ChapterPDF Available

Ponsaers, P., De Raedt, E., Wondergem, L., Gunther Moor, L. (2015), “Editoriaal”, in Ponsaers, P., De Raedt, E., Wondergem, L., Gunther Moor, L. (eds.). Themanummer Outsourcing Policing, Cahiers Politiestudies , n°36, 2015/3, Antwerpen / Apeldoorn: Maklu, 7-10.

Authors:

Abstract

Dit Cahier gaat nader in op de vraag of (en zo ja, in welke mate) al dan niet bepaalde politietaken kunnen uitbesteed worden aan de private veiligheidssector. De gastredactie was van mening dat dit vraagstuk zowel in België als in Nederland steeds hoger op de beleidsagenda kwam en dat het dus dringend nodig was er een themanummer aan te besteden. Al te dikwijls wordt de discussie gevoerd tussen voor- en tegenstanders van de privatisering van de politie, terwijl de gastredactie hoopt het debat van haar louter ideologisch karakter te ontdoen door de vraag te stellen naar het mogelijk outsourcen van specifieke politietaken aan de private sector.
CPS 2015-3, nr. 36 7
Editoriaal
Dit Cahier gaat nader in op de vraag of (en zo ja, in welke mate) al dan niet bepaalde
politietaken kunnen uitbesteed worden aan de private veiligheidssector. De gastredactie
was van mening dat dit vraagstuk zowel in België als in Nederland steeds hoger op de
beleidsagenda kwam en dat het dus dringend nodig was er een themanummer aan te
besteden. Al te dikwijls wordt de discussie gevoerd tussen voor- en tegenstanders van
de privatisering van de politie, terwijl de gastredactie hoopt het debat van haar louter
ideologisch karakter te ontdoen door de vraag te stellen naar het mogelijk outsourcen
van specifieke politietaken aan de private sector.
Het Cahier bevat elf bijdragen, die werden ondergebracht in vier grote delen. Een eerste
deel is beleidsmatig van aard en kijkt naar de grote evoluties in België en Nederland.
Op welke wijze verloopt het politieke debat over outsourcing? Maar ook wordt hier
ingezoomd op de vraag volgens welke hoofdlijnen het debat zowel extern als intern de
politieorganisatie wordt gevoerd. Vier bijdragen komen hier aan de orde.
Elke Devroe (Hoofddocent, Instituut Bestuurskunde, campus Den Haag, universi-
teit Leiden) en Philine Terwel (Master in crisis and security management, Instituut
Bestuurskunde, campus Den Haag, universiteit Leiden) beogen in hun bijdrage ‘De
politiefunctie geprivatiseerd? Private beveiliging in België en Nederland’ een verhelderende
schets te geven van de stand van zaken met betrekking tot private veiligheidsdiensten
in België en Nederland. In een eerste deel schetsen de auteurs enkele cijfers inzake
private veiligheid in internationaal perspectief. In een tweede deel komt de historiek in
beide landen kort aan bod, gevolgd door de wetgeving en de bevoegdheden. De auteurs
sluiten af met een vergelijking tussen beide landen. Waar Nederland voluit mee ging
in de privatiseringstendens ingezet door de UK, bleef België wat op de achtergrond, zo
concluderen beide auteurs.
Marc Cools (Professor Criminologie, Universiteit Gent en Vrije Universiteit Brussel) en
Eddy De Raedt (Hoofdcommissaris van Politie en academisch consulent, Universiteit
Gent) gaan in op de beleidsevolutie ter zake in België in hun bijdrage ‘Het outsourcen
van politietaken naar de private veiligheid in een stroomversnelling?’ Zij stellen vast dat de
vraagstelling omtrent het uitbesteden van politietaken aan de private veiligheid in België
aangescherpt raakte sinds 2012, en bovendien verbonden was met het debat omtrent
de kerntaken van politie. Sinds 2000 stellen ze een groeiende trend vast inzake het
overdragen van politietaken aan andere actoren, terwijl dat eigenlijk in zeer beperkte
mate gebeurde ten aanzien van de private veiligheid. Weliswaar werd in 2014 de wet op
de private veiligheid aangepast, doch deze wetswijzing bleef qua overdracht van poli-
tietaken naar de private veiligheid heel beperkt. De verklaring van de huidige regering
biedt op dat vlak meer perspectieven, besluiten beide auteurs.
Willy Bruggeman (Voorzitter van de Federale politieraad in België) gaat in ‘Outsourcing
van politietaken’ dieper in op het begrip outsourcing en op de impact van de financiële
crisis op outsourcing. Hij stelt vast dat bij het zoeken naar goede praktijken verschil-
lende modellen kunnen worden gehanteerd en dit op basis van de motivering voor
outsourcing. Uiteraard worden de keuzes die nu gemaakt worden sterk beïnvloed door
de budgettaire situatie. Ook het lopende kerntakendebat zal hierbij determinerend
worden, vanaf het moment dat politieke keuzes gemaakt zijn in dit dossier. Ook blijkt
8 CPS 2015-3, nr. 36
Paul Ponsaers, Eddy De Raedt, Luuk Wondergem & Lodewijk Gunther Moor
dat er absoluut nood is aan meer coherentie binnen de geïntegreerde politie, wil men
het outsourcen echt professionaliseren en de voorwaarden ertoe harmoniseren voor
alle betrokken diensten.
Jeroen Obdam (senior inspecteur bij de Inspectie Veiligheid en Justitie) stelt zich
de fundamentele vraag ‘Is het uitbesteden van politietaken in de praktijk mogelijk?’ Hij
beantwoordt deze vraag op een positieve wijze: bepaald werk, of taken, die door de politie
werden gedaan kunnen prima worden uitbesteed. Hij ontwikkelt een beslissingsmodel
en toetst dat aan de hand van een viertal Nederlandse praktijkvoorbeelden. Hij merkt
dat de uitkomst van de toetsen verschillend zijn, doch dat het beslissingsmodel stand
houdt. Het beslissingsmodel is gebaseerd op jarenlange praktijkervaring.
Een tweede deel focust op het outsourcen van politietaken en expertise in de gerechtelijke
sfeer. De figuur van de gerechtsdeskundige is in deze context wellicht de meest bekende
en komt dan ook aan bod. Maar er is niet enkel dat. Er is ook de vraag naar de rol van de
forensisch auditor, zowel in België als Nederland. Drie bijdragen komen hier aan bod.
Wim Van de Voorde (MD, PhD; diensthoofd forensische geneeskunde UZ Leuven en
buitengewoon hoogleraar gerechtelijke geneeskunde KU Leuven) heeft het in zijn stuk
Deskundige in strafzaken, van technisch raadgever naar forensisch wetenschapper’ over de
positie van gerechtsexperten waarop Justitie in België een beroep doet om specifieke
technische vragen te beantwoorden, zodat magistraten goed en deskundig geïnformeerd
kunnen oordelen en desgevallend veroordelen. De auteur stelt vast dat de ontwikkelingen
gedurende de afgelopen decennia met zich meebrengen dat de deskundige evolueert
naar een hoogopgeleide en professioneel voltijds werkende forensische wetenschapper.
Dit manifesteert zich heden ten dage niet in het minst op het vlak van de gerechtelijke of
forensische geneeskunde. De auteur meent dan ook dat er vandaag behoefte is aan een
hertekening van het landschap waarin het forensisch sporenonderzoek wordt beoefend.
Hij houdt een pleidooi om deskundigen een volwaardig professioneel statuut te bezorgen
dat gebaseerd is op degelijke opleiding, controleerbare kwaliteitsnormen en een correcte
verloning.
Bart De Bie (Vennoot van het forensisch auditkantoor i-Force, België), Gerwinde Vynckier
(doctor in de criminologie en forensic auditor bij i-Force) en Pim Van der Veer (Clusterma-
nager bij Programma FinEC, Politie Nederland) hebben het over ‘Een optimalisatie van de
vraag- en aanbodgestuurde expertise als katalysator voor de strijd tegen de profijtgerichte misdaad’.
Zij gaan ervan uit dat bij de strijd tegen de profijtgerichte misdaad de doelmatige inzet van
interne dan wel externe expertise en hun onderlinge afstemming kritische succesfactoren
zijn om de meer complexe en/of grootschalige onderzoeken binnen een redelijke termijn
tot een tastbaar resultaat te brengen. Daarbij gaat het niet alleen om louter financiële
expertise met het oog op bewijs van één of meerdere misdrijven in hoofde van één of
meerdere (mede)daders en/of medeplichtigen, maar ook om expertise op het vlak van
enkele ondersteunende processen, die anno 2015 aan belang winnen. Daarbij denken we
in het bijzonder aan het veiligstellen en analyseren van digitale data en het beheer van in
beslag genomen criminele vermogensvoordelen. In deze bijdrage nemen de auteurs de
bestaande vormen van zowel interne als externe expertise kritisch onder de loep en gaan ze
op zoek naar verbeteringsmogelijkheden. Daarbij gaan ze na in welke mate en onder welke
voorwaarden outsourcing een toegevoegde waarde kan bieden en breken een lans voor het
(beter) benutten van private (fraude)onderzoeksrapporten binnen een strafrechtelijke context.
Editoriaal
CPS 2015-3, nr. 36 9
Anton van Wijk en Manon Hardeman (beiden medewerkers van Bureau Beke te
Arnhem) gaan in op ‘Insourcing en/of outsourcing van forensisch onderzoek; mogelijkheden
voor een efficiënte en effectieve opsporing’. Zij stellen vast dat forensisch onderzoek steeds
belangrijker wordt bij de opsporing. Naast het Nederlands Forensisch Instituut (NFI)
zijn er ook particuliere instituten actief op de forensische markt (outsourcing). Techno-
logische ontwikkelingen maken het mogelijk dat de politie ook forensisch onderzoek
kan doen (insourcing). In deze bijdrage wordt op basis van literatuur en documenten
nagegaan wat de voordelen en nadelen van insourcing en outsourcing zijn in het licht
van een efficiënte en effectieve opsporing. Daarbij worden ook de ervaringen in het
buitenland betrokken. De conclusie is genuanceerd: de opsporing is gebaat bij zowel
insourcing als outsourcing van forensisch onderzoek, mits de overheid een duidelijke
visie en prioriteitenstelling uitdraagt.
Een derde deel gaat nader in op het outsourcen van politietaken in de bestuurlijke sfeer.
Op de eerste plaats komt hier het outsourcen van politietaken in het kader van openba-
reordehandhaving in het kader van evenementen aan de orde. Maar er is niet enkel dat.
Er is ook het inhuren van private partijen bij het doorvoeren van integriteitsonderzoek
in opdracht van overheden, en het overdragen van politiefuncties naar de Nederlandse
Spoorwegen. Dit deel bevat drie bijdragen.
Henk Ferwerda (criminoloog, politieonderzoeker en directeur van Bureau Beke in
Arnhem) en Luuk Wondergem (operationeel specialist bij het Bureau conflict- en
crisisbeheersing van de politie-eenheid Rotterdam) hebben het over ‘Outsourcing van
politietaken bij evenementen. In deze bijdrage wordt verkend wat de mogelijkheden
zijn voor outsourcing van de politie-inzet bij evenementen in Nederland. Er wordt een
beschouwing gegeven op evenementen en de voorbereiding daarop aan de hand van
drie voorbeelden. Deze zijn gekozen vanuit een typologische indeling en betreffen
een muziekfestival, koningsdag en een wedstrijd van een eredivisievoetbalclub. Ook
wordt de situatie van een evenement in crisis beschreven door de rol en de taken van
de politie onder de loep te nemen. Aan de hand hiervan stellen zij zich de vraag: wat is
het outsourcing-potentieel voor de politie bij evenementen?
Emile Kolthoff (hoogleraar Criminologie bij de Open Universiteit Nederland en research
fellow bij de Onderzoeksgroep Quality of Governance van de Vrije Universiteit te Amster-
dam) heeft het over ‘Publiek integriteitsonderzoek door private partijen’. In dit hoofdstuk
wordt ingegaan op het onderzoeken van integriteitschendingen bij de overheid en de
mogelijkheid en wenselijkheid om dergelijke onderzoeken uit te besteden aan private
organisaties. In de praktijk blijkt het in Nederland al lang usance te zijn dat vooral lagere
overheden dergelijk onderzoek uitbesteden aan private onderzoeksbureaus, mede door
gebrek aan een adequate publieke dienstverlener op dit terrein en/of capaciteitsgebrek
bij de politie. In dit hoofdstuk wordt achtereenvolgens ingegaan op het karakter van
integriteitsonderzoeken en de benodigde expertise om ze uit te voeren, de omvang ervan
in Nederland en de waarborgen waar dergelijk onderzoek – zeker indien uitbesteed –
mee moeten worden omkleed.
Ronald van Steden (Universitair Hoofddocent Bestuurswetenschappen en Politico-
logie, Vrije Universiteit Amsterdam) heeft het in zijn stuk ‘Van Spoorwegpolitie naar
Service & Veiligheidsteams; Tussen publieke en private orde op de trein’ over de gevolgen
die het nationaliseren van de Nederlandse politie enerzijds en het wegvallen van de
10 CPS 2015-3, nr. 36
Paul Ponsaers, Eddy De Raedt, Luuk Wondergem & Lodewijk Gunther Moor
Spoorwegpolitie voor de organisatie van veiligheid op stations en in treinen met zich
hebben gebracht. Dit artikel stelt de vraag welke consequenties het ‘responsabiliseren’
van de Nederlandse Spoorwegen (NS) voor veiligheid heeft. In antwoord op deze vraag
komt de geschiedenis van de Spoorwegpolitie aan bod en kijkt de auteur naar het
functioneren van Service- en Veiligheidsteams bij de NS, en hun relatie met de politie.
De conclusie van de bijdrage luidt dat het thans gemaakte onderscheid tussen ‘openbare
orde’ en ‘bedrijfsorde’ geen stand kan houden. De NS heeft van oudsher een dermate
grote maatschappelijke functie dat blijvende steun van een gespecialiseerde, op het
spoor gerichte, publieke politiedienst aanbevelingswaardig is.
Een vierde deel focust op outsourcing en technologische vernieuwing. In toenemende
mate wordt de politie geconfronteerd met haar organisatiebeperkingen inhouse op
dit vlak. De redactie was de mening toegedaan dat aan deze problematiek bijzondere
aandacht diende geschonken te worden. Dit deel bevat één bijdrage.
Jean-Louis Dalle (Hoofdcommissaris – beleidsadviseur Federale Gerechtelijke Politie)
heeft het over ‘Outsourcing bij technologische vernieuwing’. Hij heeft het over de nieuwe
maatschappelijke tendensen en hun impact op de veiligheid en de werking van de politie.
Hij stelt vast dat de politie op een bijzonder scharnierpunt gekomen is en dat funda-
mentele keuzes, zowel beleidmatig als beheersmatig, dienen te worden genomen. Een
fundamentele vraag die de auteur zich stelt is of het niet noodzakelijk is om naar een
nieuw evenwicht te zoeken binnen de pijlers van de excellente politiezorg die de politie in
België aanbiedt als schakel in de veiligheidsketen. Hij vestigt de aandacht op het moeilijk
en risicovol evenwicht bij het in- of outsourcen van politietaken en sluit zijn bijdrage af
met enkele concrete bedenkingen en conclusies. Het maken van belangrijke beleidskeuzes
noodzaakt een grondig maatschappelijk en parlementair debat, omdat dit raakt aan ons
democratisch bestel enerzijds en anderzijds ook omdat deze keuzes onomkeerbaar zijn.
Eenmaal taken gedeeltelijk of geheel uitbesteed naar de een andere publieke of private
sector, dan wordt het moeilijk om deze in de toekomst terug te recupereren.
De gastredactie is zich bewust van het feit dat met bovenstaande thema’s het debat
over outsourcing niet uitputtend is behandeld. Er zijn immers nog vele andere vraag-
stukken die ermee verbonden zijn. Niettemin is zij wel de mening toegedaan dat
doorheen voorliggende bijdragen de belangrijkste vraagstukken aan de orde komen.
De gastredactie hoopt op deze wijze op een constructieve wijze bij te dragen aan het
lopende debat ter zake.
In de rubriek ‘reacties’ ten slotte brengt Piet Van Reenen (Emeritus hoogleraar Politie
en Mensenrechten universiteit Utrecht) de reactietekst ‘Legitimiteit: naar een discussie’.
In Cahier nummer 31 schreef Piet Van Reenen (2014) een artikel over legitimiteit
met als titel ‘De legitimiteit van de politie is haar zorg niet’. Cahier 33 bracht nadien een
reactie op zijn tekst geschreven door Jurriën Rood ‘De woorden zijn ook een zorg van de
politie(wetenschap). Over legitimiteit, vertrouwen, erkenning en andere stokpaardjes’. Bijdrage
nummer 12 in dit Cahier zwengelt de discussie verder aan en reageert op de bijdrage
van Rood uit Cahier 33. We hopen als redactie dat andere auteurs zich ook geroepen
voelen een (korte) reactie te schrijven op stukken in dit Cahier (of in vorige) en zo het
maatschappelijk debat over politiestudies op constructieve wijze mee te voeden.
Editoren: Paul Ponsaers, Eddy De Raedt, Luuk Wondergem & Lodewijk Gunther Moor
ResearchGate has not been able to resolve any citations for this publication.
ResearchGate has not been able to resolve any references for this publication.