ArticlePDF Available

Informatie op maat: Informatiebehoefte en Informatiestrategie

Authors:
  • Waterframes

Abstract

Informatie op maat: ~nfournatiebehoefite en iüZA een strategische richtlijn opgesteld voor het monitoren van grensoverschrijdende rivie-ren [UNIECE TFMA. 19961. In deze richtlijn wordt onder andcre een aantal basisprincipes . . voor monitoring beschreven en de richtlijn is daardoor ook zeker tocpxbaar voor watersys-temen die niet grensoverschrijdend ziin. De stroomgebiedbenadering is een belangrijk uitgangspunt voor het waterbe-heer. Een stroomgebied eindigt niet bij een administratieve grens. maar wordt beïnvloed door het bovenstroomse gebied en beïnvloedt het benedenstroomse gebied. Daarom is samenwerking tussen alle administratieve eenheden binnen een stroomgebied noodzake-lij k. Waterbeheer moet gebaseerd zijn op een integrale aanpak van zowel kwaliteit als kwan-titeit van oppervlaktewater, maar ook van grondwater. Rekening moet worden gehouden met aspecten vanuit het milieubeleid en de ruimtelijke ordening, waarbij ook onder ande-re landbouw, industrie, recreatie, drinkwater en natuur in beschouwing worden genomen. Van 'totaal waterbeheer' wordt gesproken als in deze aspecten de afweging wordt gemaakt tussen sociologie, ecologie en economie [Van Rooy & de long, 19951. Het waterbeheer is gebaseerd op de wissel-J.G. TIMMERMAN. RIZA I. VAN PELT, RIZA Goede infoniiatie is onotitbecrlijk iii het ivntcr-bcliecr eii -beleid. Het verznnielcii vnii deze iiifoniiatie vrnagt door liet integrale kaiaktcl c11 toenciiicnde complexiteit van de pioblciiiatiek vaii het waterbelieer echtei een stccdsgroteic itupniiniitg ['Timiiieriiinii G Heridiiksiiin, 19971. De bcschikbarefiiiaiicieii en capncitcit blijven echter een bclaiigrijkc bcpcrkciidejictoi. Het is daarom steeds iioodzakelijkcr om iiieet-prograniiita's zo i11 te riclitcii dnt met eeii zo klein inogelgkc inspaiiiiiiig zoveel inogcliji. iiiforiitatiegelcvcrd kan ivordcii. volgens gekeken worden ofdezelfde resultaten met minder inspanning verkregen kunnen worden. Het resultaat van onderzoek op dit gebied is gepresenteerd en besproken in de gezamen-lijk door NZA, ICWS en LUW georganiseerde workshop 'Informatie op maat'. Deze is op 10 november 1997 in Arnhem, op 19 november 1997 in Zwolle en op z5 november 1997 in Utrecht gehouden. Dit artikel is de eerste van cen serie van drie artikelen waarin de presen-taties van deze workshop kort worden bespro-ken. Bcide andere artikelen zullen in de twee volgende uitgaven van H,O worden gepubli-ceerd en behandelen respectievelijk een stap-penplan voor meetnetoptimalisatie en dicht-heidsanalyse van meetnetten. De eerste stap om tot een efficiënt en effec-tiefmonitoringprogramma te komen is het eenduidig vastleggen van de informatiebe-hoefte. Daarna is het zaak om een zodanige werking tussen het gebruik ofde functies van een watersysteem. de problemen of bedreigin-gen die bij het gebruik bestaan, en de maatre-gelen, die daartegen genomen worden. Over deze drie elementen is informatie nodig.
Informatie
op
maat:
~nfournatiebehoefite en
iüZA een strategische richtlijn opgesteld voor
het monitoren van grensoverschrijdende rivie-
ren [UNIECE TFMA. 19961. In deze richtlijn
wordt onder andcre een aantal basisprincipes
. .
voor monitoring beschreven en de richtlijn is
daardoor ook zeker tocpxbaar voor watersys-
temen die niet grensoverschrijdend ziin.
De stroomgebiedbenadering is een
belangrijk uitgangspunt voor het waterbe-
heer. Een stroomgebied eindigt niet bij een
administratieve grens. maar wordt beïnvloed
door het bovenstroomse gebied en beïnvloedt
het benedenstroomse gebied. Daarom is
samenwerking tussen alle administratieve
eenheden binnen een stroomgebied noodzake-
lij k. Waterbeheer moet gebaseerd zijn op een
integrale aanpak van zowel kwaliteit als kwan-
titeit van oppervlaktewater, maar ook van
grondwater. Rekening moet worden gehouden
met aspecten vanuit het milieubeleid en de
ruimtelijke ordening, waarbij ook onder ande-
re landbouw, industrie, recreatie, drinkwater
en natuur in beschouwing worden genomen.
Van 'totaal waterbeheer' wordt gesproken als
in deze aspecten de afweging wordt gemaakt
tussen sociologie, ecologie en economie [Van
Rooy
&
de long, 19951.
Het waterbeheer is gebaseerd op de wissel-
J.G.
TIMMERMAN.
RIZA
I.
VAN
PELT,
RIZA
Goede infoniiatie
is
onotitbecrlijk
iii
het ivntcr-
bcliecr eii -beleid. Het verznnielcii vnii deze
iiifoniiatie vrnagt door liet integrale kaiaktcl c11
toenciiicnde
complexiteit
van de pioblciiiatiek
vaii het waterbelieer echtei een stccdsgroteic
itupniiniitg ['Timiiieriiinii
G
Heridiiksiiin,
19971.
De bcschikbarefiiiaiicieii en capncitcit
blijven echter een bclaiigrijkc bcpcrkciidejictoi.
Het
is daarom steeds iioodzakelijkcr om iiieet-
prograniiita's zo
i11
te riclitcii dnt met eeii zo
klein inogelgkc inspaiiiiiiig zoveel inogcliji.
iiiforiitatiegelcvcrd kan ivordcii.
volgens gekeken worden ofdezelfde resultaten
met minder inspanning verkregen kunnen
worden.
Het resultaat van onderzoek op dit gebied
is gepresenteerd en besproken in de gezamen-
lijk door
NZA,
ICWS en LUW georganiseerde
workshop 'Informatie op maat'. Deze is op
10
november 1997 in Arnhem, op 19 november
1997 in Zwolle en op z5 november 1997 in
Utrecht gehouden. Dit artikel is de eerste van
cen serie van drie artikelen waarin de presen-
taties van deze workshop kort worden bespro-
ken. Bcide andere artikelen zullen in de twee
volgende uitgaven van H,O worden gepubli-
ceerd en behandelen respectievelijk een stap-
penplan voor meetnetoptimalisatie en dicht-
heidsanalyse van meetnetten.
De eerste stap om tot een efficiënt en effec-
tiefmonitoringprogramma te komen is het
eenduidig vastleggen van de informatiebe-
hoefte. Daarna is het zaak om een zodanige werking tussen het gebruik ofde functies van
een watersysteem. de problemen of bedreigin-
gen die bij het gebruik bestaan, en de maatre-
gelen, die daartegen genomen worden. Over
deze drie elementen is informatie nodig.
Proces van informatie verzamelen
Het proces van informatie verzamelen met
behulp van monitoring is schematisch weer-
gegeven in de monitoringcyclus (afb. I). Deze
cyclus toont de onderscheiden stappen in het
proces. De cirkel weerspiegelt het cyclisch
karakter van het proces waarin regelmatig de
geproduceerde informatie geëvalueerd wordt
op basis waarvan de informatiebehoefte wordt
bijgesteld. De richting van de pijlen geeft het
verloop van de activiteiten in de tijd weer.
Informatiebehoefte
Rapportage
De eerste stap om te komen tot een 'infor-
matiesysteem' is Isct vaststellen van de informa-
tiebehoefte (zie afb. I). Om deze te kunnen vast-
stellen
is
in het kader van het project 'Meetstra-
tegie zooot', een Rijkswaterstaat project om
meetprojecten in het nieuwe millennium zo
eficiënt mogelijk in te kunnen vullen, een stap-
penplan in ontwikkeling. De hierbij onderschei.
den stappen worden niet sequentieel uitgevoerd
maar vertonen onderlinge samenhang. Deze
samenhang
is
weergegeven in afbeelding
z.
De afbeelding toont de verschillende stap
pen in de tijd en symboliseert het divergeren-
de kankter van liet proces. dat op een gegeven
I
Monitoring strategie
I
Meetnet
ontwerp
-
Gegevens analyse
Laboratorium analyse
Door de stappen in tegengestelde richting
'met de klok mee' door te lopen kunnen de
randvoorwaarden bij elke stap gedefinieerd
worden. Op deze wijze kan ook worden nage-
gaan ofde informatiebehoefte realiseerbaar is
[Timmerman
&
Hendriksma, 19971.
Dit artikel is vooral gericht op de stappen
'~nforniaticbchocfte' en 'Monitoringstratcgie'.
De beide andere artikelen gaan daarnaast ook
in op de stap 'Meetnet ontwerp'. Omdat hier-
bij de cirkel ook 'met de klok mee' doorlopen
moment weer moet convergeren tot een
samenhangend plan.
wordt zullen de stappen 'Informatie over-
dracht', 'Rapportage' cn 'Gegevens analyse' ook
aan de orde komen.
Stap
i:
Verkenning
in de eerste stap wordt een verkenning
uitgevoerd naar de omvang van de problema-
tiek. Er wordt een globale inventarisatie
gemaakt van de uitgangspunten, voor wie de
te produceren informatie bedoeld is en wie bi
Afb.
z
Stappenplan voor vaststellen iiiforiitntic-
behoefte.
Basisprincipes voor monitoring
In liet kader van de UN/ECE 'Convention
on the Protcction and Use ofTransboundary
Watercourses and international Lakes' uit 1992
is door dc 'Task Force on Monitoring and
Assessment' onder voorzitterschap van het
de productie van de informatie betrokken zijr
~it~ai~~~uiiteli voor de informatiebehoeft
kunnen bijvoorbeeld strccfbeclden. bclcidsuii
gangspunten of doelstellingen zijn. Daarnaas
monitoringstrategie uit te stippelen dat een
optimaal resultaat verkregen kan wordcn. Op
basis van de al beschikbare gegevens kan ver-
hordt nagegaan ofde informatie gewenst is
#ar beleidsevaluatie, -voorbereiding of voor
,p.rationeel beheer. Hiermee samenhangend
rook
de tijdschaal van belang: gaat het over
ugjarig beleid of dagelijks beheer.
vastgesteld wordt wie de ii-$ormntiegebrut-
~riizijn. Deze moeten aangeven wat de uitein-
Iklijkgewenste informati; omvat en waar
,&ievoor gebruikt wordt. Informatiegebrui-
'rrszijn bijvoorbeeld opdrachtgevers voor een
actprogramma, beleidsmakers, een bestuur,
;aur
ook derden, zoals drinkwaterbedrijven of
menwerkingsvcrbanden zoals CIW of IRC,
mok het 'publiek'.
Tenslotte wordt bepaald wie bij de pro-
juctie van de informatie betrokken zullen
upûe betrokkenen kunnen in kaart worden
ltbracht door de proccsketeii van informatie-
tot informaticproduct te specificeren.
AIS
uitgangspunt kan hierbij de monito-
(afb.
i)
worden gebruikt.
Stap
z:
Afsteiiiiiiing
De verkenning vormt de eerste aanzet tot
kt
vaststellen van de informatiebehoefte. Om
rr
verifiëren dat de gekozen uitgangspositie
ookjuist is, moet deze aanzet teruggekoppeld
1
wonden met alle betrokkenen, zowel de infor-
i
nutiegebruikers als de ihf~rmatie~roducen-
I
w.
Het is van belang dat de betrokkenen op
I
h
hoogte zijn van elhars problematiek. Daar-
om
wordt aanbevolen om deze stap in de vorm
vin
een workshop uit te voeren.
Communicatie is het sleutelwoord in deze
stip.
Stap
j:
Uitwerking
in
deze stap wordt de informatiebehoefte
uitgewerkt tot een informatieprogramma op
hoofdlijnen, op basis waarvan een concrete
pimning genlaakt kan worden. Hierbij moet
wkde bestaande situatie in ogenschouw wor-
den
genomen.
De informatiebehoefte wordt geconcreti-
rerd. Een belangrijk hulpmiddel hierbij is de
uiformatiebehoeften hiërarchie. Hierin wordt
in
een aantal stappen aangegeven op basis van
wclkc
problen~atick uiteindelijk gegevens over
b
Voorbctld iiifor~~nticbelioefie hiërarchie.
L
1
LWPT-
mctaien
L
Lozinoen
door indurtrlr
I
Formuleren
Erkenning van beleid MaatregelenBeheersing
Politiek
belang
Fase Onderzoek
een bepaalde variabele gewenst zijn. Uitgaande
van het beleidsuitgangspunt 'schoon water.
droge voeten' kan bijvoorbeeld voor 'schoon
water' informatie over de schadelijkheid van het
water voor lcvcndc organismen gcwcnst zijn.
Ook kan bijvoorbeeld infornlatie over
lozingen vanuit dc industrie gcwcnst zijn. Een
algemeen beeld van dc schadelijkheid van het
water kan worden verkregen door concentra-
ties van individuele parameters te meten maar
ook door toxiciteitstesten te doen. Afhankelijk
van de situatie kan voor de ene ofandere bena-
dering gekozen worden (afb.
j).
Zoals eerder aangegeven moet de n~onito-
ringcyclus ook 'met de klok mee' doorlopen
worden. Concreet voor deze stap wordt daar-
voor nagegaan wat het gebruik ofde toepassing
van de te leveren informatie zal zijn. De infor-
matie kan bijvoorbeeld in de vorm van trends,
vrachten of normtoetsing worden geleverd,
maar ook als input voor modellen. Dit verschil-
lend gebruik zal invloed hebben op de wijze
waarop de informatie verzanleld moet worden.
Ook is hierbij cc11 indicatie nodig van de
nauwkeurigheid, waarmee de informatie gele-
verd moet worden. Verder is een inventarisatie
nodig van welke informatie met welke infor-
matiegebruikers moet worden uitgewisseld.
Het bestaande informatienetwerk moet
bekend zijn en daarbij vooral de informatie die
geleverd wordt en de wijze waarop dczc
gebruikt wordt. Door de bestaande infornlatie
te evalueren kan een beeld worden verkregen
van eventuele lacunes hierin. Verder moeten
ook de
bestaande
randvoorwaarden in bccld
worden gebracht. Hierbij valt te denken aan
de beschikbare capaciteit en financiën, maar
ook aan bijvoorbeeld eisen aan het informatie-
netwerk. die door regelgeving gestcld worden.
Gedrag in het milieu,
Schadelijkheid
Projectonderzoek
Monitoring, trends.
ruimtelijke verdeling
Normtoetsing
Op basis van de nu beschikbare informatie
kan het gewenste informatieprogramma
geformuleerd worden. De informatiebehoefte
is nu richtinggevend voor de te volgen infor-
matiestrategie. Het informatienetwerk kan
ontworpen worden en de benodigde capaciteit
cn financiën begroot.
Stap
4:
Vaststelling
Het concept-informatieprogramma wordt
vastgesteld door de betrokkenen. Deze worden
weer samengebracht in een workshop om de
resultaten te bespreken en eventueel aan te
passen. Ook nu is de communicatie tussen de
betrokkenen essentieel.
Stap
5:
Afionding
Als de gedefinieerde informatiebehoefte is
vastgesteld, dan moet in
de
laatste stap het
resultaat gedocumenteerd worden. Van belang
is dat de gemaakte afspraken worden vastge-
legd. Daarnaast vormt het resultaat een 'basis-
ontwerp' voor het te realiseren informatiepro-
gramma. Tenslotte is het resultaat nodig om,
nadat de informatie is geproduceerd, na te
kunnen gaan ofdit daadwerkelijk de gevraag-
de informatie was en om na te kunnen gaan
waar eventuele lacunes door veroorzaakt zijn.
Het stappenplan vormt een structuur om
binnen te werken, de stappen zullen niet
sequentieel doorlopen worden en regelmatig
zal worden teruggegrepen op eerdere stappen.
Essentieel in het gehele proces is echter dat de
communicatie tussen alle betrokkenen
gewaarborgd blijft.
Informatiestrategie
Afhankelijk van de informatiebehoefte en
de mate van bekendheid met de problematiek
zal voor een andere strategie voor het verkrij-
gen van informatie gekozen worden. Zo kan er
gebruik worden gemaakt van verschillende
bronnen; bijvoorbeeld een monitoringnet-
werk, maar ook modellen of literatuurinfor-
matie kunnen van belang zijn.
Daarnaast kan afhankelijk van de fase in
de beleidscyclus [Winsemius,
19861
een andere
informatiestrategie van toepassing zijn (afb.
4).
In de eerste fase van deze cyclus, de erkenning,
is het politiek belang nog niet zo groot. In deze
fase zal vooral onderzoek worden gedaan naar
de aard van het probleem. In de tweede fase
stijgt het politiek belang sterk en wordt er
beleid geformuleerd. In deze fase zullen vooral
inventarisaties plaatsvinden en onderzoek
naar de ernst van de problematiek. Als een-
maal maatregelen geformuleerd zijn, neemt
de politieke aandacht af: Er zal nu vooral rou-
tinematige monitoring worden uitgevoerd om
te bepalen in hoeverre maatregelen effectief
zijn. In de laatste fase is er veel over de proble-
matiek bekend en zal de nadruk gaan liggen
op het evalueren van de maatregelen.
Een mogelijke informatiestrategie is ver-
der liet gebruik van indicatieve parameters,
waarbij met behulp van zo'n parameter de
'vinger aan de pols' gehouden wordt. Als de
paranieter aangeeft dat er iets aan de hand is,
dan kan nader onderzoek gedaan worden om
te kijken wat er precies gebeurt.
Haiidboek inoiiitoriiig
in opdracht van CiW/CUWVO werkgroep
VIi worden de bestaande aspectrapporten op
het gebied van monitoring door
Ria
bijge-
steld, aangevuld en gebundeld tot een Hand-
boek Monitoring. In dit handboek zullen de
nieuwste inzichten op het gebied van monito-
ring en assessment, zoals de onderwerpen in
deze artikelen, worden verwerkt tot praktische
aanbevelingen voor de waterbeheerder en zal
veel technische informatie worden aangereikt.
Het handboek zal de onderscheiden stappen
-
-
uit de monitoringcyclus volgen en elke stap
nader invullen. Daarbij zal zoveel mogelijk
worden aangesloten op bestaand onderzoek.
Het handboek zal daarmee een hulpmiddel
zijn voor het opzetten van een monitoringsys-
teem waarmee in de informatiebehoefte van
beheerder, provincie en rijk kan worden voor-
zien.
@
LITERATUUR
Rooy. P.T.J.C. vnit CIIJ. dcJong. 1995 Op acg nnnr rotani
~vattrbchar.
I:
ontwikktiinjtn. H1O
(28)
nr. 3. p. 62-64
Tinin~trnian, J.G. en
J.
Htndrikr~iin. 1997 In~orinntic op maar
ctn rnamwtrk voor warerhchctr.
Hp
(30) nr.
i7
p. 528
-
530.
'Timn~cri~~an.J.G.. M.Adrinnnrc. R.M.A. Brtuktl,
M.c.hl.
rdn
Oirrchot and J+ Otttnr. 1997. Guidtlincsfor wattr
qiinliy nionitoring nnd errcrsinciir o~trnnsboiiiid~~~v
rivtrs. Europtan Wnttr Poliution Controi
(71
f.
p.
21-30.
UN/ECE
'Task Forcc o11 Moiiiroring nnd Arrcssmcnt. 1996.
GW.
dcliiics o11 ivnrcr-qunlity monitoring and arrtssnttiit
o!
tranrbouiidnry rivtrs. RIZA rcport nr. 96.034
Winrtn~iirr. P.. 1986. Gast in cigcn huis, bcrcl~ou~vingcn ovcr
niilitun~nnagtmciir. publ.: Saniroii
H.O.
7jttnk Willint
Alphtn nan den Rijn. 227 pp.
Technical Report
Full-text available
Dit rapport geeft een beeld van de veranderingen in de biologische kwaliteit van de Friese oppervlaktewateren tussen 1981 en 2005. Er zijn gegevens gebruikt van 261 locaties uit 19 typen van natuurlijke en kunstmatige wateren. Naast enkele fysisch-chemische variabelen zijn de veranderingen van de biologische kwaliteitselementen statistisch onderzocht. In de onderzoekperiode nemen de concentraties van nutriënten sterk af. Totaal-fosfaat daalt van gemiddeld 0,35 mg/l in de periode 1981-’90 tot 0,11mg/l in 2001-’05. In samenhang hiermee daalt de zomergemiddelde chlorofyl-concentratie aanzienlijk, vooral in de boezemmeren (van 116 naar 61 µg/l). De verschuivingen van de voorjaarspiek (1-2 maanden naar voren) en de najaarspiek (1-2 maanden naar achteren) in die periode worden toegeschreven aan klimaatverandering. Er zijn significante afnamen van de trofie-indicatie van diatomeeën en de fosfaatindicatie van macrofyten, maar in de boezemmeren gaat dit niet gepaard met een grote verschuiving van de soortensamenstelling. De langetermijnveranderingen van het zoöplankton zijn niet erg duidelijk, terwijl bij de macrofauna er een significante toename is van het aantal soorten libellenlarven en kokerjuffers en een afname van het aandeel wormen en muggenlarven. De visgemeenschap van de boezemmeren wordt gedomineerd door de brasem, hetgeen een belangrijke hindernis is voor de verbetering van de kwaliteit van deze meren. De geconstateerde veranderingen in de levensgemeenschap zijn grotendeels het gevolg van de vermindering van de eutrofiëring. Aanbevolen wordt een extra inspanning voor het monitoren van de visstand. De inspanning voor het monitoren van de overige kwaliteitselementen blijft gelijk, maar er wordt geadviseerd wel accentverschuivingen plaats te laten vinden bij kwaliteitselementen en watertypen. De stadswateren verdienen meer aandacht.
ResearchGate has not been able to resolve any references for this publication.