Content uploaded by Dirck van Bekkum
Author content
All content in this area was uploaded by Dirck van Bekkum on Mar 25, 2020
Content may be subject to copyright.
2006 Dirck van Bekkum Leef alsof je morgen sterft Palium
LEEF ALSOF JE MORGEN STERFT Dirck van Bekkum
gepubliceerd in: Pallium (februari 2006)
In de rubriek Religie & Rituelen worden de rituelen van verschillende godsdiensten bij ziekte,
lijden en de dood behandeld. In dit nummer aandacht voor de antropologie.
Mijn vader stierf in 1996 en koos er zodoende voor om 88 te worden. Achteraf bleek de
manier waarop hij is gestorven nogal bijzonder.Nooit in een ziekenhuis geweest, werd hij in
december 1995 opgenomen voor buikklachten. Toen hij tijdens die opname een rectaal
onderzoek moest ondergaan, weigerde hij dit. Vervolgens werd ik op mijn werk gebeld omdat
ik als enige van de kinderen een baan had in de gezondheidszorg. In een klein kamertje in het
ziekenhuis in Amersfoort zaten de internist, de co-assistent, mijn moeder (in tra nen) en mijn
vader (in pyjama en kamerjas).
Mijn vader zei tegen mij: ‘Dirck, haal mij hieruit’. Het werd even stil, want ik was, net als de
anderen, beduusd.Mijn vader was geen prater als het over zichzelf en zijn gezondheid ging.
Wel eigenzinnig. Voor mij was de boodschap helder en dat vertelde ik: ‘U hoort het: hij wil
naar huis’. ‘Maar het gaat om het laatste onderzoek’, zei de internist nog...
Kievieten
Later die dag was mijn zus nog in het ziekenhuis en zij had een gesprek met de internist. Hij
zei tegen haar: ‘Uw vader kan nog jaren leven als we dat gezwel in zijn dikke darm
weghalen.’ Mijn vader wist al dat hij ging sterven. Hij wilde niets horen over een diagnose of
over een operatie. Hij had nooit veel op met dokters. Hij zei niet veel, ook niet toen hij weer
thuis was. Mijn moeder had daar moeite mee. Wat hij wel kwijt wilde was: ‘Ik wil de
kievieten nog e´e´n keer zien vliegen.’ Zij hadden vanuit hun huis zicht op een weiland. Zijn
vertrek uit dit leven was waardig en alle kinderen die erbij wilden zijn, stonden om zijn
sterfbed toen hij ging. Hij was kerkelijk en gelovig opgegroeid en stierf tevreden zonder kerk
en geloof. Hij wilde dat zijn as door ons verstrooid werd over het IJsselmeer. Daar had hij, als
zeiler die zijn eigen jachten bouwde, zijn mooiste momenten beleefd. Verschil Mijn moeder
heeft nooit goed begrepen waarom mijn vader op deze manier wilde sterven Zij was liberaal,
maar ook praktiserend katholiek. Zij wachtte op Onze Lieve Heer die haar zou komen halen
als het tijd was. Zij verlangde ernaar weer samen te zijn met haar moe- der en met haar man.
Mijn vader wilde weg uit het ziekenhuis, terwijl mijn moeder berustte in een opname toen zij
verschillende klachten kreeg. Zij stierf in het ziekenhuis (juni 2003), na diverse bacterie¨le
infecties. Zij kwam niet op het idee om een opname te weigeren en om in haar eigen
vertrouwde omgeving te sterven. Alleen mijn jongere broer was bij haar sterven, samen met
zijn vrouw en kinderen. Individuele vormen van sterven Hoemijn ouders hun sterven
‘organiseerden’ staat voormij model voor onze Nederlandse cultuur sinds de tweede
wereldoorlog. Met het wegvallen van het christendom als leidend en dominerend
zingevingsysteem, zoeken veelmen- sen naar nieuwe en eigen (individuele) vormen van
sterven.
Mijn vader koos voor zijn eigen dood, op zijn manier en op zijn moment, door de hulp van de
artsen te weigeren. Mijn moeder wachtte af en gaf zich over aan anderen, ook toen dat extra
lijden met zich meebracht. Ik ben een kind van mijn ouders. Opmijn 14e stopte ik met formeel
en openlijk geloven vanuit mijn katholieke opvoeding, maar bleef daarna religieus en
spiritueel. Sterk zoekende. Andere culturen Ik was als jongeman op zoek naar de grenzen van
het leven. Mannen, meer dan vrouwen denk ik, vinden de kern van hun bestaan via hun
doodsangst. Ik deed gevaarlijke dingen toen ik jong was. Nog meer dan mijn vader. Op daken
in onze buurt, op mijn motorfiets op de snelweg en in de bergen in Spanje. Maar ervaren was
voor mij niet genoeg. In mijn studie antropologie wilde ik weten hoe mensen in andere
culturen, naast liefde en seksualiteit, met de dood en hun doodsangst omgingen.
Wij lazen in een module antropologie van Europa Western Attitudes towards Death: From the
Middle Ages to the Present. Philippe Arie`s beschrijft verschuivingen die hij meent te zien in
de loop van de Europese geschiedenis.
Mijn vader met zijn manier van doodgaan, past in het beeld van de eerste tien eeuwen na
Christus. Toen was de dood volgens Aries te gewoon om beangstigend te zijn. Elk leven had
voornamelijk betekenis door de verwevenheid met het gemeenschaps- leven. Mensen, vooral
op het platteland, wisten wanneer zij gingen sterven en de familie eromheen ook. Deze fase
noemt Arie`s ‘de getemde dood’. Mijn vader als ambachtsman was iemand die in de gemeen-
schap leefde. Hij zag zijn werk als deel van een over- zichtelijk geheel.
Hereniging
Mijn moeders dood belichaamt meer het 19e eeuwse ster ven. Zij behield haar persoonlijke
christelijke geloof en zag de dood ook als het herenigen met mijn vader. Na 1500 verschoof
volgens Arie`s de beleving rond de dood via de individualisering langzaam naar de
persoonlijke dood.Het verlies van degenen van wie men houdt, kreeg meer bete- kenis. De
dood van de ander wordt belangrijker dan de eigen dood. Aries ziet in de twintigste eeuw dat
de aanblik en zichtbaarheid van de dood langzaam ondraaglijkwordt en daarmee stap voor
stap verdwijnt uit ons dagelijks leven. Het is het tijdperk van de ontkende dood. Die ont-
wikkeling bracht nieuwe uitingen en vluchtwegen teweeg. Dood in het dagelijkse leven In de
huidige tijd lijkt het erop dat de dood terugkeert in ons dagelijks leven. De dood mag weer
gezien worden en dichterbij komen. Voor wie dat wil. Thuis sterven krijgt meer aandacht.
Soms blijft de dode een etmaal opgebaard thuis.
De keuze is meer aan onszelf en meer individueel. De keuze van mijn vader om niet meer
geo- pereerd te worden, blijkt uit navraag bij verpleeghuis- artsen uitzonderlijk te zijn. Hij
nam zijn dood in eigen hand. De medische druk om, ook als het niet meer wen- selijk is,
mensen beter te willen maken (opereren) en het leven te rekken, is tanende maar nog sterk.
Ten opzichte van mijn vader verkeer ik zelf in een gunstiger tijdsven ster. Mijn zoektocht is
slechts mogelijk en vruchtbaar door de afnemende sociale controle vanuit het christen- dom,
vanuit mijn familie en vriendenkring en vanuit de medische stand. Dromen verwezenlijken
Het leven is onvoorspelbaar. Bijna dertig jaar terug kwam de dood zeer indringend in mijn
leven. Mijn eerste vrouw verloor het leven bij een ongeluk. Mijn dochter was 7, mijn zoon 2
jaar. Sindsdien heeft de dood mij niet meer verlaten. De belangrijkste les? Ieder heeft een
droom. En soms meerdere.
afbeelding Mijn eigen dood.
Wacht niet tot morgen als je je droom wilt verwezenlijken.
Het resoluut volgen van je droom heeft niets met egoı¨sme of hedonisme te maken. Het heeft
voormij veel meer van doenmet een cultuur- en tijdgebonden toename van de behoefte aan
betekenis en aan een persoonlijke spiritualiteit. Die behoefte is beves- tigd en gevoed door de
dood van mijn vrouw. En door de ‘voorstervingen’ van mijn beide ouders. Ook door mijn
antropologische kennis en vooral door bindingen met mensen uit andere culturen. Mijn
schoonfamilie is Indisch (Indonesisch-Europees), mijn (collegiale) vrien- denkring is
caleidoscopisch en mijn zucht naar kennis over dood en liefde blijft onstelpbaar. Door hen
stap voor stap te begrijpen, begrijp ik waarom wij doen zoals we doen. Ook in het sterven.
Het leven krijgt vele kleuren door het oog van de dood. Mijn vader liet mij een indringende
erfenis na. Ik ben aan het werk om - als het zover is - mijn eigen dood te kiezen. 20 Pallium
(februari 2006) 08:18–20 13