Content uploaded by Theo M J Peeters
Author content
All content in this area was uploaded by Theo M J Peeters on Jan 25, 2022
Content may be subject to copyright.
Content uploaded by Theo M J Peeters
Author content
All content in this area was uploaded by Theo M J Peeters on May 09, 2020
Content may be subject to copyright.
Content uploaded by Theo M J Peeters
Author content
All content in this area was uploaded by Theo M J Peeters on Apr 15, 2015
Content may be subject to copyright.
Natuurstudie in De Kaaistoep
en aangrenzende terreinen in Tilburg
Verslag 2014
20e onderzoeksjaar
!
!
1
Natuurstudie in De Kaaistoep
en aangrenzende terreinen in Tilburg
Verslag 2014
20e onderzoeksjaar
!
!
2
Colofon
Voor informatie over dit onderzoek kunt u contact opnemen met:
KNNV-afdeling Tilburg
Secretariaat: Marie-Cécile van de Wiel
Email: secretaris@tilburg.knnv.nl
Telefoon: 013-5436541
Website: www.knnv.nl/tilburg
Het onderzoek in De Kaaistoep is mogelijk gemaakt dankzij de beschikbaarstelling van
onderzoeksterreinen door de TWM Gronden BV, van onderzoeksfaciliteiten door Natuurmuseum
Brabant en van deskundigheid en mankracht door de KNNV-afdeling Tilburg. Het bij dit onderzoek
verzamelde en geconserveerde onderzoeksmateriaal is grotendeels opgenomen in de collecties
van Natuurmuseum Brabant en is toegankelijk voor wetenschappelijk onderzoek.
Redactie jaarverslag 2014: Theo Peeters, André van Eck & Tineke Cramer (april 2015).
Email: ptheo@xs4all.nl
De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de afzonderlijke stukken.
Artikelen graag als volgt citeren:
Felix, R. & J. van Kemenade, 2015. Het Boomkikkerproject: 67-70. In: T. Peeters, A. van Eck & T.
Cramer (red.), Natuurstudie in De Kaaistoep en aangrenzende terreinen in Tilburg. Verslag 2014,
20e onderzoeksjaar. - TWM Gronden BV, Natuurmuseum Brabant & KNNV-afdeling Tilburg, 104 p.
© Indien u gegevens uit dit jaarverslag wilt gebruiken neem dan contact op met de redactie.
3
Neuswespen (Hymenoptera: Diapriidae) in De Kaaistoep
Theo Peeters
In De Kaaistoep zijn in de afgelopen 20 onderzoeksjaren veel wespen, mieren en bijen
(Hymenoptera) verzameld. Allerlei verschillende vangmethoden zijn, vooral in de laatste tien jaar,
uitgeprobeerd en nog steeds worden nieuwe vangmethoden ontwikkeld. Tot de groepen die in
grote aantallen zijn gevangen maar nog nauwelijks op naam zijn gebracht behoren de parasitaire
wespen. Ik heb me onlangs voorgenomen aan een deel van het materiaal van deze zeer
soortenrijke groep te gaan werken. De afgelopen maanden ben ik bezig geweest met het
uitsorteren van twee families: de Diapriidae of neuswespen en de Proctotrupidae of priemwespen.
Het materiaal van de familie van de Proctotrupidae is voor een deel al ter bewerking naar Pierre
Thomas. Hij determineert het materiaal en maakt een referentie-collectie voor Natuurmuseum
Brabant. Met de neuswespen ben ik zelf aan de slag gegaan. Met dit artikel wil ik jullie een beetje
bekend maken met deze schitterende diergroep. Beschouw het als een soort inleiding op wat
komen gaat…
Diapriidae - neuswespen
Ik stel u hier voor aan drie leden uit de familie van de Diapriidae. Diapriidae hebben de
Nederlandse naam neuswespen gekregen omdat hun antennen staan ingeplant op een sokkel.
Diapria conica (Fabricius, 1775)
Met de lichtval in De Kaaistoep is op 18.vii.2014 onder andere een serie van negen neuswespjes
verzameld door Henk Spijkers en Paul van Wielink. Daaronder bevonden zich drie soorten. Een
vrouwtje uit het genus Trichopria, twee vrouwen uit het genus Paramesius en zes vrouwen van de
soort Diapria conica (figuur 1).
Figuur 1. Diapria conica, vrouw (foto’s Bart Horvers).
In Europa is Diapria conica gemeld van Finland, Zweden, Denemarken, Engeland, België,
Frankrijk, Spanje, Tsjechië, Slowakije, Oostenrijk, Polen, Wit-Rusland (Fauna Europaea, Macek
1989a, Wall 1980). Maar wellicht mis ik nog enkele waarnemingen uit Europa. Uit Nederland wordt
de soort al genoemd door Snellen van Vollenhoven (1873).
Diapria conica is een gregaire soort die werd gekweekt uit poppen van de Blinde bij Eristalis tenax
(familie Syrphidae - zweefvliegen). Per pop kunnen 21 tot 46 exemplaren van D. conica uitsluipen.
Er is meestal een duidelijke overheersing van het aantal vrouwtjes ten opzicht van de mannetjes
(Sanders 1911). De vrouwtjes hebben 12 antennenleden en de mannetjes 14.
47
4
Deze neuswesp is zeer waarschijnlijk in elke provincie in ons land aan te treffen en vliegt
tenminste van maart tot in november. In de maand november werd de soort verzameld onder
bladeren (Snellen van Vollenhoven 1876). Die waarneming sluit aan bij de melding van Masner
(1957) dat het volwassen dier vaak overwintert onder schors, mossen en bladeren, en bij Leclercq
(1952) die waarnemingen meldt uit België van 4 en 11 december 1938. Wellicht kunnen dus ook in
ons land in de wintermaanden volwassen dieren opduiken.
Anommatium ashmeadi Mayr, 1904
In de potvallen van De Kaaistoep die rond de eikenbomen hebben gestaan in 2000 en 2001 zijn
vier vrouwtjes van deze soort gevangen resp. op 19.v.-3.vi.2000 (1), 3-17.vi.2000 (1) en 8-
23.ix.2000 (2). Van de biologie van deze soort weten we nauwelijks iets af. In figuur 2 is een
vrouwtje van deze makkelijk herkenbare soort afgebeeld. Ze heeft geen ocellen en is vleugelloos,
aanpassingen aan een ondergrondse levenswijze. Alle vrouwtjes die ik heb gezien hebben 14
antennenleden. Deze bouw en ook de kleur sluiten mooi aan bij Nixon (1957) die een vrouwtje
noteerde dat werd aangetroffen in een nest van de Gele weidemier Lasius flavus. Wie zoekt naar
deze soort in de nesten van de Gele weidemier en ontdekt wat ze daar precies doet? In Europa is
A. ashmeadi de enige soort van dit genus, die is gemeld van Finland, Zweden, Denemarken,
Engeland, Duitsland, Oostenrijk, Andorra, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Italië, Albanië, voormalig
Joegoslavië, Polen en Rusland (Fauna Europaea, Hellen 1964, Macek 1989b, Ventura et al.
2000). In de collectie van Naturalis te Leiden vond ik uit ons land tot op heden 21 vrouwtjes uit vier
provincies van deze soort die, zover mij bekend, nog nooit uit Nederland is gemeld. In ons land zijn
de vrouwtjes gevonden van begin juni tot half oktober. Naar de bijbehorende gevleugelde
mannetjes heb ik nog niet gezocht.
Figuur 2. Anommatium ashmeadi, vrouw (foto Kees Zwakhals).
Psilus cornutus Panzer, 1801
In de malaiseval van 1998 vingen we 1 man 30.v-6.vi, 1 man 13-20.vi en 6 mannen in de week van
20-27.vi.
De mannen van dit genus zijn o.a. makkelijk te onderscheiden van de vrouwen aan de langere
antennen (figuur 3). De antennenleden zijn niet alleen langer maar het aantal antennenleden bij
man is ook groter; 14 bij de man tegen 12 bij de vrouw.
48
5
De soort is in Europa gemeld van Finland, Denemarken, Engeland, Duitsland, Tsjechië, Slowakije,
Oostenrijk, Moldavië (Fauna Europaea, Macek 1989a), maar is wellicht nog bekend van meerdere
landen. In Nederland werd een man gevangen met een malaiseval op de Beegderheide bij het
Frankeven, 11-20.v.1995, door Thomas (1997). In de collectie van NCB Naturalis in Leiden staan
enkele tientallen exemplaren van dit genus uit ons land die ik inmiddels aan het bestuderen ben.
Van de biologie van de soorten van het genus Psilus is nagenoeg niks bekend. Er is slechts een
melding van een niet gedetermineerde soort van dit genus die werd gekweekt uit de poppen van
een strontvlieg van het genus Scathophaga (Scathophagidae) (Muesebeck 1980). Daarnaast
noemt Nixon (1980) een aantal twijfelachtige kweken uit poppen van de wortelvlieg Psila bicolor
(Psillidae) en Phaonia spec. (Muscidae).
Vliegt in ons land van eind mei tot eind juni.
Figuur 3. Psilus cornutus, man (foto’s Bart Horvers).
Tenslotte
Tot zover een bescheiden greep uit de honderden neuswespen die met verschillende
vangmethoden in De Kaaistoep zijn aangetroffen. Met de bewerking van het verzamelde
Diapriidae-materiaal ben ik nog wel een tijdje zoet, maar ik hoop dat ook in 2015 nieuwe
neuswespen zullen worden gevangen. Volgend jaar zal ik jullie in elk geval meer kunnen vertellen
over neuswespen in De Kaaistoep, want het echte determinatiewerk gaat nu pas beginnen. Van de
Diapriidae wordt voor de collectie van Natuurmuseum Brabant een referentiecollectie gemaakt. De
rest van het materiaal is opgenomen in mijn eigen collectie. Voor wie oog heeft voor deze kleine
wespjes (1-8 mm) gaat een compleet nieuwe wereld open die snakt naar aandacht en hier groot
getoond kan worden dankzij de prachtige platen van de fotografen Bart Horvers en Kees
Zwakhals.
Summary
Diapriidae in De Kaaistoep
In the last 20 years many Hymenoptera were caught with different methods in nature reserve De
Kaaistoep near Tilburg (Netherlands). At the end of 2014 we started to sort out the Proctotrupidae
and Diapriidae of pitfalls, malaise-traps and light-traps. With the example of three species of
Diapriidae namely Diapria conica, Anommatium ashmeadi (fauna nov. sp.) and Psilus cornutus,
only a tiny part of many hunddreds of collected specimens is published here. Their distribution in
Europe and The Netherlands, as well as their biology are enumerated from literature and internet
research.
49
6
Literatuur
Fauna Europaea, http://www.faunaeur.org/ [geraadpleegd in februari 2015].
Hellén, W., 1964. Die Ismarinen und Belytinen Finnlands (Hymenoptera: Proctotrupoidea). - Fauna
Fennica 18: 1-68.
Leclercq, J., 1952. Proctotrupoidea (Serphoidea) récoltés en Belgique. - Lambillionea 52 (11-12):
71-72.
Macek, J., 1989a. Proctotrupoidea, Ceraphronoidea: 135-142. In: J. Sedivy (ed.), Check list of
Czechoslovak Insects III. (Hymenoptera). Enumeratio insectorum Bohemoslovakiae. - Acta
Faunistica Entomologica Musei Nationalis Pragae 19: 1-194.
Macek, J., 1989b. Studies on Diapriidae (Hymenoptera, Proctotrupoidea). Part 2. A revision of the
genus Anommatium Foerster. - Annales Zoologici 43 (7): 127-132.
Masner, L., 1957. First preliminary report on the occurrence of genera of the group
Proctotrupoidea in Czechislovakia (Second part - Superfamily Proctotrupoidea s. str.). - Acta
faun. ent. Mus. nat. Pragae 2: 83-107.
Muesebeck, C.F.W., 1980. The nearctic parasitic wasps of the genera Psilus Panzer and Coptera
Say (Hymenoptera, Proctotrupoidea, Diapriidae). - United States Department of Agriculture,
Technical Bulletin 1617: 71 p.
Nixon, G.E.J., 1957. Proctotrupoidea - Diapriidae (Belytinae). - Handbk. Id. Br. Insects 8 (3dii): 1-
107.
Nixon, G.E.J., 1980. Diapriidae (Diapriinae). - Handbk. Id. Br. Insects 8 (3di): 1-55.
Notton, D.G., 1993. New species of Trichopria and Diapria from the British isles (Hym.,
Proctotrupoidea, Diapriidae). - Entomologist's Monthly Magazine 129: 139-149.
Sanders, G.E., 1911. Notes on the breeding of Tropidopria conica Fabr. - The Canadian
Entomologist 43: 48-50.
Snellen van Vollenhoven, S.C., 1873. Nieuwe naamlijst van Nederlandse vliesvleugelige insecten
(Hymenoptera). Tweede stuk. - Tijdschrift voor Entomologie 16: 147-220.
Snellen van Vollenhoven, S.C., 1876. Bijvoegsel tot de nieuwe naamlijst van Nederlandse
vliesvleugelige insecten (Hymenoptera). - Tijdschrift voor Entomologie 19: 211-257.
Ventura, D., A. Algarra & J. Pujade-Villar, 2000. La tribu Pantolytini en Andorra (Hymenoptera,
Proctotrupoidea, Diapriidae, Belytinae). - Ses. Entom. ICHN-SCL 10 (1997): 91-99.
Wall, I., 1980. Die Diapriinen und Belytinen aus dem Königlich-Belgischen Institut fur
Wissenschaften (Hymenoptera Proctotrupoidea: Familie Diapriidae). 3. und 4. Beitrag zur
Kenntnis Europäischer Zehrwespen. - Bull. Inst. Royal Science. Nat. de Belgique 52 (18): 1-34.
50