Content uploaded by Theo M J Peeters
Author content
All content in this area was uploaded by Theo M J Peeters on Mar 07, 2014
Content may be subject to copyright.
nr. 3, november 2011
54
Hymeno
Ibalia leucospoides in
Nederland
Theo M.J. Peeters
Inleiding
Onlangs werd mijn aandacht getrokken door een
drietal foto’s op waarneming.nl. Het afgebeelde dier
kwam me bekend voor, maar een goede determinatie
van de familie of soort schoot me niet te binnen. Dat
moment van onwetendheid duurde slechts kort, want
even later stond op de website de naam van de soort
er al bij: Ibalia leucospoides. Daarmee kwamen ook bij
mij weer brokstukken in mijn geheugen naar boven en
werd mijn nieuwsgierigheid groter. Ik verzamelde
intussen enige informatie over deze soort en doe
hierbij verslag van het eerste deel van mijn onderzoek.
Plaats binnen de Hymenoptera
Ibalia leucospoides behoort tot de familie van de
Ibaliidae, een familie die verwant is aan de familie van
de galwespen.
Binnen de Hymenoptera onderscheiden we de
Symphyta en de Apocrita, de Apocrita verdelen we in
Parasitica en Aculeata. De zeer soortenrijke groep van
de Parasitica wordt tegenwoordig verdeeld in een
groot aantal superfamilies, waaronder de superfamilie
Cynipoidea waartoe de Ibaliidae worden gerekend. In
Nederland is deze superfamilie vertegenwoordigd door
3 families: Cynipidae (galwespen), Figitidae en
Ibaliidae, met in totaal tenminste 130 soorten (van
Achterberg 2010).
Wereldwijd zijn van de Ibaliidae slechts 3 genera met
in totaal zo'n 20 soorten bekend, excl. fossiele soorten
(Liu & Nordlander 1994). In Nederland is tot op
heden één soort aangetroffen uit het genus Ibalia
(subgenus Ibalia): Ibalia leucospoides (Hochenwarth,
1785). Twee soorten kunnen worden verwacht: Ibalia
rufipes Cresson, 1879 (door sommigen Ibalia drewseni
Borries, 1891 genoemd) en Ibalia jakowlewi Jacobson,
1899.
Uiterlijk
Binnen de groep van de Cynipoidea in ons land vallen
de Ibaliidae meteen op doordat ze duidelijk groter zijn
dan de andere vertegenwoordigers (grootte > 7 mm).
Ibaliidae zijn verder direct herkenbaar aan de
voorvleugeladering, met een lange en smalle marginale
cel (Fig. 1). Het achterlijf is zeer sterk zijdelings
afgeplat, zo dun als het lemmet van een mes (Fig 1).
Het 5e segment van het achterlijf is bij de vrouwtjes
ongeveer even groot als segment 2-4. De metatars van
nr. 3, november 2011
55
Hymeno
de achterpoten is bijna tweemaal zo lang als tars 2-5,
en de tweede achtertars heeft een opvallende apicale
verlenging. Vrouwtjes met 13 antennenleden.
Mannetjes met 14, waarvan het derde antennenlid is
uitgehold.
Ibalia leucospoides werd als I. cultellator in 1869 voor het
eerst vermeld voor de Nederlandse fauna uit Voorst
(in Oudemans 1925). De zwarte kop en vooral het
zwarte borststuk zijn opvallend grof gerimpeld. De
achterdijen van deze soort zijn donkerbruin tot zwart
en het gehele achterlijf is donkerrood tot zwart (Fig.
2). Wereldwijd vertoont het achterlijf van de soort een
grote variatie in kleur. Kerrich (1973) onderscheidt op
grond daarvan twee ondersoorten: de donkerkleurige
ssp. leucospoides in de palearctische regio en lichtkleurige
ssp. ensiger Norton, 1862 in de nearctische regio. De
twee ondersoorten kunnen nog met elkaar kruisen en
vruchtbare nakomelingen
produceren.
Verspreiding
Ibalia leucospoides is een
holarctische soort die voor
komt in Noord-Afrika,
Eurazië en in Canada en de
USA (Liu & Nordlander
1994). Door de inzet als
plaagbestrijder van
houtwespen is de soort ook
verspreid naar Nieuw-
Zeeland, Australië, Zuid-
Amerika en Zuid-Afrika
(Bedding 2009).
Afgelopen september heb
ik naar Nederlandse
vertegenwoordigers van de
deze familie gezocht in de
collecties van het NCB
Naturalis in Leiden. Het oudste dier dat ik tot op
heden heb gezien betreft een mannetje van 15
augustus 1876 te Venlo uit de collectie Van den
Brandt. Naast enkelingen verspreid over het land,
werden op twee vindplaatsen ook series van dieren
gevonden. Uit Putten stammen de meeste dieren, allen
gekweekt door J.Th. Oudemans. En een meer recente
serie komt uit Borger (1991-92), gekweekt door L.
Witmond. Een eerste overzicht van de verspreiding
van Ibalia leucospoides in Nederland geeft figuur 3. Het is
de bedoeling in de toekomst ook regionale en privé-
collecties met Ibalia te bestuderen ter completering van
het verspreidingsbeeld in ons land.
Biologie
De soort vliegt in Nederland van half juli tot eind
oktober (Fig. 4).
De levencyclus van Ibalia
leucospoides is o.a. bestudeerd
door Chrystal (1930). De
studie van Chrystal (1930)
heb ik helaas nog niet te
pakken gekregen, vandaar
dat hier alleen enkele
opmerkingen uit andere
bronnen worden
weergegeven.
Ibalia leucospoides is een
parasitoïd van houtwespen
uit de genera Sirex, Urocerus
en Xeris, die in 'naaldhout'
leven (Liu & Nordlander
1994). De enige
gastheeropgave die ik tot op
heden uit Nederland heb
kunnen vinden wordt
Fig. 1. Habitus Ibalia leucospoides, bovenaanzicht. Foto Gerrit Koopman.
Fig. 2. Habitus van
Ibalia leucospoides
, zijaanzicht. Foto Gerrit Koopman.
nr. 3, november 2011
56
Hymeno
genoemd in Oudemans (1925) en is een vermelding uit
de 19e eeuw: ‘Te Voorst uit Sirex juvencus gekweekt,
Wtt’.
Houtwespen zijn in bepaalde gebieden plaaginsecten
en voor de bestrijding van deze soorten, vooral van
Sirex noctilio in gebieden op het zuidelijk halfrond,
worden o.a. natuurlijke vijanden ingezet. Ibalia
leucospoides is één van de natuurlijke vijanden die
daarvoor wordt gebruikt en van de biologie van deze
soort is dan ook vrij veel bekend.
De legboor van Ibalia is dun en buigzaam en wordt
alleen in het hout gebracht door gebruik te maken van
een bestaande gang van haar gastheer. De soort wordt
o.a. gestimuleerd tot eiafzet door de aanwezigheid van
een schimmel (Amylostereum areolatum) die een symbiose
vormt met Sirex noctilio (Madden 1968). Ibalia
leucospoides legt haar eieren in de volwassen embryo’s en
in de eerste en tweede larvenstadia van haar gastheer.
Haar vliegtijd is gesynchroniseerd met die van de
gastheer. In de eerste drie stadia is de Ibalia-larve een
endoparasitoïd. De volgroeide derde stadiumlarve
komt uit de gastheerlarve te voorschijn en het vierde
stadium voedt zich extern op de resten van de
houtwesplarve. Daarna verpopt de larve in de tunnel
van de houtwesplarve. De volwassen Ibalia knaagt zich
door het hout en de schors naar buiten. De
levenscyclus van Ibalia leucospoides duurt in Europa 3
jaren, maar in Nieuw-Zeeland slechts 1 of 2 jaren.
Tot zover dit verslag van enkele onderzoekingen aan
Ibalia leucospoides in Nederland. Rest me om me aan te
sluiten bij de woorden van Jac. P. Thijsse (1917) “dat
ik meer dan ooit brand van verlangen, om de
zaagwespen en hun belagers in de vrije natuur te
ontmoeten”.
Dankwoord
Willem Hogenes en Kees van Achterberg dank ik
hartelijk voor toegang tot de collecties te Leiden.
De foto’s werden gemaakt door Gerrit Koopman.
Stijn Schreven droeg bij aan de juiste invoer van de
data op website waarneming.nl, waarvan de
verspreidingskaart en het vliegtijddiagram afkomstig
zijn. Allen mijn hartelijke dank voor jullie bijdrage.
Literatuur
Achterberg, C. van, 2010. Hymenoptera – vliesvleugeligen:
269-273. In: Noordijk, J. et al. (red.), De Nederlandse
biodiversiteit. – Nederlandse Fauna 10, NCB Naturalis &
EIS-Nederland, Leiden.
Bedding, R.A., 2009. Controlling the pine-killing woodwasp,
Sirex noctilio, with nematodes: 213-235. In: A.E. Hajek,
T.R. Glare & M. O'Callaghan (eds.), Use of microbes for
control and eradiction of invasive arthropods. - Springer,
Progress in Biological Control 6.
Chrystal, C.N., 1930. Studies of Sirex parasites. The biology
nd post-embryonic development of Ibalia leucospoides
Hochenw. (Hymenoptera-Cynipoidea). - Oxford Forestry
Memoirs 11: 1-63.
Kerrich, G.J., 1973. On the taxonomy of some forms of
Ibalia Latreille (Hymenoptera: Cynipoidea) associated with
conifers. – Zoological Journal of the Linnean Society 53:
65-79.
Liu, Z. & G. Nordlander, 1994. Review of the family
Ibaliidae (Hymenoptera: Cynipoidea) with keys to genera
and species of the world. - Entomologica scandinavica 25:
377-392.
Madden, J.L., 1968. Behavioural responses of parasites to
the symbiotic fungus associated with Sirex noctilio F. -
Nature 218: 189-190.
Oudemans, J.Th., 1925. Ibalia leucopsoides Hchw. -
Entomologische Berichten 6 (142): 369-370.
Thijsse, J.P., 1917. De zaagwesp en zijn belager. - De
Levende Natuur 21 (17): 331-333.
Summary
In this article the autor outlines the visual
characteristics, distribution, flight period and biology
of Ibalia leucospoides (Hymenoptera: Cynipoidea:
Ibaliidae) in the Netherlands
Fig. 3. Verspreiding van Ibalia leucospoides in
Nederland (Bron: waarneming.nl, oktober 2011).
Fig. 4. Vliegtijd van Ibalia leucospoides in Nederland
(Bron: waarneming.nl, oktober 2011).