Fig 3 - uploaded by Han Raven
Content may be subject to copyright.
Gevlamde tapijtschelp op het strand van Schiermonnikoog (2 mei 2017). Foto Arie Twigt.

Gevlamde tapijtschelp op het strand van Schiermonnikoog (2 mei 2017). Foto Arie Twigt.

Source publication
Article
Full-text available
The storm of 13 January 2017 resulted in interesting finds along the coast of Zuid-Holland (Raven, 2017). In this paper further observations are added, prior to the storm but especially from the islands along the Wadden Sea. Also some observations from later in 2017 are reported which indicate that currently indeed some species may live closer to t...

Context in source publication

Context 1
... 1791). Nooit eerder was een doublet van deze soort op Schiermonnikoog gevonden. Op 9 januari vond Thijs een doublet van de Noorse hartschelp. Op het eiland was slechts twee keer eerder een doublet van die soort aangespoeld. Op 25 januari vond Thijs de Boer een doublet van de Gevlamde tapijtschelp; Arie Twigt vond op 2 mei nog een doublet ( fig. 3). Op 26 februari vond Rein Hitman een Wenteltrap met operculum, een primeur voor Schiermonnikoog. Verder valt het grote aantal doubletten van de Wijde mantel op (Schelpenmuseum.nl). Ook werden door Thijs de Boer, Casper Meinders, Marije Balkema en Teun Tijsterman resten van de Europese zeekreeft Homarus gammarus (Linnaeus, 1758) ...

Similar publications

Article
Full-text available
The holotype of Delphacodes guianensis Muir, a delphacid planthopper (Hemiptera: Fulgoroidea: Delphacidae) currently nominally in the polyphyletic genus Delphacodes Fieber, was examined and found to bear lateral teeth on the hind basitarsus, a synapomorphy of the genus Nilaparvata Distant. We determined that Delphacodes guianensis is a senior synon...

Citations

... Daarom heb ik een goede indruk van wat zoal aanspoelt en van de veranderingen in de fauna over een periode van 50 jaar. Dat is niet gebaseerd op precieze statistieken, maar op vele waarnemingen, vooral bij speciale omstandigheden zoals na zware stormen, de stranding van het zendschip van Radio Veronica en diverse zandsuppleties -waarvan ik meermalen verslag heb gedaan (Raven, 1978a(Raven, , 1978b(Raven, , 1987(Raven, , 1988(Raven, , 2017(Raven, , 2019Twigt & Raven, 2018). Daarnaast heb ik observaties gedaan in de omgeving en tijdelijke ontsluitingen van holocene afzettingen bezocht (zie bijvoorbeeld Raven, 1979). ...
... Op 20 km komen veel meer 'offshore' soorten voor, gedomineerd door de Ovale strandschelp Spisula elliptica (Brown, 1827). Maar vergelijkingen worden bemoeilijkt omdat de fauna over de laatste 50 jaar nogal is veranderd (zie bijvoorbeeld Raven, 2017;Twigt & Raven, 2018). De kustnabije fauna zou nu beter 'Kustnabije Spisula subtruncata-Ensis leei fauna' kunnen heten. ...
... Het Zaagje Donax vittatus (da Costa, 1778) was (jaren 1970-1980) in matige aantallen vers of levend op het Noorderstrand te vinden. De laatste jaren is de soort weer algemener en spoelen ook opmerkelijk geel gekleurde exemplaren aan, een verschijnsel dat langs de hele Nederlandse kust is gesignaleerd (Raven, 2017;Twigt & Raven, 2018). Van Urk (1982) beschrijft hoe het voorkomen van deze soort gevarieerd heeft. ...
Article
Full-text available
Sand nourishments offer an opportunity to collect material from a large volume of sediment, and therefore also species that occur in small numbers at the sample locality. Over a period of decades, several sand nourishments have been carried out to restore and/or broaden the Noorderstrand beach at Scheveningen (Zuid-Holland, The Netherlands). Each suppletion used sand from an area at a different distance from the coast. In this paper first the 2019 nourishment (with sand from 10 km NW of Scheveningen) is described. This is followed by a summary of earlier nourishments (1975 and 1984, using sand from respectively 20 and 4 km NW of Scheveningen). In a table the mollusc faunas from the nourishments are summarised and compared with the fauna known from the Noorderstrand. This highlights changes in the mollusc fauna from beach to offshore. Moreover, during the five decades of observations by the author also the abundance of several well-known species has changed substantially. The main body of the paper is used to describe a selection of the species found, especially those that are rare, show marked changes or are worth a short description. Most of the described specimens are also depicted.