tal van plaatsen uit te dragen dat het leuk is om als
man een compleet leven te leiden. Mannen die naast werk ook tijd en aandacht hebben voor
kinderen, familie of vrijwilligerswerk.”
Het Plan van de Man wijst ook op het belang van seksuele vorming voor jongens,
hoewel dit in de Emancipatienota al werd bevestigd. Tot slot zou de overheid zich volgens het
Plan van de Man sterk moeten maken voor de stijging van het aantal mannen in typisch
“vrouwelijke” werkzaamheden, zoals “vrouwenberoepen” en de mantelzorg.
Successen
Anno 2010 zijn verschillende van de voorgestelde maatregelen inderdaad uitgevoerd. Een
aantal voorbeelden. Het Plan van de Man werd in grote lijnen overgenomen door minister
Plasterk, met als resultaat onder andere de uitreiking van de “Moderne Man Prijs” in 2009.
Aan de prijs is een website verbonden (www.modernemanprijs.nl), met aansprekende
voorbeelden van mannen die vaderschap met werk combineren en organisaties die dat
mogelijk maken. De Taskfoce Deeltijd Plus, die de overheid in het kader van de
Emancipatienota instelde, liet het onderzoek “Deeltijd (g)een probleem” uitvoeren. Het
onderzoek biedt diverse aanknopingspunten om de arbeidsduur van vrouwen uit te breiden.
Ook binnen het bedrijfsleven ontstaan initiatieven die flexibel werken mogelijk
maken. Verzekeraar UVIT in Arnhem voerde in 2009 “het nieuwe werken” in, waarbij
werknemers hun werktijd en –plaats helemaal zelf bepalen. Scholen voeren pilots uit met
flexibele lesdagen. Zo is “De School” in Zandvoort van 8 tot 18 uur open en mogen leerlingen
en leerkrachten zelf hun vakanties bepalen. In augustus 2010 startten de eerste basisscholen
met het “sterrenschoolconcept”: ruimere openingstijden, een aanbod van warme maaltijden en
opvang voor 0 tot 4-jarigen.
Sinds het verschijnen van de Emancipatienota zijn twee grote onderzoeken uitgevoerd
naar de invloed van de seksualisering van onze maatschappij op jongeren. Dankzij deze
onderzoeken is meer inzicht ontstaan in de samenhang tussen media en seksueel gedrag van
jongeren. We weten beter welke jongeren extra risico’s lopen en er is in 2008 zelfs een
Expertisecentrum Mediawijsheid opgericht, dat informatie aanbiedt om kritisch te leren
omgaan met mediaboodschappen (www.mediawijzer.net).
Op 1 januari 2009 werd de wet tijdelijk huisverbod van kracht, die het mogelijk maakt
om plegers van huiselijk geweld tijdelijk uit huis te plaatsen. De maatregel biedt in een
noodsituatie de mogelijkheid tot een “afkoelingsperiode”, waarbinnen de nodige
hulpverlening op gang kan komen. Een bijkomend effect van de wet is een toegenomen
aandacht voor huiselijk geweld bij hulpverleningsinstellingen.
Gemiste kansen
Aan de andere kant liggen er ook nog veel kansen. Een goed overzicht wordt geboden door
het CEDAW-comité voor de uitbanning van discriminatie van vrouwen. Dit orgaan
controleert of landen zich houden aan het VN-Vrouwenverdrag. Op 5 februari 2010 bracht het
Comité haar oordeel uit over de situatie van vrouwen in Nederland. Een van de genoemde
verbeterpunten is de genderneutrale formulering van het beleid over huiselijk geweld: “De
genderneutrale benadering gaat in tegen het feit dat dergelijk geweld een manifestatie is van
discriminatie van vrouwen.”
Verder is de opvang van slachtoffers van mensenhandel en vrouwelijke asielzoekers
onder de maat en zijn prostituees zijn niet gebaat bij de nieuwe prostitutiewet, waarvan
verplichte registratie een onderdeel is. De benadering van allochtone vrouwen (en mannen) is
schokkend, vindt het Comité: “Het Comité is onverminderd bezorgd over de hardnekkige
gendergerelateerde stereotypen ten aanzien van zowel vrouwelijke als mannelijke
immigranten en migranten, die worden afgeschilderd als achterlijk.”
Andere punten van zorg betreffen de bijzonder lage snelheid waarmee de Nederlandse
overheid opereert, bijvoorbeeld als het gaat om de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt:
“Het Comité spreekt zijn zorg uit over het feit dat te weinig vooruitgang wordt geboekt met
de bestrijding van de structurele ongelijkheid en ernstige nadelen die vrouwen blijven
ondervinden op de arbeidsmarkt.” De constatering valt samen met het feit dat niet alle
voorgestelde maatregelen uit de Emancipatienota zijn uitgevoerd. Hoewel het
ouderschapsverlof is verdubbeld, bedraagt het vaderschapsverlof bijvoorbeeld nog altijd
slechts twee dagen. Daarnaast wordt er stevig bezuinigd op kinderopvang.
Het Comité wijst verder op de blijvende segregatie in het onderwijs: “Ondanks de
maatregelen […] ziet het Comité een hardnekkige segregatie in het onderwijs […] en
stereotype onderwijskeuzes. Het Comité is bezorgd […] dat er een streefcijfer voor
vrouwelijke hoogleraren is geformuleerd dat beduidend onder de Europese norm van 25
procent ligt, hoewel er geen tekort is aan gekwalificeerde en geschikte vrouwelijke
kandidaten.” Ook de politieke vertegenwoordiging van vrouwen blijft achter.
Stereotype genderopvattingen zijn anno 2010 nog nauwelijks veranderd, en het
CEDAW geeft aan dat de Nederlandse overheid maar weinig doet om dit aan te pakken.
Inderdaad duiken met grote regelmaat stereotype beelden op die de huidige rolpatronen
bevestigen. We hoeven maar te denken aan de truttige reclames van Honig of Vanish om te
weten dat “de zorgende man” voorlopig nog niet is ingeburgerd. Of aan de zorgelijke reacties
op het bericht dat de overheid steeds “vrouwelijker” wordt, aangezien inmiddels 51% van de
rijksambtenaren vrouw is, om te zien hoezeer we nog moeten wennen aan de toegenomen
arbeidsparticipatie van vrouwen.
Het CEDAW-comité wijst tot slot op het gebrek aan betrokkenheid van mannen bij
emancipatie. Inderdaad valt hier nog op veel gebieden winst te behalen, zelfs al hebben we het
Plan van de Man. Wat zou de sportwereld bijvoorbeeld een fijne wereld worden als
(mannelijke) prominenten en verslaggevers sportende vrouwen serieus zouden nemen. Een
politieke aardverschuiving zou mogelijk worden als mannelijke politici zich in zouden zetten
voor een vrouwelijke minister-president. Gedwongen prostitutie zou nauwelijks meer
mogelijk zijn als klanten hun verantwoordelijkheid zouden nemen. Anticonceptie zou nooit
meer hetzelfde zijn als er voor mannen meer opties waren- en deze ook echt gepromoot
zouden worden. En dit alles heeft niet alleen voordelen voor vrouwen, maar ook voor mannen
zelf.
Nieuwe ronde…
In het najaar van 2010 zal een nieuw kabinet aantreden. Zoals hierboven beschreven liggen de
kansen op het gebied van emancipatie voor het oprapen. Het zou goed zijn als een nieuw
kabinet een stevige, daadkrachtige visie op emancipatie neerzet, waarin ook mannen
nadrukkelijk een rol krijgen. Niet alleen in de emancipatie van vrouwen, maar ook in hun
eigen emancipatie. Zodat vrouwen en mannen in alle vrijheid hun keuzes kunnen maken.
Nieuwe ronde, nieuwe kansen!
Marijke Naezer is beleidsmedewerker bij de Vereniging tegen Seksuele Kindermishandeling.
Daarnaast houdt ze zich als freelancer bezig met het schrijven van artikelen, het doen van
onderzoek en het geven van lezingen op het gebied van gender en diversiteit.