Article

Bewegingsruimte. Verkenning van de relatie sport en ruimte

Authors:
To read the full-text of this research, you can request a copy directly from the authors.

No full-text available

Request Full-text Paper PDF

To read the full-text of this research,
you can request a copy directly from the authors.

Article
Full-text available
In juli 2011 werd er in Drenthe het Wereldkampioenschap CP-voetbal georganiseerd onder de vlag van de FIFA en de KNVB. Dit topsportevenement voor mensen met Cerebrale Parese, een motorische beperking als gevolg van een hersenbeschadiging, is ingezet als middel om verscheidene maatschappelijke doelstellingen te realiseren. Rondom het evenement zijn er in totaal 29 side-events georganiseerd. In het kader van het Olympisch Plan 2028 (NOC*NSF, 2009) en als onderdeel van de VWS pilot sportevenementen (SportDrenthe, 2010), in samenwerking met de Werkgroep Evaluatie Sportevenementen (WESP), zijn de verschillende side-events gemonitord om kennis omtrent het rendement van maatschappelijke side-events te vergroten. Om de maatschappelijke spin-off van de side-events in kaart te brengen is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: “Wat is het maatschappelijk rendement van de side-events rondom het WK CP-voetbal?” Door middel van factsheets, ingevuld door de organisatoren van de verschillende side-events, zijn de geïnvesteerde middelen (M), de georganiseerde activiteiten (A) en de prestaties van de verschillende side-events (P) in kaart gebracht. Voor de belangrijkste side-events is er door middel van representatieve steekproeven bij deze side-events en het hoofdevenement verschillende maatschappelijke effecten (E) in kaart gebracht. De activiteiten zijn ook procesmatig geëvalueerd door de organisatoren. Hierbij is extra aandacht besteed aan het proces van het koppelen van onderwijsinstellingen aan de sportprojecten. In totaal zijn er 332 vragenlijsten afgenomen bij de side-events en 177 bij het hoofdevenement. Verder zijn er 29 factsheets ingevuld en is er aanvullende data verzameld onder de verschillende betrokken gemeenten, SportDrenthe en de KNVB. Ook zijn er 19 interviews afgenomen onder de betrokken scholen. De literatuurstudie naar de maatschappelijke waarde van sport heeft opgeleverd dat er een zestal maatschappelijke waarden te onderscheiden zijn: - Sociale betekenis: de binding tussen mensen en groepen en gecreëerd sociale kapitaal. - Culturele betekenis: identificatie met het evenement en trots. - Karaktervorming: stimuleren van zelfbeeld, prestatiestreven en (re)socialisatie. - Gezondheid: stimuleren van een actieve leefstijl. - Economische betekenis: economische impact van het evenement. - Duurzaamheid: impact van het evenement op het milieu. Sportevenementen kunnen een bijdrage leveren aan deze maatschappelijke waarden door het achterlaten van een al dan niet geplande legacy. Wat blijft er over als het evenement afgelopen is. Deze legacy kan betrekking hebben economische effecten, sociaal-culturele effecten of toerisme. Naast het creëren van maatschappelijke effecten door side-events kan het hoofdevenement op zichzelf al een legacy achterlaten. De doelstellingen van het WK CP voetbal laten zien dat het evenement en de bijbehorende side-events gericht waren op het creëren van sociale betekenis en gezondheid. Met name het stimuleren van sport en bewegen en het promoten van integratie van aangepast sporten zijn onder deze noemer te plaatsen. De side-events hebben een grote bijdrage geleverd aan de sociale betekenis van het evenement. Meer dan 1000 kinderen hebben deelgenomen aan de verschillende voetbal side-events en ook zestig aangepaste sporters hebben actief deelgenomen aan verschillende side-events. Zij zijn gemiddeld twee uur in beweging gebracht en zijn gestimuleerd om meer te gaan sporten. Verder hebben de demonstratie wedstrijden meer dan 1400 bezoekers getrokken. De side-events hebben samenwerking in de regio gestimuleerd. Meer dan 100 scholen hebben actief deelgenomen aan één of meer side-events en in totaal zijn er 50 maatschappelijke partners betrokken.
Technical Report
Full-text available
Dit rapport vormt een naslagwerk bij de Natuurbalans 2009. Het geeft een overzicht van de gegevens over de relatie tussen recreatie en natuur. Alterra heeft deze relatie geïnventariseerd en geanalyseerd in opdracht van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) voor de Natuurbalans 2009. De aandacht gaat daarbij uit naar diverse aspecten van de relatie tussen recreatie en natuur, zoals expats, landschap, biodiversiteit, belevingswaarde, rijksbufferzones en de Randstad.
Article
Full-text available
Health gains can be achieved by actively combating and decreasing physical inactivity. One of the factors probably influencing physical activity is the living environment. The Policy Document on Housing ('Nota Wonen' in Dutch) presents policy measures influencing the human living environment. The policy measures evaluated in this health effect report werefreedom of choice, to condense or thin out physical environments, and the application of information technology in houses. Freedom of choice will very likely lead to more physical inactivity, in particular among people who are already inactive, such as ethnic minorities and the poorly educated. Condensing one's physical environment will lead to more walking and biking but also to less recreational activity. Thinning out physical environments will enhance physical activity on the condition that social and road safety are ensured. This effect will occur mainly in the elderly and children, because of their reliance on their direct environments. The application of information technology in their homes will probably enhance the daily activities among the elderly. The effect on other subgroups of the population remains uncertain. Our case study showed the main explanation for the relationship between physical activity and physical environment to be socio-economic status. To prevent larger socio-economic health differences as a consequence of policy measures in the Policy Document", it is of crucial importance to ensure that this subgroup receives extra attention during the implementation of the evaluated measures. Door voorkomen en verminderen van bewegingsarmoede in Nederland kan gezondheidswinst behaald worden. De inrichting van de woonomgeving is waarschijnlijk van invloed op het beweeggedrag van de bewoners. In de Nota Wonen worden een aantal beleidsvoornemens gepresenteerd die van invloed zijn op de inricht van de woonomgeving. De beleidsmaatregelen die in deze gezondheidseffectrapportage worden geevalueerd zijn keuzevrijheid voor de burger, verdichten of verdunnen van de woonomgeving en het toepassen van domotica. Keuzevrijheid leidt zeer waarschijnlijk tot meer bewegingsarmoede, met name bij de bevolkingsgroepen die al minder actief zijn zoals allochtonen en lager opgeleiden. Verdichten van een woonomgeving heeft enerzijds tot gevolg dat er meer gewandeld en gefietst kan worden in de woonomgeving. Anderzijds verdwijnt er bewegingsruimte uit de woonomgeving waardoor minder recreatieve beweging kan plaatsvinden. Verdunnen van een woonomgeving zal waarschijnlijk, onder de voorwaarde dat de sociale en verkeersveiligheid op peil is, bewegingsarmoede tegengaan. Met name voor ouderen en kinderen zal dit effect merkbaar zijn, omdat zij meer afhankelijk zijn van hun directe omgeving. Het toepassen van domotica zal voor ouderen een gunstig effect hebben op het uitvoeren van dagelijkse activiteiten. Voor andere subgroepen van de bevolking is dit effect moeilijk in te schatten. De case-studie wees uit dat de relatie tussen woonomgeving en lichamelijke activiteit met name wordt verklaard door sociaal economische status. Om te voorkomen dat door de implementatie van beleidsmaatregelen uit de Nota Wonen de sociaal economische gezondheidsverschillen groter worden, is het van cruciaal belang dat er extra aandacht wordt besteed aan de financieel minder draagkrachtigen.
ResearchGate has not been able to resolve any references for this publication.