BookPDF Available

De amfibieën en reptielen van Nederland. Nederlandse Fauna deel 9. [The Amphibians and Reptiles of the Netherlands]

Authors:

Abstract

All chapters of this book are included in the supplementary resources section (Linked data). RAVON (Reptile, Amphibian & Fish Conservation the Netherlands) started in 1999 with the compiling of all records of amphibians and reptiles in the Netherlands. Different databases were brought together and enormous amounts of ‘paper records’ were digitized. These data, combined with ecological knowledge from scientific publications and the experience of many professional and voluntary specialists, are brought together in this book. This book is an account of the present knowledge of the morphology, ecology, behaviour, diversity, threats and conservation of Dutch amphibians and reptiles, including extensive accounts on sea turtle observations and some introduced species. Chapters on cultural history and the history of herpetology in the Netherlands are also included. This book presents the distribution of amphibians and reptiles in the Netherlands up to 2007. This book introduces you to all species of amphibians and reptiles to be found in the Netherlands. It describes them all, including rare visitors like seatortoise and other non endemic occasional guests. It tells about how to recognize different species, their way of life, behavior, distribution inside and outside the Netherlands, protection and methods of inventarisation. In general it gives information about research methods, monitoring and protection. The book is richly illustrated with full colour photos, drawings, distribution maps and graphs. A CD with sounds of frogs and toads is included. This book is part of the series Nederlandse Fauna. It is published in Dutch, with short English summaries.
A preview of the PDF is not available

Supplementary resources (37)

... Bekend is dat zich hieronder dieren uit o.a. Frankrijk, Duitsland en Italië bevinden en dat een deel met zekerheid bewust is losgelaten (Van der Woude, 1991;Creemers & van Delft, 2009). Een andere typisch Limburgse soort, de vroedmeesterpad, komt door uitzettingen tegenwoordig in veel provincies voor (zie kaartje en Creemers & van Delft, 2009;Spier & van Emmerik, 2013). ...
... Frankrijk, Duitsland en Italië bevinden en dat een deel met zekerheid bewust is losgelaten (Van der Woude, 1991;Creemers & van Delft, 2009). Een andere typisch Limburgse soort, de vroedmeesterpad, komt door uitzettingen tegenwoordig in veel provincies voor (zie kaartje en Creemers & van Delft, 2009;Spier & van Emmerik, 2013). Ook de Alpenwatersalamander heeft zich inmiddels definitief in Midden-Nederland, buiten zijn oorspronkelijke areaal, genesteld. ...
... Ook de Alpenwatersalamander heeft zich inmiddels definitief in Midden-Nederland, buiten zijn oorspronkelijke areaal, genesteld. Boomkikkers, deels afkomstig uit Kroatië, breiden zich op diverse uitzetlocaties buiten het natuurlijk areaal sterk uit (Struijk & Goverse, 2007;Creemers & van Delft, 2009 ...
... Reproduction rate is linked to an increased allocation of resources into reproduction as growth decreases with age/size, but reproductive output also varies among individuals Stahlschmidt et al., 2013). Maturity is reached at 4 to 5 years for females, depending on where animals were studied (Creemers and van Delft, 2009). The frequency of reproduction in smooth snakes has been a topic of debate over the past decades. ...
... Preferred body temperature of the smooth snake seems to lie around 30°C (Creemers and van Delft, 2009;Völkl et al., 2017). Variation in temperature is an important feature of the habitat of the species. ...
... Our capture-mark-recapture analysis showed that the reproduction probabilities of smooth snakes differ considerably between Norway and The Netherlands. In the latter the overall probability of reproduction was much higher than expected: Strijbosch and van Gelder (1993) and Creemers and van Delft (2009) assumed a two-year reproductive cycle. It should be noted that pregnant female smooth snakes were far more often encountered than non-pregnant individuals (in this study a total of 262 observations of pregnant versus 36 observations of non-pregnant females) simply because they bask more often when pregnant and are therefore easier to spot. ...
Article
Full-text available
Whether females participate in reproduction every year or rather skip years is pivotal information for understanding the dynamics of animal populations. In ectotherms this reproduction frequency might depend on factors like temperature, individual size, and prey availability. Here we studied the reproduction rate of the smooth snake Coronella austriaca at two latitudes: in Norway and The Netherlands. Reproductive and morphological data were collected in Norway (34 years) and The Netherlands (5 years). To account for differential resighting probabilities of pregnant and non-pregnant females, we performed multi-state mark-recapture analyses. Reproductive rate, quantified as the probability of participating in reproduction in consecutive years, was calculated for both pregnant and non-pregnant females. The results showed a clear difference in reproductive rate between the two latitudes, with only 15% of pregnant females reproducing again in the following year in Norway versus 93% in The Netherlands. Furthermore, in Norway females grew larger and started reproduction at a higher age. Litter size and juvenile total length and body mass were also significantly higher in Norwegian smooth snakes.
... De Kleine Watersalamander is in de Nederland de meest wijdverspreide watersalamander (Creemers & Van Delft, 2009 in de categorie 'momenteel niet in gevaar' staat, kreeg deze soort het label 'Aandachtssoort' in de provincie Vlaams-Brabant (Nijs, 2009). In Nederland is de soort 'thans niet bedreigd', maar er wordt wel melding gemaakt van een matige afname (van Delft et al., 2007). ...
... In Nederland worden verschillende algemene amfibieën als begeleiders vernoemd, waarbij de zandhagedis als karakteristieke begeleider (met name in duingebieden en heidegebieden) wordt vermeld (Creemers & van Delft, 2009). In Nederlands Limburg worden in het leefgebied van de Rugstreeppad vaak Vinpootsalamanders en redelijk vaak Knoflookpadden aangetroffen. ...
... Er zijn drie verspreidingskernen in Nederland; de duinen, het rivierengebied en bepaalde poldergebieden in Zeeland, Noord-en Zuid-Holland. Daarnaast kent de Rugstreeppad een heterogene verspreiding op de hogere zandgronden (Creemers & van Delft, 2009). In Nederlands-Limburg spreekt men van een beperkte verspreiding terwijl de soort in de periode 1980-2008 in 9,3% van de kilometerhokken werd geobserveerd. ...
Technical Report
Full-text available
Dit is de eerste provinciale atlas van amfibieën en reptielen van Vlaams-Brabant. Het verspreidingsgebied van 14 inheemse en twee ingeburgerde soorten herpetofauna wordt vergeleken over drie verschillende periodes binnen een tijdsspanne van 30 jaar. Verspreidingskaarten geven een beeld van het gekende voorkomen van de verschillende soorten amfibieën en reptielen. Bij een aantal soorten worden zo ook bepaalde wijzigingen in het areaal doorheen de tijd zichtbaar. De densiteit aan gegevens werd voor elke soort in kaart gebracht waarbij niet enkel bolwerken gevisualiseerd worden maar ook duidelijk wordt welke regio’s relatief goed werden onderzocht.
... Zo werden heel wat beschimmelde en afgestorven legsels van Bruine kikker aangetroffen. Dit fenomeen komt voor bij koude temperaturen en lage pH waarden waarbij eieren afsterven of gevoeliger zijn voor schimmelinfecties (Beattie et al., 1991;Creemers & van Delft, 2009). ...
... van salamanders) terwijl dichte vegetatiestructuren dienen als schuilplaats voor uitgekomen larven. De eieren en larven van de meeste soorten zijn zeer kwetsbaar voor predatie door vissen(Creemers & van Delft 2009). Dientengevolge komen de meeste soorten amfibieën alleen tot succesvolle voortplanting als vissen afwezig zijn, of alleen in extreem lage dichtheden voorkomen. ...
Technical Report
Full-text available
The present study constitutes of a literature survey of the ecological structure of temporal inundated floodplains that once characterized the ancient Dutch river landscape. At the present study, a temporal inundated floodplain is defined as ‘the zone of the floodplain that is inundated almost yearly during late winter and early spring floods (supplemented with local rain or groundwater), which physical and chemical conditions result in a characteristic community of faunal species with adapted life strategies. This study deals with the functioning and place of the temporal inundated floodplain in a (natural) river ecosystem, hydrological and morphological traits, characteristic species, and the food web. Aquatic fauna communities that are present in the temporal floodplain during the period of inundation form the central part of this study, whereas processes during the terrestrial part of the floodplain (i.e., when the floodplain no longer contains water) are disregarded. In addition of the literature survey, the present study also contains a pilot field study that was conducted in the temporal inundated floodplain ‘Buiten Ooij’ near Nijmegen, along the river Waal. Based on both the results of literature survey and pilot field study, an opportunity analysis was conducted to reveal which areas in the Dutch river system provide the most realistic chances to (re)develop temporal inundated floodplains based on Dutch river system characteristics. Finally, necessary management and development measures are described to further develop these floodplains.
Article
This datasheet on Batrachochytrium salamandrivorans infection covers Identity, Overview, Associated Diseases, Pests or Pathogens, Distribution, Hosts/Species Affected, Diagnosis, Pathology, Epidemiology, Impacts, Prevention/Control, Further Information.
Article
This datasheet on Batrachochytrium salamandrivorans covers Identity, Overview, Distribution, Dispersal, Hosts/Species Affected, Environmental Requirements, Impacts, Further Information.
Technical Report
Full-text available
Onze Nederlandse natuur op land staat er slechter voor dan ooit. Sinds 1990 zijn populaties wilde dieren in zowel open natuurgebieden zoals heide, als in het agrarisch landschap, gemiddeld gehalveerd. Diverse vogel-, vlinder- en reptielensoorten die vroeger algemeen voorkwamen zijn tegenwoordig zeldzaam. Deze zorgwekkende ontwikkeling blijkt uit het vandaag door het Wereld Natuur Fonds (WWF-NL) gepubliceerde Living Planet Report Nederland, getiteld ‘Natuur en Landbouw Verbonden’. Het rapport dringt aan op een snelle en structurele vermindering van stikstof - een belangrijke veroorzaker van verlies aan biodiversiteit - om onze unieke Nederlandse natuur een kans te geven te herstellen.
Technical Report
Full-text available
Het Living Planet Report Nederland 2015 is de eerste editie voor Nederland van het Living Planet Report en is gebaseerd op de Living Planet Index Nederland (LPI 2015). Deze index volgt de gemiddelde veranderingen in de populatiegrootte van diersoorten vanaf 1990. De LPI 2015 toont dat het sinds 1990 weer wat beter gaat met de natuur in Nederland die sinds 1900 sterk was verarmd. Dat is een totaalbeeld. Er zijn soorten waar het goed mee gaat, soorten waar het slecht mee gaat en soorten die stabiel blijven; er zijn plaatsen waar de natuur zich wat herstelt, maar ook plaatsen waar de achteruitgang nog doorgaat. Door de LPI op te splitsen naar leefgebied (land, zoet water, zee) wordt duidelijk hoe verschillende soortgroepen het in verschillende leefgebieden doen.
Article
Full-text available
Wereldwijd worden soorten buiten hun natuurlijke verspreidingsgebied geïntroduceerd. Zulke exoten kunnen een bedreiging vormen voor inheemse soorten door competitie, predatie en het overbrengen van ziektes. Hybridisatie vormt een minder bekend risico. Hybridisatie heeft echter belangrijke gevolgen voor natuurbescherming, omdat het leidt tot een verlies van biodiversiteit op genniveau. Omdat hybridiserende soorten, en zeker hun nakomelingen, qua uiterlijk veelal moeilijk te onderscheiden zijn is zulke ‘genetische vervuiling’ een verborgen proces. Om genetische vervuiling bloot te leggen moet je daarom direct naar de genetische opmaak van individuen kijken.
ResearchGate has not been able to resolve any references for this publication.